Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 3629

Uitspraak ingezonden door Nele Somers en Ellen Desnyder, Artes Law

Geen auteursrechtelijke bescherming voor handdoekvouwmachine: geen creatieve, maar banale keuzes

Antwerpen - Anvers 15 feb 2023, IEFBE 3629; (appellante tegen geïntimideerde ), https://ie-forum.be/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-voor-handdoekvouwmachine-geen-creatieve-maar-banale-keuzes

Hof van Beroep Antwerpen 15 februari 2023, IEFBE 3629 (appellante tegen geïntimideerde) De zaak heeft in essentie betrekking op de vraag of de handdoekmachine van appellante al dan niet auteursrechtelijke bescherming geniet. Net als in eerste aanleg, beslist de rechter dat er geen sprake is van dergelijke bescherming, nu de eisende partij nooit heeft aangetoond dat het voorwerp in kwestie het resultaat is van creatieve, niet-banale keuzes die niet bepaald worden door hun technische functie. Naast de identificatie van het werk, is het ook van belang dat de titularis van auteursrechtelijke bescherming aan de stelplicht voldoet. De appelrechter overweegt in dit verband dat, wanneer -  zoals in casu - de originaliteit van een werk betwist wordt, de beweerde titularis de originaliteit moet aantonen. De beweerde titularis dient duidelijk te maken welke elementen van het werk origineel zijn, omdat zij de uitdrukking vormen van de persoonlijkheid van de auteur, en dus waarop hij zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzes. Ten slotte oordeelt de rechter dat bij het toekennen van de bescherming, de afweging dient te worden gemaakt tussen het algemene belang van derden op vrije beschikking over het werk tegenover de belangen van de auteur op bescherming. Ook wat de vordering tot staking gegrond op de oneerlijke marktpraktijken betreft, vangt appellante bot. Er is geen sprake van verwarring, in die zin dat het relevante publiek een verband zal leggen tussen de machine van appellante versus de beweerde kopie gemaakt door geïntimeerde. Alle andere machines uit het vormgevingserfgoed beschikken immers over dezelfde uiterlijke kenmerken. Appellante ondernam bijkomend geen poging om het tegendeel aan te tonen door aan te duiden waarop het verwarringsgevaar juist zou slaan. Tot slot werd de vermeende slechtmaking, waarvan geïntimeerde werd beticht, niet weerhouden door het hof.

IEFBE 3621

Uitspraak ingezonden door Matthias Vandamme, SIRIUS.LEGAL

Belgische rechtbank bevoegd in geschil met enkel Nederlandse partijen

Overig - Autres 19 jan 2023, IEFBE 3621; (Eisende partij tegen verwerende partij), https://ie-forum.be/artikelen/belgische-rechtbank-bevoegd-in-geschil-met-enkel-nederlandse-partijen

Ondernemingsrechtbank Antwerpen 19 januari 2023, IEFBE 3621 (eisende partij tegen verwerende partij) Eisende partij in dit geschil is een Nederlandse fotograaf woonachtig in Nederland en verwerende partij is gevestigd in Nederland. Verwerende partij had een foto van de eisende partij bewerkt en gebruikt op diens .nl-website zonder de toestemming of naamsvermelding van de fotograaf. De website van verwerende partij is toegankelijk vanuit België, dus de inbreuk kon daar ook worden vastgesteld. Eerder hadden partijen reeds een kortgedingzaak gevoerd in Nederland waarbij de verwerende partij eiste van de eisende partij dat deze de zaak in België zou staken. De vordering werd door de Nederlandse rechter afgewezen.

De ondernemingsrechtbank bevestigt met dit vonnis nogmaals dat het begrip 'plaats van de namaak' erg ruim moet worden uitgelegd. Aangezien de website van de verwerende partij toegankelijk is vanuit België, hebben de Belgische rechtbanken rechtsmacht en kunnen zij over deze geschillen oordelen in zoverre er schade is ingetreden op het Belgisch grondgebied.

IEFBE 3603

Bestreden arrest niet onvoldoende gemotiveerd

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 3 dec 2021, IEFBE 3603; (NEWPHARMA tegen C.F.E.B. SISLEY), https://ie-forum.be/artikelen/bestreden-arrest-niet-onvoldoende-gemotiveerd

Hof van Cassatie van België 3 december 2021, IEFbe 3603; C.20.0433.F-C.20.0462.F (Newpharma tegen C.F.E.B. Sisley) Het bestreden arrest, waarin werd geoordeeld dat de weigering van verweerster om een overeenkomst te sluiten gerechtvaardigd was omdat eiseres hoe dan ook niet voldeed aan de kwaliteitscriteria voor een fysiek verkooppunt, hoefde niet in te gaan op de stelling van eiseres dat de eisen inzake de minimumduur van de erkenning van een fysiek verkooppunt en het aantal daarvan in strijd waren met het mededingingsrecht, hetgeen door zijn beslissing irrelevant werd gemaakt. Het bestreden arrest, waarin verder werd geoordeeld dat de verkoop van Sisley-producten door verweerster het prestigieuze imago van die producten niet schaadde, hoefde niet in te gaan op het betoog van eiseres dat er geen toestemming was voor het in de handel brengen van de producten wegens de contractuele clausule die de erkende dealer verbiedt om, om redenen van prestige van het merk, door te verkopen aan een niet-erkende derde, hetgeen in zijn beslissing irrelevant werd gemaakt. Het hoger beroep wordt afgewezen.

