IEFBE 3923
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEFBE 3929
1 juli 2025
Artikel

Nieuw verschenen bij deLex: Het Rechterlijk Verbod en Bevel van Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen - Tweede geheel herziene druk

 
IEFBE 3930
1 juli 2025
Uitspraak

Decathlon-duikmasker blijft beschermd: Gerecht oordeelt dat ontwerp niet uitsluitend technisch, maar mede esthetisch is bepaald

 
IEFBE 3929

Nieuw verschenen bij deLex: Het Rechterlijk Verbod en Bevel van Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen - Tweede geheel herziene druk

Ruim 46 jaar na de oorspronkelijke uitgave verschijnt deze klassieker in het privaatrecht in een volledig herziene editie. In deze tweede druk brengt Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen het werk 'Het rechterlijk verbod en bevel' in lijn met het huidige Burgerlijk Wetboek en integreert belangrijke ontwikkelingen in rechtspraak en regelgeving, waaronder Europese invloeden als de Handhavingsrichtlijn en nieuwe ontwikkelingen zoals het FRAND-verweer. ‘Het rechterlijk verbod en bevel’ geeft een beredeneerde beschrijving van ons positieve recht op het stuk van de preventieve maatregelen bij onrechtmatige daad. Naast een systematische beschrijving van de vereisten voor een verbod of bevel, biedt het een diepgaande bespreking van verweren, rechterlijke beleidsruimte, formulering van het dictum en de rechtsgevolgen van het vonnis. De rechtsvergelijking met het Franse, Duitse en Engelse recht biedt daarbij stof tot reflectie op het Nederlandse systeem. Een onmisbaar werk voor juristen die zich verdiepen in het civiel procesrecht.
 

Voor meer informatie en bestellen kunt u de deLex shop bezoeken.

IEFBE 3930

Decathlon-duikmasker blijft beschermd: Gerecht oordeelt dat ontwerp niet uitsluitend technisch, maar mede esthetisch is bepaald

Gerecht EU - Tribunal UE 4 jun 2025, IEFBE 3930; ECLI:EU:T:2025:565 (Delta-Sport Handelskontor GmbH tegen EUIPO, Decathlon), https://ie-forum.be/artikelen/decathlon-duikmasker-blijft-beschermd-gerecht-oordeelt-dat-ontwerp-niet-uitsluitend-technisch-maar-mede-esthetisch-is-bepaald

Gerecht van de Europese Unie 4 juni 2025, IEF 22776; IEFbe 3930; ECLI:EU:T:2025:565 (Delta-Sport Handelskontor GmbHtegen EUIPO, Decathlon). In het geschil tussen Delta-Sport Handelskontor en het EUIPO, met Decathlon als interveniënte, staat de geldigheid van het Gemeenschapsmodel voor een duikmasker centraal. Delta-Sport verzoekt om nietigverklaring van het model, met als argument dat alle uiterlijke kenmerken van het masker uitsluitend door technische functie worden bepaald en dat het model geen eigen karakter heeft. De nietigheidsafdeling van het EUIPO wijst het verzoek af, en de Kamer van Beroep bevestigt deze beslissing. Vervolgens legt Delta-Sport de zaak voor aan het Gerecht. Het Gerecht overweegt dat bij de beoordeling moet worden vastgesteld of de uiterlijke kenmerken van het masker uitsluitend technisch zijn bepaald, of dat daarnaast andere, in het bijzonder esthetische, overwegingen een rol hebben gespeeld. Uit het dossier blijkt dat bij het ontwerp van het Decathlon-duikmasker niet alleen technische, maar ook esthetische keuzes zijn gemaakt. Het Gerecht wijst erop dat de ovale vorm van het kader en de ‘X’-vormige hoofdband mede door visuele overwegingen zijn gekozen. Ook het bestaan van alternatieve vormen, het kleurgebruik, de inschakeling van een extern designbureau, de presentatie van verschillende prototypes en verklaringen van ontwerpverantwoordelijken zijn volgens het Gerecht aanwijzingen dat het ontwerp niet alleen technisch bepaald is. Het betoog van Delta-Sport, dat uitsluitend technische motieven doorslaggevend waren, wordt verworpen. Het Gerecht bevestigt dat de Kamer van Beroep terecht heeft aangenomen dat verklaringen van Decathlon aanvullend bewijs vormen, en dat het geheel van objectieve gegevens en het ontwikkelproces aantoont dat esthetische motieven ook bepalend zijn geweest.

