IEFBE 3835
28 november 2024
Uitspraak

Vacature Doctoraatsonderzoeker intellectuele rechten Universiteit Gent

 
IEFBE 3832
27 november 2024
Artikel

UPC overzicht: 19 t/m 25 november 2024

 
IEFBE 3834
25 november 2024
Uitspraak

Aanvraag uniebeeldmerk 'Russian Warship, Go F**k Yourself' terecht afgewezen

 
IEFBE 1033

Contrefaçon de droit d'auteur sur des interrupteurs avec mauvaise foi

Cour d'appel Liège 24 juin 2014, IEFbe 1033 (Lithoss contre Luxonov)
Décision envoyée par André D'Halluin et Francis Van Remoortel, D'Halluin - Lattrez & Van Remoortel.
Droit d'auteur. Concurrence déloyale et parasitaire. La cour dit que les interrupteurs de la gamme KYOTO de LUXONOV constituent des violations des droits d'auteurs de LITHOSS (DESIGNED SWITCHES). La cour dit que les actes de contrefaçon constatés par l'arrêt du 5 decembre 2013 ont été commis avec mauvaise foi par LUXONOV. La Cour faire injonction à la LUXONOV de cesser la contrefaçon constatée et de retirer du commerce des objets contrefaits déjà mis en circulation. La cour désigne un expert.
Lees verder

IEFBE 1032

La traduction de certains titres de TinTin

Cour d'appel de Bruxelles 12 juin 2014, IEFbe 1031 (X contre Moulinsart)
Moulinsart est la titulaire, pour le monde entier, de l'ensemble des droit patrimoniaux d'exploitation des œuvres d'Hergé. La demande a été étendue afin de voir le tribunal constater que la traduction de certains titres des œuvre de X constituait une traduction non-autorisée et une violation des droits patrimoniaux sur l'œuvre.

La cour ... dit l'action prescrite en ce qu'elle vise les ouvrages "Les débuts d'Hergé. Du dessin à la bande dessinée" et "Hergé. Chronologie d'une œuvre. Tome 1 - 1907 - 1931" écrits par Monsieur Philippe Godin.
Dit l'action non fondée en ce qu'elle vise les ouvrages "De Kunst van Hergé" et "The Art of Hergé" écrit originairement en français par le même auteur et traduits par A et M.
Ordonne que l'ouvrage de Philippe Godin "Les débuts d'Hergé. Du dessin à la bande dessinée" dédicacé à X soit conservé par le greffe, au coffre, après que procès-verbal ad hoc aura été dressé.
IEFBE 1035

Systematisch opvragen verzekeringsdatabank van thuis uit is normaal

Hof van Beroep Antwerpen 23 juni 2014, IEFbe 1035 (Sofim Verzekeringsadvies tegen XYZ) (LET OP: 19Mb)
Databankenrecht. Concurrentie. Sofim maakt gebruik van beheers- en productiesoftwarepakket en zo werd op basis van prestaties van jaren een databank gecreëerd door ingeven van gegevens van clienteel. XYZ werd benoemd en belast met het dagelijks bestuur, maar de samenwerking eindigde en hij werkt mee aan het opzetten van een concurrentiële structuur. Sofim toont niet aan dat de verhouding tussen de hoeveelheid opgevraagd gegeven uit de databank en de omvang van de totale inhoud substantieel is. Uit de abstractie van het beschrijvend beslag inzake namaak kan geen onrechtmatigheid worden afgeleid. Dat XYZ regelmatig en systematisch de databank raadpleegde is, gelet op de aanstelling bij Sofim en thuiswerkmogelijkheden, niet vreemd. Het systematisch opvragen was niet strijdig met de normale exploitatie van de databank.
Lees verder

IEFBE 1034

BMM 40 jaar - Jubileumnieuws

De feestelijke editie van het BMM Lustrum komt steeds dichterbij. We ontvingen reeds meer dan 185 inschrijvingen voor het feest op donderdag in Den Bosch. Daartussen bevinden zich ook oud-voorzitters uit de voorbije 40 jaar. Er zijn op donderdag tal van verrassingen gepland en het optreden van een band bestaande uit BMM-leden.

