Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 3828

Uitspraak ingezonden door Michaël de Vroey, Simont Braun.

Hof van Beroep: geen model- of auteursrechtelijke bescherming op laadstations

Brussel - Bruxelles 23 sep 2024, IEFBE 3828; (Smappee tegen Blitz Power), https://ie-forum.be/artikelen/hof-van-beroep-geen-model-of-auteursrechtelijke-bescherming-op-laadstations

Hof van Beroep Brussel 23 september 2024, IEFbe 3828; 2022/ AR/1147 (Smappee tegen Blitz Power) Smappee, een producent van laadstations voor elektrische auto's, beschuldigde concurrent Blitz Power van inbreuk op haar Gemeenschapsmodel en auteursrecht met betrekking tot de vormgeving van haar laadpalen. Smappee stelde ook dat Blitz Power zich schuldig maakte aan oneerlijke marktpraktijken door haar laadpalen op de markt te brengen. Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel stelde Smappee in het gelijk, Blitz Power heeft hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis.

IEFBE 3826

Artikel geschreven door Caroline Theunis, editors Dorien Cuyt en Myrthe Maes, Artes Law.

Auteursrecht-trolls niet getolereerd

Antwerpen - Anvers 13 dec 2023, IEFBE 3826; (R.M.G. tegen K.H.), https://ie-forum.be/artikelen/auteursrecht-trolls-niet-getolereerd

Artikel geschreven door Caroline Theunis, Artes Law.

In de periode eind 2023 tot begin 2024 werden de hoven en rechtbanken van Antwerpen geconfronteerd met een reeks gelijkaardige procedures. In een arrest van 13 december 2023 signaleerde het Hof van beroep te Antwerpen een trend van ‘copyright trolling’, een vorm van misbruik van auteursrecht.

Met ‘trolling’ wordt in het intellectueel eigendomsrecht verwezen naar het afdwingen van rechten op overdreven agressieve of opportunistische wijze. Hierbij is het werkelijke oogmerk niet meer de bescherming van de creatie van de formele houder van het recht, doch wel voornamelijk het verwerven van inkomsten door de betrokkenen onder druk te zetten. ‘Patent trolling’ is al langer bekend, en slaat op het onterecht aanspraak maken op geldsommen voor zgn. inbreuken op - al dan niet werkelijk gebruikte - octrooiregistraties.

IEFBE 3823

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Definitieve prejudiciële vragen aan het HvJ over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking in Anne Frank-zaak

HvJ EU - CJUE 8 nov 2024, IEFBE 3823; ECLI:NL:HR:2024:1603 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://ie-forum.be/artikelen/definitieve-prejudiciele-vragen-aan-het-hvj-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking-in-anne-frank-zaak

HR 8 november 2024, IEF 22363, IEFbe 3823; ECLI:NL:HR:2024:1603 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). Deze zaak betreft de publicatie van een nieuwe wetenschappelijke online editie van het dagboek van Anne Frank op een website. In het tussenarrest van 20 september heeft de Hoge Raad partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het voornemen prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU. Voor het grootste gedeelte blijven de vragen hetzelfde als in het tussenarrest [zie IEF 22249]. De Hoge Raad ziet na de schriftelijke uitlatingen van partijen wel reden om enkele wijzigingen door te voeren en enkele passages te schrappen. De definitieve drie vragen die de Hoge Raad aan het Hof stelt zijn als volgt:

IEFBE 3807

In dankbare herinnering aan Antoon Quaedvlieg. Ingezonden door Sven Klos, Allard Ringnalda en Jorn Torenbosch, Klos cs, Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.

