Preduciële vragen over rechtstreekse werking van een richtlijn voor een privaatrechtelijke vereniging
HvJ EU 14 november 2024, IEF 22389, IEFbe 3831; ECLI:EU:C:2024:951 (Reprobel tegen Copaco). Reprobel is een collectieve beheersorganisatie voor de rechten van auteurs en uitgevers die door de Belgische Staat is belast met de inning en verdeling van de vergoeding ter billijke compensatie van auteurs en uitgevers. Copaco weigert Reprobel de bedragen te betalen die zij verschuldigd is. Volgens Copaco heeft artikel 5, lid 2, onder a) en b), van richtlijn 2001/29 directe werking en kan het hierdoor worden ingeroepen tegen Reprobel, waardoor Copaco de bedragen niet hoeft te betalen. Als distributeur van IT-producten voor ondernemingen en consumenten verkoopt Copaco namelijk ook reproductieapparatuur, zoals fotokopieerapparaten en scanners. Tot eind 2016 was zij Reprobel om die reden forfaitaire vergoedingen verschuldigd voor de reproductie van door auteursrechten of naburige rechten beschermde werken. Reprobel betwist het standpunt van Copaco door erop te wijzen dat lidstaten zelf bevoegd zijn om deze bepalingen vast te stellen en de compensatie te bepalen. Daarnaast stelt Reprobel dat deze richtlijn niet van toepassing is op haar, omdat zij een privaatrechtelijke vereniging is. Hierdoor heeft de ondernemingsrechtbank Gent de behandeling van de zaak geschorst en het Hof van Justitie verzocht om een prejudiciële beslissing over deze vragen te nemen.