DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 2444

EFTA: ABC kan niet worden geweigerd omdat de duur negatief zou zijn

EFTA 21 dec 2017, IEFBE 2444; E-5/17 (Merck Sharp & Dohme tegen The Icelandic Patent Office), https://ie-forum.be/artikelen/efta-abc-kan-niet-worden-geweigerd-omdat-de-duur-negatief-zou-zijn

EFTA 21 december 2017, IEF 17384; IEFbe 2444; LS&R 1549; E-5/17 (Merck Sharp & Dohme tegen The Icelandic Patent Office) ABC. Octrooirecht. De ABC-verordening staat het uitgeven van een ABC-certificaat met een negatieve duur toe. Merck heeft een ABC-aanvraag gedaan bij het IJslandse octrooibureau in september 2007. De periode tussen de aanvraag van het basisoctrooi (juli 2002) en het toewijzen van eerste handelsvergunning (maart 2007) was minder dan 5 jaar. Het octrooibureau weigerde de aanvraag, odmat de ABC dan een negatieve duur zou hebben, dat zou niet stroken met de ABC Verordening. De vraag die in het bijzonder speelt is dat Verordening 1901/2006 en 469/2009, die een verlenging van 6 maanden toestaan voor bepaalde ABC en daarom een doel geven aan ABC met een negatieve duur, niet in de EEA Agreement is opgenomen.

IEFBE 2427

HvJ EU: einde-procedure-bericht is niet gelijkwaardig aan een ABC-vergunning

HvJ EU - CJUE 7 dec 2017, IEFBE 2427; ECLI:EU:C:2017:948 (MSD tegen Comptroller General of Patents, Designs and Trade Marks), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-einde-procedure-bericht-is-niet-gelijkwaardig-aan-een-abc-vergunning

HvJ EU 7 december 2017, IEF 17350; LS&R 1545; IEFbe 2427; ECLI:EU:C:2017:948; C- 567/16 (MSD tegen Comptroller General of Patents, Designs and Trade Marks). Octrooirecht. Geneesmiddelen. ABC. De ABC-verordening moet zo worden uitgelegd dat een einde-procedure-bericht dat door de referentielidstaat is opgesteld vóór het vervallen van het in de ABC-verordening bedoelde basisoctrooi, niet als gelijkwaardig kan worden beschouwd aan een vergunning voor het in de handel brengen in de zin van eerstgenoemde bepaling, zodat geen ABC kan worden verkregen op basis van een dergelijk bericht.

Antwoord HvJ EU:

1) Artikel 3, onder b), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen moet in die zin worden uitgelegd dat een einde-procedure-bericht dat door de referentielidstaat overeenkomstig artikel 28, lid 4, van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, zoals gewijzigd, wat de geneesmiddelenbewaking betreft, bij richtlijn 2010/84/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010, is opgesteld vóór het vervallen van het in artikel 1, onder c), van verordening nr. 469/2009 bedoelde basisoctrooi, niet als gelijkwaardig kan worden beschouwd aan een vergunning voor het in de handel brengen in de zin van eerstgenoemde bepaling, zodat geen aanvullend beschermingscertificaat kan worden verkregen op basis van een dergelijk bericht.

IEFBE 2394

Vragen aan HvJEU over gelijkstelling ABC-certificaat met handelsvergunning geneesmiddel

HvJ EU - CJUE 18 jul 2017, IEFBE 2394; C-527/17 (Paclitaxel), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-gelijkstelling-abc-certificaat-met-handelsvergunning-geneesmiddel

