DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3878

Merkregistratie eBilet terecht geweigerd wegens beschrijvend karakter

Gerecht EU - Tribunal UE 26 feb 2025, IEFBE 3878; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska sp. z o.o. tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/merkregistratie-ebilet-terecht-geweigerd-wegens-beschrijvend-karakter

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22564; IEFbe 3878; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska tegen EUIPO). eBilet Polska heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van het beeldmerk "eBilet" voor verschillende goederen en diensten, waaronder software, tickets, detailhandelsdiensten en reserveringsdiensten voor entertainment en reizen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag gedeeltelijk geweigerd, omdat het merk als beschrijvend werd beschouwd en geen onderscheidend vermogen had. Verzoekster heeft daarop beroep ingesteld bij het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat het merk "eBilet" beschrijvend is, omdat het direct de soort en het beoogde gebruik van de betrokken goederen en diensten aanduidt, evenals de manier waarop de diensten worden aangeboden. Daarnaast heeft de Kamer van Beroep geoordeeld dat het merk niet onderscheidend is, omdat het relevante publiek het niet zal beschouwen als een aanduiding van commerciële herkomst. 

IEFBE 3874

Geen overeenstemming tussen waren: verzoek tot nietigverklaring terecht afgewezen

Gerecht EU - Tribunal UE 12 feb 2025, IEFBE 3874; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL), https://ie-forum.be/artikelen/geen-overeenstemming-tussen-waren-verzoek-tot-nietigverklaring-terecht-afgewezen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22559; IEFbe 3874; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL). Deze zaak gaat over de vraag of het door Techtex SRL geregistreerde Gemeenschapsmodel, een kartonnen doos verpakking voor sanitaire maskers, in strijd is met de rechten van Alberts op haar eerder ingeschreven Roemeense woordmerken. Alberts heeft bij het EUIPO een aanvraag tot nietigverklaring ingediend, met het argument dat het model een onderscheidend teken bevat waarvan zij de houder is en dat dit bij het publiek een gevaar voor verwarring kan veroorzaken. De Nietigheidsafdeling heeft de aanvraag afgewezen. Zij heeft vastgesteld dat drie van de vijf merken waarop Alberts zich beriep pas na de aanvraag tot inschrijving van het betwiste model zijn geregistreerd en daarom niet als eerder recht konden worden beschouwd. Verder heeft zij geoordeeld dat de waren en diensten die onder de andere twee merken vielen, geen overeenstemming vertonen met de sanitaire maskers waarop het betwiste model betrekking heeft. Alberts heeft daarop beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep die het gedeeltelijk heeft toegewezen. Zij heeft vastgesteld dat er een lage mate van overeenstemming bestaat tussen de medische diensten van eerder merk nr. 1 ("ADINA ALBERTS") en sanitaire maskers, en heeft de zaak terugverwezen naar de Nietigheidsafdeling om het bewijs van gebruik van dit merk te beoordelen. De rest van de beslissing van de Nietigheidsafdeling is bevestigd, met name dat de waren die onder eerder merk nr. 2 ("DR. ALBERTS") vallen (cosmetische producten en kleding) niet overeenstemmen met sanitaire maskers.

IEFBE 3873

Verwarringsgevaar tussen de merken CAPRIZZA en CAPIZZI gastropizza

Gerecht EU - Tribunal UE 12 feb 2025, IEFBE 3873; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL)), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-de-merken-caprizza-en-capizzi-gastropizza

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22554; IEFbe 3873; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL). Biif Srl heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van een beeldmerk dat betrekking heeft op diensten zoals het leveren van eten en drinken, het verhuren van meubilair en tafeldecoratie voor eetgelegenheden, het verstrekken van informatie, advies en reserveringen met betrekking tot eten en drinken, en catering- en barservices. Eddies Pizza, SL heeft oppositie ingediend tegen de inschrijving van dit merk voor de genoemde diensten, op basis van een eerder ingeschreven beeldmerk dat de term "capizzi GASTROPIZZA" bevat en betrekking heeft op diensten zoals het bereiden en leveren van eten en drinken, inclusief cateringdiensten en bezorging van voedsel. De oppositie was gebaseerd op het bestaan van verwarringsgevaar tussen de merken. De oppositieafdeling van het EUIPO heeft de oppositie gedeeltelijk toegewezen en geoordeeld dat de aangevraagde diensten grotendeels identiek of in zekere mate soortgelijk zijn aan de diensten waarvoor het oudere merk is ingeschreven, met uitzondering van dierenopvang. Biif Srl heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep van het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat er verwarringsgevaar bestaat voor het relevante Spaanstalige publiek in de Europese Unie. Biif Srl heeft daarop bij het Gerecht beroep ingesteld en verzoekt de nietigverklaring van de bestreden beslissing.

