DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 1856

HvJ EU: Licentienemer moet na octrooivernietiging royalty's doorbetalen voor duur van licentieovereenkomst indien opzegtermijn redelijk is

HvJ EU - CJUE 7 jul 2016, IEFBE 1856; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-licentienemer-moet-na-octrooivernietiging-royalty-s-doorbetalen-voor-duur-van-licentieovereen

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16086; IEFbe 1856; C-567/14; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech)
Octrooirecht. Royalty's. Prejudiciële vragen over doorbetaling vaste royalty's bij retroactieve nietigverklaring van de octrooien.

Artikel 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat krachtens een licentieovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding, de licentienemer wordt verplicht royalty’s te betalen voor het gebruik van een geoctrooieerde technologie gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst, wanneer het in licentie gegeven octrooi nietig wordt verklaard of daarop geen inbreuk wordt gemaakt, indien de licentienemer deze overeenkomst binnen een redelijke termijn vrij kon opzeggen.

 

IEFBE 1849

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Nietig octrooi roterend vorkenbord, merkinbreuk door voormalig distributeur door oude marktplaatsadvertenties

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 29 jun 2016, IEFBE 1849; (Slemaco tegen VHS), https://ie-forum.be/artikelen/nietig-octrooi-roterend-vorkenbord-merkinbreuk-door-voormalig-distributeur-door-oude-marktplaatsadve

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16068 (Slemaco tegen VHS)
Octrooirecht. Merkenrecht. Slemaco ontwikkelt en produceert voorzetstukken voor verreikers, zoals een roterend vorkenbord onder het merk ROMASTOR. Zij is houdster van EP2427402  voor een hefinrichting en heforgaan voor toepassing in een hefinrichting. Het Nederlandse deel van het octrooi is nietig; de Rototilt op een graafmachine in een YouTube-filmpje is van net voor de prioriteitsdatum.

Partijen hadden een distributierelatie en het teken ROMASTOR werd vermeld op een opdrachtbevestiging (voor een tweede vorkenbord), waar geen ROMASTAR werd geleverd. Ook werden er marktplaatsadvertenties getoond onder verwijzing naar romastor.nl. Dit gebeurde in de periode dat er nog een samenwerking liep. De omstandigheid dat er op dat moment nog een distributierelatie bestond tussen partijen, maakt vanzelfsprekend niet dat VHS het teken ROMASTOR mag gebruiken voor niet van Slemaco c.s. afkomstige vorkenborden. Het in de lucht houden van advertenties na afloop van de samenwerking is te kwalificeren als merkinbreuk aangezien een beroep op uitputting niet meer kan opgaan (er was geen sprake van voorraad bij VHS). Er volgt een merkinbreukverbod, afgifteplicht en over een weer overdracht van domeinnamen met ROMASTOR en handelsnaam VHS daarin.

 

IEFBE 1833

Robert van Peursem - Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?

Robert van Peursem, Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?, BIE mei/juni, p. 122-124.(inlog)
Graag wil ik twee zorgen met u delen over het Unified Patent Court (UPC), zoals dat mogelijk in 2017 van start zal gaan, als de voortekenen niet bedriegen. Mijn zorgen zien op de lokale divisie van het Gerecht in eerste aanleg in Nederland en hoe we de beste octrooirechters uit Europa in het UPC moeten krijgen. (...)
Slot Op dit moment valt niet precies te zeggen wanneer het benodigde aantal  ratificaties van het UPC-verdrag er zal zijn. Het is te hopen dat ons nog wat meer tijd is gegund. Dat zou ons de gelegenheid bieden het volgens mij onderschatte punt van een zorgvuldige werving beter op te zetten. En dat zou ons dan ook meer tijd geven voor stevige(r) publicitaire promotie van de Nederlandse lokale divisie. Het zou een blamage zijn als een land met zo’n sterke octrooipraktijk en octrooirechtspraaktraditie als Nederland geen levensvatbare lokale divisie op zou kunnen tuigen binnen het UPC. Het is wel vijf voor twaalf – zo niet later – en dus hoog tijd om dat nu wel te gaan realiseren.

IEFBE 1830

EC Aanbesteding: Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU

EC opdracht, Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU: 9 juni tot 27 juli 2016.
Juridisch onderzoek naar het EU-systeem van aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s). Dit onderzoek moet worden gebruikt voor een algemene evaluatie van het ABC-systeem in de EU alsook voor het informeren over de beslissing om op Europees niveau een nieuwe ABC-titel voor te leggen en om te beslissen of de bestaande ABC-wetgeving moet worden herzien. Complete details over deze aanbesteding, klik hier.