HvJ EU: Reciprociteitstoets uit Berner Conventie niet toepasbaar op werken van toegepaste kunst uit derde landen

HvJ EU - CJUE 24 okt 2024, IEFBE 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-reciprociteitstoets-uit-berner-conventie-niet-toepasbaar-op-werken-van-toegepaste-kunst-uit-derde-landen

HvJ EU 24 oktober 2024, IEF 22319; IEFbe 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). In deze zaak claimt de Zwitserse onderneming Vitra Collections AG auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood", die oorspronkelijk ontworpen is door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een vergelijkbare stoel uit onder de naam "Paris", wat volgens Vitra inbreuk maakt op hun auteursrechten. Hoewel de rechtbank Den Haag aanvankelijk geen inbreuk vaststelde [zie IEF 17352], vernietigde het Haagse gerechtshof dit oordeel en gaf Vitra gelijk [zie IEF 19323]. Kwantum ging daarop in hoger beroep, met het argument dat de reciprociteitsclausule van artikel 2(7) van de Berner Conventie door het hof verkeerd was toegepast, terwijl Vitra stelde dat deze clausule niet van toepassing was. Dit leidde tot prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de vraag of lidstaten de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie mogen toepassen op werken van toegepaste kunst uit derde landen (zoals de VS), terwijl het Europese recht daarin niet voorziet [zie IEF 20984]. De A-G kwam tot het oordeel dat het toepassen van de reciprociteitsclausule niet toegestaan is onder het Unierecht, omdat dit de uniforme bescherming van auteursrechten binnen de EU zou verstoren en tot inconsistenties zou leiden tussen de lidstaten [zie IEF 22225]. Het Hof sluit zich hierbij aan.

IEFBE 3802

Artikel geschreven door Caroline Theunis, editors Dorien Cuyt en Myrthe Maes, Artes Law.

De omzetting van de DSM-richtlijn in België: Grondwettelijk Hof stelt prejudiciële vragen

Artikel geschreven door Caroline Theunis, Artes Law.

Op 26 september stelde het Grondwettelijk Hof een reeks prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie (HvJ), in de samengevoegde zaken 7922, 7924, 7925, 7926 en 7927.

Dit gebeurde in het kader van de vernietigingsberoepen door Google, Spotify, Meta, Streamz en Sony tegen bepalingen van de wet van 19 juni 2022, waarmee de DSM-richtlijn in België werd geïmplementeerd. Deze verzoekers vallen onder de definitie van “dienstverlener in de informatiemaatschappij” (in het Engels “Information Society Service Provider” of “ISSP”) waarop de DSM-richtlijn doelt. Sommigen vallen tevens onder de bijzondere categorie uit de DSM-richtlijn van “onlinedienst voor het delen van content” (in het Engels “Online Content Sharing Service Provider” of “OCSSP”), in dit artikel ook wel “online deelplatform” genoemd.

De verzoekers menen dat de Belgische wetgever bij de omzetting van artikelen 15 en 17 van de DSM-richtlijn verder ging dan toegestaan.

IEFBE 3786

Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).

Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 20 sep 2024, IEFBE 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking

HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.

IEFBE 3785

Onder welke omstandigheden mag een bewerking zonder toestemming van de auteur worden gereproduceerd?

Overig - Autres 27 aug 2024, IEFBE 3785; 4Ob97/24d (Eiser tegen gedaagden), https://ie-forum.be/artikelen/onder-welke-omstandigheden-mag-een-bewerking-zonder-toestemming-van-de-auteur-worden-gereproduceerd

OGH 27 augustus 2024, IEF 22246; IEFbe 3785; 4Ob97/24d (Eiser tegen gedaagden). De uitgever (hierna: eiser) van de kinderboekenserie Der Räuber Hotzenplotz heeft een politieke partij in rechte aangesproken voor merk- en auteursrechtinbreuk. Gedaagden hebben haar boekomslag verwerkt in een politieke campagne, waarmee kritiek werd geuit op het beleid van een Oostenrijkse burgemeester. Volgens eiser is de reproductie in strijd met haar merk- en auteursrecht. Gedurende de behandeling in hoger beroep stellen gedaagden een beroep in bij de hoogste Oostenrijkse rechter (hierna: het OGH) met het argument dat hun afbeelding een op zichzelf staand werk is, dan wel een parodie. Het OGH verklaart het beroep niet-ontvankelijk, maar geeft desondanks een interessante analyse.

IEFBE 3782

Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg

Overig - Autres 8 jul 2024, IEFBE 3782; (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley), https://ie-forum.be/artikelen/modeltekening-voor-bedieningspaneel-van-een-kookfornuis-is-auteursrechtelijk-beschermd-maar-staat-reproductie-niet-in-de-weg

High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.

