DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 1010

UPC IT e-Filing available to test

The prototype e-filing / case management system is now available to test. If you would like to test it and provide feedback please visit https://prototype.unified-patent-court.org/. Testers can supply feedback using the 'BugHerd' feedback application using the button at the bottom right-hand of the screen (this allows you to click on and highlight certain parts of the prototype, such as fields in forms, and write notes about them).

Purpose of the prototype The prototype is being configured using an off-the-shelf product, based on UPC draft Rules of Procedure 13-28, allowing testers to file an infringement claim. Feedback from testers is being used over October and November 2014 to help us continue configuration in an iterative way and to then evaluate lessons to inform the procurement process. The purpose of the prototype is to test the viability of a cloud-based, off-the-shelf, configured system for the UPC, where data is stored by a supplier and can be accessed securely from any location. We are also learning lessons about user-friendliness, and how to ensure the system might support the UPC Rules of Procedure. Further information on the prototype and what we hope it will achieve can be found on the prototype site.

Next steps We will use lessons from the prototype to inform the tender for the UPC e-Filing and case management solution. We plan a full, open procurement process, with publication of the procurement notice in the Official Journal of the European Union in November 2014 and contract award in summer 2015.

IEFBE 1002

Ook naar buitenlandse uitspraken kijken voor de ogenschijnlijke geldigheid EU octrooi

Hof van Cassatie 12 september 2014, IEFbe 1002 (Syral tegen Roquette Freres)
Uitspraak aangebracht door Fernand de Visscher, Caroline De Baets en Eric De Gryse, Simont Braun. Eerder: IEFbe 794 en IEFbe 616. Beslag inzake namaak. Door te oordelen dat vernietiging van een bepaald luik van een EU octrooi enkel territoriale werking heeft en door definitieve vernietigingsuitspraken van buitenlandse (Engelse) rechtbanken terzijde te laten bij de beoordeling van de ogenschijnlijke geldigheid van het Belgische luik van het EU octrooi, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht. Het arrest wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen naar het Hof van Beroep te Brussel.

8. (...) Krachtens artikel 138 par 1, van het voormeld Verdrag kan een Europees octrooi met rechtsgevolgen in een Verdragsluitende Staat slechts nietig worden verklaard in de aldaar bepaalde gevallen zodat de geldigheid van een Europees octrooi in elke Verdragsluitende Staat waarvoor het octrooi werd verleend op grond van dezelfde criteria moet worden getoetst.

Hieruit volgt dat, hoewel de nietigverklaring van een Europees octrooi, verleend voor een bepaalde Staat, enkel uitwerking heeft op het territorium van die Staat en dienvolgens geen rechtsgevolgen sorteert in een andere Staat, deze nietigverklaring en de daaraan ten grondslag liggende motieven pertinent kunnen zijn bij de beoordeling van de ogenschijnlijke geldigheid van het octrooi in een andere staat waarvoor het werd verleend.

10. Door te oordelen dat de vernietiging van een bepaald luik van een Europees octrooi enkel territoriale werking heeft en op die grond de definitieve uitspraken van de Engelse rechtbanken waarbij het Engelse luik van het Europees octrooi nietig werd verklaard, terzijde te laten bij de beoordeling van de ogenschijnlijke geldigheid van het Belgische luik van het Europese octrooi, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht.

Op andere blogs:
Eubelius

IEFBE 997

KB uitvoeringsoctrooien en IE in WER

1° de artikelen I.13, 1° tot 5°, en I.14 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd door artikel 2 van de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
2° de artikelen XI.1 tot XI.91 en XI.338 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd door artikel 3 van de voornoemde wet van 19 april 2014;
3° de artikelen 25 tot 30, 32, §§ 3 en 4, 33 tot 36 van de voornoemde wet van 19 april 2014.".
Afdeling 2. - Inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 maart 2014 inzake uitvindingsoctrooienArt. 59. De artikelen 1, 2, 3, 7, 8, 11 tot 24, 26 tot 28, 30 tot 42, 44, 45 en 50 van het koninklijk besluit van 9 maart 2014 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de aanpassing aan de wet van 10 januari 2011 ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, alsook tot wijziging van diverse bepalingen inzake uitvindingsoctrooien, treden in werking op 22 september 2014.

