DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3932

Sub c-inbreuk op Harley-Davidson-merken

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 21 mei 2025, IEFBE 3932; ECLI:NL:RBDHA:2025:11712 (Harley-Davidson Motor Company tegen Game Castle), https://ie-forum.be/artikelen/sub-c-inbreuk-op-harley-davidson-merken

Rb. Den Haag 21 mei 2025, IEF 22785, IEFbe 3932; ECLI:NL:RBDHA:2025:11712 (Harley-Davidson Motor Company tegen Game Castle). Harley-Davidson handelt in motorrijwielen en gerelateerde producten en heeft meerdere merkregistraties op haar naam staan. Game Castle is een bedrijf dat zich richt op onderhoud, reparatie, verkoop, verhuur en organisatie van amusementsspelen en vintage geluid, games, verlichting, jukeboxen, games en dinerbanken. Via haar webshop onder de domeinnaam www.americanvintageunlimited.nl biedt ze vintage producten aan, waaronder neon verlichtingsborden met Harley-Davidson tekens (hierna: de neon signs). Hiermee maakt Game Castle volgens Harley-Davidson inbreuk op de Harley-Davidson-merken.

IEFBE 3931

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, Dillinger Law (voorheen SNB-REACT).

Hof van beroep Estland: bruto winstmarge merkhouder meest relevant bij begroting schadevergoeding door nalatigheid ISP bij takedown van namaakwebwinkels

Overige buitenlandse jurisprudentie - Autres decisions étrangères 24 jan 2025, IEFBE 3931; (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.be/artikelen/hof-van-beroep-estland-bruto-winstmarge-merkhouder-meest-relevant-bij-begroting-schadevergoeding-door-nalatigheid-isp-bij-takedown-van-namaakwebwinkels

Tallinn Circuit Court 24 januari 2025, IEF 22779, IT 4903, IEFbe 3931; 2-14-6942 (Eiser tegen verweerder). De verweerder bezit verschillende IP-adresreeksen. Deze IP-adressen werden vervolgens gekoppeld aan inbreukmakende domeinnamen en webshops. De verweerder handelde in wezen als een proxy door zijn klanten toe te staan domeinnamen en websites anoniem te gebruiken. Het Hof van Justitie had in de prejudiciële beslissing van 2018 (HvJ zaak C-521/17 (SNB-REACT/Deepak Mehta)) geoordeeld dat er ook geen beperking van aansprakelijkheid ('safe harbor') is als aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij (ISPs) een actieve rol spelen door het hun klanten 'mogelijk te maken' hun online verkoopactiviteit te optimaliseren. Hiermee had het Hof het ‘actieve rol’-criterium uit L’Oréal/eBay, als dienstverleners de presentatie van verkoopaanbiedingen (zelf) optimaliseren of bevorderen, uitgebreid.

IEFBE 3928

HvJEU verduidelijkt verhouding tussen kwade trouw en absolute weigeringsgronden bij merkaanvraag na octrooiverval

HvJ EU - CJUE 19 jun 2025, IEFBE 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics), https://ie-forum.be/artikelen/hvjeu-verduidelijkt-verhouding-tussen-kwade-trouw-en-absolute-weigeringsgronden-bij-merkaanvraag-na-octrooiverval

HvJEU 19 juni 2025, IEF 22772, IEFbe 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics). Deze zaak speelt zich af tussen CeramTec GmbH, een Duitse fabrikant van technische keramische onderdelen voor implantaten, en Coorstek Bioceramics LLC, een Amerikaanse producent van vergelijkbare medische keramiek. CeramTec heeft kort na het vervallen van haar Europees octrooi voor composietmateriaal drie Uniemerken aangevraagd: een roze kleur-, beeld- en driedimensionaal merk in roze voor keramische heup- en kniedelen. CeramTec stelt dat Coorstek inbreuk maakt op deze merken. Volgens Coorstek zijn de merken ongeldig omdat zij onder absolute weigeringsgronden vallen en omdat CeramTec de merkaanvragen te kwader trouw heeft ingediend. De cour d’appel de Paris heeft de merken op die laatste grond nietig verklaard. CeramTec betwist dat kwade trouw hier van toepassing is en stelt dat deze grond niet mag worden gebruikt om het toepassingsbereik van artikel 7 te omzeilen. De Cour de cassation heeft het Hof van Justitie verzocht om uitlegging van de verhouding tussen de gronden van nietigheid wegens kwade trouw en de absolute weigeringsgronden. Centraal staat of kwade trouw mag worden aangenomen wanneer een merk is aangevraagd met het doel een technisch monopolie te verlengen dat eerder onder octrooi viel, en hoe artikel 7 en artikel 52 van de merkenverordening zich tot elkaar verhouden.