IEFBE 3602

Arrest in strijd met Wetboek van inkomstenbelasting

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 17 jan 2022, IEFBE 3602; (P.B. tegen Belgische staat), https://ie-forum.be/artikelen/arrest-in-strijd-met-wetboek-van-inkomstenbelasting

Hof van Cassatie van België 17 januari 2022, IEFbe 3602; F.18.0011.F (P.B. tegen Belgische Staat) Uit het Wetboek van inkomstenbelasting volgt dat de inkomsten uit de roerende goederen van de belastingplichtige slechts als beroepsinkomsten mogen worden belast indien deze goederen zijn bestemd voor de uitoefening van zijn beroepsactiviteit. Het arrest, waarin is geoordeeld dat "de kwalificatie als beroepsinkomsten wel degelijk voortvloeit uit het rechtstreekse verband tussen de betrokken bedragen, met inbegrip van de auteursrechten, en het beroep van scenarioschrijver en regisseur van audiovisuele producties" van eiser en dat "het derhalve niet nodig is, aangezien deze bepaling door de belastingdienst niet is toegepast, om in te gaan op de opmerkingen van eiser over artikel 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, waarop verweerder zich in zijn betoog in hoger beroep beroept", is in strijd met het Wetboek van inkomstenbelasting. Het bestreden arrest wordt vernietigd.

IEFBE 3601

Appelrechters mochten niet uitgaan van overdracht van auteursrechten

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 18 jun 2020, IEFBE 3601; ECLI:BE:CASS:2020:ARR.20200618.1N.29 (Eisers tegen Vlassak-Verhulst), https://ie-forum.be/artikelen/appelrechters-mochten-niet-uitgaan-van-overdracht-van-auteursrechten

Hof van Cassatie van België 18 juni 2020, IEFbe 3601; C.19.0017.N/1 (eisers tegen Vlassak-Verhulst) Deze zaak heeft betrekking op auteursrechten op ontwerpen van villa's. Met betrekking tot de villa "Huizer" oordelen de appelrechters dat de clausule die het auteursrecht op het ontwerp van de villa regelt, niet is opnenomen in de plannen van de villa. Door vervolgens te oordelen dat de plannen het schriftelijk bewijs opleveren van de overdracht van de auteursrechten en deze rechten toekomen aan de verweerster om- dat de plannen van haar uitgaan, verantwoorden de appelrechters hun beslissing niet naar recht. De appelrechters hebben met betrekking tot de villa's “Tamsen” en “Goddaert”geoordeeld dat de gemotiveerde auteursrechten op de aquarellen niet de auteursrechten op de ontwerpen van de villa's bewijzen. Er zijn daarom geen relevante stukken overgelegd inzake het auteursrecht op de ontwerpen van die villa’s. De appelrechters mochten er niet vanuit gaan dat de auteursrechten op de ontwerpen van de villa's zijn overgedragen.

IEFBE 3597

Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers en Nick Vrugt, LAWFOX.

Inbreuk op merkenrecht en handelsnaam aangenomen

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 14 dec 2022, IEFBE 3597; (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions), https://ie-forum.be/artikelen/inbreuk-op-merkenrecht-en-handelsnaam-aangenomen

Rechtbank Den Haag, 14 december 2022, IEF 21152, IEFbe 3597; C/09/566071 / HA ZA l9-18 ECLI:NL:RBDHA:2022:13582 (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions) Zie [IEF 18502]. Online Publisher en Netmedia verlenen diensten die het retailers mogelijk maken hun reclamefolders online onder het voetlicht te brengen. Na een samenwerking van een aantal jaren is tussen Online Publisher en Netmedia een conflict ontstaan. Volgens Online Publisher heeft Netmedia na het verbreken van de samenwerking inbreuk gemaakt op de merken van Online Publisher, op haar handelsnaam en op het auteursrecht op door haar ontwikkelde en geschreven software. De rechtbank oordeelt dat Netmedia inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de merken van Online Publisher, te weten op het 'wepublish-merk' en het 'publish-merk'. Verder oordeelt dat Netmedia inbreuk maakt op de handelsnaam 'wepublish' van Online Publisher, die zij onder meer exploiteert in haar domeinnaam en op Twitter. Met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk op de software, oordeelt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat Online Publisher rechthebbende op de auteursrechten is. Netmedia moet €75.000 aan dwangsommen betalen.

