DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3968

EU-Gerecht bevestigt werkelijk gebruik Benelux-merk VINITES

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3968; ECLI:EU:T:2025:852 (Vinatis SAS tegen EUIPO, Vinites BV), https://ie-forum.be/artikelen/eu-gerecht-bevestigt-werkelijk-gebruik-benelux-merk-vinites

Gerecht EU 10 september 2025; IEF 22911; IEFbe 3968; ECLI:EU:T:2025:852 (Vinatis SAS tegen EUIPO, Vinites BV). Het Gerecht bevestigt dat EUIPO’s Kamer van Beroep terecht heeft aangenomen dat het oudere Benelux-woordmerk VINITES daadwerkelijk is gebruikt voor (i) importdiensten in klasse 35 (“import van goederen, incl. die van klasse 33, ook in het kader van groothandel en detailhandel”) en (ii) diverse onderwijs- en evenementendiensten in klasse 41 (o.a. wijnproeverijen, cursussen over wijn/vinologie en culturele/educatieve events rond eten en drinken). Nieuwe bewijsstukken die Vinites pas bij het Gerecht indiende (bij de incidentele vordering over exportdiensten in klasse 35) zijn onontvankelijk; hetzelfde geldt voor aanvullend gebruiksbewijs in de hoofdzaak dat pas in beroep werd overgelegd. De grief van Vinatis dat de Kamer van Beroep haar motiveringsplicht (art. 94(1) UMVo) schond, faalt: de beslissing behandelt expliciet het “secundaire” karakter van de diensten in klasse 41 en past de relevante rechtspraak toe. Evenmin slaagt de klacht dat de Kamer het dienstenbegrip in klasse 35 te ruim uitlegde: “import” en “export” mogen, gelet op doel en gebruik, als afzonderlijke subcategorieën worden beoordeeld.

IEFBE 3967

Gerecht EU: “OSPW System” beschrijvend voor fietsonderdelen; geen onderscheidend vermogen

Gerecht EU - Tribunal UE 11 jun 2025, IEFBE 3967; ECLI:EU:T:2025:584 (CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO, Marcin Golec), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-ospw-system-beschrijvend-voor-fietsonderdelen-geen-onderscheidend-vermogen

Gerecht EU 11 juni 2025, IEF 22910; IEFbe 3967; ECLI:EU:T:2025:584 (CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO, Marcin Golec). Het Gerecht verwerpt het beroep van CeramicSpeed Sport A/S tegen EUIPO en bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep dat het internationale woordmerk OSPW System (met EU-aanwijzing, aangevraagd op 30 juni 2017) voor het grootste deel nietig is wegens beschrijvend karakter (art. 7(1)(c) UMVo / Vo. 207/2009). Het merk was ingeschreven voor waren in de klassen 7 en 12, waaronder lagers en fietsonderdelen. Volgens het Gerecht vormt het relevante publiek van fietsers en professionals met een gemiddeld tot hoog aandachtsniveau de maatstaf. Dat publiek begrijpt “OSPW” als afkorting van “oversized pulley wheels”, terwijl “System” verwijst naar een geheel van samenwerkende onderdelen (zoals derailleurkooien, pulleys en lagers). Daarmee bestaat een rechtstreeks en concreet verband tussen het teken en de kenmerken van de betrokken waren. Dat CeramicSpeed zelf de afkorting heeft geïntroduceerd of dat er alternatieve afkortingen mogelijk waren, doet niet af aan het beschrijvende karakter. Bewijs dat van na de depotdatum of buiten de EU afkomstig is, mag bovendien worden gebruikt om te laten zien dat de term in 2017 al die betekenis had of in de EU doordrong.

IEFBE 3966

Visuele verschillen voorkomen verwarring IMPOSSIBLE/IMPOSSIBLE BAKERS

Gerecht EU - Tribunal UE 23 jul 2025, IEFBE 3966; ECLI:EU:T:2025:755 (Impossible Foods Inc. tegen EUIPO, Impossible Foods SL), https://ie-forum.be/artikelen/visuele-verschillen-voorkomen-verwarring-impossible-impossible-bakers

