IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1263

Correcte samenvatting studierapport over Marokkanse en Turkse vrouwen

RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1263 (Boujdaine tegen De Morgen)
Klacht ongegrond. Het artikel [70% Vlaamse vrouwen vs 30% Marokkaanse en Turkse vrouwen
heeft een job] is een correcte samenvatting en weergave van een studierapport en er is geen sprake van stereotypering of discriminatie ten aanzien van Marokkaanse of Turkse vrouwen.

De Raad stelt vast dat het artikel de cijfers, gegevens en interpretaties van de Socioeconomische monitoring van de FOD Werkgelegenheid en het Interfederaal Gelijkekansencetrum correct samenvat en weergeeft, en op die manier voldoet aan art. 1 en 3 van de code, die stellen dat de journalist waarheidsgetrouw bericht en geen essentiële informatie verdraait of schrapt.
De Raad is ook van oordeel dat het artikel het streven naar arbeidsparticipatie positief benadert en dat er geen sprake is van stereotypering of discriminatie ten aanzien Marokkaanse en Turkse vrouwen. Dat de inhoud van het artikel confronterend kan overkomen, heeft te maken met de gegevens die erin beschreven worden, en niet met de journalistieke benadering ervan. Het artikel houdt bijgevolg geen schending in van artikel 27 van de code dat stelt dat de journalist stereotypering vermijdt en niet aanzet tot discriminatie.
De artikels 15 en 24 van de code, waarnaar klaagster verwijst, zijn niet van toepassing.
IEFBE 1262

Verfijnde en opmerkelijke harpcomposities maakt nog geen origineel werk

Hof van beroep Brussel 20 januari 2015, IEFbe 1262 (wijlen Digno Garcia tegen Universal Music)
Auteursrecht. Muziek. Arrangement "La Malaguena". Het muziekwerk La Malaguena werd door het Paraguaanse trio Los Trios Paraguayos, waar Garcia deel van uitmaakte, opgenomen. Na het uiteenvallen van de groep, richtte Parana een eigen groep op. De film "Born on the Fourth of July" bevat een filmfragment met dit muziekwerk in de uitvoering van Parana, zoals bevestigt in de filmaftiteling. Het stellen dat er zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in een nummer, levert nog geen nieuw, origineel werk op. Appellante bewijst met haar eenzijdig musicologisch verslag niet dat de Garcia-opname in de langspeelfilm wordt gebruikt. Het hof verklaart het beroep ontvankelijk en ongegrond.

11. (...) Een bewerking komt enkel maar in aanmerking voor auteursrechtelijk bescherming wanneer die bescherming origineel is. In zoverre appellante bewijst dat Digno Garcia een bewerking heeft gemaakt, roept geïntimeerde in dat appellante niet bewijst dat deze bewerking origineel is.

Als antwoord hierop beperkt appellante zich ertoe te stellen dat zij zich erg geschaad voelt door deze vraagstelling van geïntimeerde en voert zij aan dat Digno Garcia een vermaard harpist en componist was, het maar enkele seconden luistertijd behoeft om de zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in het nummer te kunnen vaststellen en de nieuwe bijdrage door Digno Garcia derhalve vaststaat.

Geïntimeerde betwist dit echter . Bij gebrek aan concrete bewijselementen, kan het hof dan ook enkel maar vaststellen dat het louter beweren dat de zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in het nummer een nieuwe bijdrage zijn, op zich niet volstaat om de originaliteit van de bewerkign aan te tonen.

Ten slotte bewijst appellante niet dat de Garcia-opname in de langspeelfilm wordt gebruikt. In het eenzijdig musicologisch verslag dat appellante bijbrengt, wordt er een vergelijking gemaakt tussen 20 verschillende muziekopnamen van La Malaguena (inclusief de Garcia-opname) enerzijds en de muziekopname gebruikt in de film anderzijds. Het verslag bevat echter geen vergelijking tussen de Parana-opname enerzijds en de muziekopname gebruikt in de film anderzijds. Dat de gebruikte versie niet de Parana-opname maar wel de Garcia-opname is, wordt bijgevolg niet bewezen.


