DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 1896

Une offre qui n'est pas émise à partir du territoire belge peut néanmoins porter atteinte à un brevet couvrant ce territoire si elle a un effet concret sur celui-ci

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 19 feb 2016, IEFBE 1896; (Nouvag), https://ie-forum.be/artikelen/une-offre-qui-n-est-pas-mise-partir-du-territoire-belge-peut-n-anmoins-porter-atteinte-un-brevet-cou

Cour de cassation, 19 février 2016, IEFbe 1896; C.14.0328.F (Nouvag)
NL Samenvatting (hieronder) Cour d'appel de Bruxelles 30 janvier 2014 et arrêt 3 février 2012. Brevets. L'offre ne désigne pas seulement l'offre en vue de la vente, mais également l'offre en général, par exemple l'offre en vue de la location, de la concession de licence, de prêt ou de don; les conditions dans lesquelles s'effectue cette offre importent peu, que ce soit par écrit, oralement, par téléphone, par voie d'exposition, de présentation ou de toute autre manière; il n'est pas requis que le produit contrefaisant soit physiquement présent au moment de l'offre; il suffit que l'offrant soit prêt à livrer le produit couvert par le brevet aux conditions précisées dans l'offre.

 

IEFBE 1893

HvJ EU: Is einde van erkenningsprocedure onder 28 lid 4 Geneesmiddelenverordening hetzelfde als handelscertificaat

HvJ EU - CJUE 28 jul 2016, IEFBE 1893; (MSD tegen Comptroller-General), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-is-einde-van-erkenningsprocedure-onder-28-lid-4-geneesmiddelenverordening-hetzelfde-als-hand

Prejudiciële vraag gesteld aan HvJ EU 29 juli 2016, IEF 16169; IEFbe 1893; RB 2746; LS&R 1354 (MSD tegen Comptroller-General)
ABC. Octrooi. Erkenning handelsvergunning .

(1) Is an end of procedure notice issued by the reference member state under Article 28(4) of the Medicinal Products Directive equivalent to a granted marketing authorisation for the purposes of Article 3(b) of the SPC Regulation?
(2) If the answer to question (1) is no, is the absence of a granted marketing authorisation at the date of the application for a certificate an irregularity which can be cured under Article 10(3) of the SPC Regulation once the marketing authorisation has been granted?

IEFBE 1890

Presentaties Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders' rights

The Netherlands EU Presidency 2016, Symposium speeches, Finding the Balance - Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders’ rights, 18 mei 2016. Different EU Member States, stakeholders and the European Parliament have expressed their concern regarding this situation, especially after a ruling of the Enlarged Board of Appeal of the European Patent Office last year on the patentability of products resulting from essential biological processes. In order to find a way for restoring the balance, the Netherlands Presidency will host a symposium together with the European Commission to discuss the issue with both Member States and stakeholders and explore possible ways forward.

 

IEFBE 1866

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.

Scheidslijn van octrooilicenties functional foods en medische toepassing

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 7 jun 2016, IEFBE 1866; ECLI:NL:GHDHA:2016:3367 (Ablynx tegen Unilever), https://ie-forum.be/artikelen/scheidslijn-van-octrooilicenties-functional-foods-en-medische-toepassing

Hof Den Haag 7 juni 2016, IEF 16106; IEFbe 1866; LS&R 1345; ECLI:NL:GHDHA:2016:3367 (Abylynx tegen Unilever) Zie eerder IEF 14519 en IEF 13316. Octrooirecht. Licenties. Uitleg 'gereserveerde sector'. Toepassing Belgisch/Nederlands recht. Unilever kreeg een licentie voor exploitatie van de Hamers-octrooien voor o.a. verpakte functional foods, Ablynx voor medische toepassingen. Het gaat over de scheidslijn van die twee gebieden. Het hof verklaart voor recht dat Unilever inbreuk maakt voor zover VHH Product een therapeutische of profylactische werking heeft ten aanzien van specifieke pathogenen. Het opleggen van een moratorium is te beschouwen als een vorm van schadevergoeding, het hof is van oordeel dat de verklaring voor recht voldoende is.

