Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 3887

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEFBE 3886

Het ONB-arrest: België moet wetgeving over overdracht van naburige rechten aan werkgever aanpassen

HvJ EU - CJUE 6 mrt 2025, IEFBE 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat), https://ie-forum.be/artikelen/het-onb-arrest-belgie-moet-wetgeving-over-overdracht-van-naburige-rechten-aan-werkgever-aanpassen

HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22588, IEFbe 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat). De zaak betreft prejudiciële vragen over de interpretatie van de artikelen 18-23 en artikel 26(2) van Richtlijn (EU) 2019/790 (DSM-richtlijn) inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt. De prejudiciële verwijzing is ingediend in een procedure tussen drie musici (FT, AL en ON) die in dienst zijn bij het Orchestre National de Belgique (ONB) en de Belgische Staat. De musici betwisten de rechtmatigheid van het Koninklijk Besluit van 1 juni 2021 betreffende de overdracht van hun naburige rechten aan de werkgever, het ONB. Dit besluit bepaalt dat musici in dienst van het ONB automatisch hun naburige rechten aan hun werkgever overdragen voor exploitatie van hun optredens, zonder hun expliciete toestemming. De overdracht omvat rechten op reproductie, distributie en communicatie aan het publiek via radio, televisie en digitale platforms, wereldwijd en voor de gehele beschermingsduur. De musici verzetten zich tegen dit besluit en brachten hun zaak voor de Belgische Raad van State, die zich afvraagt of het Koninklijk Besluit in strijd is met de DSM-richtlijn en de eerdere EU-richtlijnen. De Raad van State heeft het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) de volgende vragen gesteld:

IEFBE 3868

Artikelen: Towards a European Research Freedom Act

Recent zijn er twee artikelen gepubliceerd die voortkomen uit hetzelfde onderzoeksproject, met als overkoepelende thema "Ruimte voor onderzoeksgebruik in het auteursrecht". De auteurs, Martin Senftleben, Kacper Szkalej, Caterina Sganga en Thomas Margoni, onderzoeken de impact van het EU-auteursrecht op wetenschappelijk onderzoek en identificeren belangrijke knelpunten in het huidige juridische kader. Het eerste artikel richt zich op de beperkingen die onderzoekers ervaren door gefragmenteerde en restrictieve onderzoeksuitzonderingen, onduidelijke toegangsregels, verouderde vereisten voor niet-commercieel gebruik, en juridische onzekerheden veroorzaakt door de driestappentoets. Daarnaast worden obstakels zoals betaalmuren, technologische beschermingsmaatregelen en contractuele beperkingen benadrukt. Empirische data tonen aan dat deze barrières grensoverschrijdend onderzoek belemmeren. De auteurs pleiten voor wetgevende hervormingen, waaronder een verplichte, open onderzoeksvrijstelling, verduidelijking van toegangsregels, en ondersteuning voor moderne onderzoeksmethoden zoals text- en datamining. Het tweede artikel belicht de rol van secundaire publicatierechten (SPR) in het bevorderen van Open Science en de Europese Onderzoeksruimte (ERA). SPR wordt gezien als een krachtig instrument om auteurs in staat te stellen hun werk onder bepaalde voorwaarden vrij te delen, wat bijdraagt aan een rechtvaardiger en efficiënter onderzoekslandschap. Beide artikelen onderstrepen de noodzaak van hervormingen in het EU-auteursrecht om wetenschappelijk onderzoek beter te faciliteren en de belangen van onderzoekers en auteursrechthebbenden beter in evenwicht te brengen. De voorstellen van de auteurs bieden waardevolle inzichten voor het creëren van een flexibeler en toekomstbestendig juridisch kader voor onderzoek in de digitale samenleving.

IEFBE 3853

Artikel geschreven door Simon Geiregat, Universiteit Gent.

Auteursrechtelijke trollen na Antwerpen nu ook in Gent aanbeland?

Gent - Gand 20 jan 2025, IEFBE 3853; (appellant tegen Roularta Media), https://ie-forum.be/artikelen/auteursrechtelijke-trollen-na-antwerpen-nu-ook-in-gent-aanbeland

