DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 1964

Bijdrage ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.

Rutger Kleemans - UK Court of Appeal over de tweede medische indicatie geclaimd als Swiss type

Overige buitenlandse jurisprudentie - Autres decisions étrangères 13 okt 2016, IEFBE 1964; (Warner-Lambert v Actavis (pregabaline)), https://ie-forum.be/artikelen/rutger-kleemans-uk-court-of-appeal-over-de-tweede-medische-indicatie-geclaimd-als-swiss-type

Uk Court of Appeal 13 oktober 2016, Warner-Lambert v Actavis (pregabaline) , [2016] EWCA Civ 1006; Floyd LJ, Kitichin LJ en Patten LJ. In een door Lord Justice Floyd geschreven beslissing wees het Engelse gerechtshof op 13 oktober 2016 arrest in de zaak over pregabaline tussen Warner-Lambert en Actavis. Warner-Lambert is houder van EP 0 934 061, met als voor deze zaak belangrijkste conclusies twee Swiss-type claims die zien op (zakelijk gezegd) het gebruik van pregabaline bij de bereiding van een medicijn voor behandeling van neuropathische pijn. Conform het vonnis in eerste aanleg (gewezen door Arnold J), oordeelt het hof dat de conclusies die het onderwerp van de procedure vormen nietig zijn wegens niet-nawerkbaarheid.

Interessanter wellicht voor de Nederlandse rechtspraktijk zijn de obiter overwegingen ten aanzien van inbreuk op Swiss-type (tweede medische indicatie) conclusies. Daarbij moet wel in het achterhoofd gehouden worden dat de verschillen op regelgevend gebied met betrekking tot vergoeding, voorschrijven en uitlevering van geneesmiddelen per land verschillen zodat 1:1 extrapolatie van land tot land in dit soort zaken niet altijd mogelijk is.

IEFBE 1956

Arrêt envoyée par Kristof Neefs, Altius.

La description du procédé à mettre en œuvre ne peut être assimilée à une utilisation ou une offre d'utilisation dudit procédé

Brussel - Bruxelles 4 feb 2016, IEFBE 1956; (Franki contre Infrabel), https://ie-forum.be/artikelen/la-description-du-proc-d-mettre-en-uvre-ne-peut-tre-assimil-e-une-utilisation-ou-une-offre-d-utilisa

Cour d'appel Bruxelles 4 février 2016, IEFbe 1956 (Franki contre Infrabel) Marché public. Adjudication publique. Brevets belges pour un 'procédé et dispositif de construction dans le sol de parois verticales partant d'un conduit souterrain'. Durée de validité expirée. Contrefaçon (non). Concurrence déloyale (non). Adjudication irrégulière (non). La cour reçoit l'appel mais le dit non fondé. La cour condamne la SA Franki Construct à payer à Infrabel l'indemnité de procédure d'appel de 16.500,00 €.

7. En l'espèce, la SA Franki n'établit pas qu'Infrabel a fait usage ou offert d'utiliser le procédé breveté au sens de la loi. La description du procédé à mettre en oeuvre - à supposer qu'il s'aggissait du procédé breveté par la SA Franki, ce que Infrabel conteste - ne peut être assimilée à une utilisation ou une offre d'utilisation dudit procédé. (...)

Concernant les soumissionnaires - qui ne sont du reste pas parties à l'instance - il n'est pas établi qu'ils auraient déposé leur offre avant l'expiration de la durée de validité du brevet de la SA Franki.

Enfin, le calendrier choisi par Infrabel n'implique pas un raccourcissement de la durée de protection conférée aux brevets comme le soutient la SA Franki; c'est au contraire la thèse défendue par cette dernière qui tend à l'allonger artificiellement.