IEFBE 1261

Aaneengeschakelde repen worden bij consumptie verdeeld en maken inbreuk op Cote-d'Or-vormmerk

Hof van beroep Brussel 27 januari 2015, IEFbe 1261 (Kraft Foods tegen Natrajacali)
Vormmerkenrecht. Marktpraktijken. Kraft Foods is merkhouder van diverse COTE D'OR-woord/beeldmerken en een vormmerk voor chocolade. Natrajacali brengt onder gemeenschapsmerk Belgid'Or chocoladeproducten uit onder gebruikmaking van een 'retroscript' van verpakking uit 1911 van Kraft Foods. De eerste rechter verklaart de vordering ontvankelijk, doch ongegrond. Het hof stelt vast dat Natrajacali enkel inbreuk pleegt op het Benelux vormmerk door gebruik te maken van de vorm van haar repen (langwerpig, driehoekig/"welvend", met streepjes). Het is aannemelijk dat de aaneengeschakelde repen in individuele repen verdeeld worden bij de consumptie en dan als dusdanig door het relevante publiek worden waargenomen. Er volgt een stakingsbevel vanwege strijd met 2.20.1 sub a BVIE en VI 104 en 97 boek VI WER.

p. 19/20: De inschrijving van het Benelux vormmerk van Kraft Foods maakt geen melding van een discreet opschrift "Dôte d'Or" bovenaan op de ingeschreven vorm. Natrajacali kan uit de aanwezigheid van een dergelijk opschrift op sommige chocoladereden die verkocht worden door Kraft Foods, echter geen nuttig argument putten. Het betrokken opschrift wijzigt het onderscheidend vermogen van de vorm waarin deze is ingeschreven immers niet.
Natrajacali kan evenmin nuttig een argument uit het gegeven dat de als merk ingeschreven vorm door Natrajacali wordt gebruikt in een aaneenschakeling daarvan. Het is immers aannemelijk dat de aaneengeschakelde repen in individuele repen verdeeld worden bij de consumptie daarvan en dan als dusdanig door het relevante publiek worden waargenomen.
Gelet op hetgeen voorafgaat besluit het hof dat het gelaakte teken gebruikt door Natrajacali (de gelaakte chocoladetablet) in vergelijking met het Beneluxmerk van Kraft Foods hoogstens verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen en dat derhalve dient besloten te worden tot de gelijkheid van het vergeleken teken en merk.
IEFBE 1260

Passage komt stereotyperend en veralgemenend over

RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1260 (Vlerick tegen De Morgen en Vandeweghe)
Mediarecht. Een passage in een column komt stereotyperend en veralgemenend over, maar de context maakt duidelijk dat de passage gaat over Afrikaanse voetballers en voetbalteams, en niet over alle Afrikanen. In dit geval weegt artikel 8 over columns en vrije meningsuiting zwaarder door dan artikel 27 over stereotypering en veralgemening.

De passage over Afrikaanse teams komt stereotyperend en veralgemenend over. Binnen de context van de column is het evenwel duidelijk dat de passage gaat over Afrikaanse voetballers en voetbalteams, en niet over Afrikanen in het algemeen. De Raad is van oordeel dat de journalist met de passage niet aanzet tot discriminatie. De Raad houdt rekening met het specifieke genre van columns, waarbij de journalist, overeenkomstig art. 8 van de code, ‘een grotere mate van vrijheid geniet om zijn mening te geven en om conclusies te trekken uit de feiten’, en is van oordeel dat in dit geval art. 8 over het recht om zijn mening te uiten zwaarder doorweegt dan art. 27 over stereotypering en veralgemening.

IEFBE 1259

La tarification illégale de Sabam des fournisseurs d'accès à internet

Tribunal de première instance francophone de Bruxelles 13 mars 2015, IEFbe 1259 (L'État belge contre la Sabam)
Décision envoyée par Benoit Van Asbroeck en Maud Cock, Bird & Bird. Nederlandse versie hier beneden. Droit d'auteur et droits voisins. TIC. L'État belge sollicite la condamnation de la Sabam à mettre fin à "la tarification illégale" des fournisseurs d'accès à internet. Le tribunal disons que le tarif dressé par la Sabam est, en ce qu'il concerne les fournisseurs d'accès à internet, contraire au prescrit de l'article XI.165 du Code de droit économique.