 

IEFBE 1856

HvJ EU: Licentienemer moet na octrooivernietiging royalty's doorbetalen voor duur van licentieovereenkomst indien opzegtermijn redelijk is

HvJ EU - CJUE 7 jul 2016, IEFBE 1856; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-licentienemer-moet-na-octrooivernietiging-royalty-s-doorbetalen-voor-duur-van-licentieovereen

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16086; IEFbe 1856; C-567/14; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech)
Octrooirecht. Royalty's. Prejudiciële vragen over doorbetaling vaste royalty's bij retroactieve nietigverklaring van de octrooien.

Artikel 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat krachtens een licentieovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding, de licentienemer wordt verplicht royalty’s te betalen voor het gebruik van een geoctrooieerde technologie gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst, wanneer het in licentie gegeven octrooi nietig wordt verklaard of daarop geen inbreuk wordt gemaakt, indien de licentienemer deze overeenkomst binnen een redelijke termijn vrij kon opzeggen.

 

IEFBE 1849

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Nietig octrooi roterend vorkenbord, merkinbreuk door voormalig distributeur door oude marktplaatsadvertenties

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 29 jun 2016, IEFBE 1849; (Slemaco tegen VHS), https://ie-forum.be/artikelen/nietig-octrooi-roterend-vorkenbord-merkinbreuk-door-voormalig-distributeur-door-oude-marktplaatsadve

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16068 (Slemaco tegen VHS)
Octrooirecht. Merkenrecht. Slemaco ontwikkelt en produceert voorzetstukken voor verreikers, zoals een roterend vorkenbord onder het merk ROMASTOR. Zij is houdster van EP2427402  voor een hefinrichting en heforgaan voor toepassing in een hefinrichting. Het Nederlandse deel van het octrooi is nietig; de Rototilt op een graafmachine in een YouTube-filmpje is van net voor de prioriteitsdatum.

Partijen hadden een distributierelatie en het teken ROMASTOR werd vermeld op een opdrachtbevestiging (voor een tweede vorkenbord), waar geen ROMASTAR werd geleverd. Ook werden er marktplaatsadvertenties getoond onder verwijzing naar romastor.nl. Dit gebeurde in de periode dat er nog een samenwerking liep. De omstandigheid dat er op dat moment nog een distributierelatie bestond tussen partijen, maakt vanzelfsprekend niet dat VHS het teken ROMASTOR mag gebruiken voor niet van Slemaco c.s. afkomstige vorkenborden. Het in de lucht houden van advertenties na afloop van de samenwerking is te kwalificeren als merkinbreuk aangezien een beroep op uitputting niet meer kan opgaan (er was geen sprake van voorraad bij VHS). Er volgt een merkinbreukverbod, afgifteplicht en over een weer overdracht van domeinnamen met ROMASTOR en handelsnaam VHS daarin.

 

IEFBE 1833

Robert van Peursem - Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?

Robert van Peursem, Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?, BIE mei/juni, p. 122-124.(inlog)
Graag wil ik twee zorgen met u delen over het Unified Patent Court (UPC), zoals dat mogelijk in 2017 van start zal gaan, als de voortekenen niet bedriegen. Mijn zorgen zien op de lokale divisie van het Gerecht in eerste aanleg in Nederland en hoe we de beste octrooirechters uit Europa in het UPC moeten krijgen. (...)
Slot Op dit moment valt niet precies te zeggen wanneer het benodigde aantal  ratificaties van het UPC-verdrag er zal zijn. Het is te hopen dat ons nog wat meer tijd is gegund. Dat zou ons de gelegenheid bieden het volgens mij onderschatte punt van een zorgvuldige werving beter op te zetten. En dat zou ons dan ook meer tijd geven voor stevige(r) publicitaire promotie van de Nederlandse lokale divisie. Het zou een blamage zijn als een land met zo’n sterke octrooipraktijk en octrooirechtspraaktraditie als Nederland geen levensvatbare lokale divisie op zou kunnen tuigen binnen het UPC. Het is wel vijf voor twaalf – zo niet later – en dus hoog tijd om dat nu wel te gaan realiseren.

