DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3604

Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Baker McKenzie.

Verwarringsgevaar bewezen

Brussel - Bruxelles 25 okt 2022, IEFBE 3604; (JSP GROUP INTERNATIONAL BV tegen TRAXXAS LP), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-bewezen

Hof van beroep Brussel 25 oktober 2022, IEFbe 3604; 2020/AR/1466 (JSP GROUP INTERNATIONAL B.V. tegen TRAXXAS LP) Traxxas is een Amerikaanse producent en verkoper van hobbymatige radiogeleide of telegeleide voertuigen en beroept zich in het huidige geschil op haar intellectuele eigendomsrechten. Traxxas verzoekt het hof het hoger beroep van JSP ongegrond te verklaren, en verklaart incidenteel beroep in te stellen. Traxxas voert aan dat JSP door het verhandelen van originele producten met het opschrift ‘TRX’ een inbreuk maakt in de zin van artikel 9.2.a Verordening (EU) 2017/1001 en artikel 9.2.b UMV. Het Hof acht net als de eerste rechter het bestaan van verwarringsgevaar in hoofde van het relevante publiek bewezen, gelet op de grote visuele en auditieve overeenstemming tussen het TRX-teken en de TRX4-merken. JSP schaadt de herkomst- en kwaliteitsgarantiefunctie van de TRX-merken door zelf het teken ‘TRX’ aan te brengen. Er kan geen rekening worden gehouden met namaakproducten, verkocht door derden, onder het TRX-teken of enig ander inbreukmakend gebruik door derden. Het hof acht bewezen dat deze onjuiste informatie de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, aangezien de gemiddelde consument een bepaald belang aan merkproducten hecht. Gelet op de vaststelling van de merkinbreuk, de modelinbreuk en de oneerlijke marktpraktijken dient de staking te worden bevolen van de inbreukmakende praktijken bij toepassing van de artikelen XVII.1 en XVII.14 WER. 

IEFBE 3603

Bestreden arrest niet onvoldoende gemotiveerd

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 3 dec 2021, IEFBE 3603; (NEWPHARMA tegen C.F.E.B. SISLEY), https://ie-forum.be/artikelen/bestreden-arrest-niet-onvoldoende-gemotiveerd

Hof van Cassatie van België 3 december 2021, IEFbe 3603; C.20.0433.F-C.20.0462.F (Newpharma tegen C.F.E.B. Sisley) Het bestreden arrest, waarin werd geoordeeld dat de weigering van verweerster om een overeenkomst te sluiten gerechtvaardigd was omdat eiseres hoe dan ook niet voldeed aan de kwaliteitscriteria voor een fysiek verkooppunt, hoefde niet in te gaan op de stelling van eiseres dat de eisen inzake de minimumduur van de erkenning van een fysiek verkooppunt en het aantal daarvan in strijd waren met het mededingingsrecht, hetgeen door zijn beslissing irrelevant werd gemaakt. Het bestreden arrest, waarin verder werd geoordeeld dat de verkoop van Sisley-producten door verweerster het prestigieuze imago van die producten niet schaadde, hoefde niet in te gaan op het betoog van eiseres dat er geen toestemming was voor het in de handel brengen van de producten wegens de contractuele clausule die de erkende dealer verbiedt om, om redenen van prestige van het merk, door te verkopen aan een niet-erkende derde, hetgeen in zijn beslissing irrelevant werd gemaakt. Het hoger beroep wordt afgewezen.

IEFBE 3597

Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers en Nick Vrugt, LAWFOX.

Inbreuk op merkenrecht en handelsnaam aangenomen

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 14 dec 2022, IEFBE 3597; (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions), https://ie-forum.be/artikelen/inbreuk-op-merkenrecht-en-handelsnaam-aangenomen

Rechtbank Den Haag, 14 december 2022, IEF 21152, IEFbe 3597; C/09/566071 / HA ZA l9-18 ECLI:NL:RBDHA:2022:13582 (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions) Zie [IEF 18502]. Online Publisher en Netmedia verlenen diensten die het retailers mogelijk maken hun reclamefolders online onder het voetlicht te brengen. Na een samenwerking van een aantal jaren is tussen Online Publisher en Netmedia een conflict ontstaan. Volgens Online Publisher heeft Netmedia na het verbreken van de samenwerking inbreuk gemaakt op de merken van Online Publisher, op haar handelsnaam en op het auteursrecht op door haar ontwikkelde en geschreven software. De rechtbank oordeelt dat Netmedia inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de merken van Online Publisher, te weten op het 'wepublish-merk' en het 'publish-merk'. Verder oordeelt dat Netmedia inbreuk maakt op de handelsnaam 'wepublish' van Online Publisher, die zij onder meer exploiteert in haar domeinnaam en op Twitter. Met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk op de software, oordeelt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat Online Publisher rechthebbende op de auteursrechten is. Netmedia moet €75.000 aan dwangsommen betalen.