Bent u nog niet ingeschreven, doe dit dan meteen via bmm.nl/lustrum aan het ledenvoordeeltarief van slechts €100 voor de twee dagen (niet leden betalen €290). Spreek ook af met collega’s of jaargenoten om een tafel te vormen voor het feest. Het secretariaat zal aan de initiatiefnemer die 8 tot 10 namen doorgeeft een tafel toewijzen.

Wij zien er naar uit u op onze 40 jarige Lustrumbijeenkomst te mogen begroeten voor het concert, het lustrumfeest en/of het academisch gedeelte van vrijdag over “Merk en Muziek”.

IEFBE 1031

Le signe MULTY interdit pour les produits d'entretien

Cour d'appel de Liège 5 juin 2014, IEFbe 1031 (Eco Multy contre Multy Mousse)
Multy group est titulaire de trois marques (contenant le signe) MULTY pour des ustensiles de cuisine et pour des articles de ménage. ECO MULTY vend, quant à elle, toutes les gammes de produits et de machines d'entretien. La Cour d'appel de Liège confirme le jugement entrepris sous l'émendation que la somme allouée en principal à titre de dommage et intérêts est portée à €2.500 et interdit à la SPRL ECO MULTY tout usage du signe "MULTY".
Lees verder

IEFBE 1030

In de tijdschriften/dans les revues 2014-10

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de bladen, voor de sites dient u in te loggen:

 
 

Berichten IE:
Artikel - Inbreuk vs nietigheid in grensoverschrijdende gevallen; is de Nederlandse octrooirechter bevoegd? – Lianne Kelkensberg en Jaap Bremer
Rechtspraak - Merkenrecht
Nr. 53 HvJ EU 10 juli 2014, zaak C 421/13, Apple Inc./Deutsches Patent und Markenamt, IEF 14031 – met noot van P.A.C.E. van der Kooij
Rechtspraak in het kort- Merkenrecht
Nr. 54 HvJ EU 10 juli 2014 Zaak C 420/13, Netto Marken-Discount AG & Co. KG/Deutsches Patent- und Markenamt, IEF 14030
Nr. 55 Gerechtshof Den Haag 15 juli 2014, Kettle Foods/Intersnack, IEF 14084
Nr. 56 Gerechtshof Den Haag 22 juli 2014, Recticel Bedding (Schweiz) en Recticel/Swiss Sense, IEF 14059, ECLI:NL:GHDHA:2014:2418
Handelsnaamrecht
Nr. 57 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2013, Bel Installatietechniek/ITW Eibergen, IEF 13886, ECLI:NL:GHARL:2013:9630/IEF 13460,ECLI:NL:GHARL:2013:9705

GRUR Int.
Oliver Brexl
Higher Regional Court (OLG) Frankfurt: text dictated by Jesus enjoys copyright protection

Tilman Müller and Volkmar Henke
Patent enforcement as a violation of antitrust law: EU Commission decisions in Samsung and Motorola

IP in Review
Michael Factor
Of patents and prejudice: IP and innovation at work

Aurelia J. Schultz
Towards a New IP World Order?

IER
IER 2014/51: Darmstadt/Eugen Ulmer
IER 2014/62: Lancaster 365 serum
IER 2014/50: PRCA/Newspaper Licensing Agency Ltd e.a.
IER 2014/54: Apple/Samsung
IER 2014/60: Louis Vuitton/BHIM
IER 2014/49: TMG/NPO
IER 2014/52: UPC Telekabel Wien/Constantin Film Verleih
IER 2014/59: Pi-Design/Yoshida Metal Industry
IER 2014/55: Ferring/Reprise
IER 2014/56: Gautzsch/Duna
IER 2014/57: Backaldrin/Pfahnl
IER 2014/61: Sandoz/Abbvie
IER 2014/48: Ryanair/PR Aviation
IER 2014/53: Innoweb/Wegener
IER 2014/58: Prevdent/Unilever