Gerecht EU 23 juli 2025, IEF 22908; IEFbe 3966; ECLI:EU:T:2025:755 (Impossible Foods Inc. tegen EUIPO, Impossible Foods SL). Het Gerecht bevestigt op 23 juli 2025 dat geen verwarringsgevaar bestaat tussen het oudere Uniewoordmerk IMPOSSIBLE (EU-merk nr. 017924675; kl. 30) van Impossible Foods Inc. en het aangevraagde beeldmerk IMPOSSIBLE BAKERS van Impossible Foods SL voor waren in klasse 30 en diensten in klasse 35. De Opposition Division had de oppositie nog toegewezen op art. 8(1)(b) UMVo; de Kamer van Beroep vernietigt dat besluit wegens gebrek aan verwarringsgevaar, en het Gerecht bekrachtigt dat oordeel. Het relevante territorium is de EU; voor klasse 30 is het relevante publiek de algemene consument met een laag tot gemiddeld aandachtsniveau; voor klasse 35 is dat idem bij detailhandel en boven gemiddeld bij groothandel (professionals). Waren in kl. 30 zijn (deels) identiek; de diensten in kl. 35 zijn gemiddeld soortgelijk.

IEFBE 3965

Gerecht EU: Indieningsdatum Uniemerkaanvraag bepalend

Gerecht EU - Tribunal UE 16 mrt 2022, IEFBE 3965; ECLI:EU:T:2022:139 (Nowhere v EUIPO – Ye (APE TEES)), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-indieningsdatum-uniemerkaanvraag-bepalend

Gerecht EU 16 maart 2022, IEF 22907; IEFbe 3965; ECLI:EU:T:2022:139 (Nowhere tegen EUIPO, Ye). Het Gerecht van de Europese Unie oordeelt op 16 maart 2022 in de zaak Nowhere Co. Ltd. v. EUIPO over de oppositie tegen het Uniemerk APE TEES. De Japanse onderneming Nowhere verzet zich tegen de inschrijving met een beroep op oudere, niet-geregistreerde apenlogo’s die in het Verenigd Koninkrijk in het handelsverkeer worden gebruikt, en beroept zich daarbij op artikel 8(4) UMVo (voorheen artikel 8(4) Vo. 207/2009) en de common law-actie passing off. De EUIPO wijst de oppositie af met het argument dat, na de Brexit en het verstrijken van de overgangsperiode op 31 december 2020, rechten gebaseerd op het Verenigd Koninkrijk niet langer als grondslag kunnen dienen. Het Gerecht volgt die redenering niet: bepalend voor de beoordeling van een oppositie is de datum waarop de Uniemerkaanvraag wordt ingediend, in dit geval 2015. Dat de betreffende rechten op een later moment buiten de EU vallen, doet volgens het Gerecht niets af aan hun relevantie op het tijdstip van de aanvraag.

IEFBE 3960

Geen verwarringsgevaar tussen Magic Crown en Crown wegens zwakke onderscheidingskracht

Gerecht EU - Tribunal UE 23 jul 2025, IEFBE 3960; ECLI:EU:T:2025:746 (Löwen Entertainment tegen EUIPO en Wazdan Holding), https://ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-magic-crown-en-crown-wegens-zwakke-onderscheidingskracht

Gerecht EU 23 juli 2025, IEF 22879; IEFbe 3960; ECLI:EU:T:2025:746 (Löwen Entertainment / EUIPO en Wazdan Holding). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van Löwen Entertainment GmbH tegen de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO. Wazdan Holding LTD vraagt de inschrijving aan van het Uniewoordmerk 'Magic Crown' voor producten en diensten in klassen 9, 28 en 41 (waaronder software, speelautomaten en casino- en gokdiensten). Löwen maakt bezwaar met een beroep op haar oudere Uniewoordmerk 'Crown', dat is geregistreerd voor deels identieke en soortgelijke producten en diensten in dezelfde klassen. De Oppositiedivisie geeft Löwen gelijk en wijst de aanvraag af. De Kamer van Beroep draait dit echter terug en oordeelt dat er geen gevaar voor verwarring bestaat. Volgens de Kamer heeft het element crown weinig onderscheidend vermogen in de kansspel- en entertainmentsector, omdat het vaak wordt gebruikt in combinatie met andere woorden. Het extra element magic zorgt ervoor dat het aangevraagde merk genoeg verschilt. Daardoor is de visuele, klankmatige en begripsmatige overeenkomst tussen de tekens slechts gering.

