DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3596

Prejudiciële vragen over auto-onderdelen Audi

HvJ EU - CJUE 7 jul 2022, IEFBE 3596; (Audi), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-auto-onderdelen-audi

Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) 7 juli 2022, IEF 21148, IEFbe 3596; C-334/22 (Audi) via MinBuza. Verzoekster, AUDI AG, gevestigd te Duitsland, is houdster van de uitsluitende rechten die verbonden zijn met het Uniemerk, dat onder nummer 000018762 onder meer in klasse 12 van de classificatie van Nice (voertuigen, reserveonderdelen, auto-accessoires) is geregistreerd. Het betreft een teken waarin de vier op dat teken afgebeelde cirkels of de twee centrale cirkels elkaar overlappen. Het heeft een sterk onderscheidend vermogen, is in Polen algemeen bekend en wordt ondubbelzinnig in verband gebracht met de onderneming van verzoekster. Verweerder, GQ, houdt zich bezig met de verkoop van reserveonderdelen voor auto’s. Hij verkoopt hoofdzakelijk waren aan andere ondernemers (distributeurs) en verkoopt niet aan consumenten. In de jaren 1986-2017 heeft verweerder via zijn website afdekkingen voor radiateurs (zogenoemde grilles of koelroosters) te koop aangeboden. Deze afdekkingen waren aangepast aan en bestemd voor oude Audi-modellen.

IEFBE 3595

Prejudiciële vraag over de bewoordingen "in het bijzonder"

HvJ EU - CJUE 22 jul 2022, IEFBE 3595; (Inditex), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vraag-over-de-bewoordingen-in-het-bijzonder

Tribunal Supremo (Spanje) 22 juli 2022, IEF 21143, IEFbe 3595; C-361/22 (Inditex) via MinBuza. Buongiorno is een provider voor informatiediensten via internet en het mobiele telefoonnetwerk. Ter promotie van een nieuw type abonnement organiseerde zij een reclamecampagne waarbij als welkomstgeschenk nieuwe abonnees deel konden nemen aan een loterij waarbij een ZARA-cadeaubon ter waarde van 1 000 EUR te winnen viel. Inditex heeft tegen Buongiorno een vordering ingesteld wegens het gebruik van het teken "Zara" in de vermelde reclamecampagnes op grond van artikel 34, lid 2, onder b) van de Spaanse merkenwet, vanwege het uit de reputatie van het merk getrokken voordeel en de afbreuk aan de reputatie van het merk. Buongiorno voert aan de andere kant aan dat het om een incidenteel gebruik ging, waarbij dit teken niet als merk is gebezigd. Het betrof veeleer een verwijzend gebruik dat onder het bij artikel 37 lid, 1, onder c) Spaanse merkenwet (de Europeesrechtelijke equivalent is artikel 6, lid 1, onder c), van richtlijn 89/104/EG ) geregelde rechtmatige gebruik van andermans onderscheidende tekens valt.

IEFBE 3594

Geen normaal gebruik merk voor ingeschreven waren

Gerecht EU - Tribunal UE 30 nov 2022, IEFBE 3594; ECLI:EU:T:2022:733 (Hasco tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/geen-normaal-gebruik-merk-voor-ingeschreven-waren

Gerecht EU 30 november 2022; IEF 21142, IEFbe 3594; T‑12/22, ECLI:EU:T:2022:733 (Hasco tegen EUIPO) Op 21 augustus 2019 heeft Hasco bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring ingesteld van het EU-merk dat was ingeschreven na een op 26 januari 2017 ingediende aanvraag voor het woordteken NATURCAPS. De vordering tot nietigverklaring is gebaseerd op het oudere nationale woordmerk NATURKAPS, dat op 10 september 2004 is ingeschreven. Op 8 februari 2021 wees de nietigheidsafdeling de vordering tot nietigverklaring af omdat Hasco geen normaal gebruik voor de ingeschreven waren had aangetoond. De kamer van beroep heeft het beroep tegen deze beslissing verworpen. Het Gerecht oordeelt dat de kamer van beroep niet ten onrechte heeft geoordeeld dat Hasco geen normaal gebruik van het oudere merk had aangetoond voor de waren waarvoor dat merk was ingeschreven. Hasco heeft namelijk niet aangetoond dat zij het merk gebruikt voor farmaceutische producten.

