DOSSIERS
Alle dossiers

Stakingsprocedure – Procédure en cessation  

IEFBE 3728

HvC over samenhang burgerlijke en correctionele procedure

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 15 feb 2024, IEFBE 3728; ECLI:BE:CASS:2024:ARR.20240215.1N.6 (Eiseres tegen DJ), https://ie-forum.be/artikelen/hvc-over-samenhang-burgerlijke-en-correctionele-procedure

Hof van Cassatie van België 9 april 2024, IEFbe 3728; ECLI:BE:CASS:2024:ARR.20240215.1N.6, C.22.0491.N (Eiseres tegen DL) Eiseres werd opgericht in 1980 en heeft als activiteit de ontwikkeling en verkoop van reinigings- en desinfecterende producten onder het merk 'NERTA'. DL is van opleiding industrieel ingenieur chemie en was gedurende een periode van 22 jaar in dienst bij Eisers. DL werd wegens dringende redenen ontslaan door Eiseres op 7 augustus 2018 wegens vermeende feiten van diefstal van NERTA-producten. Er is op grond van onder meer schending van bedrijfsgeheimen een afzonderlijke procedure aanhangig gemaakt bij zowel de burgerlijke rechtbank, als de correctionele rechtbank. In cassastie klaagt DL dat wanneer de vereiste voorwaarden uit artikel 4 VT.Sv vervuld zijn, de schorsing van de burgerlijke procedure moet worden uitgesproken door de burgerlijke rechter en dit op straffe van nietigheid. Het HvC oordeelt dat uit de samenhang tussen artikel artikel XVII.1 lid 1 en artikel XVII.21/3, lid 2 WER volgt dat uitspraak kan worden gedaan over een vordering tot staking wegens het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim, ook wanneer wegens dezelfde feiten een vervolging voor de strafrechter is ingesteld en hierover nog niet definitief is beslist.

IEFBE 2646

Verzoekschrift tot beslag inzake namaak van paardenwagens is niet-ontvankelijk, want geen juiste NACEBEL-codes

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 28 nov 2017, IEFBE 2646; (Stephex tegen Krismar en Steels Constructions), https://ie-forum.be/artikelen/verzoekschrift-tot-beslag-inzake-namaak-van-paardenwagens-is-niet-ontvankelijk-want-geen-juiste-nace

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 28 november 2017, IEFbe 2646 (Stephex tegen Krismar en Steels Constructions) Procesrecht. Niet-ontvankelijk. Beide partijen zijn actief op de Belgische markt voor paardenvrachtwagens. Zij maken deze wagens op maat van en in samenspraak met de klant. Stephex legde in 2017 een verzoekschrift tot beslag inzake namaak neer, wat werd toegewezen. Krismar tekende derdenverzet aan. Om het derdenverzet niet al haar nut te ontnemen, kwamen de partijen op de zitting tot een akkoord om de deskundige te verzoeken in zijn verslag geen opgave te doen van de namen van klanten van Krismar. In casu is artikel 875bis, 2e al. Ger. W. van toepassing. De stakingsrechter moet derhalve eerst over de ontvankelijkheid van de vordering uitspraak doen. De vordering moet gebaseerd zijn op de activiteiten en het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op het moment van neerlegging was ingeschreven in de KBO. Indien er betwisting bestaat, moet de rechter nagaan welke activiteiten de onderneming daadwerkelijk uitoefent. Stephex was niet ingeschreven voor de juiste NACEBEL-codes. Het verzoekschrift tot beslag inzake namaak is derhalve niet-ontvankelijk.

IEFBE 1966

Jugement envoyée par Eric De Gryse, Simont Braun.

Le seul motif d'annulation qui pouvait encore être examiné est rejeté

Bergen en Charleroi(afd. Bergen) - Mons et Charleroi(div. Mons) 24 dec 2015, IEFBE 1966; (Nouvag contre j.m.), https://ie-forum.be/artikelen/le-seul-motif-d-annulation-qui-pouvait-encore-tre-examin-est-rejet

Tribunal de commerce du Hainaut, div Mons 24 décembre 2015, IEFbe 1966 (Nouvag contre j.m.) En bref: Brevets. Comparez avec IEFbe 1896. Conclusion: Il résulte de l'examen quie précède que le seul motif d'annulation qui pouvait encore être examiné est rejeté. La demande d'annulation du brevet n'est donc pas fondée. Demande reconventionelle: j.m. réclame une somme de 75.000 EUR pour abus de procédure et de 13.892,31 EUR pour frais d'assistance technique. Le tribunal condamne NOUVAG à payer la somme 13.892,31 EUR. Appel a été interjeté contre cette décision.

IEFBE 1909

Jugement envoyée par Aude Mahy, Loyens & Loeff.

Le mot CHOCO, dans le langage courant des consommateurs est un diminutif - non de chocolat - mais de "chocoladepasta"

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 25 nov 2015, IEFBE 1909; (Ferrero contre Delhaize), https://ie-forum.be/artikelen/le-mot-choco-dans-le-langage-courant-des-consommateurs-est-un-diminutif-non-de-chocolat-mais-de-choc

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 25 novembre 2015, IEFbe 1909 (Ferrero contre Delhaize)
Appel a été interjeté contre cette décision (bron : Aude Mahy, Loyens & Loeff). Ferrero demande d'ordonner à Delhaize la cessation de (1) certaines communications environnementales et certaines allégations nutritionnelles et de santé prétendument trompeuses et (2) toute référence aux mentions 'chocolat' et son diminutif CHOCO sur l'étiquette de sa pâte à tartiner aux noisettes qui ne contient pas de chocolat. Les demandes de Ferrero sont déclarées non fondées.

p. 15/16; La demanderesse reproche à la défenderesse d'identifier sa pâte à tartiner par le terme « CHOCO » figurant en rouge sur son étiquette, de faire référence dans un folder au "délicieux goût de chocolat" de sa pâte à tartiner, dans son magazine à "Une pleine saveur de chocolat" et d'utiliser, pour désigner son produit, l'expression "choco-noisettes".

 

  • 1 - 4 van 4