IEFBE 3596

Prejudiciële vragen over auto-onderdelen Audi

HvJ EU - CJUE 7 jul 2022, IEFBE 3596; (Audi), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-auto-onderdelen-audi

Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) 7 juli 2022, IEF 21148, IEFbe 3596; C-334/22 (Audi) via MinBuza. Verzoekster, AUDI AG, gevestigd te Duitsland, is houdster van de uitsluitende rechten die verbonden zijn met het Uniemerk, dat onder nummer 000018762 onder meer in klasse 12 van de classificatie van Nice (voertuigen, reserveonderdelen, auto-accessoires) is geregistreerd. Het betreft een teken waarin de vier op dat teken afgebeelde cirkels of de twee centrale cirkels elkaar overlappen. Het heeft een sterk onderscheidend vermogen, is in Polen algemeen bekend en wordt ondubbelzinnig in verband gebracht met de onderneming van verzoekster. Verweerder, GQ, houdt zich bezig met de verkoop van reserveonderdelen voor auto’s. Hij verkoopt hoofdzakelijk waren aan andere ondernemers (distributeurs) en verkoopt niet aan consumenten. In de jaren 1986-2017 heeft verweerder via zijn website afdekkingen voor radiateurs (zogenoemde grilles of koelroosters) te koop aangeboden. Deze afdekkingen waren aangepast aan en bestemd voor oude Audi-modellen.

IEFBE 3595

Prejudiciële vraag over de bewoordingen "in het bijzonder"

HvJ EU - CJUE 22 jul 2022, IEFBE 3595; (Inditex), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vraag-over-de-bewoordingen-in-het-bijzonder

Tribunal Supremo (Spanje) 22 juli 2022, IEF 21143, IEFbe 3595; C-361/22 (Inditex) via MinBuza. Buongiorno is een provider voor informatiediensten via internet en het mobiele telefoonnetwerk. Ter promotie van een nieuw type abonnement organiseerde zij een reclamecampagne waarbij als welkomstgeschenk nieuwe abonnees deel konden nemen aan een loterij waarbij een ZARA-cadeaubon ter waarde van 1 000 EUR te winnen viel. Inditex heeft tegen Buongiorno een vordering ingesteld wegens het gebruik van het teken "Zara" in de vermelde reclamecampagnes op grond van artikel 34, lid 2, onder b) van de Spaanse merkenwet, vanwege het uit de reputatie van het merk getrokken voordeel en de afbreuk aan de reputatie van het merk. Buongiorno voert aan de andere kant aan dat het om een incidenteel gebruik ging, waarbij dit teken niet als merk is gebezigd. Het betrof veeleer een verwijzend gebruik dat onder het bij artikel 37 lid, 1, onder c) Spaanse merkenwet (de Europeesrechtelijke equivalent is artikel 6, lid 1, onder c), van richtlijn 89/104/EG ) geregelde rechtmatige gebruik van andermans onderscheidende tekens valt.

IEFBE 3594

Geen normaal gebruik merk voor ingeschreven waren

Gerecht EU - Tribunal UE 30 nov 2022, IEFBE 3594; ECLI:EU:T:2022:733 (Hasco tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/geen-normaal-gebruik-merk-voor-ingeschreven-waren

Gerecht EU 30 november 2022; IEF 21142, IEFbe 3594; T‑12/22, ECLI:EU:T:2022:733 (Hasco tegen EUIPO) Op 21 augustus 2019 heeft Hasco bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring ingesteld van het EU-merk dat was ingeschreven na een op 26 januari 2017 ingediende aanvraag voor het woordteken NATURCAPS. De vordering tot nietigverklaring is gebaseerd op het oudere nationale woordmerk NATURKAPS, dat op 10 september 2004 is ingeschreven. Op 8 februari 2021 wees de nietigheidsafdeling de vordering tot nietigverklaring af omdat Hasco geen normaal gebruik voor de ingeschreven waren had aangetoond. De kamer van beroep heeft het beroep tegen deze beslissing verworpen. Het Gerecht oordeelt dat de kamer van beroep niet ten onrechte heeft geoordeeld dat Hasco geen normaal gebruik van het oudere merk had aangetoond voor de waren waarvoor dat merk was ingeschreven. Hasco heeft namelijk niet aangetoond dat zij het merk gebruikt voor farmaceutische producten.

IEFBE 3593

Beslissing kamer van beroep in strijd met werkingssfeer wet

Gerecht EU - Tribunal UE 7 dec 2022, IEFBE 3593; ECLI:EU:T:2022:780 (Neoperl tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/beslissing-kamer-van-beroep-in-strijd-met-werkingssfeer-wet

Gerecht EU 7 december 2022; IEF 21140, IEFbe 3593; T‑487/21, ECLI:EU:T:2022:780 (Neoperl tegen EUIPO) Op 1 september 2016 heeft Neoperl bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend voor een "tactiel positiemerk". De aanvraag is op formele gronden afgewezen, Neoperl gaat hiertegen in beroep. De kamer van beroep van het EUIPO heeft geoordeeld dat het teken waarvan inschrijving als Uniemerk was aangevraagd elk onderscheidend vermogen miste, en heeft het beroep verworpen. Het Gerecht oordeelt dat bescherming wordt gevraagd voor zowel een onderdeel van de structuur van de straalregelaars als het tactiele aspect van het betrokken teken. Hieruit volgt dat de kamer van beroep het onderscheidend vermogen van dit teken niet kon onderzoeken op basis van hypotheses waarin zij selectief rekening zou hebben gehouden met bepaalde aspecten van het teken, waarbij met name het tactiele aspect wordt uitgesloten. Bijgevolg moet het middel inzake schending van de werkingssfeer van de wet ambtshalve worden onderzocht. 