IEFBE 1952

HvJ: onderhavige regeling van toepassing op een door een lidstaat vóór diens toetreding tot de Unie afgegeven ABC voor geneesmiddel

HvJ EU - CJUE 5 okt 2016, IEFBE 1952; ECLI:EU:C:2016:739 (F. Hoffmann-La Roche tegen Accord Healthcare), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-onderhavige-regeling-van-toepassing-op-een-door-een-lidstaat-v-r-diens-toetreding-tot-de-unie-af

HvJ EU 5 oktober 2016, LS&R 1380; IEF 16304; IEFBE 1952; ECLI:EU:C:2016:739 (F. Hoffmann-La Roche tegen Accord Healthcare) Octrooi. Aanvullend beschermingscertificaat. Roche, een in Zwitserland gevestigde onderneming, brengt in Estland een geneesmiddel op de markt onder de naam „Xeloda”, waarvan capecitabine de werkzame stof is en waarvoor zij beschikt over een basisoctrooi. Roche Xeloda heeft in Estland een ABCverkregen. De rechtbank van Estland stelt echter een vordering in, ertoe strekkende dat Accord werd gedwongen zich te onthouden van handelingen in strijd met het exclusieve recht van Roche – houdster van het ABC voor Xeloda – en/of deze handelingen te staken, zulks tot de datum waarop de geldigheid van dit certificaat was verstreken. Voorts verzocht Roche deze rechterlijke instantie om de vernietiging te bevelen van alle aan Accord toebehorende of in het bezit van Accord zijne geneesmiddelen waarvan de werkzame stof capecitabine was. Aan het HvJ wordt de vraag gesteld of artikel 21 lid 2 aldus moet worden uitgelegd dat het van toepassing is op een door een lidstaat vóór diens toetreding tot de Unie afgegeven ABC voor een bepaald geneesmiddel. HvJ acht zich niet bevoegd zich uit te spreken over geldigheid artikel 21(2) Verordening ABC Geneesmiddelen. Het HvJ heeft stelt verder dat dit artikel zo moet worden uitgelegd dat het van toepassing is op een door een lidstaat vóór diens toetreding tot de Unie afgegeven ABC voor een bepaald geneesmiddel. Er moet niet worden uitgegaan van de datum waarop de eerste VHB voor Xeloda is afgegeven in Estland, maar van de datum waarop de eerste VHB voor dat geneesmiddel is afgegeven in Zwitserland.

IEFBE 1932

Vraag aan HvJ EU: Impliceert de exceptie van onbevoegdheid van de nationale rechter een aanvaarding van de rechtsonbevoegdheid?

HvJ EU - CJUE 5 apr 2016, IEFBE 1932; C-433/16 (Bayerische Motoren Werke), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-impliceert-de-exceptie-van-onbevoegdheid-van-de-nationale-rechter-een-aanvaarding-v

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ 5 april 2016, C-433/16; IEF 16256; IEFbe 1932 (Bayerische Motoren Werke) Octrooirecht. Gemeenschapsmodel. Inbreuk. Acacia heeft verzoekster gedagvaard ter verkrijging van een uitspraak tot vaststelling van niet-inbreuk op gemeenschapsmodellen van allooivelgen voor autobanden, in eigendom of onder octrooi van verzoekster. Zij vordert dat vragen aan het HvJEU worden gesteld voor wat betreft de bevoegdheid van de ITA rechter. Verzoekster heeft (onder meer) de onbevoegdheid van de ITA rechter als exceptie opgeworpen, die beide de DUI rechtbanken als bevoegd aanwijzen. Voor wat betreft het verwijt van misbruik van machtspositie stelt zij dat ‘de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ niet dezelfde is en niet dezelfde kan zijn als die waar de uiteindelijke economische schade aan het vermogen van de beweerde schadelijder zich heeft voorgedaan, aangezien aldus het forum van artikel 5, lid 3, van de Vo. Brussel I zou samenvallen met het forum actoris, hetgeen in strijd is met het algemeen criterium van de woonplaats van verweerder. Zij wijst op het feit dat verweerster geen enkele vordering tot schadevergoeding tegen haar heeft ingediend zodat de plaats van de schade zich niet in ITA kan bevinden. 

IEFBE 1922

Vraag aan HvJ EU: Mag een merkinbreukvordering worden afgewezen vanwege te kwader trouw, nog vóór de beoordeling reconventionele nietigheidsvordering?

