DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3997

Gerecht EU: er is normaal gebruik gemaakt van het beeldmerk door Hummel

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-er-is-normaal-gebruik-gemaakt-van-het-beeldmerk-door-hummel

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22960; IEFbe 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel). Barry's Bootcamp vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing wordt het verzoek van Barry's Bootcamp om het beeldmerk van Hummel vervallen te verklaren wegens het ontbreken van normaal gebruik afgewezen. Barry's Bootcamp heeft verschillende procedures gestart tegen verschillende merken van Hummel (ECLI:EU:T:2025:888ECLI:EU:T:2025:889; ECLI:EU:T:2025:890). In deze procedure voert Barry's Bootcamp aan dat niet uit de beslissing kan worden afgeleid op welke gronden de Kamer van Beroep zich heeft gebaseerd om normaal gebruik aan te tonen. Het EUIPO betwist dit. De Kamer oordeelde dat de inschrijving consequent voorkwam in de door Hummel overgelegde catalogi en dat deze ook was gebruikt op prijskaartjes van kledingstukken en rechtstreeks op hoofddeksels en sportsokken. De Kamer heeft daaruit afgeleid dat de bestreden internationale inschrijving was gebruikt overeenkomstig haar wezenlijke functie als herkomstaanduiding. Het Gerecht volgt deze uitleg van het EUIPO. Ook voert Barry's Bootcamp een vervallenverklaring aan wegens geen normaal gebruik van het merk. Deze grief bestaat uit drie onderdelen. In het eerste onderdeel klaagt Barry's Bootcamp over onjuiste beoordeling van het bewijs. In het tweede onderdeel betoogt Barry's Bootcamp dat het gebruik van het merk louter decoratief is en dus geen gebruik als merk vormt. Ten slotte voert zij in het derde deel aan dat de Kamer van Beroep had moeten weigeren rekening te houden met de vormen van het merk die het onderscheidend vermogen ervan hebben gewijzigd.

IEFBE 3996

Gerecht EU: de motivering van het EUIPO was onvoldoende

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-de-motivering-van-het-euipo-was-onvoldoende

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22959; IEFbe 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko). Digi International vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. De Kamer van Beroep wees de oppositie van Teraoka deels toe en oordeelde dat haar oudere merk DIGI’ normaal was gebruikt. Digi International voert aan dat de Kamer het bewijs onjuist heeft beoordeeld en dat de motiveringsplicht niet is nagekomen. Zij betoogt dat de Kamer geen algehele beoordeling van het bewijsmateriaal heeft verricht. Volgens Digi International blijkt niet uit de beslissing waarom zij oordeelde dat het oudere merk daadwerkelijk was gebruikt. Het EUIPO betwist dit.  

IEFBE 3992

Uitspraak ingezonden door Michaël de Vroey, Simont Braun.

Belgische rechter: publiekrechtelijke vergunning kan ‘ouder recht’ zijn

Rechtbanken van Eerste Aanleg - Tribunaux de première instance 18 sep 2025, IEFBE 3992; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA), https://ie-forum.be/artikelen/belgische-rechter-publiekrechtelijke-vergunning-kan-ouder-recht-zijn

Vzr. Ondernemingsrechtbank Brussel 18 september 2025, IEF 22954; LS&R 2316; IEFbe 3992; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA). Huvepharma is een farmaceutisch concern dat humane én diergeneeskundige producten ontwikkelt en commercialiseert. Eén van zijn merken is "DOXORAL", een diergeneeskundig product. EMDOKA specialiseert zich in de ontwikkeling, registratie en commercialisering van diergeneeskundige producten. Eén van die kernproducten is DOXYRAL. Toen Huvepharma het merk "DOXORAL" dpeoneerde, stelde EMDOKA oppositie in bij het BBIE; deze oppositie werd afgewezen. Later heeft zij ook een nietigheidsprocedure gestart tegen het merk, deze werd ook afgewezen. Merkhouder Huvepharma vordert EMDOKA te staken met het gebruik van het teken DOXYRAL. EMDOKA voert verweer: ze is in bezit van verschillende vergunningen die kunnen worden geïnterpreteerd als een ouder recht van lokale betekenis. Ook voert zij opnieuw nietigheid van het merk aan, terwijl Huvepharme daartegenover stelt dat die vordering verjaard zou zijn. De rechtbank behandelt eerst de kwestie van verjaring. Een merk kan op absolute gronden steeds worden aangevochten, ongeacht het tijdsverloop. Relatieve gronden daarentegen kunnen wel verjaren: de UMVo bepaalt dat een vordering na vijf jaar gedogen niet meer kan worden ingesteld. De vordering tot nietigverklaring is dus niet verjaard. De rechtbank oordeelt dat "DOXORAL" een eigen klankkleur en visuele vorm heeft en daarmee voldonde onderscheidend vermogen heeft. De nietigheidsvordering wordt afgewezen.  

