DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 2284

Levodopa-octrooi mist uitvinderswerkzaamheid

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 20 sep 2016, IEFBE 2284; (Levodopa), https://ie-forum.be/artikelen/levodopa-octrooi-mist-uitvinderswerkzaamheid

Hof van beroep Brussel 20 september 2016, IEFbe 2284 (Levodopa) p. 31: Rechtbank van Koophandel Brussel 20 mei 2015. Octrooirecht. Orion legt zich toe op onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen. Orion is gespecialiseerd in o.a. aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel, en specifiek Alzheimer en Parkinson. Zij is houder van het EP 608, Levodopa. Novartis België is de exclusieve sub-licentienemer van EP 608 voor het Belgische grondgebied. Eurogenerics is voornemens om formuleringen van dit geneesmiddel op de Belgische markt te lanceren. Appellanten vorderen vernietiging van de aangevochten delen van de beschikking en een bevel voor Eurogenerics om zich te onthouden van inbreuken op het octrooi EP 608. Eurogenerics stelt dat EP 608 nietig is wegens gebrek aan uitvinderswerkzaamheid. Het hof oordeelt dat de conclusies, waarop appellanten zich op steunen, uitvinderswerkzaamheid missen. Het hof besluit dat de door appellanten ingeroepen octrooirechten niet voldoende waarschijnlijk zijn om het inwilligen van de gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vorderingen in het kort geding zijn ongegrond. Het voeren van een grondig debat over de geldigheid van EP 608 hoort thuis in een bodemprocedure, niet in deze kortgedingprocedure.

IEFBE 2276

Doorhaling Belgische deel Europese octrooi van Roquette wegens ontbreken van uitvinderswerkzaamheid

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 27 jun 2016, IEFBE 2276; ( Syral Belgium tegen Roquette Fréres), https://ie-forum.be/artikelen/doorhaling-belgische-deel-europese-octrooi-van-roquette-wegens-ontbreken-van-uitvinderswerkzaamheid

Hof van beroep Gent 27 juni 2016, IEFbe 2276 (Syral Belgium tegen Roquette Fréres) Octrooirecht. Zie eerder [IEFbe 1825], [IEFbe 1559], [IEFbe 1002], [IEFbe 794] en [IEFbe 616]. Octrooirecht. Roquette is houder van het Europees octrooi EP 138. Syral betwist de geldigheid van het kwestieuze octrooi omdat het een niet-octrooieerbare ontdekking zou zijn, het geen blijk zou geven van nieuwheid en het niet zou berusten op uitvinderswerkzaamheid. Uit eerdere octrooien blijkt dat het voor '97 algemeen bekend was dat de aanpassing van de hoeveelheid van maltotriitol invloed heeft op de zuiverheid van de beoogde maltitol, mede a.d.h.v. een kristallisatiemethode. Niet wordt voldaan aan het vereiste uitvinderswerkzaamheid. Nu de uitvinderswerkzaamheid ontbreekt, hoeft niet meer te worden ingegaan op de overige door Syral aangereikte andere mogelijke redenen om de geldigheid van het octrooi aan te vechten. Het hof beveelt doorhaling van het Belgische luik van het Europees octrooi van Roquette.

IEFBE 2255

N'était pas davantage de nature à susciter des faits d'utilisation du procédé objet des brevets de la part des soumissionnaires puisque l'ouverture des offres étant fixée au 29 janvier 1999, toute violation des brevets de la SA Franki était dès lors exclu

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 4 feb 2016, IEFBE 2255; (Franki Construct contre Infrabel), https://ie-forum.be/artikelen/n-tait-pas-davantage-de-nature-susciter-des-faits-d-utilisation-du-proc-d-objet-des-brevets-de-la-pa