IEFBE 1825

Uitspraak en inhoudsindicatie aangebracht door Jurgen Figys, Jan-Diederik Lindemans, Kristof Roox, Crowell & Moring LLP.

Geen aanwijzing van een onrechtstreekse inbreuk - beoordeling van de prima facie inbreuk bij het beslag inzake namaak

Brussel - Bruxelles 24 mei 2016, IEFBE 1825; (Syral tegen Roquette Freres), https://ie-forum.be/artikelen/geen-aanwijzing-van-een-onrechtstreekse-inbreuk-beoordeling-van-de-prima-facie-inbreuk-bij-het-besla

Hof van Beroep Brussel 24 mei 2016, IEFbe 1825 (Syral tegen Roquette Freres)
Zie eerder IEFbe 1559; IEFbe 1002; IEFbe 794; IEFbe 616. Derdenverzet beslag inzake namaak. Beschrijvende maatregelen. Octrooirecht. De verzoeker van het beslag inzake namaak moet gegevens aanreiken die aannemelijk maken dat een inbreuk zou kunnen worden gepleegd op het intellectueel eigendomsrecht. De aangedragen feiten moeten van die aard zijn dat zij, bij een beoordeling op het eerste zicht (prima facie), op zich of met elkaar in verband gebracht, een vermoeden doen rijzen van een inbreuk of een dreiging van inbreuk. Over het bewijs van prima facie aanwijzingen voor een inbreuk is de beoordelingsmarge van het Hof beperkt, aangezien het beschrijvend beslag inzake namaak er precies toe strekt namaak te kunnen aantonen door het relevante bewijsmateriaal in verband met de vermeende inbreuk te verkrijgen en te beschermen.

De aanwijzingen van een inbreuk op grond waarvan de beschrijvende maatregel kan worden bevolen, moet worden vastgesteld op de datum waarop de eerste rechter over het eenzijdig verzoekschrift uitspraak heeft gedaan, in casu 9 december 2008.

Roquette voerde aan dat er door Syral zowel onrechtstreeks als rechtsreeks inbreuk werd gemaakt op haar octrooirechten.

IEFBE 1805

Prejudiciële vragen HvJ EU: Zijn partijen concurrenten als de licentienemer enkel via die licentieovereenkomst actief is op de relevante markt

HvJ EU - CJUE 3 dec 2015, IEFBE 1805; (Hoffmann-La Roche), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-hvj-eu-zijn-partijen-concurrenten-als-de-licentienemer-enkel-via-die-licentieove

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 3 december 2015; IEF 15961; LS&R 1325 ; IEFbe 1805; C-179/16 (F. Hoffmann-La Roche)
Mededingingsrecht. Via MinBuza: De Italiaanse mededingingsautoriteit (AGCM, verweerster) heeft bij besluit van 27 februari 2014 vastgesteld dat de vier verzoeksters in deze zaak (Hoffmann-La Roche, La Roche, Novartis en Novartis Farma) een mededingingsbeperkend kartel in het leven hadden geroepen voor bepaalde geneesmiddelen (bewerkstelligen van een kunstmatige ‘differentiatie’). Verzoeksters krijgen een boete opgelegd. (...) Het geneesmiddel waar het hier om gaat is ontwikkeld door Genentech, dat onder controle staat van de Rochegroep. De geschiedenis daarvan wordt uiteengezet in de punten 4 – 10 van de verwijzingsbeschikking. Genentech verhandelt haar producten uitsluitend in de VS, en heeft licenties afgegeven, in eerste instantie aan zusterbedrijf Roche maar omdat Roche zich voornamelijk op oncologische geneesmiddelen concentreert (Avastin, tegen tumoren) heeft Genentech voor het andere product (Lucentis, een oftalmologisch middel tegen een oogkwaal) licentie gegeven aan Novartis voor het in de handel brengen in de rest van de wereld.

IEFBE 1802

Doorbraak in discussie kwekers- en octrooirecht

De Europese Commissie wil via een nadere interpretatie van de biotech-richtlijn helderheid en rechtszekerheid bieden over het patenteren van natuurlijke eigenschappen op groenten en andere planten. Dat heeft Eurocommissaris Elzbieta Bienkowska (Interne Markt) gezegd op het door staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken, zijn speech) georganiseerde symposium ‘Finding the Balance’.

IEFBE 1781

Uitspraak ingezonden door Stijn Debaene en Hakim Haouideg, Field Fisher.