IEFBE 3592

Conclusie A-G: gezamenlijke toestemming licentie

HvJ EU - CJUE 8 dec 2022, IEFBE 3592; ECLI:EU:C:2022:977 (Legea), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-gezamenlijke-toestemming-licentie

HvJ EU Conclusie A-G 8 december 2022, IEF 21136, IEFbe 3592; ECLI:EU:C:2022:977 (Legia) De Corte suprema di cassazione (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Italië) moet zich uitspreken in een geding over een merk waarvan meerdere personen, allen lid van dezelfde familie, medehouder zijn met betrekking tot het merk 'Legia' voor sportartikelen. De gezamenlijke merkhouders hebben op een bepaald moment besloten een licentie voor het gebruik van dat merk te verlenen aan een vennootschap, maar een van de merkhouders heeft later te kennen gegeven dat hij de licentie niet wenst te laten voortduren. De vragen van de verwijzende rechter hebben betrekking op de regels inzake de verlening van een gebruikslicentie voor een merk door de houders ervan in geval van gezamenlijk merkhouderschap. Om zijn twijfels weg te nemen verzoekt de verwijzende rechter het Hof om uitlegging van artikel 10 van richtlijn (EU) 2015/2436(2) en van artikel 9 van verordening (EU) 2017/1001(3). Concreet wenst de Corte suprema di cassazione te vernemen of het Unierecht voorziet in een stelsel voor de totstandkoming van gezamenlijke toestemming voor zowel de verlening van een licentie voor het gebruik van het merk aan een derde als de intrekking van die licentie.

IEFBE 3590

EU-woordmerk terecht nietig verklaard

Gerecht EU - Tribunal UE 30 nov 2022, IEFBE 3590; ECLI:EU:T:2022:738 (Mendes tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/eu-woordmerk-terecht-nietig-verklaard

Gerecht EU 30 november 2022; IEF 21133, IEFbe 3590; T‑678/21, ECLI:EU:T:2022:738 (Mendes tegen EUIPO) Op 20 juni 2017 heeft interveniënte, Actial Farmaceutica, bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring ingesteld van het EU-merk dat was ingeschreven ingevolge een door Mendes op 29 maart 2013 ingediende aanvraag voor het woordteken VSL3TOTAL. Actial Farmaceutica heeft namelijk eerder het EU-merk VSL#3 ingeschreven. Op 26 mei 2020 heeft de nietigheidsafdeling de vordering tot nietigverklaring toegewezen. De kamer van beroep oordeelt dat er gevaar is voor verwarring. Het Gerecht oordeelt dat de betrokken tekens visueel en fonetisch bovengemiddeld overeenstemmen, begripsmatig stemmen de tekens weinig overeen. De kamer van beroep heeft geen beoordelingsfout gemaakt door te concluderen dat er bij het relevante publiek gevaar voor verwarring tussen de conflicterende merken bestaat.

IEFBE 3588

HvJ EU: Impexeco en PI Pharma tegen Novartis

HvJ EU - CJUE 17 nov 2022, IEFBE 3588; ECLI:EU:C:2022:894 (Impexeco en PI Pharma tegen Novartis), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-impexeco-en-pi-pharma-tegen-novartis

HvJ EU 17 november 2022; IEF 21128, LS&R 2138, IEFbe 3588; C‑253/20 en C‑254/20, ECLI:EU:C:2022:894 (Impexeco en PI Pharma tegen Novartis) In deze samengevoegde zaak willen Impexeco en PI Pharma beide een geneesmiddel op de markt brengen, maar dit wordt belet door Novartis omdat zij gebruik maakt van verschillende verpakkingen en verschillende merken voor hetzelfde product. Impexeco en PI Pharma betogen dat het verzet van een merkhouder tegen het opnieuw aanbrengen van een merk door een parallelimporteur een belemmering van de handel tussen de lidstaten vormt die leidt tot kunstmatige afscherming van de markten van de lidstaten, wanneer het opnieuw aanbrengen van een merk noodzakelijk is voor deze importeur om de betrokken producten in de lidstaat van invoer te kunnen verhandelen. Deze rechtspraak kan worden toegepast op de situatie waarin een generiek geneesmiddel wordt hermerkt door het aanbrengen van het merk van het referentiegeneesmiddel, wanneer deze geneesmiddelen door economisch verbonden ondernemingen in de EER in de handel zijn gebracht. Novartis meent dat de betreffende rechtspraak niet kan worden toegepast wanneer een parallelimporteur overgaat tot hermerking van de betrokken waren.