Cour d'appel Bruxelles 4 février 2016, IEFbe 2255 (Franki Construct contre Infrabel) Droit des brevets. Comparez avec [IEFbe 1956]. La SA Franki fait grief à lnfrabel d'avoir contrefait ses brevets par le fait d'avoir utilisé ou offert d'utiliser des procédés et techniques faisant l'objet des trois brevets dont elle était titulaire et qui étaient encore en cours de validité. Elle se prévaut à cet égard de l'article 27 § 1 b) de la loi du 28 mars 1984 sur les brevets d'invention (ou LBI) aux termes duquel le titulaire d'un brevet peut s'opposer à «l'utilisation d'un procédé objet du brevet ou, lorsque le tiers sait ou lorsque les circonstances rendent évident que l'utilisation du procédé est interdite sans le consentement du titulaire du brevet, l'offre de son utilisation sur le territoire belge». Il a déjà été indiqué que la rédaction des plans et du cahier des charges ne constituait pas un usage des procédés brevetés. Il n'apparait par ailleurs d'aucun élément du dossier qu'lnfrabel aurait d'une quelconque façon retardé son appel d'offres en vue d'éviter la protection des procédés brevetés par la SA Franki. Elle n'était pas davantage de nature à susciter des faits d'utilisation du procédé objet des brevets de la part des soumissionnaires puisque l'ouverture des offres étant fixée au 29 janvier 1999, toute violation des brevets de la SA Franki était dès lors exclue. Ces moyens ne peuvent être retenus.

IEFBE 2253

Geen inbreuk nu term 'aanvangsdosis' door Novartis onvoldoende wordt uitgelegd

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 29 jan 2016, IEFBE 2253; (Novartis tegen Apotex), https://ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-nu-term-aanvangsdosis-door-novartis-onvoldoende-wordt-uitgelegd-1

Rechtbank van Koophandel Brussel 29 januari 2016, IEFbe 2253 (Novartis tegen Apotex) Octrooirecht. Zie eerder [IEFbe 681] en [IEFbe 1124]. Octrooirecht. Eisers voeren aan dat het octrooi een tweede medische toepassing betreft waarbij rivastigime wordt toegediend door middel van een pleister en het doseringsregime start met een welbepaalde aanvangsdosis. Het nieuwe octrooi omvat volgens eisers een innovatief doseringsregime waarbij rivastigmine wordt toegediend onder de vorm van een transdermale pleister (TTS). Eisers slagen er echter niet in aan te geven hoe deze term 'aanvangsdosis' moet worden begrepen. Alle uitvoeringsvormen waarnaar Novartis verwijst om haar interpretatie te ondersteunen hebben betrekking op de dubbellaag TTS beschreven in het octrooi. Geen voorbeelden m.b.t. een TTS met een andere samenstelling worden geopenbaard. De voordelen van de beweerde opgeëiste aanvangsdosis zijn dus verbonden met de specifieke samenstelling van de dubbellaag TTS. Ook de onderzoeker van het EOB was van oordeel dat het octrooi betrekking heeft op de dubbellaag TTS met een specifieke samenstelling. Indien het EOB meende dat het octrooi betrekking zou hebben op een doseringsregime met een bepaalde 'aanvangsdosis', los van elke samenstelling, zou zij niet wijzen op het risico van een mogelijke overlap tussen het octrooi en de moederaanvrage (dat uitsluitend betrekking heeft op een TTS met bepaalde samenstelling). De vordering van eisers is ongegrond.   

Leestip: r.o. 31 t/m 35.

IEFBE 2246

Uitspraak ingezonden door Guillaume de Villegas de Clercamp, Bird & Bird.

C'est plausible le fait qu'une atteinte à son droit de propriété intellectuelle pouvait être commise par Advachem

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 17 dec 2015, IEFBE 2246; (Sadepan Chimica contre Advachem), https://ie-forum.be/artikelen/c-est-plausible-le-fait-qu-une-atteinte-son-droit-de-propri-t-intellectuelle-pouvait-tre-commise-par