JIPLP
Jeremy Phillips The typical licence royalty rate: a time of change
Pablo A. Palazzi - Patents: Lack of provisional protection for patents applications in Argentina and interpretation of experimental use
Charles R. Macedo, Reena Jain, and Victor Wang - Patents: US Supreme Court rewrites standard for claim indefiniteness analysis
Eddy D. Ventose - Patents: Federal Circuit rules that cloned animals are not patentable
Leigh Smith - Trade marks: OHIM and national trade mark offices introduce common practice on the interpretation of black and white trade marks
Michele Giannino - Trade marks: Don't touch my Ferrari! Unofficial fan clubs may infringe trade marks of their favourite sport teams
Tristan Sherliker - Trade marks: Inclarity and trade mark invalidity: IP translator considered
Kingsley Egbuonu - Trade marks: Norwich Pharmacal orders: business interests and ‘exemplary’ conduct can be relevant
Paul Joseph and Adam Cusworth - Copyright: Meltwater: liability for internet browsing
Stephanie Essey - Copyright: Try bombed—rugby league injunction application fails
Jenny Bonwick - Copyright: US Ninth Circuit confirms validity of Copyright Office's simplified registration procedure for collective works
Nina O'Sullivan - Designs: Karen Millen v Dunnes Stores: CJEU clarifies ‘individual character’ requirement for Community designs
Hannah Crowther - Data protection: Google v Spain: is there now a ‘right to be forgotten’?
Ferdinand Graf and Marija Križanac - Utility Models: Program logic in the field of intellectual property: protectability under Austrian law
Articles
Joseph Straus - The Bolar exemption and the supply of patented active pharmaceutical ingredients to generic drug producers: an attempt to interpret Article 10(6) of Directive 2004/27
John A. Tessensohn - Expanding the realm of the senses: non-traditional trade marks in Japan
Paul England - In? Out? What's it all about? Patent opt-out and withdrawal in the UPC
Nuno Sousa e Silva - What exactly is a trade secret under the proposed directive?

Mediaforum
Opinie - Na 25 jaar toch bronbescherming in de wet? Willem F. Korthals Altes
Rechtspraktijk - Kanttekeningen bij de nieuwe must-carry-regeling Paul Kreijger
Oratiebespreking - Achter de schermen van het telecommunicatierecht Jannetje Bootsma
Oratiebespreking - Telecommunicatierecht in het digitale tijdperk 3.0 Bas Braeken
Jurisprudentie
Nr. 19 EHRM 12 juni 2014, Couderc & Hachette Filipacchi Associ-s/France m.nt. S.M. Kingma
Nr. 20 HvJ EU 19 juni 2014, TDC A-S/Teleklagen-vnet m.nt. W. Sauter
Nr. 21 CBB 5 juni 2014, SD&P/ACM m.nt. G.J. Zwenne & M. van Hooidonk

IEFBE 1029

La publication DE VLAAMSE KLEISCHUTTER est plus que lacunaire

Cour d'appel Liège 26 juin 2014, IEFbe 1029 (Browning contre X)
Brevet. Browning est titulaire d’un brevet EP 0982 558 A2 couvrant un "busc réglable pour crosse de fusil". La demande formulée par l'appelant tend à entendre prononcer l'annulation du brevet européen avec effet rétroactif à la date du dépôt ainsi qu’à entendre allouer 1.000.000 € à titre de dommage et intérêts pour les gains financiers considérables. Par le présent arrêt, la cour d’appel de Liège fait droit à la demande d'annulation du brevet européen de BROWNING et dit pour droit que la mesure d'instruction ordonnée par le premier juge (et destinée à vérifier si l'invention brevetée par BROWNING diffère de l'état de la technique) était justifiée. La publication dans la revue spécialisée "De Vlaamse Kleischutter" (octobre 1997) est plus que lacunaire et ne permet pas de contester l'absence de nouveauté. La Cour confirme le jugement entrepris.

