Verzoek om discretionaire heroverweging (Rule 220.3 RoP) afgewezen
UPC CoA 21 augustus 2024, IEF 22255, IEFbe 3790; UPC_CoA_469/2024 (AYLO tegen Dish & Sling). De rechter-rapporteur heeft geoordeeld dat drie in-house counsels van Dish en Sling toegang krijgen tot vertrouwelijke informatie van deze zaak (Rule 262A RoP). AYLO is het hier niet mee eens en verzoekt het Gerecht in Eerste Aanleg in Mannheim dat de beschikking van de rechter-rapporteur wordt herzien. Dit verzoek is afgewezen.
In hoger beroep voert AYLO aan dat de vertrouwelijke kennis in deze zaak een enorme economische waarde kan hebben voor de ondernemingen Dish en Sling. Voor de drie in-house counsels is het bijna onmogelijk om te voldoen aan de verplichting om de vertrouwelijke informatie uitsluitend voor deze procedure te gebruiken, gelet op de omvang van hun taken.
ICE kledingmerk wordt doorgehaald wegens onvoldoende gebruik
KvB 2 september 2024, IEF 22254, IEFbe 3789; R 307/2024-1 (Drifa ehf. tegen GILMAR S.P.A.). Deze zaak draait om het ICE merk van GILMAR S.P.A. (hierna: Gilmar), dat als Uniemerk staat ingeschreven met betrekking tot de verkoop van tassen en kleding. In 2022 heeft Drifa ehf. (hierna: Drifa) het EUIPO verzocht om de registratie door te halen wegens niet-gebruik (non-usus), maar dit verzoek is afgewezen. Gilmar had namelijk 2000 pagina´s aan bewijs geleverd waaruit bleek dat zij haar merk in de afgelopen jaren voldoende had gebruikt. Drifa gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Zij voert aan dat het ICE merk niet is gebruikt, omdat Gilmar het merk alleen in combinatie met andere merken heeft gebruikt en ¨ice¨ in die gevallen niet los te onderscheiden was als merkaanduiding. Dat laatste zou daarnaast voortvloeien uit het feit dat het merk überhaupt maar weinig onderscheidend vermogen heeft. Bovendien stelt Drifa dat het gebruik door Gilmar in de gehele relevante periode maar zeer beperkt geweest.
Toewijzen voorlopige voorziening in Ierland is kennelijk onjuist
UPC CoA 19 augustus 2024, IEF 22253, IEFbe 3788; UPC_CoA_388/2024 (Sibio c.s. tegen Abbott). Bij het Gerecht in Eerste Aanleg heeft Abbott een verzoek tot een voorlopige voorziening gedaan. Deze is gedeeltelijk toegewezen. Sibio c.s. verzoekt in dit hoger beroep dat de beschikking wordt vernietigd en het verzoek van Abbott wordt afgewezen. Daarnaast verzoekt Sibio c.s. dat het beroep opschortende werking heeft.
Betekening anders dan via het Case Management System
UPC CoA 8 augustus 2024, IEF 22252, IEFbe 3787; UPC_CoA_405/2024 (Alexion Pharmaceuticals tegen Amgen). In deze zaak voor het Hof van Beroep van het UPC draait het om betekening van een memorie. Appellante heeft op een zaterdag een uiteenzetting van de gronden van het beroep ingediend in het Case Management System (hierna: CMS) van het Hof. Hiervan zijn verweerders op de maandag erna op de hoogte gesteld door het Hof. Appellante had de memorie die zaterdag ook al geüpload naar de beA van de vertegenwoordiger van verweerders. De beA (besonderes elektronisches Anwaltspostfach) is een speciale elektronische mailbox voor Duitse advocaten om elektronisch te communiceren met de Duitse rechterlijke macht en met elkaar. Om deze reden is de datum van betekening volgens Appellante de zaterdag, maar volgens Verweerders pas de maandag erna.
Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).
Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking
HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.
Onder welke omstandigheden mag een bewerking zonder toestemming van de auteur worden gereproduceerd?
