Gepubliceerd op donderdag 11 april 2024
IEFBE 3730
Hof van Cassatie - Cour de Cassation ||
30 nov 2023
Hof van Cassatie - Cour de Cassation 30 nov 2023, IEFBE 3730; ECLI:BE:CASS:2023:ARR.20231130.1N.11 (Bestlease tegen Weblications), https://ie-forum.be/artikelen/hvc-over-schadevergoeding-bij-inbreuk-auteursrecht

HvC over schadevergoeding bij inbreuk auteursrecht

Hof van Cassatie van België 30 november 2023, IEFbe 3730; ECLI:BE:CASS:2023:ARR.20231130.1N.11, C.22.0383.N (Bestlease tegen Weblications) Verweerster was sinds 1983 actief in het leasen van bedrijfswagens. De firma werd in juni 2018 overgenomen.  Tweede eiseres werd in 1989 opgericht. Zij ontwikkelde een softwarepakket specifiek bedoeld voor de sector van de autoleasing. Sinds 1999 was er een samenwerking ontstaan tussen tweede eiseres en verweerster. Tweede eiseres zou maatwerksoftware ontwikkelen voor verweerster. Ingevolge verschillende wanprestaties die verweerster aan eerste eiseres verweet, heeft zij de overeenkomst per aangetekend schrijven en per e-mail van 23 september 2008 ontbonden. Bij vonnis van 31 december 2013 heeft de rechtbank van koophandel Kortrijk voor recht verklaard dat de overeenkomst van 20 juli 2007 op 23 september ex nunc is ontbonden ten laste van verweerster. De appelrechters stellen vast dat verweerster ten aanzien van eerste eiseres ingevolge de ontbinding van de overeenkomst over een vordering beschikt ten belope van € 229.446,79 en dat eerste eiseres wegens schending van haar auteursrechten over een vordering op verweerster beschikt van € 105.101,39. Na gerechtelijke schuldvergelijking wordt eerste eiseres veroordeeld tot betaling aan de tegenpartijen van een bedrag van € 124.345,40, meer interesten. De hoogte van de vergoeding wegens inbreuk op auteursrechten is in cassatie in discussie.

Het HvC oordeelt dat de houder van een intellectueel eigendomsrecht waarop inbreuk is gemaakt, zonder dat hij de werkelijke schade moet aantonen, geen betaling kan vorderen van een bedrag ten belope van tweemaal de passende vergoeding die verschuldigd zou zijn indien toestemming was verleend om het bedoelde werk te gebruiken. Het tweede onderdeel gaat ervan uit dat de appelrechters de schadevergoeding ramen louter op grond van de bepalingen van de ontbonden overeenkomst. Dit berust op een onjuiste lezing van het arrest en mist het bijgevolg feitelijke grondslag. Tot slot moet de schadevergoeding niet ten minste het bedrag aan royalty’s dat verschuldigd zou zijn indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd, dekken.

4. Uit deze bepalingen volgt niet dat de houder van een intellectueel eigen- domsrecht waarop inbreuk is gemaakt, zonder dat hij de werkelijke schade moet aantonen, betaling kan vorderen van een bedrag ten belope van tweemaal de pas- sende vergoeding die verschuldigd zou zijn indien toestemming was verleend om het bedoelde werk te gebruiken.

In zoverre faalt het onderdeel naar recht.

6. De appelrechters oordelen dat het niet mogelijk is om de omvang van de schade nauwkeurig te ramen, zodat zij de schadevergoeding vaststellen op een forfaitair bedrag met toepassing van artikel XI.335, § 2, WER. Zij nemen daarbij aan dat de maatwerksoftware, gelet op de aard en de specificiteit ervan, ter be- schikking kon worden gesteld tegen een globale licentievergoeding van 500.000 euro en zetten uiteen dat de eiseressen zelf van eenzelfde eenmalige licentiever- goeding van 500.000 euro uitgaan.

In zoverre het onderdeel ervan uitgaat dat de appelrechters de schadevergoeding ramen louter op grond van de bepalingen van de ontbonden overeenkomst, berust het op een onjuiste lezing van het arrest en mist het bijgevolg feitelijke grondslag.

7. Uit de in ro 4-6 vermelde bepalingen volgt niet dat, indien de rechter de schadevergoeding wegens inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht in rede- lijkheid en billijkheid vaststelt op een forfaitair bedrag, deze schadevergoeding ten minste het bedrag aan royalty’s of vergoedingen dat verschuldigd zou zijn in- dien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het bedoelde intellectuele eigendomsrecht te gebruiken, moet dekken. Dit bedrag aan royalty’s of vergoe-dingen is slechts een van de elementen die de rechter in zijn beoordeling kan be- trekken.

Het onderdeel faalt naar recht.