Geen morele schade voor rechtspersoon vertalingsdiensten
Hof van Beroep Gent 2 oktober 2014, IEFbe 1018 (Wolters Kluwer Belgium NV tegen Ann De Winne & CO BVBA)
Uitspraak aangebracht door Carina Gommers en Carl De Meyer, Hoyng Monegier LLP. Wolters Kluwer is uitgever van o.a. het Sociaal Zakboekje, Ann De Winne heeft de Franse vertaling hiervoor verzorgd. Een onbetaalde rekening inzake auteursrechten, die kort na dagvaarding in eerste aanleg werd betaald, en het staken van de vertalingsdiensten is voorwerp van geschil. Nu wordt hervorming gevraagd en herleiden van de schadevergoeding tot een redelijk bedrag dat overeenstemt met een 6 maanden opzegtermijn. De inkomensschade wordt bevestigd, de vervangende opzeggingsvergoeding is deels gegrond en de morele schadevergoedingsvordering is ongegrond. Geen bewijs dat de rechtspersoon morele schade heeft geleden.
2.2. De vordering van geïntimeerde bestaat uit volgende drie onderdelen.
(1) inkomensschade
De overeenkomst werd opgezegd op 10 juni 2009. Uit de stukken blijkt dat er inderdaad reeds zeer concrete afspraken gemaakt waren rond de vertaling van het Sociaal Zakboekje 2009/2 in juli-augustus 2009 en dat geïntimeerde ook haar vakantie gepland had in functie van deze vertaling. Deze afspraken waren weliswaar gemaakt met de medewerksters van prof. dr. W. Van Eeckhoutte, doch dit was kennelijk gebruikelijk. (...) Ze mocht er terdege van uitgaan dat ze de vertaling van hat Sociaal Zakboekje 2009/2 voor haar rekening zou nemen en dat ze dus daaraan verbonden normale inkomsten zou verwerven. Ze had op dat ogenblik allerminst moeten verwachten dat appellante de samenwerking na 26 jaar zou stopzetten. Appellante was ook niet meer in de mogelijkheid op die korte termijn (vlak voor de zomervakantie) in een vervangingsinkomen te voorzien.
(...)
De inkomensschade ingevolge de onmogelijkheid om het Sociaal Zakboekje 2009/2 te vertalen werd door de eerste rechter correct (ex aequo et bono) begroot op het bedrag dat geïntimeerde normaliter had kunnen factureren voor de vertaling van dit Sociaal Zakboekje 2009/2. (...)
(2) vervangende opzeggingsvergoeding
De samenwerking tussen appellante en (de rechtsvoorganger van) geïntimeerde duurde 26 jaar. Dit vertegenwoordigd, zoals de eerste rechter terecht aanhaalt, meer dan de helft van een normale beroepsloopbaan van een natuurlijk persoon.
Anderzijds was de samenwerking wel beperkt tot twee 'opdrachten' per jaar (van telkens een twintigtal pagina's per opdracht) en kan het hof er redelijkerwijze van uitgaan dat geïntimeerde ook voor andere opdrachtgevers/uitgevers werkt (zie ook de uitprint van haar website).
In die omstandigheden kan aan geïntimeerde een vervangende opzeggingsvergoeding worden toegekend ten belope van een half jaar vergeoding, hetzij € 8.579,44. Een periode van zes maanden was voor geïntimeerde voldoende geweest een andere opdrachtgever (voor een gelijkwaardig werk) te vinden.
Dit onderdeel van de vordering van geïntimeerde is slechts deels gegrond.
(3) morele schadevergoeding
Anders dan de eerste rechter is het hof van oordeel dat aan geïntimeerde geen morele schadevergoeding toekomt. Zij bewijst immers niet dat zij - rechtspersoon zijnde - enige morele schade heeft geleden.
Dit onderdeel van de vordering is ongegrond.