IEFBE 3925

Gerecht: chevronpatroon op breinaalden geen geldig merk

Gerecht EU - Tribunal UE 21 mei 2025, IEFBE 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-chevronpatroon-op-breinaalden-geen-geldig-merk

Gerecht van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22760; IEFbe 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.). In deze zaak vraagt KnitPro International het Gerecht om gedeeltelijke nietigverklaring van de beslissing van de Grote Kamer van Beroep. Het gaat om een EU-beeldmerk bestaande uit een zwart-wit patroon van chevrons tussen twee parallelle lijnen, geregistreerd voor breinaalden en haaknaalden. Volgens de Grote Kamer mist dit merk voldoende onderscheidend vermogen. De oorspronkelijke aanvraag dateert van 15 februari 2010 en leidde op 10 augustus 2010 tot registratie. In 2013 vroeg 135 Kirkstall, Inc. om nietigverklaring van het merk. De Nietigheidsafdeling wees dat verzoek af, maar de Kamer van Beroep verklaarde het merk in 2015 alsnog ongeldig. In 2017 vernietigde het Gerecht die beslissing wegens een onjuiste beoordeling: de Kamer had zich gebaseerd op het gebruik van het merk in plaats van op de grafische weergave zoals geregistreerd. Ook een tweede besluit van de Grote Kamer uit 2019 werd door het Gerecht in 2021 vernietigd, omdat niet op alle aangevoerde gronden was beslist. De zaak werd daarop opnieuw aan de Grote Kamer voorgelegd. Die oordeelde in het bestreden besluit van 15 december 2023 opnieuw dat het merk onderscheidend vermogen mist, ditmaal met volledige motivering en inachtneming van de eerdere uitspraken van het Gerecht.

IEFBE 3924

Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan en Sien Vandezande, Nautadutilh

Merkinbreuk PINK LADY, stakingsvordering tegen gebruik in e-sigaretten toegewezen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 10 apr 2025, IEFBE 3924; A/24/01496 (APAL en Star Fruits tegen Eurolit), https://ie-forum.be/artikelen/merkinbreuk-pink-lady-stakingsvordering-tegen-gebruik-in-e-sigaretten-toegewezen

Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel 10 april 2025, IEFbe 3924; A/24/01496 (APAL en Star Fruits tegen EuroLit). APAL is houdster van het merk PINK LADY in de EU en Benelux, ingeschreven voor land- en tuinbouwproducten. Star Fruits is licentienemer van deze merken. Eurolit, een Litouwse producent van vapes, verhandelt elektronische sigaretten met het teken PINK LADY via de “K#RWA Collection”, naar eigen zeggen gebaseerd op bekende cocktailsmaken. Eurolit ontkent een merkinbreuk en stelt dat het gebruik van PINK LADY beschrijvend is en verwijst naar de gelijknamige cocktail. APAL en Star Fruits vorderen staking van de beweerde merkinbreuken en afwijzing van de tegenvordering van Eurolit. De voorzitter acht zich bevoegd voor de hoofdvordering van APAL en Star Fruits, maar niet voor de tegenvordering van Eurolit tot nietigverklaring van zes merkregistraties, aangezien deze merken niet ten grondslag zijn gelegd aan de hoofdvordering. Eurolit vordert nietigheid van het merk PINK LADY wegens strijd met het verbod op merken die bestaan uit een oudere plantenrasbenamingen. Deze bepalingen zijn echter ruim na registratie in werking getreden en daarom niet van toepassing. Daarnaast vordert Eurolit vervallenverklaring wegens verwatering, stellend dat het merk zijn onderscheidend vermogen heeft verloren. De voorzitter oordeelt dat geen sprake is van gebruik als soortnaam en dat APAL en Star Fruits het merk actief hebben beschermd. De tegenvorderingen worden afgewezen.

