HvJ EU over stuiting rechtsverwerking en gedogen
HvJ EU 19 mei 2022, IEF 20742, IEFbe 3458; ECLI:EU:C:2022:400 (Heitec AG tegen Heitech Promotion) Heitec (hierna eiser) is houdster van het oudere Uniewoordmerk Heitec. Gedaagde, Heitech, is houdster van een Duits beeldmerk dat het woordelement Heitech Promotion bevat. Ook is gedaagde houdster van het Uniebeeldmerk dat het woordelement Heitech bevat dat in 2008 is aangevraagd en in datzelfde jaar is ingeschreven. Gedaagde heeft meerdere malen gepoogd een co-existentieovereenkomst te sluiten met eiser, maar tevergeefs. Voor het Hof dienen de vragen te worden beantwoord wat gedogen in de zin van art. 9 richtlijn 2008/95 inhoudt, en of rechtsverwerking alleen ziet op de stakingsvordering, of dat tevens nevenvorderingen en samenhangende vorderingen hieronder vallen? Het Hof stelt dat het gedogen niet wordt beëindigd door het loutere verzetten tegen het gebruik van het jongere merk, maar dat tevens een juridisch dwingende oplossing dient te worden gevonden. De houder van het oudere merk dient het nodige doen om dit resultaat te bereiken. Daarnaast zal het instellen van beroep zelf de rechtsverwerkingstermijn niet stuiten, indien het geding inleidende stuk niet voldeed aan de betekeningsvereisten, vanwege het feit dat de nodige zorgvuldigheid niet in acht wasgenomen. Dit geldt ook voor samenhangende en nevenvorderingen.