IEFBE 3928

HvJEU verduidelijkt verhouding tussen kwade trouw en absolute weigeringsgronden bij merkaanvraag na octrooiverval

HvJ EU - CJUE 19 jun 2025, IEFBE 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics), https://ie-forum.be/artikelen/hvjeu-verduidelijkt-verhouding-tussen-kwade-trouw-en-absolute-weigeringsgronden-bij-merkaanvraag-na-octrooiverval

HvJEU 19 juni 2025, IEF 22772, IEFbe 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics). Deze zaak speelt zich af tussen CeramTec GmbH, een Duitse fabrikant van technische keramische onderdelen voor implantaten, en Coorstek Bioceramics LLC, een Amerikaanse producent van vergelijkbare medische keramiek. CeramTec heeft kort na het vervallen van haar Europees octrooi voor composietmateriaal drie Uniemerken aangevraagd: een roze kleur-, beeld- en driedimensionaal merk in roze voor keramische heup- en kniedelen. CeramTec stelt dat Coorstek inbreuk maakt op deze merken. Volgens Coorstek zijn de merken ongeldig omdat zij onder absolute weigeringsgronden vallen en omdat CeramTec de merkaanvragen te kwader trouw heeft ingediend. De cour d’appel de Paris heeft de merken op die laatste grond nietig verklaard. CeramTec betwist dat kwade trouw hier van toepassing is en stelt dat deze grond niet mag worden gebruikt om het toepassingsbereik van artikel 7 te omzeilen. De Cour de cassation heeft het Hof van Justitie verzocht om uitlegging van de verhouding tussen de gronden van nietigheid wegens kwade trouw en de absolute weigeringsgronden. Centraal staat of kwade trouw mag worden aangenomen wanneer een merk is aangevraagd met het doel een technisch monopolie te verlengen dat eerder onder octrooi viel, en hoe artikel 7 en artikel 52 van de merkenverordening zich tot elkaar verhouden.

IEFBE 3927

Conclusie A-G Spielmann: Kritische publicatie van reeds bestaand werk kan auteursrechtelijk beschermd zijn

HvJ EU - CJUE 26 jun 2025, IEFBE 3927; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-spielmann-kritische-publicatie-van-reeds-bestaand-werk-kan-auteursrechtelijk-beschermd-zijn

Conclusie A-G 26 juni 2025, IEF 22768, IEFbe 3927; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP). Professor Slușanschi heeft een kritische editie gepubliceerd van een oorspronkelijk Latijns werk van prins Cantemir over de geschiedenis van het Ottomaanse hof. Dit werk behoort tot het publiek domein en werd in het Latijn bewerkt. Het Latijnse manuscript van prins Cantemir, waarop de kritische editie van Slușanschi is gebaseerd, werd in 1984 ontdekt aan Harvard University. Naast de kritische publicatie van Slușanschi in het Latijn werd het werk van Cantemir ook in het Roemeens gepubliceerd, in een vertaling van professor Slușanschi. Na het overlijden van professor Slușanschi in 2013 droegen zijn erfgenamen, TB en VP, het gebruiksrecht van zijn transcripties en vertalingen over aan het Călinescu-instituut, dat deze vervolgens ter beschikking stelde aan de FNSA. In 2015 publiceerde de FNSA een tweetalige editie van Cantemirs werk, waarbij de Latijnse tekst was voorzien van kritische noten en waarbij de kritische editie van Slușanschi volledig was overgenomen, inclusief niet-gepubliceerde aanvullingen. TB en VP spanden hiertegen een rechtszaak aan en de rechter stelde een schending van het auteursrecht vast. In hoger beroep werd geoordeeld dat Slușanschi’s kritische editie een "afgeleid werk" is in de zin van de Roemeense auteurswet, aangezien het tot stand kwam door intellectuele inspanning en creatieve keuzes. Het Călinescu-instituut en de FNSA stelden cassatieberoep in. Zij betwisten dat een kritische publicatie als "afgeleid werk" kan worden aangemerkt, stellende dat bij wetenschappelijke teksten in een dode taal geen creatieve keuzes mogelijk zijn en de auteur slechts een technische, nauwkeurige reconstructie nastreeft. 

IEFBE 3922

Benelux Merkencongres verplaatst naar 7 oktober – aanmelden weer mogelijk

Het Benelux Merkencongres is dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor professionals die zich bezighouden met merkenrecht in de volle breedte. Dit congres brengt academici, advocaten, bedrijfsjuristen, beleidsmakers en merkenspecialisten samen voor een dag vol verdieping, discussie en actualiteit.