OGH 27 augustus 2024, IEF 22246; IEFbe 3785; 4Ob97/24d (Eiser tegen gedaagden). De uitgever (hierna: eiser) van de kinderboekenserie Der Räuber Hotzenplotz heeft een politieke partij in rechte aangesproken voor merk- en auteursrechtinbreuk. Gedaagden hebben haar boekomslag verwerkt in een politieke campagne, waarmee kritiek werd geuit op het beleid van een Oostenrijkse burgemeester. Volgens eiser is de reproductie in strijd met haar merk- en auteursrecht. Gedurende de behandeling in hoger beroep stellen gedaagden een beroep in bij de hoogste Oostenrijkse rechter (hierna: het OGH) met het argument dat hun afbeelding een op zichzelf staand werk is, dan wel een parodie. Het OGH verklaart het beroep niet-ontvankelijk, maar geeft desondanks een interessante analyse.
Betekening van memorie van eis aan Xiaomi China mag niet via Xiaomi Duitsland verlopen
UPC CoA 6 augustus 2024, IEF 22244, IEFbe 3784; UPC_CoA_205/2024 (Nera Innovations tegen Xiaomi). Deze zaak gaat over de betekening van een memorie van eis aan verweerders in China. Nera Innovations leidt inbreukacties in tegen Xiaomi. Een van de Xiaomi-ondernemingen is gevestigd in Nederland, één in Duitsland (hierna: Xiaomi DE) en twee in China (hierna: Xiaomi China). Nera Innovations verzocht het Gerecht in Eerste Aanleg dat de betekening van de memorie van eis aan Xiaomi China mocht verlopen via Xiaomi DE, overeenkomstig Rule 271.5 (a) RoP. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft dit afgewezen.
Betekening van memorie van eis aan verweerders in China en Hongkong
UPC CoA 29 juli 2024, IEF 22243, IEFbe 3783; UPC_CoA_69/2024 en UPC_CoA_70/2024 (NEC Corporation tegen TCL). NEC heeft bij het Gerecht in Eerste Aanleg van München inbreukprocedures ingeleid tegen bepaalde TCL-bedrijven, waaronder de Aziatische TCL-bedrijven. In het kader van deze procedures heeft NEC bij het Gerecht in Eerste Aanleg verzocht dat de betekening van de memorie van eis zou plaatsvinden per e-mail aan [persoon X] volgens Rule 275.1 RoP, of door openbare betekening in de vorm van een schriftelijke kennisgeving die zou worden opgehangen in de voor het publiek toegankelijke ruimtes van het Gerecht in Eerste Aanleg van München. Deze verzoeken zijn afgewezen, want naar het oordeel van het Gerecht in Eerste Aanleg van München staat Rule 275 RoP de rechtbank niet toe om iemand aan te wijzen die gemachtigd is om betekening of kennisgeving in ontvangst te nemen, als die persoon niet is aangemeld als bereid om namens de verweerder de betekening of kennisgeving van de vordering op een elektronisch adres in ontvangst te nemen en er was geen rechtsgrondslag om [persoon X] aan te wijzen als de persoon die gemachtigd was om betekening of kennisgeving in ontvangst te nemen. Daarnaast is volgens Rule 275.1 RoP altijd een daadwerkelijke maar vergeefse poging tot betekening vereist tot Rule 275.1 RoP van toepassing wordt. NEC gaat in beroep tegen deze beslissing.
Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg
High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.
Uitspraak ingezonden door Anthony van der Planken, Van Innis & Delarue.
Merkinbreuk: Straf Wonen en Straf Verzekerd moeten een andere naam gebruiken voor makelaarsdiensten
Hof van beroep Antwerpen 12 juni 2024, IEFbe 3781 (Momad tegen Straf Wonen en Straf Verzekerd). Appellante in de zaak is MOMAD BV (hierna: Momad), de exploitant van een makelaarskantoor in Antwerpen. Voor haar makelaarsdiensten is Momad merkhoudster van het Benelux woordmerk ¨Straf¨. Geïntimeerden zijn STRAF WONEN COMM.V. en STRAF VERZEKERD BV (tezamen hierna: gedaagden): zij verlenen makelaarsdiensten in vastgoed enerzijds en verzekeringen en hypotheken anderzijds. Voor hun werkzaamheden gebruiken zij het teken ¨Straf¨. Momad stelt dat dit gebruik inbreuk maakt op haar rechten en vordert de staking daarvan bij de rechter. In eerste aanleg krijgt zij gelijk voor zover het gebruik van gedaagden ziet op de makelaarsdiensten in vastgoed; voor hun diensten in verzekeringen en hypotheken mogen gedaagden het teken blijven gebruiken. Hiertegen gaat Momad in beroep, met als verzoek om het gebruik alsnog volledig te verbieden. Gedaagden verzoeken het hof om het hoger beroep ongegrond te verklaren.