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 18 juli 2017, IEF 17226; IEFbe 2394; LS&R 1527; C-527/17 (Paclitaxel). Octrooirecht. Beschermingscertificaat. Geneesmiddel. Via MinBuZa: Verzoekster (LN) is houdster van het op 26.01.1994 aangevraagde (op 27.10.2010 verleende) Europese octrooi EP 0 681 475 B1 dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi omvat het gebruik van geneesmiddelen ter vermindering van restenose na een angioplastiek, een behandeling voor de verwijding van vaatvernauwingen. Daarna kan een hernieuwde vernauwing van de vaatwand ontstaan, restenose genoemd. Conclusie 8 van het basisoctrooi luidt: “Gebruik van taxol voor de productie van een geneesmiddel ter handhaving van een verwijd vaatoppervlak”. In het bijzonder werd ontdekt dat taxol voor dit doel geschikt is, een uit de kankertherapie bekende werkzame stof met de algemene internationale benaming Paclitaxel, die door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) met gelding in de Europese Unie als geneesmiddel voor de behandeling van kanker werd toegelaten. Op 21.01.2003 werd aan verzoekster door de Technische Überwachungsverein (TÜV) Rheinland een EG-certificaat voor het medisch hulpmiddel TAXUS™ Express2 Paclitaxel-Eluting Coronary Stent System afgegeven. In het kader van de EG-certificeringsprocedure werd het geneesmiddelbestanddeel Paclitaxel van het medisch hulpmiddel door de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit Medicines Evaluation Board in the Netherlands (CBG-MEB) overeenkomstig richtlijn 93/42 gecontroleerd. Op 29.03.2011 verzocht verzoekster bij het Duitse octrooi- en merkenbureau (hierna: DPMA) om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi en baseerde zich daarbij ten aanzien van de vereiste vergunning voor het als geneesmiddel in de handel brengen op een EG-certificaat uit het jaar 2007. Bij besluit van 19.02.2016 heeft DPMA het verzoek afgewezen en aangevoerd dat het product zoals omschreven in het verzoek niet beschikte over een vergunning als geneesmiddel in de zin van de ABC-verordening. Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld, waarmee zij vasthoudt aan haar verzoek tot afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product Paclitaxel en onder vermelding van het door TÜV Rheinland aan haar afgegeven EG-certificaat van 21.01.2003. 

IEFBE 2381

Uitspraak ingezonden door Kirian Claeyé, Altius advocaten

Uitvinder stemde in met de overdracht van rechten aan de aanvrager octrooi

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 25 sep 2017, IEFBE 2381; (Pinvest tegen Doccle), https://ie-forum.be/artikelen/uitvinder-stemde-in-met-de-overdracht-van-rechten-aan-de-aanvrager-octrooi

Hof van beroep Antwerpen 25 september 2017, IEFbe 2381 (Pinvest tegen Doccle) Octrooirecht. Het hof van beroep te Antwerpen werd gevraagd te oordelen in een betwisting tussen partijen omtrent de vermogensrechten en het uitvinderschap van een octrooi (BE 1020616). De aanvrager van het octrooi meende dat de uitvinder onterecht werd aangeduid, en de uitvinder meende dat deze nooit enige vermogensrechten had overgedragen aan de aanvrager van het octrooi. Aangaande de eerste betwisting omtrent het uitvinderschap oordeelde het hof dat de aanduiding van de uitvinder in tempore non suspecto in het Belgische, internationale en Amerikaanse octrooi, het aannemelijk maakt dat deze inderdaad de uitvinder was. Sterker nog, volgens het hof maakt deze aanduiding een buitengerechtelijke bekentenis uit, die door de aanvrager van het octrooi niet wordt weerlegd. Aangaande de tweede betwisting omtrent de vermogensrechten oordeelde het hof dat de uitvinder er niet in slaagt enig bewijs overeenkomstig artikel XI.10, §1 WER voor te leggen dat ertoe zou leiden dat het octrooi aan de uitvinder dient te worden overgedragen. Er is immers geen contractuele verplichting, en evenmin werden enige licentievergoedingen bedongen. De feiten uit het dossier tonen aan dat de uitvinder op de hoogte was van, en instemde met de overdracht van rechten aan de aanvrager van het octrooi.

IEFBE 2370

Voorlopig inbreukverbod octrooi Truvada toegewezen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 28 sep 2017, IEFBE 2370; (Gilead Sciences tegen BVBA Mylan), https://ie-forum.be/artikelen/voorlopig-inbreukverbod-octrooi-truvada-toegewezen

Rechtbank van Koophandel Brussel 28 september 2017, IEFbe 2370 (Gilead Sciences tegen BVBA Mylan) Octrooirecht. Het geschil heeft betrekking op Truvada, een geneesmiddel van Gilead tegen HIV en aids. Truvada is een vaste dosis combinatieproduct dat de actieve ingrediënten TD en emtricitabine bevat. Gilead vordert een voorlopig inbreukverbod ten aanzien van de dreigende inbreuk door Mylan op haar aanvullende beschermingscertificaat (ABC 2005C/030). De rechtbank oordeelt dat de vordering van Gilead wel degelijk een hoogdringend karakter vertoont. Een beweerde inbreuk van octrooirechten, waaronder ook ABCs, creëren op zich een situatie van hoogdringendheid. Ingeval van een lancering van het generieke combi product door Mylan, lijdt Gilead aanzienlijke en onherstelbare schade. De rechtbank verklaart de vordering gegrond. 