IEFBE 3921

Verhoogde onderscheidingskracht PRESIDENT’s volstaat niet om verwarringsgevaar met ALWAYS RUN 4PRESIDENT aan te nemen

Gerecht EU - Tribunal UE 4 jun 2025, IEFBE 3921; ECLI:EU:T:2025:563 (Sven Benschop tegen EUIPO, Seven Bell Group), https://ie-forum.be/artikelen/verhoogde-onderscheidingskracht-president-s-volstaat-niet-om-verwarringsgevaar-met-always-run-4president-aan-te-nemen

Gerecht van de Europese Unie 4 juni 2025, IEF 22744; IEFbe 3921; ECLI:EU:T:2025:563 (Sven Benschop tegen EUIPO, Seven Bell Group). In de zaak tussen Sven Benschop en het EUIPO, met tussenkomst van Seven Bell Group, stond een oppositieprocedure centraal over het beeldteken "ALWAYS RUN 4PRESIDENT". Benschop had dit teken als Uniemerk aangevraagd voor onder meer kleding, tassen en retaildiensten. Seven Bell Group diende oppositie in op basis van een ouder beeldmerk "PRESIDENT’s", ingeschreven voor soortgelijke waren. De oppositieafdeling wees de oppositie gedeeltelijk toe. In een eerste beroepsbeslissing vernietigde de Kamer van Beroep deze beslissing, vanwege onvoldoende visuele gelijkenis en het ontbreken van aangetoonde verhoogde onderscheidingskracht. Na terugverwijzing oordeelde de oppositieafdeling in een tweede beslissing dat er sprake was van verwarringsgevaar, mede vanwege het verworven onderscheidend vermogen van het oudere merk in Italië. De Kamer van Beroep bevestigde dat oordeel in een latere beslissing.

IEFBE 3917

Gerecht bevestigt terugverwijzing in geschil over het teken 'Marrowgrow'

Gerecht EU - Tribunal UE 30 apr 2025, IEFBE 3917; ECLI:EU:T:2025:428 (Serana Europe GmbH tegen EUIPO, Cytogen Produkte für Medizin + Forschung GmbH), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-terugverwijzing-in-geschil-over-het-teken-marrowgrow

Gerecht van de Europese Unie 30 april 2025, IEF 22725; IEFbe 3917; ECLI:EU:T:2025:428 (Serana Europe GmbH tegen EUIPO, Cytogen Produkte für Medizin + Forschung GmbH). In de zaak tussen Serana Europe GmbH en het EUIPO, met tussenkomst van Cytogen Produkte für Medizin + Forschung GmbH, staat een oppositieprocedure over het woordteken 'Marrowgrow' centraal. Serana had dit teken als Uniemerk aangevraagd voor gebruik op onder andere cytogenetische media. Cytogen had bezwaar gemaakt met verwijzing naar oudere, niet-ingeschreven tekens met dezelfde naam, die zij in meerdere lidstaten in het economisch verkeer gebruikt. De oppositieafdeling had geoordeeld dat niet voldoende was aangetoond dat deze oudere tekens daadwerkelijk waren gebruikt en meer dan plaatselijk belang hadden. Cytogen had daarop beroep ingesteld. De Kamer van Beroep had de eerdere beslissing vernietigd en de zaak voor verdere beoordeling terugverwezen naar de oppositieafdeling. Volgens Serana had de Kamer moeten vaststellen dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor oppositie, en is de terugverwijzing onterecht.