IEFBE 1830

EC Aanbesteding: Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU

EC opdracht, Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU: 9 juni tot 27 juli 2016.
Juridisch onderzoek naar het EU-systeem van aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s). Dit onderzoek moet worden gebruikt voor een algemene evaluatie van het ABC-systeem in de EU alsook voor het informeren over de beslissing om op Europees niveau een nieuwe ABC-titel voor te leggen en om te beslissen of de bestaande ABC-wetgeving moet worden herzien. Complete details over deze aanbesteding, klik hier.

IEFBE 1825

Uitspraak en inhoudsindicatie aangebracht door Jurgen Figys, Jan-Diederik Lindemans, Kristof Roox, Crowell & Moring LLP.

Geen aanwijzing van een onrechtstreekse inbreuk - beoordeling van de prima facie inbreuk bij het beslag inzake namaak

Brussel - Bruxelles 24 mei 2016, IEFBE 1825; (Syral tegen Roquette Freres), https://ie-forum.be/artikelen/geen-aanwijzing-van-een-onrechtstreekse-inbreuk-beoordeling-van-de-prima-facie-inbreuk-bij-het-besla

Hof van Beroep Brussel 24 mei 2016, IEFbe 1825 (Syral tegen Roquette Freres)
Zie eerder IEFbe 1559; IEFbe 1002; IEFbe 794; IEFbe 616. Derdenverzet beslag inzake namaak. Beschrijvende maatregelen. Octrooirecht. De verzoeker van het beslag inzake namaak moet gegevens aanreiken die aannemelijk maken dat een inbreuk zou kunnen worden gepleegd op het intellectueel eigendomsrecht. De aangedragen feiten moeten van die aard zijn dat zij, bij een beoordeling op het eerste zicht (prima facie), op zich of met elkaar in verband gebracht, een vermoeden doen rijzen van een inbreuk of een dreiging van inbreuk. Over het bewijs van prima facie aanwijzingen voor een inbreuk is de beoordelingsmarge van het Hof beperkt, aangezien het beschrijvend beslag inzake namaak er precies toe strekt namaak te kunnen aantonen door het relevante bewijsmateriaal in verband met de vermeende inbreuk te verkrijgen en te beschermen.

De aanwijzingen van een inbreuk op grond waarvan de beschrijvende maatregel kan worden bevolen, moet worden vastgesteld op de datum waarop de eerste rechter over het eenzijdig verzoekschrift uitspraak heeft gedaan, in casu 9 december 2008.

Roquette voerde aan dat er door Syral zowel onrechtstreeks als rechtsreeks inbreuk werd gemaakt op haar octrooirechten.

IEFBE 1805

Prejudiciële vragen HvJ EU: Zijn partijen concurrenten als de licentienemer enkel via die licentieovereenkomst actief is op de relevante markt

HvJ EU - CJUE 3 dec 2015, IEFBE 1805; (Hoffmann-La Roche), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-hvj-eu-zijn-partijen-concurrenten-als-de-licentienemer-enkel-via-die-licentieove

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 3 december 2015; IEF 15961; LS&R 1325 ; IEFbe 1805; C-179/16 (F. Hoffmann-La Roche)
Mededingingsrecht. Via MinBuza: De Italiaanse mededingingsautoriteit (AGCM, verweerster) heeft bij besluit van 27 februari 2014 vastgesteld dat de vier verzoeksters in deze zaak (Hoffmann-La Roche, La Roche, Novartis en Novartis Farma) een mededingingsbeperkend kartel in het leven hadden geroepen voor bepaalde geneesmiddelen (bewerkstelligen van een kunstmatige ‘differentiatie’). Verzoeksters krijgen een boete opgelegd. (...) Het geneesmiddel waar het hier om gaat is ontwikkeld door Genentech, dat onder controle staat van de Rochegroep. De geschiedenis daarvan wordt uiteengezet in de punten 4 – 10 van de verwijzingsbeschikking. Genentech verhandelt haar producten uitsluitend in de VS, en heeft licenties afgegeven, in eerste instantie aan zusterbedrijf Roche maar omdat Roche zich voornamelijk op oncologische geneesmiddelen concentreert (Avastin, tegen tumoren) heeft Genentech voor het andere product (Lucentis, een oftalmologisch middel tegen een oogkwaal) licentie gegeven aan Novartis voor het in de handel brengen in de rest van de wereld.