IEFBE 3593

Beslissing kamer van beroep in strijd met werkingssfeer wet

Gerecht EU - Tribunal UE 7 dec 2022, IEFBE 3593; ECLI:EU:T:2022:780 (Neoperl tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/beslissing-kamer-van-beroep-in-strijd-met-werkingssfeer-wet

Gerecht EU 7 december 2022; IEF 21140, IEFbe 3593; T‑487/21, ECLI:EU:T:2022:780 (Neoperl tegen EUIPO) Op 1 september 2016 heeft Neoperl bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend voor een "tactiel positiemerk". De aanvraag is op formele gronden afgewezen, Neoperl gaat hiertegen in beroep. De kamer van beroep van het EUIPO heeft geoordeeld dat het teken waarvan inschrijving als Uniemerk was aangevraagd elk onderscheidend vermogen miste, en heeft het beroep verworpen. Het Gerecht oordeelt dat bescherming wordt gevraagd voor zowel een onderdeel van de structuur van de straalregelaars als het tactiele aspect van het betrokken teken. Hieruit volgt dat de kamer van beroep het onderscheidend vermogen van dit teken niet kon onderzoeken op basis van hypotheses waarin zij selectief rekening zou hebben gehouden met bepaalde aspecten van het teken, waarbij met name het tactiele aspect wordt uitgesloten. Bijgevolg moet het middel inzake schending van de werkingssfeer van de wet ambtshalve worden onderzocht. 

IEFBE 3592

Conclusie A-G: gezamenlijke toestemming licentie

HvJ EU - CJUE 8 dec 2022, IEFBE 3592; ECLI:EU:C:2022:977 (Legea), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-gezamenlijke-toestemming-licentie

HvJ EU Conclusie A-G 8 december 2022, IEF 21136, IEFbe 3592; ECLI:EU:C:2022:977 (Legia) De Corte suprema di cassazione (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Italië) moet zich uitspreken in een geding over een merk waarvan meerdere personen, allen lid van dezelfde familie, medehouder zijn met betrekking tot het merk 'Legia' voor sportartikelen. De gezamenlijke merkhouders hebben op een bepaald moment besloten een licentie voor het gebruik van dat merk te verlenen aan een vennootschap, maar een van de merkhouders heeft later te kennen gegeven dat hij de licentie niet wenst te laten voortduren. De vragen van de verwijzende rechter hebben betrekking op de regels inzake de verlening van een gebruikslicentie voor een merk door de houders ervan in geval van gezamenlijk merkhouderschap. Om zijn twijfels weg te nemen verzoekt de verwijzende rechter het Hof om uitlegging van artikel 10 van richtlijn (EU) 2015/2436(2) en van artikel 9 van verordening (EU) 2017/1001(3). Concreet wenst de Corte suprema di cassazione te vernemen of het Unierecht voorziet in een stelsel voor de totstandkoming van gezamenlijke toestemming voor zowel de verlening van een licentie voor het gebruik van het merk aan een derde als de intrekking van die licentie.

IEFBE 3590

EU-woordmerk terecht nietig verklaard

Gerecht EU - Tribunal UE 30 nov 2022, IEFBE 3590; ECLI:EU:T:2022:738 (Mendes tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/eu-woordmerk-terecht-nietig-verklaard

Gerecht EU 30 november 2022; IEF 21133, IEFbe 3590; T‑678/21, ECLI:EU:T:2022:738 (Mendes tegen EUIPO) Op 20 juni 2017 heeft interveniënte, Actial Farmaceutica, bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring ingesteld van het EU-merk dat was ingeschreven ingevolge een door Mendes op 29 maart 2013 ingediende aanvraag voor het woordteken VSL3TOTAL. Actial Farmaceutica heeft namelijk eerder het EU-merk VSL#3 ingeschreven. Op 26 mei 2020 heeft de nietigheidsafdeling de vordering tot nietigverklaring toegewezen. De kamer van beroep oordeelt dat er gevaar is voor verwarring. Het Gerecht oordeelt dat de betrokken tekens visueel en fonetisch bovengemiddeld overeenstemmen, begripsmatig stemmen de tekens weinig overeen. De kamer van beroep heeft geen beoordelingsfout gemaakt door te concluderen dat er bij het relevante publiek gevaar voor verwarring tussen de conflicterende merken bestaat.

IEFBE 3588

HvJ EU: Impexeco en PI Pharma tegen Novartis

HvJ EU - CJUE 17 nov 2022, IEFBE 3588; ECLI:EU:C:2022:894 (Impexeco en PI Pharma tegen Novartis), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-impexeco-en-pi-pharma-tegen-novartis