IEFBE 3915

Geen bewijs van kwade trouw bij registratie merk Glubschis

Gerecht EU - Tribunal UE 21 mei 2025, IEFBE 3915; ECLI:EU:T:2025:525 (Ty Inc. tegen EUIPO, Carletto Management & Logistik AG), https://ie-forum.be/artikelen/geen-bewijs-van-kwade-trouw-bij-registratie-merk-glubschis

Gerecht van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22721; IEFbe 3915; ECLI:EU:T:2025:525 (Ty Inc. tegen EUIPO, Carletto Management & Logistik AG). In deze gevoegde zaken verzoekt Ty Inc. om nietigverklaring van drie beslissingen van de Kamer van Beroep, waarbij haar verzoeken tot nietigverklaring van het woordmerk en het beeldmerk Glubschis, geregistreerd op naam van rechtsvoorgangers van Carletto Management & Logistik AG, zijn afgewezen. De verzoeken zijn gebaseerd op de absolute nietigheidsgrond van kwade trouw bij de indiening van de merken. De Kamer stelt vast dat Carletto Deutschland sinds 2011 met succes pluche dieren van Ty verkocht onder de aanduiding Glubschi of Glubschis, en dat deze aanduiding in 2011 werd voorgesteld aan Ty door de directeur van Carletto Deutschland. Ty stemde in met het gebruik van deze tekens. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de tekens Glubschi en Glubschis openlijk en in ruime mate zijn gebruikt voor de verkoop van de producten van Ty. De betwiste merken zijn zonder schriftelijke toestemming van Ty aangevraagd. De Kamer oordeelde dat Ty van deze aanvragen kennis heeft gehad en deze ten minste heeft gedoogd, mede op basis van verklaringen van een voormalig medewerker van Ty.

IEFBE 3914

HvJ EU weigert hoger beroep Puma over merkconflict ‘puma acoustics’

HvJ EU - CJUE 22 mei 2025, IEFBE 3914; ECLI:EU:C:2025:385 (Puma SE tegen EUIPO, Puma Srl), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-weigert-hoger-beroep-puma-over-merkconflict-puma-acoustics

Hof van Justitie van de Europese Unie 22 mei 2025, IEF 22719; IEFbe 3914; ECLI:EU:C:2025:385 (Puma SE tegen EUIPO, Puma Srl). Het Hof van Justitie beslist dat het hoger beroep van Puma SE tegen een uitspraak van het Gerecht in een merkrechtszaak niet in behandeling wordt genomen. Puma SE had beroep ingesteld tegen een beslissing waarbij het Gerecht haar eerdere vordering tegen het EUIPO verwierp. De zaak ging over een geschil met het Italiaanse bedrijf Puma Srl over het merk ‘puma acoustics’. Puma SE voert aan dat het Gerecht fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van het verwarringsgevaar tussen haar bekende merk PUMA en het jongere merk puma acoustics. Volgens het Duitse sportmerk heeft het Gerecht niet goed onderzocht of het publiek een verband zou leggen tussen beide merken. Puma SE wijst daarbij op de sterke bekendheid en het onderscheidende karakter van haar merk en meent dat deze elementen onvoldoende zijn meegewogen. Verder voert zij aan dat het Gerecht een consumentenonderzoek dat zij had ingebracht niet had besproken.

IEFBE 3912

Prejudiciële vragen over modelrechten en marktverzadiging door hof van beroep Brussel ingetrokken

Brussel - Bruxelles 20 feb 2025, IEFBE 3912; ECLI:EU:C:2025:163 (Van Ratingen tegen Versun), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-modelrechten-en-marktverzadiging-door-hof-van-beroep-brussel-ingetrokken

Beschikking van de president van het Hof 20 februari 2025, IEFbe 3912; ECLI:EU:C:2025:163 (Van Ratingen tegen Versuni). Het Hof van Justitie van de EU heeft zaak C-749/24 Van Ratingen NV  tegen Versuni Holding BV (rechtsopvolger van Koninklijke Philips NV) op 20 februari 2025 doorgehaald. Het hof van beroep Brussel had op 8 oktober 2024 een prejudiciële vraag gesteld [zie IEFbe 3812], maar heeft dit verzoek op 11 februari 2025 weer ingetrokken. Daarmee is de zaak zonder inhoudelijke behandeling gesloten. Over de kosten beslist de Belgische rechter.