Rechtbank van eerste aanleg (fr.) Brussel 13 maart 2015, IEFbe 1259 (Belgische Staat tegen Sabam - Franstalig)
Auteursrecht. Naburige rechten. ICT. De Belgische Staat verzoekt om Sabam te bevelen te staken met heffen van illegale tarieven aan de internet service providers. De rechtbank zegt voor recht dat Sabam internet service providers, tegenstrijdig met hetgeen voorgeschreven in artikel XI. 165 WER, heffing heeft aangezegd.

Lees verder

IEFBE 1258

Verzet door Porsche tegen getunede wagens terecht

Hof van beroep Antwerpen 26 februari 2015, IEFbe 1258 (LuxuryCarSelection tegen Dr. Ing. H.C.F. Porsche)
Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS. Merkenrecht. Geen uitputting. Marktpraktijken. Herhalingsgevaar. Luxury Car Selection is een onderneming die zich bezig houdt met de in- en verkoop evenals met import en export van luxe- en personenwagens.  Daarnaast specialiseert zij zich ook in “autotuning”. Het geschil betreft de verkoop van Porsche-wagens, die oorspronkelijk door Porsche in het verkeer werden gebracht en vervolgens door Luxury Car Selection in een “getunede” versie verkocht werden.  Voor het uitbouwen van deze auto’s werden geen oorspronkelijke Porsche-onderdelen gebruikt, maar onderdelen afkomstig van andere merken.  Porsche verzet zich met succes tegen deze verkoop. De Voorzitter [IE-Forum.be IEFbe 686] stelde vast dat er geen sprake is van uitputting aangezien Porsche de wagens niet getuned in het verkeer heeft gebracht. De verkoop van de getunede Porsche wagens maakt een merkinbreuk uit. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing.

2.3. Luxurycarselection gebruikt de geregistreerde Porsche merktekens voor een auto die in zijn oorspronkelijke staat door Porsche op de markt is gebracht maar die nadien gewijzigd werd, Hierdoor wordt de herkomstaanduidingsfunctie, rneer specifiek de kwaliteitsgarantiefunctie van de Porsche merken aangetast.
Tevens gebruikt Luxurycarselection de Porschmerken voor gewijzigde waren waarbij zij afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen en de reputatle van de Porschemerken.

Het is hlerbij niet relevant dat Luxurycarselection te goeder trouw zou zijn en niet wist dat het in de handel brengen van een "getuned Porsche voertuig waaraan onderdelen van een Techart pakket werden aangebracht, niet door Porsche wordt toegestaan.

(...)
2.4 (...) Door de aard van de handel van Luxurycarselection is het niet uitgesloten dat in de toekomst nog gewijzigde Porsche-wagens te koop zullen worden aangeboden. Het gegeven dat Luxurycarselection na de dagvaardlng vrijwlllig de onrechtmatige praktijk heeft gestaakt doet hleraan geen afbreuk.
IEFBE 1257

EPLIT annual meeting Paris

Paris, 29 May 2015. Agenda - registration form. We now have the pleasure to announce our second annual meeting which will take place on 29 May 2015 in Paris. Attached the agenda for this second annual meeting. The speakers at the meeting are deeply involved in setting up the Unified Patent Court, so we are confident that they will share some hot off the press news regarding the ongoing preparatory work for this Court with us.

Programme
9:00 Opening by the President, administrative and financial issues
9:30 Presentations from Working Groups about their activities
10:30 Coffee break
11:00 The way in which European patent attorneys can contribute to making the UPC system a success – Mr. Patrice Vidon (Cabinet Vidon)
11:45 The developments towards a litigators certificate for European Patent Attorneys – Ms. Bernadette Makoski (German Ministry of Justice)
12:30 Lunch
14:00 The ongoing preparations towards the unitary patent system – Ms. Margot Fröhlinger (European Patent Office)
14:45 The establishment of the Central Division and preparations for the UPC system in France - Mr. Max Brunner (French Ministry of Justice)
15:30 Coffee break
16:00 Panel discussion about the industry’s preparations for the UPC system with Ms. Marianne Rots (Unilever), Mr. Ronald Pols (Hexcel), Mr. Edward Oates (Carpmaels & Ransford), Mr. Pieter Vandersteen (Janssen Pharmaceutica)
17:00 Closing of Conference