IEFBE 3991

Gerecht EU: "PriSecco" strijdig met "BOB Prosecco"

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’ ), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-prisecco-strijdig-met-bob-prosecco

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22953; IEFbe 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’). Manufaktur Jörg Geiger vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing is het woordmerk ‘PriSecco’, dat in 2015 was ingeschreven, op verzoek van het Consorzio nietig verklaard wegens strijd met de beschermde oorsprongsbenaming ‘Prosecco’. Prisecco werd aangevraagd voor klasse 32 met de beschrijving: cocktails, niet-alcoholisch. De aanvraag tot inschrijving was op 9 juni 2015, hierdoor wordt het geschil beheerst door de bepalingen van de Verordening nr. 207/2009. Als eerste voert Manufaktur Jörg Geiger aan dat in deze verordening niet uitdrukkelijk verwezen wordt naar de oorsprongsbenaming "BOB Prosecco". Het EUIPO voert hiervoor aan dat de oorsprongsbenaming onder een ouder recht in de zin van artikel 8 lid 4 van Verordening nr. 207/2009 kon worden aangemerkt. Het Gerecht volgt dit; bovendien kan Manufaktur Jörg Geiger geen rechten ontlenen aan een ouder nationaal recht.  

IEFBE 3987

Geen verwarringsgevaar tussen “Monta” en “MONTACK” door duidelijk conceptueel verschil

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH), https://ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-monta-en-montack-door-duidelijk-conceptueel-verschil

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22946; IEFbe 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH). In 2018 vroeg Monta Klebebandwerk GmbH de EU-woordmerkinschrijving Monta aan voor plak- en verpakkingsproducten in klassen 16 en 17. La Superquímica SA maakte oppositie op basis van haar oudere Spaanse merk MONTACK, ingeschreven voor lijmen in klasse 16 en klasse 1. De Oppositieafdeling erkende na een gebruiksverzoek alleen gebruik voor klasse 16 en wees de oppositie af wegens gebrek aan verwarringsgevaar; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigde dat. Voor het Gerecht stelde La Superquímica dat de overeenstemming van waren en tekens onjuist was beoordeeld en dat ook voor klasse 1 gebruik was bewezen. Het Gerecht beschouwt het relevante publiek als Spaans, met een gemiddelde tot hoge mate van oplettendheid, en verklaart de nieuwe grief over klasse 1 niet-ontvankelijk omdat die niet eerder was aangevoerd. Waren in klasse 16 van het oudere merk zijn bovengemiddeld soortgelijk aan Monta’s klasse-16-waren, onder gemiddeld aan een deel van de klasse-17-waren en nauwelijks of niet aan specialistische industriële tapes.

IEFBE 3988

Geen bescherming voor niet-ingeschreven teken “Confrasilvas” wegens gebrek aan gebruik van meer dan lokale betekenis

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli), https://ie-forum.be/artikelen/geen-bescherming-voor-niet-ingeschreven-teken-confrasilvas-wegens-gebrek-aan-gebruik-van-meer-dan-lokale-betekenis

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22948; IEFbe 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli). In 2022 vraagt Riccardo Zizioli de EU-woordmerkinschrijving Confrasilvas aan voor bouw- en onderhoudsdiensten in klasse 37. Confrasilvas – Construções SA maakt oppositie met beroep op het niet-ingeschreven teken Confrasilvas, dat zij naar eigen zeggen in meerdere EU-landen (onder meer Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië) in het handelsverkeer gebruikt voor bouw- en vastgoedactiviteiten. De oppositie is gebaseerd op artikel 8 lid 4 UMVo, dat bescherming biedt aan oudere niet-geregistreerde tekens als die in het handelsverkeer worden gebruikt met meer dan louter lokale betekenis. Na een gebruiksverzoek zet de opposant de procedure alleen op eigen naam voort. De Oppositieafdeling wijst de oppositie af; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigt dat, omdat het aangevoerde bewijs niet laat zien dat het teken door de opposant zelf in het handelsverkeer van meer dan plaatselijke betekenis wordt gebruikt. Voor het Gerecht voert Confrasilvas één middel aan: de Kamer zou het bewijs verkeerd hebben beoordeeld en ook het Portugese recht, dat haar zou toestaan het gebruik van het latere merk te verbieden, niet hebben onderzocht.