The Book Seat werd slechts op Australische lokale marktjes aangeboden, model is nieuw

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 20 apr 2016, IEFBE 1781; (Barber tegen BVBA Leuke Dinges), https://ie-forum.be/artikelen/the-book-seat-werd-slechts-op-australische-lokale-marktjes-aangeboden-model-is-nieuw

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2016; IEF 15908; IEFbe 1781 (Barber tegen BVBA Leuke Dinges)
Modelrecht. Samenloop met octrooirecht. Eiseres ontwikkelt 'The Book Seat', een minizitzak die als boekensteun kan worden gebruikt en heeft hiervoor een octrooi (voor het centrale deel) en gemeenschapsmodel (voor de contouren) verkregen. De distributieovereenkomst met de herverkoper werd verbroken, de Nederlandse agent brengt de identieke 'Lärs boekenhouder" op de markt. Het model is nieuw, omdat het voor de aanvraag slechts op lokale marktjes werd aangeboden en niet (naar HvJ EU Gautzsch Grosshandel IEF 13538; IEFbe 642)  op een internationaal befaamde beurs waaraan voornaamste of meeste (EU) marktdeelnemers deelnamen. Er is duidelijk afstand tot het bestaande vormgevingserfgoed. Door verweerder werden drie inkepingen in het midden afgeschaft, bijgevolg valt het niet binnen het octrooi, maar bij normaal gebruik zijn die niet waarneembaar bij het model. Het vervangen van een lus door een volwaardig handvat is niet relevant voor de modelrechtelijke vergelijking. Er wordt een verbod opgelegd.

IEFBE 1744

Uitspraak aangebracht door Kristof Neefs, Altius.

Brevet européen n'a pas été deposée dans une langue officielle en Belgique, pas 'sans effet'

Brussel - Bruxelles 5 mrt 2015, IEFBE 1744; IEFbe 1744 (Shamrock), https://ie-forum.be/artikelen/brevet-europ-en-n-a-pas-t-depos-e-dans-une-langue-officielle-en-belgique-pas-sans-effet

Cour d'appel Bruxelles 5 maart 2015, IEFbe 1744 (Shamrock contre Etat belge)
Brevet européen. Dépôt en Belgique d'une traduction. Déchéance du droit. Sanction contraire à la Constitution et au Premier protocole additionel de la CEDH. Shamrock dépose une demande de brevet européen auprès de l'OEB qui a donné lieu à la délivrance du brevet EP1001880 (sur un procédé de production de produits friables en polytetrafluoroethylene). La cour constate que dans une affaire semblable, Ie brevet européen de la societe ShamrockTechnologies, au motif qu'une traduction de ce brevet europeen dans une langue officielle en Belgique n'a pas été deposée dans Ie délai prescrit à dater de la publication de la mention de la délivrance dudit brevet, viole I'article 16 de la Constitution lu en combinaison avec I'artlcle 1er du Premier protocole du 20 mars 1952 additionnel à la Convention européenne de sauvegarde des droits de I'homme et des
libertés fondamentales.

La cour dit pour droit que la décision de l'OPRI de mentioner le brevet comme étant "sans effet" sur le territoire belge est dépourvue de tout fondement légal et ne peut être appliquée en vertu de l'article 159 de la Constitution. La cour dit pour droit que le brevet sort ses pleins et entiers effets en Belgique (...) et condamne l'Etat belge à mentioneer au Registre belge des brevet l'existence des droits au brevet.

 

IEFBE 1726

Uitspraak ingezonden door Jurgen Figys, Kristof Roox, Christian Dekoninck, Crowel & Moring.

Buitenlandse rechtspraak perfect in lijn met nietigverklaring quetiapine-octrooi

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 11 mrt 2016, IEFBE 1726; (Sandoz tegen Astrazeneca), https://ie-forum.be/artikelen/buitenlandse-rechtspraak-perfect-in-lijn-met-nietigverklaring-quetiapine-octrooi

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 11 maart 2016, IEFbe 1726 (Sandoz tegen Astrazeneca)
Octrooirecht. Prima facie geldigheid. Nieuw beschrijvend beslag (na IEFBE 1073 en IEFBE 1599). Sandoz stelt terecht dat AstraZeneca's octrooi EP 364, voor verlengde afgifte van quetiapine, nietig is. Bij de beoordeling van de prima facie geldigheid van een Europees octrooi kan rekening worden gehouden met buitenlandse beslissingen. Buitenlandse rechtspraak met betrekking tot dit octrooi is perfect in lijn met de nietigverklaring van het Belgische luik door Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen [IEFbe 776].