IEFBE 1256

ICE-WATCH emballées dans les "LEGO-boîtiers"

Cour d'appel de Bruxelles 11 décembre 2012, IEFbe 1256 (TKS contre LEGO)
Décision envoyée par DartsIP. Marques communautaires tridimensionelles. article 7, par 1, e, ii RMC, article 52, 1.a) RMC, article 9, 1.b) RMC. Loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur. Articles 86, 85,1e, 88.2e et 3e LPMPC. Abus de droit. TKS commercialise sous le signe ICE-WATCH des montres de fantaisie. Les montres ICE-WATCH sont emballées dans des boîtiers colorés en plastique dur, assortis à la couleur de la montre, dénommés "BeCubic" par TKS. La cour constate qu'en faisant usage des emballages, des meuble présentoirs, des pendentifs et des articles de décoration reproduits ci-dessous, TKS porte atteinte aux droits exclusifs de LEGO découlant des enregistrement des marques communautaires tridimensionelles.
Lees verder

IEFBE 1255

Medialaan NV wordt titularis van www.medialaan.be

CEPINA Beroepscollege 18 juli 2014, IEFbe 1233; zaaknr. 44337 (medialaan.be)
Een redactionele bijdrage ingezonden door Michaël De Vroey, Baker & McKenzie. Bij beslissing van 18 juli 2014 [red. pas recent gepubliceerd; IEFbe 1233] heeft het Beroepscollege van CEPINA het hoger beroep van "KVP", een websiteontwikkelaar en -uitbater, afgewezen, de eerdere beslissing van de Derde Beslisser van 21 april 2014 bevestigd, en bijgevolg de overdracht bevolen van de domeinnaam www.medialaan.be aan de NV Medialaan. De NV Medialaan (tot 2014 de 'Vlaamse Media Maatschappij') is sinds 1993 in de Medialaan te Vilvoorde (voorheen de Beneluxlaan genoemd) gevestigd. In 2008 heeft KVP de domeinnaam www.medialaan.be geregistreerd. De NV Medialaan heeft pas vijf jaar later (in 2013) twee MEDIALAAN Beneluxmerken (woord en beeld) geregistreerd en nog een jaar later (in 2014) haar vennootschapsnaam van 'Vlaamse Media Maatschappij' in 'Medialaan' gewijzigd. Op 7 november 2013 verzocht de NV Medialaan aan KVP om - in ruil voor een bedrag van EUR 1.000 - de domeinnaam www.medialaan.be aan haar over te dragen. KVP ging hier niet op in waarna de NV Medialaan een klacht indiende bij CEPINA.

 

Voor een succesvolle klacht moeten drie voorwaarden zijn voldaan.

De eerste voorwaarde bestaat erin dat de NV Medialaan een recht moet kunnen laten gelden dat identiek is aan de domeinnaam of er zodanig mee overeenstemt dat dit verwarring kan scheppen. De NV Medialaan riep haar twee Beneluxmerken in, alsook de straatnaam waar zij sinds 1993 is gevestigd en waarmee zij geregeld werd en wordt geassocieerd, als geografische aanduiding.

KVP wierp op dat de Beneluxmerken te kwader trouw werden geregistreerd, wat echter een beoordeling is die tot de exclusieve bevoegdheid behoort van de rechtbanken en dus buiten de bevoegdheid valt van de Derde Beslisser of het Beroepscollege. Ook het feit dat de Beneluxmerken pas later werden aangevraagd vormde geen bezwaar, omdat de Algemene Voorwaarden van DNS geen anterioriteit vereisen, doch enkel dat de ingeroepen merken waren ingeschreven ten tijde van het indienen van de klacht bij CEPINA.