HvJ EU - CJUE 8 sep 2016, IEFBE 1922; (Raimund tegen Aigner), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-mag-een-merkinbreukvordering-worden-afgewezen-vanwege-te-kwader-trouw-nog-v-r-de-be

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 september 2016, C-425/16; IEF 16230; IEFbe 1922 (Raimund) (gov.uk) Merkenrecht.

Verzoeker is sinds 17-05-2005 (‘met voorrang’) houder van het Uniewoordmerk ‘Baucherlwärmer’, een kruidenmengsel dat hij sinds circa 2000 met die naam aanduidt. Ook verweerster handelt in een dergelijk kruidenmengsel dat zij met dezelfde naam aanduidt. Verzoeker heeft een vordering tot staking ingesteld, vernietiging van de waren en publicatie van de uitspraak. Verweerster stelt dat verzoeker het Uniemerk in strijd met de goede zeden en te kwader trouw heeft verworven en stelt dan ook een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoekers Uniemerk in. Laatstgenoemde procedure wordt geschorst in afwachting van kracht van gewijsde van de uitspraak op verzoekers vordering; in beroep is de schorsing opgeheven zodat die procedure nog aanhangig is. De rechter in eerste aanleg wijst verzoekers vordering af wegens aanvraag te kwader trouw. Het zou verzoeker bekend zijn geweest dat het kruidenmengsel zowel door verweerster als al door haar vader onder die naam werd samengesteld. Die beslissing wordt in beroep bekrachtigd. De zaak ligt nu voor ‘Revision’ bij de verwijzende rechter. Verzoeker stelt dat de lagere rechters de vraag inzake kwade trouw in de inbreukprocedure niet hadden mogen onderzoeken zonder dat de zaken waren gevoegd, respectievelijk zonder in kracht van gewijsde gegane beslissing in de procedure over de reconventionele vordering.

De verwijzende OOS rechter (Oberster Gerichtshof) stelt vast dat kwade trouw bij aanvraag een absolute nietigheidsgrond is die in de inbreukprocedure alleen geldig kan worden aangevoerd wanneer verweerster op grond daarvan een reconventionele vordering instelt. De vraag rijst echter hoe de reconventionele vordering dient te worden behandeld. Volgens de (Duitstalige) doctrine kan het nietigheidsbezwaar in ieder geval pas slagen wanneer het merk in de procedure inzake de reconventionele vordering nietig is verklaard. Het is echter niet duidelijk of de beslissing over de reconventionele vordering al in kracht van gewijsde moet zijn gegaan. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU:

IEFBE 1912

Prejudicieelgestelde vraag aan Grondwettelijk Hof: Schendt XI.29 WER de Grondwet wanneer toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied is vereist?

Grondwettelijk hof - Cour constitutionelle 4 feb 2016, IEFBE 1912; (nv Europlasma tegen P2i Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieelgestelde-vraag-aan-grondwettelijk-hof-schendt-xi-29-wer-de-grondwet-wanneer-toepassing-v

Rechtbank van Koophandel (afd.) Gent 4 februari 2016, IEFbe 1912 (nv Europlasma tegen P2i Ltd) En français ci-dessous. De volgende prejudiciële vraag is aan het Grondwettelijke Hof gesteld: 

Schendt artikel XI.29 § 1, b WER van 28 februari 2013, de principes van gelijkheid en non-discriminatie zoals vervat in artikels 10 en 11 van de Belgische Grondwet en het eigendomsrecht zoals vervat in artikel 16 van de Belgische Grondwet en artikel 1 van het Eerste Protocol van 20 maart 1952 bij het EVRM, al dan niet in samenhang gelezen met artikels 10 en 11 van de Belgische Grondwet, wanneer de interpretatie van artikel XI.29, § 1, b WER voor de toepassing ervan vereist dat, naast het bestaan van een aanbod in België om de werkwijze toe te passen, dit aanbod zou gemaakt worden met het oog op een daaropvolgende toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied ?