IEFBE 3584

Marijn Kingma presenteert jaaroverzicht Actualiteiten Auteursrecht

Afgelopen maandagmiddag zat heel Nederland voetbal te kijken. Heel Nederland? Nee, een groepje auteursrechtjuristen luisterde in een Leidse collegezaal naar de jaarlijkse presentatie van Marijn Kingma, Höcker advocaten, over actuele rechtspraak van het Hof van Justitie. Aan bod kwamen onderwerpen als de proceskostenveroordeling in IE-zaken (Koch Media), thuiskopieën in de cloud (Austro-Mechana), kabeldoorgifte naar hotelkamers (RTL/Pestana) en geoblocking door streamingplatforms (Grand Production/GO4YU. Haar presentatie met een korte samenvatting van deze rechtspraak en conclusies, is hier te vinden.
Na afloop werd er gelukkig ook nog geborreld en de tweede helft gekeken op groot scherm.

IEFBE 3581

Prejudiciële vragen over aansprakelijkheid hostdienst

HvJ EU - CJUE 23 aug 2022, IEFBE 3581; (IFPI Tsjechië), https://ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-aansprakelijkheid-hostdienst

Vrchní soud v Praze (Tsjechië) 23 augustus 2022, IEF 21104, IEFbe 3581; C-470/22 (IFPI Tsjechië) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Cassatie, gesteld door de Vrchní soud v Praze (Hooggerechtshof van Tsjechië). IFPI Tsjechië vertegenwoordigt de rechten van de Tsjechische muziekindustrie. De diensten van verweersters stellen eindgebruikers in staat om bestanden te uploaden, te zoeken en te downloaden. Op hun sites kunnen de bestanden van nationale en internationale artiesten die door IFPI Tsjechië worden vertegenwoordigd, worden gedownload. In haar verzoekschrift vordert IFPI Tsjecië bescherming tegen de vermeende oneerlijke mededinging van verweersters, die niet alleen mogelijkheden voor de opslag van bestanden, maar ook een zoekmachinedienst op hun websites aanbieden, waarbij zij hun gebruikers door middel van financiële vergoedingen aanmoedigen om bestanden te uploaden die onwettige inhoud bevatten en een inbreuk vormen op het intellectuele-eigendomsrecht van artiesten. 

IEFBE 3580

Uitspraak ingezonden door Matthias Vandamme, Sirius Legal

Plaats van namaak moet erg ruim worden uitgelegd

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 8 nov 2022, IEFBE 3580; (N tegen C), https://ie-forum.be/artikelen/plaats-van-namaak-moet-erg-ruim-worden-uitgelegd

Ondernemingsrechtbank Antwerpen 8 november 2022, IEFbe 3580 (N tegen C) Eiser is een Britse fotograaf, verweerder is gevestigd in West-Vlaanderen. Verweerder had een foto van de eisende partij bewerkt en gebruikt op diens website zonder de toestemming van de fotograaf. De website van verweerder is toegankelijk vanuit Antwerpen, dus de inbreuk kon daar ook worden vastgesteld. De vraag die centraal staat is of de Antwerpse rechtbank bevoegd is te oordelen over een dergelijke auteursrechtinbreuk. De arrondissementsrechtbank bevestigt met dit vonnis dat het begrip 'plaats van de namaak' erg ruim moet worden uitgelegd. Aangezien de website van verweerder toegankelijk is vanuit Antwerpen, zijn de Antwerpse rechtbanken dan ook bevoegd. Deze beslissing is interessant omdat dit type inbreuken zich vaak voordoet en hier voor de rechtbanken wel eens onduidelijkheid over bestaat. Met dit vonnis hakt de arrondissementsrechtbank de knoop definitief door. Voornamelijk aangezien de arrondissementsrechtbank dé specialist is inzake materiële en territoriale bevoegdheid.

IEFBE 3575

Conclusie A-G: recht op informatie houder IE-recht

HvJ EU - CJUE 17 nov 2022, IEFBE 3575; ECLI:EU:C:2022:905 (TB tegen Castorama Polska en Knor), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-recht-op-informatie-houder-ie-recht

HvJ EU Conclusie A-G 17 november 2022, IEF 21092, IEFbe 3575; ECLI:EU:C:2022:905 (TB tegen Castorama Polska en Knor) TB is een natuurlijke persoon die via haar online winkels siervoorwerpen op de markt brengt. In het kader van haar commerciële activiteiten verkoopt zij machinaal door haar vervaardigde reproducties met een ongecompliceerde grafische vormgeving, bestaande uit een beperkt aantal kleuren, geometrische figuren en korte zinnen. Twee van deze reproducties worden zonder haar toestemming verkocht in de winkels van Castorama, die deze krijgt aangeleverd door Knor. TB vordert de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau) Castorama informatie te verstrekken over de distributiekanalen en de hoeveelheid ontvangen en bestelde goederen. Castorama betwist dat de reproducties van TB niet als werken kunnen worden aangemerkt. De verwijzende rechter stelt het Hof twee vragen. De eerste vraag is of art. 8 lid 1 van richtlijn 2004/48, aldus worden uitgelegd dat het betrekking heeft op een maatregel ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten die slechts kan worden genomen wanneer in de betreffende procedure of in een andere procedure wordt vastgesteld dat de rechthebbende houder van een intellectuele-eigendomsrecht is?