HvJ EU 17 november 2022; IEF 21128, LS&R 2138, IEFbe 3588; C‑253/20 en C‑254/20, ECLI:EU:C:2022:894 (Impexeco en PI Pharma tegen Novartis) In deze samengevoegde zaak willen Impexeco en PI Pharma beide een geneesmiddel op de markt brengen, maar dit wordt belet door Novartis omdat zij gebruik maakt van verschillende verpakkingen en verschillende merken voor hetzelfde product. Impexeco en PI Pharma betogen dat het verzet van een merkhouder tegen het opnieuw aanbrengen van een merk door een parallelimporteur een belemmering van de handel tussen de lidstaten vormt die leidt tot kunstmatige afscherming van de markten van de lidstaten, wanneer het opnieuw aanbrengen van een merk noodzakelijk is voor deze importeur om de betrokken producten in de lidstaat van invoer te kunnen verhandelen. Deze rechtspraak kan worden toegepast op de situatie waarin een generiek geneesmiddel wordt hermerkt door het aanbrengen van het merk van het referentiegeneesmiddel, wanneer deze geneesmiddelen door economisch verbonden ondernemingen in de EER in de handel zijn gebracht. Novartis meent dat de betreffende rechtspraak niet kan worden toegepast wanneer een parallelimporteur overgaat tot hermerking van de betrokken waren.

IEFBE 3579

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.

HvJ EU: Harman International Industries

HvJ EU - CJUE 17 nov 2022, IEFBE 3579; ECLI:EU:C:2022:895 (Harman International Industries), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-harman-international-industries

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21100, IEFbe 3579; C‑175/21, ECLI:EU:C:2022:895 (Harman International Industries) Zie [IEF 20826]. Harman produceert audiovisuele apparatuur, waaronder luidsprekers, hoofdtelefoons en audiosystemen. Zij heeft met een distributeur een overeenkomst gesloten voor de verkoop op het Poolse grondgebied van haar waren die zijn voorzien van de Uniemerken JBL en HARMAN, waarvan zij houder is. AB verkoopt op de Poolse markt waren van Harman die zij kocht van een andere leverancier dan de door Harman voor die markt erkende distributeur. Harman heeft bij de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau, Polen), de verwijzende rechter, een vordering ingesteld tot staking van de inbreuk op de rechten die zij aan haar merken ontleende. Volgens de verwijzende rechter bestaat het risico dat de rechterlijke bescherming van het vrije verkeer van goederen wordt beperkt als gevolg van de Poolse rechterlijke praktijk inzake de formulering van het dictum van beslissingen waarbij een inbreuk wordt vastgesteld. 

IEFBE 3578

HvJ EU: Bayer Intellectual Property

HvJ EU - CJUE 17 nov 2022, IEFBE 3578; ECLI:EU:C:2022:892 (Bayer Intellectual Property), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-bayer-intellectual-property

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21099, LS&R 2131, IEFbe 3578; C‑204/20, ECLI:EU:C:2022:892 (Bayer Intellectual Property) Via MinBuza: Verzoekster is houdster van het Duitse merk ANDROCUR en maakt deel uit van de Bayer-groep. ANDROCUR is een geneesmiddel dat onder meer in Duitsland wordt verhandeld. Oorspronkelijk was het merk op 2 november 1956 ingeschreven op naam van Schering Aktiengesellschaft. Na verschillende wijzigingen van de naam van deze vennootschap werd het merk in 2012 overgedragen aan verzoekster. Verweerster is de grootste Duitse geneesmiddelenimporteur. Bij brief van 28 januari 2019 heeft zij verzoekster ervan in kennis gesteld dat zij het geneesmiddel ANDROCUR in verpakkingen met een inhoud van 50 tabletten zou invoeren uit Nederland en in Duitsland zou distribueren in verpakkingen met een inhoud van 50 of 100 tabletten.

IEFBE 3577

HvJ EU: Merck Sharp & Dohme e.a.

17 nov 2022, IEFBE 3577; ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-merck-sharp-dohme-e-a

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21098, LS&R 2130, IEFbe 3577; C-224/20, ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.) Via MinBuza: In deze verwijzingsbeschikking worden zeven zaken beschreven die hebben geleid tot de prejudiciële vragen. Deze zaken hebben betrekking op parallelimport/-distributie en herverpakking van geneesmiddelen. Verzoeksters zijn geneesmiddelenfabrikanten en merkhouders voor de geneesmiddelen die elk van hen vervaardigt en verkoopt. Verweersters voeren geneesmiddelen die door verzoeksters in andere landen van de EU in de handel zijn gebracht, parallel in Denemarken in. De verwerende parallelimporteurs herverpakken de geneesmiddelen in nieuwe buitenverpakkingen. Verzoekers stellen dat het merkenrecht een merkhouder het recht geeft om zich in omstandigheden als die van het hoofdgeding te verzetten tegen herverpakking in nieuwe buitenverpakkingen. De verwerende parallelimporteurs betogen dat de herverpakking noodzakelijk en dus rechtmatig is. De vraag rijst of de geneesmiddelenfabrikanten zich kunnen verzetten tegen die herverpakking.