p. 10. L'appelante ne peut dès lors se retrancher derrière le caractère plus que lacunaire de la publication du X pour contester l'absence de nouveauté des revendication annulées par le premier juge.
IEFBE 1028

Auteursrechtinbreuk door nalaten speellijsten op te stellen

Hof van beroep Antwerpen 2 juni 2014, IEFbe 1028 (Sabam tegen BVBA ID&T)
Auteursrecht. Naburige rechten. Muziekrechten. Zie eerder IEFbe 460. ID&T organiseert verschillende muziekfestivals, waaronder het evenement Tomorrowland. Deze zaak gaat over de toepassing van de door SABAM gehanteerde tarieven, met als resultaat dat ID&T in het verleden te weinig, of geen auteursrechten betaalde. SABAM vordert dat ID&T geen muzieknummers uit haar repertoire mag mededelen aan het publiek, in het bijzonder tijdens het festival Tomorrowland. De rechtbank verklaart het verzet van de geïntimeerde toelaatbaar en gegrond. Hiertegen wordt hoger beroep ingesteld. Het hof besluit dat ID&T de haar in ruil voor de toestemming van SABAM om het door haar beheerd repertoire te gebruiken opgelegde verplichting tot mededeling van speellijsten per manifestatie, niet nakomt. Er is inbreuk op de auteursrechten bewezen. Het hof verklaart het hoger beroep toelaatbaar en gegrond.

4.2.2. Het hoger beroep

4.2.2.1. Anders dan de geïntimeerde is het hof van oordeel dat de appellante bewijst dat de geïntimeerde meerdere inbreuken pleegde op de auteursrechten van de appellante.

(...)

Aangezien het concept van de door de geïntimeerde georganiseerde evenementen sedert 25 november 2008 niet gewijzigd is, kan het hof de bewering van de geïntimeerde als zou zij materieel in de onmogelijkheid zijn deze speellijsten te bezorgen, niet aanvaarden. Haar verbintenis in de overeenkomst van 26 november 2008 om deze speellijsten per manifestatie te zullen bezorgen aan de appellante houdt immers de erkenning in dat de opstelling van dergelijke speellijsten mogelijk is.

Het hof besluit dat de geïntimeerde de haar in ruil voor de toestemming van de appellante om het door haar beheerd repertoire te gebruiken opgelegde verplichting tot mededeling van speellijsten per manifestatie, niet nakomt.

4.2.2.2. Uit het voorgaande volgt het besluit dat de appellante het bestaan bewijst van de inbreuken door de geïntimeerde op de auteursrechten van de appellante. De geïntimeerde leefde de op haar rustende verplichtingen die de appellante haar in de overeenkomst van 26 november 2008 oplegde om het door haar beheerde repertorium te gebruiken op Tomorrowland 2010 en 2011 en Qontinent 2011 niet na. Dat de geïntimeerde te goeder trouw zou hebben gehandeld, speelt geen rol.

4.2.2.4. Gelet op de schending door de geïntimeerde van de auteursrechten van de appellante, dient bij toepassing van artikel 87 51 van de Auteurswet de staking daarvan te worden bevolen. Het valt niet te verwachten dat de geïntimeerde zich in de toekomst akkoord zal verklaren met de door de appellante toegepaste tarieven. De geïntimeerde is immers de mening toegedaan dat zij voor het festival Tomonowland recht heeft op een afwijking zowel van de overeenkomst van 26 november 2008 als van de tarieven die de appellante aan de festivals oplegt omdat dit festival niet zou kunnen gekwalificeerd worden als een "muziekfestival conform tarief 271". Nochtans schrijft de geïntimeerde zelf in haar conclusie dat op dit festival gedurende "3 dagen DJ's muziek spelen over 16 podia en dit vanaf 12.00 uur tot 01.00 uur of gedurende 13 uur per dag, waar elke DJ ca 1,5 a 2 uur speelt." Het hof oordeelt dat de appellante in de gegeven omstandigheden Tomorrowland terecht kwalificeert als een festival conform tarief 211. Dat er op het festival door de geïntimeerde een "feeërieke sprookjeswereld" wordt gecreëerd, kan aan het voorgaande niets veranderen. Bovendien blijft de geïntimeerde staande houden dat ze niet bij machte zou zijn speellijsten te bezorgen, terwijl ze zich hiertoe verbond in de overeenkomst van 26 november 2008.