Na het hof van beroep te Antwerpen spreekt nu ook het hof te Gent zich uit in de PIXSY/OnLineArt-arrestenreeks, zie [IEFbe 3829]. Het Gentse hof maakt zich daarin onder meer uitdrukkelijk de redeneringen van zijn Antwerpse evenknie eigen, maar gaat ook in op een aantal aspecten die in de arresten uit de (andere) Scheldestad nog niet aan bod kwamen. Zo geeft het uitdrukkelijk aan dat het gepast is om de schadevergoeding te verhogen om te compenseren voor het feit dat de auteur de mogelijkheid werd ontzegd om al dan niet toestemming te geven, maar zonder dit naar Antwerps voorbeeld te rechtvaardigen met de theorie van de gemiste kans als grondslag. Voorts legt het de beweerde beheersvennootschap OnLineArt onder de microscoop, om te oordelen dat de tarieven van deze coöperatieve vennootschap niet bewezen representatief zijn. Bovendien gaat het hof te Gent ook in op de bewering dat PIXSY een auteursrechtelijke troll zou zijn en pas in de gerechtelijke fase haar stelplicht heeft voldaan, en concludeert het tegen die achtergrond tot rechtsmisbruik. Tot slot biedt het arrest ook voor de praktizijn een waardevolle inkijk omwille van de bedragen en percentages die het hof van beroep te Gent hanteert om de schadevergoeding forfaitair naar billijkheid te begroten.

IEFBE 3829

Artikel geschreven door Simon Geiregat, Universiteit Gent.

Schadevergoeding en rechtsmisbruik bij online auteursrechtinbreuken: arresten van het hof te Antwerpen

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 4 dec 2024, IEFBE 3829; https://ie-forum.be/artikelen/schadevergoeding-en-rechtsmisbruik-bij-online-auteursrechtinbreuken-arresten-van-het-hof-te-antwerpen

Het hof van beroep te Antwerpen sprak zich het afgelopen jaar uit in minstens zeven arresten waarin een advocatenkantoor in opdracht van verschillende fotografen optrad wegens online auteursinbreuken. De fotografen werden steeds benaderd door een internetonderneming die tegen betaling het web afspeurt naar derden die zonder toestemming foto’s hadden gebruikt op hun websites en die vervolgens juridische stappen zet in naam van de fotograaf. De arresten gaan in detail in op de berekening van de schadevergoeding bij online auteursinbreuken. Het hof neemt onder meer standpunt in over de mate waarin de rechter de schadevergoeding mag verhogen om te compenseren voor het feit dat de auteur door de inbreuk de mogelijkheid werd ontzegd om géén toestemming te geven. Daarnaast gaan ze in op de rol van rechtsmisbruik bij de tussenkomst van copyright trolls, en dicteert het minimumvereisten voor de eerste ingebrekestelling wegens auteursinbreuken. De arresten lijken dan ook een interessante informatiebron voor de Belgische IE-praktizijn.

IEFBE 3831

Preduciële vragen over rechtstreekse werking van een richtlijn voor een privaatrechtelijke vereniging

HvJ EU - CJUE 14 nov 2024, IEFBE 3831; ECLI:EU:C:2024:951 (Reprobel tegen Copaco), https://ie-forum.be/artikelen/preduciele-vragen-over-rechtstreekse-werking-van-een-richtlijn-voor-een-privaatrechtelijke-vereniging

HvJ EU 14 november 2024, IEF 22389, IEFbe 3831; ECLI:EU:C:2024:951 (Reprobel tegen Copaco). Reprobel is een collectieve beheersorganisatie voor de rechten van auteurs en uitgevers die door de Belgische Staat is belast met de inning en verdeling van de vergoeding ter billijke compensatie van auteurs en uitgevers. Copaco weigert Reprobel de bedragen te betalen die zij verschuldigd is. Volgens Copaco heeft artikel 5, lid 2, onder a) en b), van richtlijn 2001/29 directe werking en kan het hierdoor worden ingeroepen tegen Reprobel, waardoor Copaco de bedragen niet hoeft te betalen. Als distributeur van IT-producten voor ondernemingen en consumenten verkoopt Copaco namelijk ook reproductieapparatuur, zoals fotokopieerapparaten en scanners. Tot eind 2016 was zij Reprobel om die reden forfaitaire vergoedingen verschuldigd voor de reproductie van door auteursrechten of naburige rechten beschermde werken. Reprobel betwist het standpunt van Copaco door erop te wijzen dat lidstaten zelf bevoegd zijn om deze bepalingen vast te stellen en de compensatie te bepalen. Daarnaast stelt Reprobel dat deze richtlijn niet van toepassing is op haar, omdat zij een privaatrechtelijke vereniging is. Hierdoor heeft de ondernemingsrechtbank Gent de behandeling van de zaak geschorst en het Hof van Justitie verzocht om een prejudiciële beslissing over deze vragen te nemen.

IEFBE 3828

Uitspraak ingezonden door Michaël de Vroey, Simont Braun.