Let op: het congres is verplaatst naar dinsdag 7 oktober 2025 en vindt plaats in De Burcht, Amsterdam. Aanmelden is weer mogelijk.

Met een scherp oog voor de nieuwste juridische ontwikkelingen biedt het congres ook dit jaar een programma van hoog niveau, waarin wetenschappelijke diepgang hand in hand gaat met de dagelijkse rechtspraktijk.

Bent u erbij? Er zijn nog een paar plekken vrij – dit congres wilt u niet missen.

IEFBE 3926

Conclusie van A-G in Pelham II: afbakening van het begrip ‘pastiche’ onder de InfoSoc-richtlijn

HvJ EU - CJUE 17 jun 2025, IEFBE 3926; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-van-a-g-in-pelham-ii-afbakening-van-het-begrip-pastiche-onder-de-infosoc-richtlijn

HvJ EU Conclusie A-G 17 juni 2025, IEF 22761, IEFbe 3926; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham). In Pelham II vraagt het Bundesgerichtshof (BGH) opnieuw prejudiciële uitleg aan het Hof van Justitie in het langlopende geschil tussen Kraftwerk en de producers Pelham en Haas. Centraal staat een twee seconden durende sample uit Metall auf Metall, zonder toestemming verwerkt in het nummer Nur mir (1997). In Pelham I oordeelde het Hof dat dergelijke samples vallen onder het reproductierecht van artikel 2(c) InfoSoc-richtlijn. Nu vraagt het BGH of sampling toch toelaatbaar kan onder de pastiche-uitzondering van artikel 5(3)(k), mede gelet op artistieke vrijheid in artikel 13 EU-Handvest. Deze vraag raakt aan bredere thema’s rond artistiek hergebruik en het evenwicht op auteursrecht en expressievrijheid, zeker in het licht van gebruikerspraktijken op platforms als Youtube en TikTok. Artikel 17(7)(b) CDSM-richtlijn, dat bepaalde vormen van user-generated content (UGC) als “pastiche” toestaat, speelt hierbij ook een rol. De centrale vragen zijn of ‘pastiche’ een vangnet voor artistiek hergebruik vormt, en of een subjectieve bedoeling vereist is of een objectief herkenbaar karakter volstaat.

IEFBE 3925

Gerecht: chevronpatroon op breinaalden geen geldig merk

Gerecht EU - Tribunal UE 21 mei 2025, IEFBE 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-chevronpatroon-op-breinaalden-geen-geldig-merk

Gerecht van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22760; IEFbe 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.). In deze zaak vraagt KnitPro International het Gerecht om gedeeltelijke nietigverklaring van de beslissing van de Grote Kamer van Beroep. Het gaat om een EU-beeldmerk bestaande uit een zwart-wit patroon van chevrons tussen twee parallelle lijnen, geregistreerd voor breinaalden en haaknaalden. Volgens de Grote Kamer mist dit merk voldoende onderscheidend vermogen. De oorspronkelijke aanvraag dateert van 15 februari 2010 en leidde op 10 augustus 2010 tot registratie. In 2013 vroeg 135 Kirkstall, Inc. om nietigverklaring van het merk. De Nietigheidsafdeling wees dat verzoek af, maar de Kamer van Beroep verklaarde het merk in 2015 alsnog ongeldig. In 2017 vernietigde het Gerecht die beslissing wegens een onjuiste beoordeling: de Kamer had zich gebaseerd op het gebruik van het merk in plaats van op de grafische weergave zoals geregistreerd. Ook een tweede besluit van de Grote Kamer uit 2019 werd door het Gerecht in 2021 vernietigd, omdat niet op alle aangevoerde gronden was beslist. De zaak werd daarop opnieuw aan de Grote Kamer voorgelegd. Die oordeelde in het bestreden besluit van 15 december 2023 opnieuw dat het merk onderscheidend vermogen mist, ditmaal met volledige motivering en inachtneming van de eerdere uitspraken van het Gerecht.