IEFBE 3959

Geen verwarringsgevaar: ECE verliest zaak over ECE LOGISTICS

Gerecht EU - Tribunal UE 17 jul 2025, IEFBE 3959; ECLI:EU:T:2025:739 (ECE Group tegen EUIPO en ECE Logistics), https://ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-ece-verliest-zaak-over-ece-logistics

Gerecht EU 17 juli 2025, IEF 22878; IEFbe 3959; ECLI:EU:T:2025:739 (ECE Group / EUIPO en ECE Logistics). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van ECE Group GmbH & Co. KG tegen een beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. ECE Group vordert nietigverklaring van het Uniemerk ECE LOGISTICS (beeldmerk), dat is geregistreerd voor transport- en opslagdiensten in klassen 35 en 39. Zij beroept zich op oudere rechten, waaronder het Uniewoordmerk ECE, een internationaal beeldmerk ECE en het Duitse woordmerk ECE Logistics, die betrekking hebben op diensten in de vastgoed- en bouwsector (o.a. planning, financiële en technische diensten, bouw van vastgoed en logistieke faciliteiten). Volgens ECE Group bestaat er ten minste een lage mate van overeenstemming tussen deze diensten en de transport- en opslagdiensten van de jongere inschrijving, zodat verwarringsgevaar (art. 8(1)(b) UMVo) niet kan worden uitgesloten. Ook stelt zij dat de Kamer van Beroep haar motiveringsplicht schendt, met name door nationale rechterlijke uitspraken (Bundespatentgericht) te negeren.

IEFBE 3956

Gerecht EU vernietigt beslissing EUIPO wegens tegenstrijdige motivering

Gerecht EU - Tribunal UE 23 jul 2025, IEFBE 3956; ECLI:EU:T:2025:747 (Pernod Ricard tegen EUIPO en West End Drinks Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-vernietigt-beslissing-euipo-wegens-tegenstrijdige-motivering

Gerecht EU 23 juli 2025, IEF 22869; IEFbe 3956; ECLI:EU:T:2025:747 (Pernod Ricard tegen EUIPO en West End Drinks Ltd). In 2018 vraagt West End Drinks inschrijving van het Uniemerk The King of Soho aan voor gin en vodka in klasse 33. Pernod Ricard stelt oppositie in op basis van haar oudere Uniewoordmerk SOHO (2005) en Frans woordmerk SOHO (1987), beide ingeschreven voor alcoholische dranken. De Oppositieafdeling wijst de oppositie in 2022 toe. In beroep vernietigt de Kamer van Beroep die beslissing en wijst de oppositie volledig af. Pernod Ricard gaat hiertegen in beroep bij het Gerecht EU en voert twee middelen aan: een middel over de beoordeling van verwarringsgevaar en een middel over de motivering van de beslissing. Het Gerecht kiest ervoor eerst het tweede middel te onderzoeken. Het stelt vast dat de bestreden beslissing tegenstrijdigheden bevat over het relevante territorium en publiek, het aandachtsniveau van de consument en de vergelijking van de betrokken waren. Zo verklaarde de Kamer enerzijds dat de beoordeling beperkt werd tot Spanje en Frankrijk, maar verwees zij elders naar het Engelstalige publiek en het grondgebied van de Unie als geheel. Als gevolg van die manifeste tegenstrijdigheid is de redenering niet te volgen en kan geen daadwerkelijke rechterlijke toetsing plaatsvinden.

IEFBE 3953

Opslag buiten beschermde lidstaat kan merkinbreuk vormen bij gericht aanbod in beschermende lidstaat

HvJ EU - CJUE 1 aug 2025, IEFBE 3953; ECLI:EU:C:2025:593 (Tradeinn Retail Services S.L. tegen PH), https://ie-forum.be/artikelen/opslag-buiten-beschermde-lidstaat-kan-merkinbreuk-vormen-bij-gericht-aanbod-in-beschermende-lidstaat

HvJ EU 1 augustus 2025, IEF 22863; IEFbe 3953; ECLI:EU:C:2025:593 (Tradeinn Retail Services S.L. tegen PH). In een zaak tussen Tradeinn Retail Services S.L. (TRS), een in Spanje gevestigde onderneming, en PH, houder van Duitse beeldmerken voor duikapparatuur, vordert PH dat TRS wordt verboden gebruik te maken van aan zijn merken gelijke tekens op producten, verpakkingen, aanbiedingen en advertenties gericht op Duitsland. TRS verkoopt via haar website en het platform Amazon.de duikaccessoires voorzien van deze tekens. De Duitse rechter in eerste aanleg wijst de vordering deels toe. In hoger beroep wordt TRS daarnaast verboden de betrokken goederen te verkopen of daartoe in voorraad te hebben. TRS stelt daarop beroep in bij de hoogste Duitse rechter, die prejudiciële vragen stelt aan het Hof van Justitie. De verwijzende rechter vraagt of een merkhouder een derde kan verhinderen goederen met een inbreukmakend teken in een andere lidstaat in voorraad te houden met het doel deze in de lidstaat van merkbescherming aan te bieden of te verhandelen. Ook rijst de vraag of daadwerkelijk fysiek bezit vereist is, dan wel dat feitelijke controle via toezicht of leiding volstaat.