IEFBE 3872

Merkregistratie terecht geweigerd: bladsymbool mist onderscheidend vermogen

Gerecht EU - Tribunal UE 12 feb 2025, IEFBE 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/merkregistratie-terecht-geweigerd-bladsymbool-mist-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22550; IEFbe 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO). Het Gerecht behandelt het beroep van Essity Hygiene and Health AB tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. De zaak draait om de vraag of het aangevraagde merk, een afbeelding van een blad, voldoet aan de vereisten van artikel 7, lid 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009. De Kamer van Beroep had geoordeeld dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft. Het merk werd door de Kamer opgevat als een decoratief of ornamenteel element dat geen herkomst aanduidt. De Kamer merkte op dat bladsymbolen veelvuldig voorkomen in de sector, waar ze doorgaans worden gebruikt om milieuvriendelijke eigenschappen aan te duiden, zoals recycleerbaarheid of duurzame productie. Het publiek zou het aangevraagde merk eerder associëren met dergelijke kenmerken dan met de herkomst van de producten. Het Gerecht bevestigt deze vaststellingen en oordeelt dat het aangevraagde merk geen kenmerken heeft die het relevante publiek in staat stellen het symbool te herkennen als een onderscheidend teken. Het merk vertoont een gestandaardiseerde en realistische weergave van een blad en bevat geen opvallende of complexe elementen die het onderscheiden van andere decoratieve bladsymbolen. Volgens het Gerecht heeft de Kamer van Beroep terecht vastgesteld dat het bladsymbool geen eigenschappen heeft die het publiek als onderscheidend zou ervaren.

IEFBE 3870

Onvoldoende onderscheidend vermogen van het merk MORE Nutrition

Gerecht EU - Tribunal UE 13 feb 2025, IEFBE 3870; ECLI:EU:T:2025:128 (Quality First GmbH tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/onvoldoende-onderscheidend-vermogen-van-het-merk-more-nutrition

Gerecht van de Europese Unie, 5 februari 2025, IEF 22540, IEFbe 3870; ECLI:EU:T:2025:128 (Quality First GmbH tegen EUIPO) Op 11 oktober 2021 heeft Quality First GmbH een aanvraag ingediend voor het woordmerk MORE Nutrition bij het EUIPO, voor verschillende goederen en diensten zoals voedingssupplementen, dieetproducten en gerelateerde diensten. De aanvraag is afgewezen omdat het merk geen onderscheidend vermogen heeft. Eiser gaat in beroep bij de Kamer van Beroep van het EUIPO, die het beroep afwijst. De Kamer concludeert dat het merk door Engelstalige consumenten in de EU wordt gezien als een simpele reclameboodschap, zonder onderscheidend vermogen. Eiser verzoekt het Gerecht om de beslissing van de Kamer te vernietigen, met het argument dat het merk wel degelijk onderscheidend vermogen heeft. Eiser voert drie gronden van beroep aan: schending van artikel 7, lid 1, onder b) en c) van de verordening en het gelijkheidsbeginsel.