Cour d'appel Bruxelles 17 décembre 2015, Tribunal de Commerce Bruxelles 26 juin 2016, Tribunal de Commerce Bruxelles 17 avril 2015; IEFbe 2246 (Sadepan Chimica contre Advachem) Droits des brevets. Sadepan dépose une demande de brevet en Italie pour un procédé de fabrication d'un engrais liquide azoté à haute stabilité et libération contrôlée de l'azote et l'engrais obtenu. Sadepan dépose une demande de brevet auprès de l'Office européen des brevets (OEB) pour un «procédé de production d'un engrais azoté ayant une forme liquide stabilisée à libération contrôlée de l'azote et engrais ainsi obtenu>>. Le 17 mars 2015, Advachem forme opposition au brevet EP878 devant I'OEB. La procédure est toujours pendante.
Il se déduit ainsi de ces éléments, dont certains sont certes postérieurs à I'ordonnance du 6 février 2015 mais qui peuvent être considérés pour remettre des indices précédemment avancés dans une perspective plus adéquate, que la seule affirmation, non étayée, de Sadepan selon laquelle Advachem était incapable de soumettre des preuves de l'absence de contrefaçon de son procédé dans la procédure italienne, ne constitue pas davantage la preuve d'un indice rendant plausible le fait qu'une atteinte à son droit de propriété intellectuelle découlant de son brevet EP878 pouvait être commise par Advachem. A défaut d'autres éléments, la preuve n'est pas rapportée, même prima facie, qu'il existait un indice qu' Advachem aurait porté atteinte au droit de propriété intellectuelle de Sadepan. La tierce opposition est dès lors fondée en sorte qu'il y a lieu de rétracter l'ordonnance du 6 février 2015.

Leestip: §8. Sur le fondement de la tierce opposition d'Advachem

IEFBE 2235

Uitspraak ingezonden door Stephane Criel, Monard Law.

Geen namaak nu Ortholength geen beroep op auteursrecht verlengnagelinrichting toekomt

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 2 nov 2015, IEFBE 2235; (Ortholength tegen Jeannor), https://ie-forum.be/artikelen/geen-namaak-nu-ortholength-geen-beroep-op-auteursrecht-verlengnagelinrichting-toekomt

Hof van Beroep Gent 2 november 2015, Rechtbank van Koophandel Gent 13 maart 2013; IEFbe 2235 (Ortholength tegen Jeannor) Jeannor heeft twee octrooiaanvragen ingediend voor o.a. een "verlengnagelinrichting". Ortholength stelt dat de auteursrechthebbenden van de hydraulische verlengingsnagel "Malka Nail" hun auteursrechten bij hen hebben ingebracht en dat de producten van Jeannor namaak zijn. Op de overgelegde stuken blijkt de naam van de oorspronkelijke auteur zorgvuldig te zijn weggelaten. Rechtbank stelt dat Ortholength zich niet kan beroepen op een ogenschijnlijk bestaand auteursrecht en dat het beslag inzake namaak onterecht werd toegestaan. Het hof bevestigt het bestreden vonnis. Door appellanten is niet bewezen dat zij enige uitvinderswerkzaamheid hebbe verricht en de betrokken techniek hebben uitgevonden waarop de octrooiaanvragen van Jeannor betrekking hebben.

Leestip: r.o. 7 t/m 9.

IEFBE 2234

Uitvinder Doccle.Up komen slechts morele rechten toe nu DOCCLE UP octrooihouder is

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 2 okt 2015, IEFBE 2234; (Doccle.Up), https://ie-forum.be/artikelen/uitvinder-doccle-up-komen-slechts-morele-rechten-toe-nu-doccle-up-octrooihouder-is

Rechtbank van Koophandel Antwerpen 2 oktober 2015, IEFbe 2234 (Doccle.Up) Octrooirecht. Partijen ontwikkelden het online platform Doccle, bedoeld voor het uitwisselen en archiveren van (facturatie)documenten, waar zij een octrooi voor verkregen. Doccle.Up is houder en X staat vermeld als uitvinder. Doccle stelt dat X geen IE-rechten toekomen op het Doccle platform op basis waarvan X licentievergoedingen kan opeisen. X stelt daarom dat het octrooi aan hem zou moeten toekomen. Het feit dat X op het octrooi als uitvinder vermeld staat en dat het vermoeden van uitvinderschap niet wordt ontkracht, brengt met zich mee dat hij wel houder is van de morele rechten die hiermee samengaan.

