7 apr 2023
HvC over de bevoegdheid van de stakingsrechter
Hof van Cassatie van België 7 april 2023, IEFbe 3733; C.22.0254.N/1 (eiseressen tegen verweerders) Eiseressen brengen voorschriftvrije geneesmiddelen op de markt, waaronder het product Physiomer. Zij verkopen dit in een verpakking met daarop een zeegolf. Verweersters hebben onder de benaming ‘Febelcare Physio’ eveneens fysiologisch water op de markt gebracht, op basis van zeewater, met op de verpakking een zeegolf. De ondernemingsrechtbank Gent heeft de vordering tot vaststelling van een verwarringstichtende en oneerlijke daad van mededinging en tot oplegging van een stakingsbevel afgewezen. In hoger beroep wordt het vonnis bekrachtigd, met dien verstande dat voor recht wordt gezegd dat de afdeelding van een zeegolf in combinatie met de vermelding ‘100% natural’ voor een product dat niet voor 100% uit zeewater bestaat, misleidend is, en op dit punt wordt een stakingsbevel opgelegd. Eiseressen voeren hiertoe aan dat door de vordering van eiseressen tot terugroeping van de inbreukmakende producten te verwerpen, de appelrechter artikel XVII.1 WER schendt. Het HvC gaat hierin mee. Krachtens artikel XVII.1 WER heeft de stakingsrechter de bevoegdheid om alle maatregelen te bevelen die bijdragen tot de staking van de inbreuk. Zo kan hij de terugname van reeds gedistribueerde producten uit de handel bevelen, voor zover deze maatregel belet dat de inbreuk voortduurt en nog nadelige gevolgen heeft, zelfs nadat de staking ervan is bevolen. De appelrechter die oordeelt dat “de bevoegdheid van de stakingsrechter niet zover reikt dat hij de verweerder zou kunnen gebieden reeds verspreide producten of exemplaren van de markt te halen”, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.
Derde middel
1. Artikel XVII.1 WER bepaalt dat de voorzitter van de ondernemingsrecht- bank het bestaan vaststelt en de staking beveelt van een zelfs onder het strafrecht vallende daad die een inbreuk uitmaakt op de bepalingen van dit wetboek, onverminderd de bijzondere bepalingen eigen aan boeken VI, XI en XII, bedoeld in hoofdstukken 3, 4 en 5 van deze titel.
2. Krachtens die wetsbepaling heeft de stakingsrechter de bevoegdheid om alle maatregelen te bevelen die bijdragen tot de staking van de inbreuk. Zo kan hij de terugname van reeds gedistribueerde producten uit de handel bevelen, voor zover deze maatregel belet dat de inbreuk voortduurt en nog nadelige gevolgen heeft, zelfs nadat de staking ervan is bevolen.
3. De appelrechter die oordeelt dat “de bevoegdheid van de stakingsrechter niet zover reikt dat hij de verweerder zou kunnen gebieden reeds verspreide pro- ducten of exemplaren van de markt te halen”, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.
Het middel is gegrond.