IEFBE 3867

Weigering merkregistratie ExactCut vanwege gebrek aan onderscheidend vermogen

Gerecht EU - Tribunal UE 5 feb 2025, IEFBE 3867; ECLI:EU:T:2025:136 (ExactCut s. r. o. tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/weigering-merkregistratie-exactcut-vanwege-gebrek-aan-onderscheidend-vermogen

Gerecht EU 5 februari 2025, IEF 22537; IEFbe 3867; ECLI:EU:T:2025:136 (ExactCut s. r. o. tegen EUIPO) In de zaak tussen ExactCut en het EUIPO heeft het Gerecht zich uitgesproken over de weigering van de inschrijving van het figuurlijke merk ExactCut. De aanvraag werd afgewezen door het EUIPO omdat het merk niet voldeed aan de eisen van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep van het EUIPO had geoordeeld dat het teken beschrijvend was voor de producten en diensten waarvoor de aanvraag was ingediend, en dus geen onderscheidend vermogen had. Het Gerecht bevestigt deze beoordeling. Het merk ExactCut bestaat uit de Engelse woorden exact (precisie) en cut (gesneden), die samen de kenmerken van de betrokken producten en diensten beschrijven. De Kamer van Beroep stelde vast dat deze woorden door het relevante publiek onmiddellijk als beschrijvingen van de producten en diensten worden herkend, zonder verdere reflectie. Het Gerecht onderschrijft deze conclusie en merkt op dat het teken een voldoende direct en concreet verband moet hebben met de producten of diensten, zodat het publiek het teken direct als beschrijving herkent. Het Gerecht benadrukt dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen moet plaatsvinden op basis van de algehele indruk die het merk maakt, met inachtneming van de kenmerken van het teken als geheel. Het concludeert dat, hoewel het merk grafisch is gepresenteerd met kleuren die de woorden scheiden, de woorden zelf nog steeds de kenmerken van de producten en diensten beschrijven en geen onderscheidend vermogen bezitten.

IEFBE 3866

Afwijzing van de registratie van een positiemerk wegens gebrek aan onderscheidend vermogen

Gerecht EU - Tribunal UE 5 feb 2025, IEFBE 3866; ECLI:EU:T:2025:134 (VistaJet ltd tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/afwijzing-van-de-registratie-van-een-positiemerk-wegens-gebrek-aan-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 5 februari 2025, IEF 22536; IEFbe 3866; ECLI:EU:T:2025:134 (VistaJet ltd. tegen EUIPO). In deze zaak verzoekt VistaJet ltd. het Gerecht om de nietigverklaring van de beslissing van het EUIPO, waarbij de aanvraag voor registratie van een EU merk is afgewezen. Het merk betreft een horizontale rode streep op de zilveren romp van een privévliegtuig. Het Gerecht oordeelt dat het aangevraagde merk geen onderscheidend vermogen heeft. Het aangevraagde merk is een positiemerk, gekarakteriseerd door de specifieke plaatsing van de rode streep op de zilveren romp van het vliegtuig, die van de neus naar de staart loopt, boven de vleugels. De beoordeling van het merk werd gebaseerd op de vraag of het merk voldoende onderscheidend is voor de gevraagde diensten. Het Gerecht oordeelt dat de rode lijn op de zilveren romp van het vliegtuig geen onderscheidend vermogen heeft voor de diensten waarvoor registratie wordt aangevraagd, te weten privévliegtuigvervoer en vluchtplanningsdiensten. Het Gerecht merkt op dat het aangevraagde merk een simpele geometrische lijn is, die in wezen niet in staat is om een boodschap over te brengen die consumenten zich zouden kunnen herinneren. Het merk bestaat uit een rode lijn op een zilveren romp, wat door het relevante publiek als een decoratief element wordt beschouwd. Het Gerecht bevestigt dat, volgens vaste jurisprudentie, een merk dat bestaat uit een eenvoudige geometrische figuur, zoals een lijn, niet in staat is om onderscheidend te zijn, tenzij het merk door gebruik onderscheidend vermogen heeft verworven.

IEFBE 3864

Afwijzing van merkinschrijving "Biorepair" wegens beschrijvende aard

Gerecht EU - Tribunal UE 29 jan 2025, IEFBE 3864; ECLI:EU:T:2025:108 (Coswell SpA tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/afwijzing-van-merkinschrijving-biorepair-wegens-beschrijvende-aard