1° les articles I.13, 1° à 5°, et I.14 du Code de droit économique, insérés par l'article 2 de la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre XI, "Propriété intellectuelle" dans le Code de droit économique, et portant insertion des dispositions propres au livre XI dans les livres I, XV et XVII du même Code;
2° les articles XI.1er à XI.91 et XI.338 du Code de droit économique, insérés par l'article 3 de la loi du 19 avril 2014 précitée;
3° les articles 25 à 30, 32, §§ 3 et 4, 33 à 36 de la loi du 19 avril 2014 précitée. ».
Section 2. - Entrée en vigueur de l'arrêté royal du 9 mars 2014 en matière de brevets d'invention
Art. 59. Les articles 1er, 2, 3, 7, 8, 11 à 24, 26 à 28, 30 à 42, 44, 45 et 50 de l'arrêté royal du 9 mars 2014 portant modification de divers arrêtés royaux en vue, notamment, de l'adaptation à la loi du 10 janvier 2011 d'exécution du Traité sur le droit des brevets d'invention et de l'Acte portant révision de la Convention sur la délivrance de brevets européens, et portant modification de diverses dispositions en matière de brevets d'invention entrent en vigueur le 22 septembre 2014.
IEFBE 989

Benelux Patent Platform Belgium

In het kader van de Benelux Organisatie voor Intellectuele Eigendom hebben de Nationale bureaus voor Intellectuele Eigendom in België, Nederland en Luxemburg een gemeenschappelijk IT-systeem, the Benelux Patent Platform (BPP) ontwikkeld– om alle bedrijfsprocessen die verband houden met octrooien voor de drie nationale bureaus te moderniseren en te ondersteunen: eRegister, eFiling en MyPage. Vanaf vandaag kunt u van BPP België gebruikmaken. Meer weten: FOD Economie.

Dans le cadre de l’Organisation Benelux de la Propriété Intellectuelle, les offices nationaux de la propriété intellectuelle de Belgique, des Pays-Bas et du Luxembourg ont développé un système IT commun, la Benelux Patent Platform (BPP) afin de moderniser et de soutenir tous les processus de gestion liés aux brevets pour les trois offices nationaux: eRegister, eFiling en MyPage. Savoir plus: SPF Economie.

De drie nationale bureaus hebben een gemeenschappelijk IT-systeem ingevoerd en hebben hun bedrijfsprocessen en wettelijke procedures in grote mate geharmoniseerd en blijven hierbij hun bedrijfsprocessen op nationaal niveau voortzetten. De belangrijkste drijfveren om het gemeenschappelijk Benelux Patent Platform door te voeren, zijn de volgende:

  • De drie nationale systemen die de bedrijfsprocessen die verband houden met octrooien moesten worden geactualiseerd en gemoderniseerd: een gemeenschappelijk platform is economisch veel voordeliger dan de afzonderlijke systemen in de verschillende nationale bureaus.
  • Een gemeenschappelijk platform biedt octrooiaanvragers en de industrie een coherente dienstverlening en zorgt voor een betere samenwerking met andere IP-organisaties (WIPO, EPO en octrooiprofessionals).
  • De verbetering van de interne bedrijfsprocessen biedt de octrooiaanvragers en de ganse industrie directe voordelen in termen van kwaliteitsvolle dienstverlening en tijdsbeheer.

FOD Economie

IEFBE 988

Verslag AIPPI Toronto en resoluties

Van 14-17 september vond het World Intellectual Property Congres van AIPPI plaats in Toronto. Ongeveer 12 leden van de VIE, de Nederlandse groep van AIPPI, waren daarbij aanwezig. Tijdens het ExCo zijn er vier nieuwe resoluties aangenomen naar aanleiding van de zgn. working questions:
Q238: Second medical use or indication claims
Q239: The basic mark requirement under the Madrid System
Q240: Exhaustion issues in copyright law
Q241: IP licensing and insolvency

Daarnaast is er een bijzondere resolutie aangenomen over Prior User Rights, die was voorbereid door de Special Committee voor patents. Q228 Patents.

De teksten van deze resoluties zijn tot stand gekomen op basis van de rapporten die door de diverse nationale groepen zijn opgesteld en op basis van de debatten die in Toronto hebben plaatsgevonden. Met name voor de resolutie over prior user rights is ter plaatse flink gelobbyd, waarbij ook de Nederlandse groep actief heeft deelgenomen om ervoor te zorgen dat volgens de resolutie prior user rights niet beperkt zijn tot die uitvoeringsvormen die door de voorgebruiker voor de prioriteitsdatum van het octrooi zijn gebruikt, maar dat eenvoudige aanpassingen zijn toegelaten.