IEFBE 3924

Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan en Sien Vandezande, Nautadutilh

Merkinbreuk PINK LADY, stakingsvordering tegen gebruik in e-sigaretten toegewezen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 10 apr 2025, IEFBE 3924; A/24/01496 (APAL en Star Fruits tegen Eurolit), https://ie-forum.be/artikelen/merkinbreuk-pink-lady-stakingsvordering-tegen-gebruik-in-e-sigaretten-toegewezen

Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel 10 april 2025, IEFbe 3924; A/24/01496 (APAL en Star Fruits tegen EuroLit). APAL is houdster van het merk PINK LADY in de EU en Benelux, ingeschreven voor land- en tuinbouwproducten. Star Fruits is licentienemer van deze merken. Eurolit, een Litouwse producent van vapes, verhandelt elektronische sigaretten met het teken PINK LADY via de “K#RWA Collection”, naar eigen zeggen gebaseerd op bekende cocktailsmaken. Eurolit ontkent een merkinbreuk en stelt dat het gebruik van PINK LADY beschrijvend is en verwijst naar de gelijknamige cocktail. APAL en Star Fruits vorderen staking van de beweerde merkinbreuken en afwijzing van de tegenvordering van Eurolit. De voorzitter acht zich bevoegd voor de hoofdvordering van APAL en Star Fruits, maar niet voor de tegenvordering van Eurolit tot nietigverklaring van zes merkregistraties, aangezien deze merken niet ten grondslag zijn gelegd aan de hoofdvordering. Eurolit vordert nietigheid van het merk PINK LADY wegens strijd met het verbod op merken die bestaan uit een oudere plantenrasbenamingen. Deze bepalingen zijn echter ruim na registratie in werking getreden en daarom niet van toepassing. Daarnaast vordert Eurolit vervallenverklaring wegens verwatering, stellend dat het merk zijn onderscheidend vermogen heeft verloren. De voorzitter oordeelt dat geen sprake is van gebruik als soortnaam en dat APAL en Star Fruits het merk actief hebben beschermd. De tegenvorderingen worden afgewezen.

IEFBE 3923

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

Heb je een juridische achtergrond en een passie voor schrijven en publiceren? Wil je werken op het snijvlak van intellectueel eigendomsrecht, ICT-recht en AI-recht? Dan ben jij misschien de nieuwe juridisch eindredacteur die we zoeken.

Je onderzoekt en analyseert relevante juridische ontwikkelingen op het gebied van IE-, ICT- en AI-recht en vertaalt deze naar toegankelijke publicaties voor een professioneel juridisch publiek. Daarnaast begeleid je auteurs, onderhoud je contact met juridische professionals, stuur je stagiairs aan en draag je bij aan het uitgeven van boeken en organiseren van events. Je bent nauwkeurig, zelfstandig én een teamspeler, met gevoel voor taal en interesse in juridische actualiteit.

Meer weten over de vacaturen of solliciteren? Klik op lees meer. 

IEFBE 3921

Verhoogde onderscheidingskracht PRESIDENT’s volstaat niet om verwarringsgevaar met ALWAYS RUN 4PRESIDENT aan te nemen

Gerecht EU - Tribunal UE 4 jun 2025, IEFBE 3921; ECLI:EU:T:2025:563 (Sven Benschop tegen EUIPO, Seven Bell Group), https://ie-forum.be/artikelen/verhoogde-onderscheidingskracht-president-s-volstaat-niet-om-verwarringsgevaar-met-always-run-4president-aan-te-nemen

Gerecht van de Europese Unie 4 juni 2025, IEF 22744; IEFbe 3921; ECLI:EU:T:2025:563 (Sven Benschop tegen EUIPO, Seven Bell Group). In de zaak tussen Sven Benschop en het EUIPO, met tussenkomst van Seven Bell Group, stond een oppositieprocedure centraal over het beeldteken "ALWAYS RUN 4PRESIDENT". Benschop had dit teken als Uniemerk aangevraagd voor onder meer kleding, tassen en retaildiensten. Seven Bell Group diende oppositie in op basis van een ouder beeldmerk "PRESIDENT’s", ingeschreven voor soortgelijke waren. De oppositieafdeling wees de oppositie gedeeltelijk toe. In een eerste beroepsbeslissing vernietigde de Kamer van Beroep deze beslissing, vanwege onvoldoende visuele gelijkenis en het ontbreken van aangetoonde verhoogde onderscheidingskracht. Na terugverwijzing oordeelde de oppositieafdeling in een tweede beslissing dat er sprake was van verwarringsgevaar, mede vanwege het verworven onderscheidend vermogen van het oudere merk in Italië. De Kamer van Beroep bevestigde dat oordeel in een latere beslissing.