IEFBE 3772

Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI

22 aug 2024, IEFBE 3772; (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence), https://ie-forum.be/artikelen/onverwachte-wending-in-eerste-amerikaanse-rechtszaak-over-tekst-en-datamining-voor-generatieve-ai

District Court, D. Delaware 22 augustus 2024, IEF 22204, IEFbe 4610, IT 3772 (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence). Is tekst- en datamining van auteursrechtelijk beschermde werken voor de ontwikkeling van generatieve AI toegestaan onder Amerikaans recht? Even leek het erop dat we daarover uitsluitsel zouden krijgen: deze week zou in het teken staan van de eerste rechtszaak tussen auteursrechthebbenden enerzijds en generatieve AI-exploitanten anderzijds sinds de generatieve AI-explosie van anderhalf jaar geleden. Het gaat om de zaak tussen Thomson Reuters (hierna: Thomson) en Ross Intelligence (hierna: Ross), waarbij Ross de database van Thomson heeft gescraped voor de ontwikkeling van een AI-gedreven zoekmachine. Ross beroept zich ter verdediging onder andere op het fair use beginsel. De zaak is van groot belang omdat deze illustratief is voor 28 andere zaken die momenteel ook aanhangig zijn bij de Amerikaanse rechter (waaronder die tegen OpenAI, Stability AI en Midjourney). Een rechterlijke uitspraak zou niet alleen houvast bieden aan de partijen in deze zaken, maar zou bovendien de juridische status van tekst- en datamining met betrekking tot generatieve AI in het algemeen kunnen ophelderen en toekomstige geschillen kunnen voorkomen. Fair use is immers een open begrip, dat in een concrete toepassingsvorm als deze pas invulling krijgt als de rechter (samen met een jury) daarover een oordeel velt. Helaas ziet het ernaar uit dat een dergelijk oordeel nog langer op zich laat wachten: de rechter heeft de hoorzitting van deze week uitgesteld en partijen verzocht om verzoeken in te dienen voor een verkorte behandeling van de zaak. De reden is niet direct duidelijk, maar het lijkt erop dat de rechter auteursrechtinbreuk heeft vastgesteld en dat zij een behandeling voor de jury niet langer nodig acht. Of deze lijn met betrekking tot tekst- en datamining in het algemeen zal worden doorgetrokken, zal in de toekomst moeten blijken.

IEFBE 3753

HvJ EU: GEMA tegen GL

HvJ EU - CJUE 20 jun 2024, IEFBE 3753; ECLI:EU:C:2024:526 (GEMA tegen GL), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-gema-tegen-gl

HvJ EU 20 juni 2024, IEF 22120, IEFbe 3753; ECLI:EU:C:2024:526 (GEMA tegen GL) [IEF 21951] GEMA vordert schadevergoeding van GL, de exploitant van een gebouw met 18 appartementen. GL levert in de appartementen namelijk televisietoestellen die zijn uitgerust met een binnenantenne die signalen kan opvangen en uitzendingen (van muziek) kan verzorgen in de appartementen. Het Amtsgericht Potsdam (lokale rechtbank, Potsdam), de verwijzende rechter, twijfelt of een dergelijke praktijk een mededeling aan het publiek is in de zin van de InfoSoc-Richtlijn en legt de kwestie voor aan het Hof. Het Hof merkt op dat dat de exploitant van het appartementencomplex opzettelijk een tussenkomst doet om zijn klanten toegang te geven tot de uitzendingen. Deze ‘handeling van mededeling’ is tevens van winstgevende aard. Het Hof oordeelt verder dat de huurders worden aangemerkt als een 'publiek', aangezien zij samen een onbepaald aantal potentiële ontvangers vormen. Het Hof concludeert dat het begrip 'mededeling aan het publiek' ook betrekking heeft op een verhuurder van een appartementencomplex die opzettelijk televisies met een binnenantenne beschikbaar stelt aan de huurders waarmee signalen kunnen worden opgepikt en uitzendingen kunnen worden bekeken, mits de huurders als een 'nieuw publiek' worden beschouwd.