In 2015 zal er weer een World Congress zijn. Dit zal plaatsvinden in Rio de Janeiro van 9 – 15 oktober. Daar zullen wederom delegates van alle nationale groepen discussiëren over vier nieuwe vragen met de bedoeling daarvoor resoluties aan te nemen. De vragen die in Rio aan de orde zullen komen zijn:

Q242: Inventorship of multinational inventions
Q243: Taking unfair advantage of trade marks: parasitism and freeriding
Q244: Exceptions to and limitations of copyright protection for libraries and archives, and for educational and research institutions
Q245: Trade secrets

Leden van de Nederlandse Vereniging voor Intellectueel Eigendom kunnen zich nu vast bij het secretariaat aanmelden voor deelname aan een werkgroep voor één of meer van de vragen. Zodra de working guidelines door het Bureau van AIPPI in Zwitserland zijn opgesteld, zullen de werkgroepen aan het werk kunnen.

IEFBE 963

Jaarverslag Orde van Octrooigemachtigden over Benelux Patent Platform

Nederlandse Orde van Octrooigemachtigden, Orgaan 236, Convocaat en jaarverslag 2013.
Pagina 11: Internet bereikbaarheid blijft essentieel. Onderdeel hiervan is het Benelux Patent Platform/IT samenwerking: Op 14 februari 2013 was de kick-off van dit platform. Het systeem is eerst getest en live gegaan in België. In Nederland zal deze in november 2014 live gaan. Het online filing systeem zal worden vernieuwd en een ‘my page’ wordt geïntroduceerd.
Lees verder

IEFBE 961

Nietig octrooi voor elektronisch betalen

Hof van Beroep Brussel 1 april 2014, IEFbe 961 (Luc tegen Atos Worldwide)
Octrooirecht. Nietigheid wegens gebrek uitvinderswerkzaamheid. Atos heeft in 1999 een toestel “X-ZAM/SMASH” op de markt gebracht, bestemd voor elektronisch betalen. Eiser was houder van een octrooi BE 927 met als voorwerp een “mobiele interface met GSM protocol voor elektronisch bankieren”. In eerste aanleg is het octrooi van appellant nietig verklaard. Het hof besluit dat de uitvinding niet voldoet aan de voorwaarde van de uitvinderswerkzaamheid. Deze voorwaarde was reeds op 4 oktober 1999 niet vervuld, waardoor de nietigverklaring met terugwerkende kracht (ex tunc) geschiedt.

1.  (…) Atos heeft in 1999 een toestel "X-ZAlvllSMASH" op de markt gebracht, bestemd voor elektronisch betalen. Dit toestel y3s aangesloten op het vaste telefonienetwerk. Aangezien het op een vast netwerk aangesloten diende te zijn, kon het niet gebruikt worden zonder aan de muur te zijn gekoppeld via een kabel.

2.    De heer […] was houder van een Belgisch octrooi BE 1 012 927, hierna "BE 927", met als voorwerp een 'mobiele interface met GSM-protocol voor elektronisch bankieren", door de Dienst voor de Industriële Eigendom verleend op 5 juni 2001, met aanvangsdatum (datum indiening aanvraag) 4 oktober 1999, Het betrokken octrooi wed toegekend zonder voorafgaand onderzoek van zijn octrooieerbaarheid, zonder waarborg voor zijn waarde of van de juistheid van de beschrijving der uitvinding en op eigen risico van de aanvrager (cfr. stuk I van de heer […]).

20. (…) Aangezien er aanwijzingen bestonden in de stand van de techniek die de gemiddelde vakman, geconfronteerd met het technisch probleem, ertoe zouden gebracht hebben om deze stand van de techniek te wijzigen of aan te passen op basis van deze aanwijzingen ten einde de uitvinding te realiseren, aangezien BE 927 niet verder reikt dan de eenvoudige logische ontwikkeling van de stand van de techniek, en aangezien blijkt dat de vakman op de datum van de octrooiaanvraag (in casu 4 oktober 1999) op basis van zijn kennis van de stand van de techniek, op voor de hand liggende wijze tot hetgeen als uitvinding wordt opgeëist, zou gekomen zijn, voldoet de uitvinding  niet aan de voorwaarde van uitvinderswerkzaamheid (en dus aan artikel 6 BOW).