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22530; IEFbe 3864; ECLI:EU:T:2025:108 (Coswell SpA tegen EUIPO). In deze zaak verzoekt Coswell SpA om de vernietiging van de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO, die de inschrijving van het merk Biorepair voor verschillende producten heeft geweigerd. De Kamer van Beroep heeft geoordeeld dat de merknaam beschrijvend is voor de betrokken producten, die voornamelijk betrekking hebben op mondverzorging en tandheelkundige producten, en dat het merk geen onderscheidend vermogen bezit. Coswell SpA stelt dat de Kamer van Beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het merk "biorepair" beschrijvend was. Zij stelt dat het merk suggestief is en niet direct beschrijvend. Bovendien wijst Coswell op de merkregistraties in andere landen, zoals Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Het Gerecht bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep en oordeelt dat de term "biorepair", samengesteld uit de woorden "bio" en "repair", door het Engelstalige publiek direct wordt begrepen als "biologische reparatie", wat beschrijvend is voor de producten die het merk beoogt. Het Gerecht stelt dat de Kamer van Beroep zowel de afzonderlijke woorden "bio" en "repair" als de betekenis van hun combinatie in zijn geheel heeft beoordeeld. Er wordt opgemerkt dat er geen mentale inspanning van het relevante publiek vereist is om de beschrijvende betekenis van het merk te begrijpen. Daarnaast benadrukt het Gerecht dat de merkregistraties in andere landen geen invloed hebben op de beoordeling van de inschrijfbaarheid van het merk binnen de Europese Unie. Het Gerecht wijst erop dat het systeem van merkregistraties van de EU autonoom is en onafhankelijk van andere nationale systemen werkt. Beslissingen in derde landen over de inschrijving van een merk hebben geen effect op de beoordeling van de inschrijfbaarheid in de Europese Unie.

IEFBE 3859

Verwarringsgevaar tussen SYC en SYR

Benelux Gerechtshof - Cour Benelux 25 jan 2025, IEFBE 3859; ECLI:EU:T:2025:111 (Atusa Grupo Empresarial SA tegen EUIPO, Hans Sasserath GmbH & Co. KG), https://ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-syc-en-syr

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22520; IEFbe 3859; ECLI:EU:T:2025:111 (Atusa Grupo Empresarial SA tegen EUIPO, Hans Sasserath GmbH & Co. KG) Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Atusa Grupo Empresarial SA, het EUIPO en Hans Sasserath GmbH & Co. KG over een oppositieprocedure rond het EU-beeldmerk SYC. Atusa heeft een aanvraag ingediend voor de inschrijving van dit merk voor verwarmings-, koel- en sanitaire installaties. Hans Sasserath heeft oppositie ingesteld op basis van zijn oudere woordmerk SYR, dat ook is geregistreerd voor soortgelijke installaties. De Oppositieafdeling van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen vanwege verwarringsgevaar voor het Spaanstalige deel van het publiek. Atusa heeft beroep ingesteld, maar de Kamer van Beroep heeft de afwijzing bevestigd.

IEFBE 3861

Rood label op matras mist onderscheidend vermogen, kan niet als positiemerk worden ingeschreven

Benelux Gerechtshof - Cour Benelux 29 jan 2025, IEFBE 3861; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/rood-label-op-matras-mist-onderscheidend-vermogen-kan-niet-als-positiemerk-worden-ingeschreven

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22522; IEFbe 3861; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO). Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Doorinn GmbH en het EUIPO over de weigering van de inschrijving van een positiemerk. Doorinn had een aanvraag ingediend voor een positiemerk, bestaande uit een rood label dat zich aan de onderkant van een matras bevindt, op de verticaal lopende rand in het onderste derde gedeelte. De aanvraag betrof matrassen en medische matrassen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep heeft dit besluit bevestigd en geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het met het uiterlijk van de waren versmelt en niet aanzienlijk afwijkt van de norm of de gangbare praktijken in de sector. Het Gerecht onderzoekt of de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft. Het stelt vast dat het teken een positiemerk is, dat niet als losstaand element van het matras kan worden gezien, maar versmelt met de vorm van een deel van de waar. Daarom is terecht het criterium toegepast dat dergelijke tekens alleen onderscheidend vermogen hebben als zij aanzienlijk afwijken van wat gebruikelijk is in de sector. Het Gerecht stelt vast dat de relevante kringen bestaan uit alle consumenten van de Unie en dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen gebaseerd moet zijn op de algehele indruk, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het teken als geheel.