IEFBE 1896

Une offre qui n'est pas émise à partir du territoire belge peut néanmoins porter atteinte à un brevet couvrant ce territoire si elle a un effet concret sur celui-ci

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 19 feb 2016, IEFBE 1896; (Nouvag), https://ie-forum.be/artikelen/une-offre-qui-n-est-pas-mise-partir-du-territoire-belge-peut-n-anmoins-porter-atteinte-un-brevet-cou

Cour de cassation, 19 février 2016, IEFbe 1896; C.14.0328.F (Nouvag)
NL Samenvatting (hieronder) Cour d'appel de Bruxelles 30 janvier 2014 et arrêt 3 février 2012. Brevets. L'offre ne désigne pas seulement l'offre en vue de la vente, mais également l'offre en général, par exemple l'offre en vue de la location, de la concession de licence, de prêt ou de don; les conditions dans lesquelles s'effectue cette offre importent peu, que ce soit par écrit, oralement, par téléphone, par voie d'exposition, de présentation ou de toute autre manière; il n'est pas requis que le produit contrefaisant soit physiquement présent au moment de l'offre; il suffit que l'offrant soit prêt à livrer le produit couvert par le brevet aux conditions précisées dans l'offre.

 

IEFBE 1893

HvJ EU: Is einde van erkenningsprocedure onder 28 lid 4 Geneesmiddelenverordening hetzelfde als handelscertificaat

HvJ EU - CJUE 28 jul 2016, IEFBE 1893; (MSD tegen Comptroller-General), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-is-einde-van-erkenningsprocedure-onder-28-lid-4-geneesmiddelenverordening-hetzelfde-als-hand

Prejudiciële vraag gesteld aan HvJ EU 29 juli 2016, IEF 16169; IEFbe 1893; RB 2746; LS&R 1354 (MSD tegen Comptroller-General)
ABC. Octrooi. Erkenning handelsvergunning .

(1) Is an end of procedure notice issued by the reference member state under Article 28(4) of the Medicinal Products Directive equivalent to a granted marketing authorisation for the purposes of Article 3(b) of the SPC Regulation?
(2) If the answer to question (1) is no, is the absence of a granted marketing authorisation at the date of the application for a certificate an irregularity which can be cured under Article 10(3) of the SPC Regulation once the marketing authorisation has been granted?

IEFBE 1890

Presentaties Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders' rights

The Netherlands EU Presidency 2016, Symposium speeches, Finding the Balance - Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders’ rights, 18 mei 2016. Different EU Member States, stakeholders and the European Parliament have expressed their concern regarding this situation, especially after a ruling of the Enlarged Board of Appeal of the European Patent Office last year on the patentability of products resulting from essential biological processes. In order to find a way for restoring the balance, the Netherlands Presidency will host a symposium together with the European Commission to discuss the issue with both Member States and stakeholders and explore possible ways forward.

 

IEFBE 1866

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.

Scheidslijn van octrooilicenties functional foods en medische toepassing

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 7 jun 2016, IEFBE 1866; ECLI:NL:GHDHA:2016:3367 (Ablynx tegen Unilever), https://ie-forum.be/artikelen/scheidslijn-van-octrooilicenties-functional-foods-en-medische-toepassing

Hof Den Haag 7 juni 2016, IEF 16106; IEFbe 1866; LS&R 1345; ECLI:NL:GHDHA:2016:3367 (Abylynx tegen Unilever) Zie eerder IEF 14519 en IEF 13316. Octrooirecht. Licenties. Uitleg 'gereserveerde sector'. Toepassing Belgisch/Nederlands recht. Unilever kreeg een licentie voor exploitatie van de Hamers-octrooien voor o.a. verpakte functional foods, Ablynx voor medische toepassingen. Het gaat over de scheidslijn van die twee gebieden. Het hof verklaart voor recht dat Unilever inbreuk maakt voor zover VHH Product een therapeutische of profylactische werking heeft ten aanzien van specifieke pathogenen. Het opleggen van een moratorium is te beschouwen als een vorm van schadevergoeding, het hof is van oordeel dat de verklaring voor recht voldoende is.