IEFBE 2233

Ontknoping in discussie over octrooirecht plantenveredeling

Het Europees Octrooi Bureau (EOB) verleent geen octrooien meer op klassiek veredelde planten, zodat plantenveredelaars weer ongehinderd nieuwe, sterkere gewassen kunnen kweken. Dat heeft het EOB vandaag besloten na een jarenlange discussie over het octrooirecht. Het probleem was dat plantveredelaars geen beschermd materiaal mochten gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door de octrooien hadden zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmert. Dit was onwenselijk, omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte, verzilting en plantenziekten. Innovatie in de veredelingssector is goed voor de Nederlandse concurrentiekracht en cruciaal voor de voedselzekerheid in de wereld.

Lees hier meer.

Rijksoverheid 29 juni 2017.

IEFBE 2155

Uitspraak ingezonden door Roeland Grijpink en Rutger de Beer, HOYNG ROKH MONEGIER.

Inbreuk en ongeoorloofde reclame, want de kaarthouder is volgens marktkraamhouder "exact hetzelfde"

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 1 mei 2017, IEFBE 2155; ECLI:NL:RBDHA:2017:4450 (Secrid tegen marktkraamhouder), https://ie-forum.be/artikelen/inbreuk-en-ongeoorloofde-reclame-want-de-kaarthouder-is-volgens-marktkraamhouder-exact-hetzelfde

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 mei 2017, IEF 16767; IEFbe 2155; RB 2845; ECLI:NL:RBDHA:2017:4450 (Secrid tegen X) Secrids productlijn begon in 2009 met de Cardprotector, een kaarthouder voor maximaal 6 kaarten van het sandaard creditcardformaat en is uitgebreid met de Miniwallet. Secrid is houdster van octrooi EP 2 434 922 B1 en Benelux modelregistratie 38548-01. Octrooi- en modelrechtinbreuk op deze kaarthouder en wallet wordt aangenomen. Uit de overlegde videobeelden blijkt ook van ongeoorloofde vergelijkende reclame op een braderie, nu de inbreukmakende kaarthouders aan de man worden gebracht met misleidende mededelingen: "Het is gewoon hetzelfde materiaal, wat ik zeg. Exact hetzelfde, alleen het enige wat zij hebben is met verf hebben ze hier Figuretta of Secrid hebben ze erop gezet. Dat is het verschil."

IEFBE 2140

Vraag aan HvJ EU: Wordt een product beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi als tegen de geldigheid van het octrooi nog hogere voorziening loopt?

HvJ EU - CJUE 23 feb 2017, IEFBE 2140; C-121/17 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-wordt-een-product-beschermd-door-een-van-kracht-zijnd-basisoctrooi-als-tegen-de-gel

Prejudiciële vraag gesteld aan HvJ EU 23 februari 2017, IEF 16731 ; IEFbe 2140; C-121/17 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences)

“Op basis van welke criteria moet worden vastgesteld of “het product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi” in de zin van artikel 3, onder a), van verordening nr. 469/2009?”

ABC. Octrooirecht. De zaak betreft geldigheid van een ABC. Verzoeksters maken bezwaar tegen de geldigheid van verweersters ABC voor een combinatieproduct. Het ABC ziet op een antiretroviraal geneesmiddel dat wordt verhandeld onder de naam Truvada®. Verzoeksters willen generieke alternatieven voor Truvada op de markt brengen zodra het van kracht zijnde basisoctrooi (24-07-2017) vervalt. Zij betwisten het door verweerster gestelde dat het in het ABC omschreven product wordt beschermd door een Europees octrooi omdat het octrooi in hun ogen niet voldoet aan Vo. 469/2009. Dit zou onder meer duidelijk uit arresten C-322/10 en C-493/12 blijken. Zowel het product als de bestanddelen moeten vermeld staan in de conclusies van het octrooi en indien de conclusie een functionele definitie bevat moet zij “impliciet maar noodzakelijkerwijs en specifiek” betrekking hebben op dat product. Zij menen dat verwijzing naar het HvJEU niet nodig. Verweerster is het daar niet mee eens zolang geen duidelijkheid is over de juiste uitleg van artikel 3a van de Vo.