IEFBE 2369

Geen inbreuk octrooi: aan urgentie eis is niet voldaan

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 5 jul 2017, IEFBE 2369; (Gilead Sciences tegen NV KRKA Belgium), https://ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-octrooi-aan-urgentie-eis-is-niet-voldaan

Rechtbank van Koophandel Brussel 5 juli 2017, IEFbe 2369 (Gilead Sciences tegen KRKA Belgium) Octrooirecht. Gilead is houder van het Europees octrooi EP 0 915 894: 'nucleotide analogs'. Dit octrooi beschermt het product 'TD', een werkzame stof die gebruikt wordt voor de behandeling van HIV en hepatitis B. De geldigheidsduur verstrijkt in België op 25 juli 2017. KRKA produceert een generisch geneesmiddel dat bestaat in de combinatie van ETC en TD. Is de combinatie van de werkzame stoffen TD en ETC een product dat door het octrooi EP 894 is beschermd? KRKA stelt dat de octrooibescherming van TD verstrijkt op 25 juli 2017. Gilead heeft maanden stilgezeten alvorens de procedure tegen KRKA in te leiden. De problematiek over de geldigheid van de verlengde bescherming onder het octrooi is partijen al lang bekend. Terwijl KRKA haar VHB reeds op 8 december 2016 heeft bekomen, heeft Gilead pas voor het eerst op 2 maart 2017 naar KRKA toe gereageerd. De timing van de aanvraag van de VHB kon redelijkerwijs niet anders worden gezien dan als uitdrukking van de intentie om het product op de markt te brengen zodra de geldigheidsduur zou zijn verstreken. De schade die Gilead vreest te lijden is geen onherstelbare schade en kan gedekt worden door een schadeloosstelling. De rechter verklaart de vordering ongegrond. Aan de eis van urgentie is niet voldaan.

IEFBE 2350

Uitspraak ingezonden door Philippe Campolini, Simont Braun

Geen slaafse nabootsing van G36-geweer

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 28 apr 2017, IEFBE 2350; (FN Herstal tegen Heckler & Koch), https://ie-forum.be/artikelen/geen-slaafse-nabootsing-van-g36-geweer

Tribunal de commerce Bruxelles 28 april 2017, IEFbe 2350 (FN Herstal tegen Heckler & Koch) Octrooirecht. H&K is houder van het Europese octrooi voor een automatisch G-36 geweer. In 2015 stelde H&K dat de 'SCAR assault rifle', ontwikkeld door FN Herstal, inbreuk maakte op zijn octrooi. FN Herstal startte een nietigheidsactie tegen het octrooi. Het tribunal vernietigt het octrooi wegens gebrek aan inventiviteit. H&K stelde dat FN Herstal een aantal elementen slaafs heeft nagebootst van het G36 geweer, wat zou leiden tot een oneerlijke concurrentie. Het Tribunal overweegt dat elementen die al eerder gebruikt zijn voor het octrooi van H&K's G36-geweer, niet beschouwd kunnen worden als een kopie. Functies die door FN Herstal zijn aangepast om extra technische functies te bieden kunnen niet als nagebootst worden beschouwd. Het nabootsen is alleen door de wet verboden als het een inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten of in het geval van 'accompanying circumstances' die in strijd zijn met de eerlijke handelspraktijk: als er verwarringsgevaar ontstaat. In casu zijn de elementen niet beschermd door een intellectueel eigendomsrecht en is er ook geen sprake van verwarringsgevaar. 