IEFBE 3952

Uitspraak ingezonden door Edwin van der Velde & Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP.

Hof Amsterdam: Prestige Parfums voldoet aan medewerkingsplicht bij bewijsbeslag Coty

19 aug 2025, IEFBE 3952; C/13/754261 (Coty Beauty tegen Prestige Parfums), https://ie-forum.be/artikelen/hof-amsterdam-prestige-parfums-voldoet-aan-medewerkingsplicht-bij-bewijsbeslag-coty

Hof Amsterdam 19 augustus 2025, IEF 22862, IEB 3952, C/13/754261 (Coty Beauty tegen Prestige Parfums). Prestige Parfums B.V. (hierna: Prestige) houdt zich bezig met de wereldwijde handel in originele parfumflessen, waaronder parfumflessen van de merken die beheerd worden door Coty Beauty Germany GmbH (hierna: Coty). De rechtbank oordeelt op verzoek van Coty dat het aanbieden van parfumflessen van Coty-merken in de EU, die eigenlijk voor andere markten bestemd zijn, een inbreuk vormt op Coty’s merkrechten. Prestige moet alle informatie die zij heeft over de herkomst en distributiekanalen van dergelijke flessen delen met Coty, op straffe van dwangsommen. Coty betwist de juistheid en/of volledigheid van de uiteindelijke opgave van Prestige, en krijgt toestemming van de voorzieningenrechter voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag ten laste van Prestige, wederom op straffe van dwangsommen. Coty meent dat Prestige dwangsommen heeft verbeurd door medewerking te weigeren aan het bewijsbeslag. Prestige vordert in eerste aanleg dat Coty elke executiehandeling staakt en gestaakt houdt. De voorzieningenrechter kent de vordering toe, voor zover het gaat om de executiemaatregelen vanwege schending van de medewerkingsplicht. Coty gaat in hoger beroep.

IEFBE 3951

Merk ‘NERO CHAMPAGNE’ geweigerd: productconformiteit sluit misleiding of meeliften op reputatie niet uit

Gerecht EU - Tribunal UE 25 jun 2025, IEFBE 3951; ECLI:EU:T:2025:638 (Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne, INAO, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en oriGIn tegen EUIPO en Nero Lifestyle Srl), https://ie-forum.be/artikelen/merk-nero-champagne-geweigerd-productconformiteit-sluit-misleiding-of-meeliften-op-reputatie-niet-uit

Gerecht van de Europese Unie, 25 juni 2025, IEF 22860; IEFbe 3951; ECLI:EU:T:2025:638 (Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne, INAO, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en oriGIn tegen EUIPO en Nero Lifestyle Srl). Het Gerecht vernietigt de beslissing van de Kamer van Beroep, waarin de oppositie tegen het Uniewoordmerk ‘NERO CHAMPAGNE’ gedeeltelijk werd afgewezen. De oppositie was ingesteld door het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne en het INAO, met steun van de Franse en Italiaanse Republiek en de organisatie oriGIn. Volgens het Gerecht is de Kamer ten onrechte uitgegaan van de veronderstelling dat een merk dat een beschermde oorsprongsbenaming bevat, en wordt gebruikt voor producten die aan het productdossier voldoen, per definitie geen afbreuk kan doen aan de reputatie van die benaming of misleidend kan zijn. Nero Lifestyle had een Uniewoordmerk aangevraagd voor onder meer wijn, promotionele diensten en publicaties die allemaal betrekking hebben op Champagne. De oppositie was gebaseerd op de beschermde oorsprongsbenaming Champagne. De Kamer stelde dat zolang het merk enkel werd gebruikt voor producten die voldoen aan het productdossier, het gebruik ervan niet als misleidend of reputatie-uitbuitend kon worden beschouwd. Het Gerecht oordeelt echter dat die redenering te kort door de bocht is. Het gebruik van een merk met een BOB kan ook dan nog verboden zijn wanneer het bij het publiek een verkeerde indruk wekt of ongerechtvaardigd voordeel haalt uit de bekendheid van de benaming.