NL Rechtbank van Koophandel Brussel 2 december 2014 en 30 december 2014, IEFbe 1120 (Astrazeneca tegen Norton Healthcare)
Uitspraak ingezonden door Carina Gommers, Hoyng Monegier. Octrooirecht. Derdenverzet bij beslag. Norton houdt octrooi EP 1 699 434 B 1, voor verspreiden van een actief farmaceutisch ingrediënt in voor een inhalatie geschikte drager. AstraZeneca heeft het octrooi via een oppositieprocedure bij het EOB beperkt, daartegen loopt nog beroep. Norton slaagt er niet in om aan te tonen dat er ’prima facie’ redelijk vermoeden tot inbreuk op haar octrooi bestaat, zodat het verzet wordt toegewezen.
Beschikking op derdenverzet tegen éénzijdig verzoekschrift van Norton en werd toegelaten om tot beschrijvend beslag door een deskundige inzake namaak over te gaan. Het zou om het geheim productieproces voor astma inhalator Symbicort gaan, waarbij door onthulling van het productieproces aan een rechtstreekse concurrent een risico op schade ontstaat die veel groter is dan het risico voor Norton de uitkomst van dit derdenverzet af te wachten. Deze beschikking wordt, met toepassing van artikel 19 par 2 Ger. W., geschorst in afwachting van een definitieve beslissing.
AstraZeneca brengt haar product sinds 2000 op de markt en EP'434 heeft prioriteitsdatum op 2 september 2003. Deze hypotheses verstrekt onvoldoende aanwijzingen dat AstraZeneca deze geoctrooieerde werkwijze zou toepassen.
2 december 2014:
Onder 3 (...) Het vertrouwelijke karakter van het productieproces doet geen afbreuk aan het feit dat het de deskundige is toegelaten om toegang te krijgen tot conficentiële informatie van de beslagenen en om deze op te nemen in zijn verslag, voor zover deze confidentiële nodig is om de bewering van octrooi inbreuk te beoordelen.
Tegelijkertijd is het risico op schade voor AstraZeneca, met name dat het productieproces wordt onthuld aan een rechtstreekse concurrent veel groter dan het risico voor Norton om de uitkomst van het derdenverzet af te wachten.
(..) Zo zouden ,ten onrechte en niettegenstaande de waakzaamheid van de deskundige, confidentiële gegevens en gevoelige en vertrouwelijke informatie in handen komen van een rechtstreeks concurrerend bedrijf. Dit is zeker het geval, nu Norton niet aantoont dat haar belangen op ernstige wijze zouden worden geschaad doordat het verslag later wordt neergelegd (Gent, 16 juni 2009, IRDI 2009/4, 380-389).
30 december 2014:
EP.434, met prioriteitsdatum op 2.9.2003, betreft enkel een werkwijze en geen uitvinding van een nieuw product of van een product met nieuwe eigenschappen.
Uit de neergelegde stukken en uit de verklaringen van partijen blijkt dat het Symbicort product van AstraZeneca geproduceerd wordt in Zweden, al sinds het jaar 2000 op de Zweedse markt wordt aangeboden en sinds 2001 ook in België.
Hieruit volgt dat de werkwijze om de Symbicort producten te vervaardigen minstens sedert 2000 wordt gebruikt.