4.2.2.5. Het hof kan het standpunt van de geïntimeerde dat de appellante zich door het instellen van haar stakingsvordering schuldig zou maken aan rechtsmisbruik omdat zij de geïntimeerde het recht van verdediging en betwisting zou ontnemen en haar zonder meer zou dwingen akkoord te gaan met haar afrekeningen, alsook met de door haar eenzijdig opgelegde, deels onuitvoerbaar en onredelijke voorwaarden, niet aanvaarden.

In beginsel handelt de titularis van een subjectief recht bij de uitoefening hiervan rechtmatig. Van rechtsmisbruik is alleen sprake wanneer het subjectief recht wordt uitgeoefend op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd persoon. Een dergelijk rechtsmisbruik veronderstelt dat, wanneer een partij, uitsluitend in haar eigen belang gebruik maakt van een subjectief recht zij daaruit een voordeel treft dat buiten verhouding is met de correlatieve last van de andere partij.

Dat laatste is niet het geval. Als beheersvennootschap van auteursrechten vraagt de appellante voor het gebruik van de muziek die tot haar repertoire behoort aan de geïntimeerde de tarieven 210 en 211.

Anders dan de geïntimeerde laat gelden, leidt de lectuur van de tarieven 210 en 211 niet tot het besluit dat de appellante haar toestemming om de door haar beheerde werken te gebruiken afhankelijk maakt van onuitvoerbare voorwaarden. Het is de geïntimeerde die moeilijk doet over de voorwaarden en die het er moeilijk mee heeft. De geïntimeerde blijft in gebreke op grond van objectieve gegevens haar bewering te bewijzen dat het onmogelijk zou zijn na de festivals speellijsten op te stellen.

Dat het opstellen van deze lijsten zou gepaard gaan met onevenredig nadeel en last voor de geïntimeerde ten voordele van de appellante, acht het hof niet bewezen.

4.2.2.6. Om dezelfde reden oordeelt het hof dat er geen sprake is van misbruik van machtspositie. De appellante beoogt duidelijk alleen met deze procedure te bekomen dat de geïntimeerde niet langer haar auteursrechten schendt en dat ze de appellante vergoedt overeenkomstig de op haar website vastgestelde tariferingsregels. Naar het oordeel van het hof zijn de door de appellante gevraagde tarieven niet als onbillijk te kwalificeren en zijn de opgelegde voorwaarden, die de appellante moeten toelaten de verschuldigde rechten op juiste wijze te berekenen en de door haar geïnde vergoedingen uit te keren aan de respectieve rechthebbenden, niet onmogelijk uit te voeren.

4.2.2.7. Het hof besluit dat het bestreden vonnis moet worden hervormd. De stakingsvordering wordt toegekend zoals hierna bepaald.

5. Beslissing

Het hof beslist bij arrest op tegenspraak.

De rechtspleging verliep in overeenstemming met de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de taal in gerechtszaken.

Het hof:

- verklaart het incidenteel beroep van de geïntimeerde toelaatbaar, maar ongegrond

- verklaart het hoger beroep toelaatbaar en gegrond;

- hervormt het bestreden vonnis;

- doet opnieuw recht als volgt:

- zegt voor recht dat de geïntimeerde inbreuk heeft gepleegd op de auteursrechten van de appellante;