23. Atos vordert de nietigverklaring van BE 927 met terugwerkende kracht. De nietigverklaring is ex tunc. Hiervoor werd uiteengezet waarom het hof oordeelt dat het voorwerp van het octrooi BE 921 niet voldoet aan de wettelijke voorwaarde van de uitvinderswerkzaamheid. Deze voorwaarde was reeds op 4 oktober 1999 niet vervuld.
IEFBE 946

Uitwerking voorlopige maatregelen in strijd met recht

Hof van Cassatie België 26 juni 2014, IEFbe 946 (Sandoz en Accord Healthcare tegen Astrazeneca)
Octrooirecht. Eiseressen vorderden dat de duur van een eventueel tegen hen uitgesproken inbreukverbod op het octrooi EP 364 slechts van kracht zou blijven totdat een uitspraak wordt gedaan door een Belgische rechtbank [zie eerder IEFbe 698]. De appelrechters die aan de voorlopige maatregelen uitwerking geven tot na het tijdstip waarop het octrooi bij een beslissing van de bodemrechter wordt vernietigd, doen dit niet overeenkomstig het geldend recht. Het hof vernietigt het bestreden arrest in zoverre dat deze vordering als ongegrond wordt afgewezen [vergelijk IEFbe 942 Sandoz tegen Bayer].

6. Uit het geheel van de voormelde bepalingen volgt dat, niettegenstaande het bepaalde in artikel 51 Octrooiwet, de kortgedingrechter niet kan beslissen dat de door hem genomen maatregelen nopens betwiste octrooirechten uitwerking zullen hebben totdat de beslissing van de bodemrechter tot vernietiging van het octrooi in kracht van gewijsde is getreden. Dit sluit niet uit dat de kortgedingrechter bij de beoordeling van de ogenschijnlijke rechten van de octrooihouder, niettegenstaande de vernietigingsbeslissing, bewarende maatregelen treft indien de octrooihouder voldoende aannemelijk maat dat zijn rechtsmiddel tegen deze beslissing succesvol zal zijn en dergelijke maatregelen geboden zijn gelet op de omstandigheden van de zaak zoals de duur van de procedure en de omvang van de mogelijke schade.

7. De eiseressen vorderden dat de duur van een eventueel tegen hen uitgesproken inbreukverbod op het octrooi van de verweersters slechts van kracht zou blijven tot een uitspraak ten gronde van een Belgische rechtbank. De appelrechters verwerpen dit verweer met de reden dat "bij het verzoek van [de eiseressen] (…) immers geen rekening (wordt) gehouden met het niet bij voorraad uitvoerbare karakter van een eventuele beslissing tot vernietiging van het octrooi in eerste aanleg, en de schorsende werking van een eventuele voorziening in cassatie tegen een dergelijke beslissing in hoger beroep".

8. De appelrechters die aldus aan de voorlopige maatregelen uitwerking geven tot na het tijdstip waarop het octrooi bij een beslissing van de bodemrechter wordt vernietigd, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.
IEFBE 942

Tot een uitspraak ten grond, onverminderd de schorsende werking van hoger beroep

Hof van Cassatie van België 26 juni 2014, IEFbe 942 (Sandoz tegen Bayer Pharma)
Uitspraak ingezonden door Jan-Diederik Lindemans en Kristof Roox, Crowell & Moring. Octrooirecht. Gerechtelijk recht. Het Hof oordeelde [IEFbe 708] dat Sandoz prima facie per equivalentie inbreuk maakt op het Europees octrooi EP 840 van Bayer. Het Hof van Cassatie vernietigt het bestreden arrest in zoverre het de vordering van de eiseres die ertoe strekte te horen zeggen dat het inbreukverbod hoogstens van kracht blijft tot een uitspraak ten gronde van een Belgische rechtbank tussenkomt, als ongegrond afwijst. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest.

5. De eiseres vorderde dat de duur van een eventueel tegen haar uitgesproken inbreukverbod op het octrooi van de verweerster slechts van kracht zou blijven tot een uitspraak ten gronde van een Belgische rechtbank.
De appelrechters verwerpen dit verweer met de reden dat "bij het verzoek van [de eiseres] (...) immers geen rekening (wordt gehouden met het niet bij voorraad uitvoerbare karakter van een eventuele beslissing tot vernietiging van het octrooi in eerste aanleg, en de schorsende werking van een eventuele voorziening in cassatie tegen een dergelijke beslissing in hoger beroep" en beslissen dat de door hen opgelegde maatregelen zullen gelden "tot een uitspraak ten grond, onverminderd echter de schorsende werking van het hoger beroep".