IEFBE 3982

Gerecht: voor sommige klassen geen overeenstemming tussen 'Sherwood' en 'SHER-WOOD'

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-voor-sommige-klassen-geen-overeenstemming-tussen-sherwood-en-sher-wood

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22934; IEFbe 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International). Het Gerecht van de EU behandelt in deze zaak een merkenconflict tussen JSherwood en INA International. JSherwood vordert vernietiging van een beslissing van het EUIPO waarin de aanvraag voor het beeldmerk 'Sherwood wear with pride' wordt afgewezen wegens het bestaan van een ouder merk, 'SHER-WOOD', van Ina International. JSherwood betoogt dat de Kamer van Beroep in de bestreden beslissing artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door te oordelen dat er sprake was van overeenstemming met het oudere merk.

IEFBE 3983

Gerecht: 'OMV' is een merk met uitzonderlijke mate van bekendheid

Gerecht EU - Tribunal UE 3 sep 2025, IEFBE 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-omv-is-een-merk-met-uitzonderlijke-mate-van-bekendheid

Gerecht EU 3 september 2024, IEF 22935; IEFbe 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International). De Kamer van Beroep oordeelde dat de merken visueel in grote mate overeenstemmen, auditief 'slechts' gemiddeld overeenstemmen en begripsmatig niet overeenstemmen. Het Gerecht volgt deze redenering. Merkhouder OMV AG voert aan dat het EUIPO bij zijn beoordeling had moeten erkennen dat het oudere merk een uitzonderlijke mate van bekendheid heeft, die niet beperkt is tot de ingeschreven klassen. Hier sluit het Gerecht zich bij aan, door te oordelen dat de Kamer van Beroep een beoordelingsfout heeft gemaakt. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat deze merken van OMV AG een uitzonderlijke bekendheid genoten die verder reikte dan het relevante publiek voor de waren en diensten waarvoor deze merken waren ingeschreven.

IEFBE 3981

Parallelimport en verwijderde codes geen gegronde reden voor merkinbreuk

Overig - Autres 17 mei 2013, IEFBE 3981; ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal), https://ie-forum.be/artikelen/parallelimport-en-verwijderde-codes-geen-gegronde-reden-voor-merkinbreuk

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 17 mei 2013, ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal). Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie behandelt een hoger beroep van Rémy Martin, merkhouder van luxe cognac, tegen Cardinal Gift Shop N.V. op Sint Maarten. De zaak draait om parallelimport van flessen cognac waarvan de aangebrachte identificatiecodes zijn verwijderd. Rémy Martin vordert dat deze handel wordt verboden, omdat de verwijdering van de codes haar merkrechten schendt op grond van artikel 23 lid 8 Merkenlandsverordening (Mlv), dat merkhouders toestaat zich te verzetten bij “gegronde redenen”. Cardinal betoogt dat er geen sprake is van aantasting van het merk en wijst op het belang van vrije parallelhandel. In eerste aanleg wijst het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) de vorderingen af, onder verwijzing naar de eerdere Diageo-uitspraak van het Hof (IEF 11268), waarin is beslist dat het verwijderen van codes niet automatisch een gegronde reden oplevert. Rémy Martin gaat hiertegen in beroep en voert zeven grieven aan, onder meer dat de codes legitieme doeleinden dienen, zoals kwaliteitsbewaking en opsporing van parallelimport.

IEFBE 3979

Gerecht: accessoire voor waterpijp valt onder dezelfde categorie als waterpijp

Gerecht EU - Tribunal UE 3 sep 2025, IEFBE 3979; Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-accessoire-voor-waterpijp-valt-onder-dezelfde-categorie-als-waterpijp

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22928; IEFbe 3979; ECLI:EU:T:2025:826 (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH). Het Gerecht van de EU behandelt een merkenconflict tussen partijen Starbuzz Tobacco Inc. en Mayflix GmbH. Starbuzz Tobacco Inc. heeft een merkregistratie gedaan voor het woordmerk 'Discovery' (klasse 4, 21 en 34) in 2015. Mayflix GmbH vorderde intrekking van het merk wegens verval artikel 58, lid 1, onder a) van Verordening 2017/1001. De nietigheidsafdeling honoreerde dit verzoek behalve voor bepaalde producten in klasse 34 (meer specifiek: waterpijpen). Op grond van artikel 58, lid 1, onder a), van Verordening 2017/1001 kunnen de rechten van de houder van een EU-merk op verzoek bij het EUIPO of op basis van een tegenvordering in een inbreukprocedure vervallen worden verklaard indien het merk gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar niet daadwerkelijk in de Europese Unie is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, en er geen geldige redenen zijn voor het niet-gebruik. Er is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het merk wordt gebruikt in overeenstemming met zijn wezenlijke functie, namelijk het waarborgen van de identiteit van de herkomst van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, teneinde een afzetmarkt voor die waren of diensten te creëren of te behouden. Normaal gebruik omvat geen symbolisch gebruik met als enig doel de door het merk verleende rechten te behouden. Er moet bij deze beoordeling gekeken worden naar alle relevante omstandigheden van het geval, ook wat er in de sector gangbaar is.