Conclusie van A-G in Pelham II: afbakening van het begrip ‘pastiche’ onder de InfoSoc-richtlijn

HvJ EU Conclusie A-G 17 juni 2025, IEF 22761, IEFbe 3926; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham). In Pelham II vraagt het Bundesgerichtshof (BGH) opnieuw prejudiciële uitleg aan het Hof van Justitie in het langlopende geschil tussen Kraftwerk en de producers Pelham en Haas. Centraal staat een twee seconden durende sample uit Metall auf Metall, zonder toestemming verwerkt in het nummer Nur mir (1997). In Pelham I oordeelde het Hof dat dergelijke samples vallen onder het reproductierecht van artikel 2(c) InfoSoc-richtlijn. Nu vraagt het BGH of sampling toch toelaatbaar kan onder de pastiche-uitzondering van artikel 5(3)(k), mede gelet op artistieke vrijheid in artikel 13 EU-Handvest. Deze vraag raakt aan bredere thema’s rond artistiek hergebruik en het evenwicht op auteursrecht en expressievrijheid, zeker in het licht van gebruikerspraktijken op platforms als Youtube en TikTok. Artikel 17(7)(b) CDSM-richtlijn, dat bepaalde vormen van user-generated content (UGC) als “pastiche” toestaat, speelt hierbij ook een rol. De centrale vragen zijn of ‘pastiche’ een vangnet voor artistiek hergebruik vormt, en of een subjectieve bedoeling vereist is of een objectief herkenbaar karakter volstaat.