Hof van Beroep: geen model- of auteursrechtelijke bescherming op laadstations

Brussel - Bruxelles 23 sep 2024, IEFBE 3828; (Smappee tegen Blitz Power), https://ie-forum.be/artikelen/hof-van-beroep-geen-model-of-auteursrechtelijke-bescherming-op-laadstations

Hof van Beroep Brussel 23 september 2024, IEFbe 3828; 2022/ AR/1147 (Smappee tegen Blitz Power) Smappee, een producent van laadstations voor elektrische auto's, beschuldigde concurrent Blitz Power van inbreuk op haar Gemeenschapsmodel en auteursrecht met betrekking tot de vormgeving van haar laadpalen. Smappee stelde ook dat Blitz Power zich schuldig maakte aan oneerlijke marktpraktijken door haar laadpalen op de markt te brengen. Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel stelde Smappee in het gelijk, Blitz Power heeft hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis.

IEFBE 3826

Artikel geschreven door Caroline Theunis, editors Dorien Cuyt en Myrthe Maes, Artes Law.

Auteursrecht-trolls niet getolereerd

Antwerpen - Anvers 13 dec 2023, IEFBE 3826; (R.M.G. tegen K.H.), https://ie-forum.be/artikelen/auteursrecht-trolls-niet-getolereerd

Artikel geschreven door Caroline Theunis, Artes Law.

In de periode eind 2023 tot begin 2024 werden de hoven en rechtbanken van Antwerpen geconfronteerd met een reeks gelijkaardige procedures. In een arrest van 13 december 2023 signaleerde het Hof van beroep te Antwerpen een trend van ‘copyright trolling’, een vorm van misbruik van auteursrecht.

Met ‘trolling’ wordt in het intellectueel eigendomsrecht verwezen naar het afdwingen van rechten op overdreven agressieve of opportunistische wijze. Hierbij is het werkelijke oogmerk niet meer de bescherming van de creatie van de formele houder van het recht, doch wel voornamelijk het verwerven van inkomsten door de betrokkenen onder druk te zetten. ‘Patent trolling’ is al langer bekend, en slaat op het onterecht aanspraak maken op geldsommen voor zgn. inbreuken op - al dan niet werkelijk gebruikte - octrooiregistraties.

IEFBE 3823

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Definitieve prejudiciële vragen aan het HvJ over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking in Anne Frank-zaak

HvJ EU - CJUE 8 nov 2024, IEFBE 3823; ECLI:NL:HR:2024:1603 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://ie-forum.be/artikelen/definitieve-prejudiciele-vragen-aan-het-hvj-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking-in-anne-frank-zaak

HR 8 november 2024, IEF 22363, IEFbe 3823; ECLI:NL:HR:2024:1603 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). Deze zaak betreft de publicatie van een nieuwe wetenschappelijke online editie van het dagboek van Anne Frank op een website. In het tussenarrest van 20 september heeft de Hoge Raad partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het voornemen prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU. Voor het grootste gedeelte blijven de vragen hetzelfde als in het tussenarrest [zie IEF 22249]. De Hoge Raad ziet na de schriftelijke uitlatingen van partijen wel reden om enkele wijzigingen door te voeren en enkele passages te schrappen. De definitieve drie vragen die de Hoge Raad aan het Hof stelt zijn als volgt:

IEFBE 3807

In dankbare herinnering aan Antoon Quaedvlieg. Ingezonden door Sven Klos, Allard Ringnalda en Jorn Torenbosch, Klos cs, Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.

HvJ EU: Reciprociteitstoets uit Berner Conventie niet toepasbaar op werken van toegepaste kunst uit derde landen

HvJ EU - CJUE 24 okt 2024, IEFBE 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-reciprociteitstoets-uit-berner-conventie-niet-toepasbaar-op-werken-van-toegepaste-kunst-uit-derde-landen

HvJ EU 24 oktober 2024, IEF 22319; IEFbe 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). In deze zaak claimt de Zwitserse onderneming Vitra Collections AG auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood", die oorspronkelijk ontworpen is door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een vergelijkbare stoel uit onder de naam "Paris", wat volgens Vitra inbreuk maakt op hun auteursrechten. Hoewel de rechtbank Den Haag aanvankelijk geen inbreuk vaststelde [zie IEF 17352], vernietigde het Haagse gerechtshof dit oordeel en gaf Vitra gelijk [zie IEF 19323]. Kwantum ging daarop in hoger beroep, met het argument dat de reciprociteitsclausule van artikel 2(7) van de Berner Conventie door het hof verkeerd was toegepast, terwijl Vitra stelde dat deze clausule niet van toepassing was. Dit leidde tot prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de vraag of lidstaten de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie mogen toepassen op werken van toegepaste kunst uit derde landen (zoals de VS), terwijl het Europese recht daarin niet voorziet [zie IEF 20984]. De A-G kwam tot het oordeel dat het toepassen van de reciprociteitsclausule niet toegestaan is onder het Unierecht, omdat dit de uniforme bescherming van auteursrechten binnen de EU zou verstoren en tot inconsistenties zou leiden tussen de lidstaten [zie IEF 22225]. Het Hof sluit zich hierbij aan.