IEFBE 2362

Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun
 

Grondwettelijk Hof: Het aanbieden van een Belgisch werkwijze-octrooi buiten België wordt niet beschermd door het Belgisch octrooi

Grondwettelijk hof - Cour constitutionelle 28 sep 2017, IEFBE 2362; (Europlasma tegen P2i Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/grondwettelijk-hof-het-aanbieden-van-een-belgisch-werkwijze-octrooi-buiten-belgi-wordt-niet-bescherm

Grondwettelijk Hof 28 september 2017, IEFbe 2362; nr. 105/2017 (Europlasma tegen P2i Ltd) De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Het aanbieden van een werkwijze die valt onder een Belgisch octrooi vanuit België moet geschieden voor toepassing ervan binnen het Belgisch grondgebied om binnen het octrooi te vallen; m.a.w. is een aanbod vanuit België voor toepassing ervan buiten het Belgisch grondgebied, niet beschermd door het Belgisch octrooi.   

IEFBE 2308

Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan, NautaDutilh.

Inbreukverbod DOTAREM afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang

Brussel - Bruxelles 21 feb 2017, IEFBE 2308; (Guerbet tegen Bayer), https://ie-forum.be/artikelen/inbreukverbod-dotarem-afgewezen-wegens-gebrek-aan-spoedeisend-belang

Hof van beroep Brussel 21 februari 2017, rechtbank van koophandel 5 juli 2016 en vzr. rechtbank van koophandel Brussel 12 april 2016, IEFbe 2308 (Guerbet tegen Bayer). Partijen zijn producenten van geneesmiddelen. Guerbet is houdster van EP’515 en verhandelt een contrastmiddel onder het merk DOTAREM. Bayer verhandelt het middel DOTAGRAPH, een generieke versie van DOTAREM. Guerbet vordert een inbreukverbod in kort geding. In de uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 april 2016 werden de voorlopige voorzieningen strekkende tot het verbieden van het in de handel brengen van DOTAGRAPH afgewezen. In een latere uitspraak van 5 juli 2016 wordt het beslag inzake namaak opgeheven en wordt de deskundige bevolen om de documentatie en informatiedragers terug te bezorgen. Het hof bevestigt dat Guerbet nooit een bodemprocedure aanhangig gemaakt heeft. Guerbet kan zich niet op urgentie beroepen: nu de zaak op 24 oktober 2016 in beraad genomen werd, is te lang gewacht is met het starten van een procedure. Niet-ontvankelijkheidverklaring vordering Guerbet.

IEFBE 2297

La cour confirme le jugement dont appel: a déclare la demande d'annulation du brevet litigieux irrecevable en tant qu'elle se fondait sur les causes de nullité du défaut de nouveauté, du défaut d'activité inventive et de l'obscurité du brevet attaque

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 3 apr 2017, IEFBE 2297; (Nouvag contre M), https://ie-forum.be/artikelen/la-cour-confirme-le-jugement-dont-appel-a-d-clare-la-demande-d-annulation-du-brevet-litigieux-irrece

Cour d'appel de Mons 3 avril 2017, IEFbe 2297 (Nouvag contre M) Voir ci-dessus [IEFbe 1966]. Droit des brevets. La société de droit suisse Nouvag AG et la société de droit allemand Nouvag Dental Und Medizintechnik GmbH (ci-après NOUVAG ou les sociétés NOUVAG ou les parties appelantes) sont actives dans le domaine médical, chirurgical et dentaire, et ce au niveau mondial. Elles commercialisent divers appareils et accessoires et notamment un appareil de liposuccion dénommé 'Vason'. Le docteur M est chirurgien, spécialisé dans la liposuccion. Il est titulaire d'un brevet belge pour un appareil de lipoaspiration. Il est titulaire du brevet européen no EP0971754. En 2003, Monsieur M découvre l'existence d'un nouvel appareil Vacuson dont il considère qu'il s'agit d'une contrefaçon littérale de son invention. Par un courriel du 22 novembre 2003, Monsieur M a mis en demeure les sociétés Nouvag. Les sociétés Nouvag ont formulé, dans le cadre de cette procédure, une demande reconventionnelle tendant à entendre prononcer, en ce qui concerne la Belgique, la nullité du brevet européen du docteur M. Le tribunal a déclare la demande d'annulation du brevet litigieux irrecevable en tant qu'elle se fondait sur les causes de nullité du défaut de nouveauté, du défaut d'activité inventive et de l'obscurité du brevet attaque. La cour dit les appels principal est non fondée. Confirme le jugement dont appel, dans toutes ses dispositions entreprises sauf quant aux dépens.