IEFBE 1027

Prejudiciële vragen over belasting op gsm-pylonen, -masten of -antennes

Hof van Beroep Bergen 7 juni 2013, IEFbe 1027, zaak C-346/13 (Stad Bergen tegen KPN; prej. vragen aan HvJ EU)
Telecomrecht. Richtlijn 2002/20/EG. De zaak betreft het heffen van belastingen op het plaatsen van GSM-pylonen en –masten. In 2008 is verzoekster aangeslagen voor drie pylonen (x € 2500 =) € 7500 op grond van een belastingverordening uit maart 2007. Deze belasting wordt geheven op zendpylonen of –masten van een bepaalde omvang die zijn verankerd op een eigen locatie, die bestemd zijn om daarop verscheidene types antennes te plaatsen die nodig zijn voor een goede werking van het mobiele telecommunicatienetwerk en die niet konden worden geïnstalleerd op een bestaande plaats (bijvoorbeeld een dak, kerk, enz). Bij de rechter in eerste aanleg te Bergen wordt verzoekers bezwaar tegen toepassing van deze verordening gehonoreerd op de grond dat de betreffende verordening in strijd is met de Belgische Gw. Verweerster (gemeente Bergen) gaat in beroep bij de verwijzende rechter onder verwijzing naar artikel 13 van RL 2002/20 waarin het EULS wordt toegestaan een vergoeding op te leggen.

Verzoekster verwijst naar het arrest van het HvJ EU in de gevoegde zaken C-55/11, C-57/11 en C-58/11 Vodafone España e.a. waarin het Hof bepaalt dat de EULS enkel bevoegd zijn vergoedingen in de zin van artikel 13 van de RL te vragen, en niet om belasting te heffen. Er is immers geen sprake van een tegenprestatie voor verstrekte diensten of anderszins een administratieve bijdrage in de zin van artikel 12. Ook betwist zij de bevoegdheid van de gemeente in deze. Zij verzoekt de verwijzende rechter het HvJEU een prejudiciële vraag te stellen.

Deze zaak is eerder in juli 2013 door de griffie aangeboden met de mededeling dat de zaak werd geschorst tot arrest zou worden gewezen in C-256/13 en C-264/13 Belgacom e.a.. Maar verzoekster heeft aangegeven dat de uitspraak in die zaken onvoldoende was om haar zaak als afgedaan te beschouwen. C-346/13 zal nu dan ook de gebruikelijke prejudiciële procedure ingaan.

Aangezien de andere door verzoekster aangehaalde arresten RL 97/13 betreffen die op onderhavige zaak niet van toepassing is acht de verwijzende Belgische rechter (Hof van Beroep Bergen) het inderdaad noodzakelijk het HvJEU de volgende vraag voor te leggen:

“Verbiedt artikel 13 van richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten de territoriale lichamen om, om budgettaire of andere redenen, belasting te heffen over de economische activiteit van telecommunicatiebedrijven in de vorm van op hun grondgebied geplaatste GSM-pylonen, -masten of -antennes ten behoeve van deze activiteit?”

« L'article 13 de la Directive «2002/20/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 mars 2002 relative à l'autorisation de réseaux et de services de communications électroniques interdit-il aux collectivités territoriales de taxer, pour des motifs budgétaires ou autres, l'activité économique des opérateurs de télécommunications qui se matérialisent sur leur territoire par la présence de pylônes, mâts ou antennes GSM affectés à cette activité ? »

 

IEFBE 1026

INTA Roundtable on new Trademarks Directive

Presentaties en verslag INTA Roundtable, 8 October 2014. Tomas Westenbroek from BOIP kicked off the Roundtable by giving his view on the new definition of a trademark. The requirement of graphic representation is deleted in the proposals for the new trade mark legislation. However, the requirements as set by the ECJ in the Sieckmann-ruling will still apply, according to Westenbroek. New applications would first have to be examined in light of those requirements, before examining the application further.

He also notices that the ECJ's ruling about the Apple store seems not to be in accordance with the Sieckmann-requirements, since the ECJ considers as follows: 'that the representation, by a design alone, without indicating size of proportions'. Westenbroek also notices that the proposed addition 'or other characteristics' to the grounds of exclusion in the latest compromise proposal may prove interesting with regards to the 'new' trademarks that will be able to be registered under the proposed legislation. The 'new' trademarks such as sound marks, may turn out to be such characteristics.

Lees verder