Het Beroepscollege gaf daarnaast een zeer ruime interpretatie aan het begrip "geografische aanduiding", dat volgens haar niet beperkt is tot wettelijk beschermde of erkende geografische aanduidingen (zoals oorsprongsbenamingen), maar ook - met verwijzing naar de voorbereidende werkzaamheden van de Domeinnaamkaapwet van 26 juni 2003 - de naam van een stad of provincie kan zijn waarmee een natuurlijke of rechtspersoon een bijzondere band heeft. Het Beroepscollege achtte deze bijzondere band bewezen doordat de Medialaan in 1993 uitdrukkelijk deze nieuwe naam kreeg naar aanleiding van de vestiging van de toenmalige Vlaamse Media Maatschappij op deze plaats, en Medialaan reeds begin jaren '90 en lang voor de rebranding en naamsverandering de Vlaamse Media Maatschappij's informele naam was. KVP had trouwens bij het lanceren van de website onder de domeinnaam in 2008 zelf uitdrukkelijk de link gelegd met de toenmalige Vlaamse Media Maatschappij. Op de website onder de domeinnaam werd namelijk "Medialaan" in het groot vermeld met daaronder de titel "De thuishaven voor de commerciële televisiezenders VTM en 2BE" en een korte tekst over de oprichting en impact van VTM. Het Beroepscollege zag hierin een erkenning van de natuurlijke band die tussen de NV Medialaan en haar geografische ligging aan de Medialaan bestaat.

De tweede voorwaarde bestaat erin dat KVP geen rechten of legitieme belangen kan laten gelden voor de domeinnaam. De eerste zijn om een domeinnaam aan te vragen en te registreren verschaft op zich geen recht of legitiem belang. In casu had KVP, in de periode voordat hij van de NV Medialaan een verzoek tot overdracht had gekregen en aldus kennis kreeg van het geschil, de domeinnaam niet gebruikt (zie supra). De vormgeving was bovendien identiek aan een andere website van KVP (didactiek.be) en bevatte een grote banner waarop reclameboodschappen verschenen. Het is pas daarna dat de domeinnaam effectief werd gebruikt en uitgewerkt tot een 'online magazine' waarop bezoekers toegang kregen tot nieuws- en entertainment items. Dit gegeven volstond voor de Derde Beslisser, en vervolgens het Beroepscollege van CEPINA, overigens geheel terecht, om te besluiten dat KVP geen rechten of legitieme belangen kon laten gelden voor deze domeinnaam, zodat aan de tweede voorwaarde was voldaan.

De voorgaande vaststellingen volstonden voor het Beroepscollege ook om te besluiten dat de derde voorwaarde was voldaan, met name dat de domeinnaam te kwader trouw was geregistreerd en gebruikt. Het Beroepscollege aanvaardde het argument niet dat 'medialaan' een arbitrair gekozen woord is. Het betreft evenmin een generiek woord, heeft geen betekenis en is niet in het woordenboek opgenomen. Het Beroepscollege besloot dat de domeinnaam te kwader trouw was geregistreerd. De domeinnaam was ook te kwader trouw gebruikt omdat KVP (i) pas na het geschil de domeinnaam effectief was gaan gebruiken, (ii) wist dat hij de domeinnaam blokkeerde voor iemand die een belang in de domeinnaam kon doen gelden, en (iii) sinds het ontstaan van het geschil de domeinnaam gebruikte voor een 'online magazine' waarop bezoekers toegang kregen tot nieuws- en entertainment items, wat overeenstemt met de diensten die de NV Medialaan aanbiedt.

Tegen deze beslissing die de overdracht beveelt van de domeinnaam www.medialaan.be aan de NV Medialaan kan geen hoger beroep worden ingesteld. De beslissing is dus definitief.

Michaël De Vroey, Baker & McKenzie

IEFBE 1254

Prejudiciële vraag: Claimsverordening ook van toepassing wanneer uiting zich uitsluitend tot vakkring richt?

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 december 2014, IEFbe 1254, zaak C-19/15 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen Innova Vital)
Reclamerecht. Claims. Verzoekster is een vereniging met als (belangrijkste) statutaire taak het toezicht op naleving van de regels inzake eerlijke mededinging. Zij eist op grond van de Wet tot bestrijding van oneerlijke mededinging dat verweerster Innova Vital stopt met reclame maken voor het door haar op de markt gebrachte product, het voedingssupplement “Innova Mulsin Vatimin D3” wegens onterechte gezondheidsclaims. De door verweerster gebruikte gezondheidsclaim is niet in de bijlage bij Vo. 1924/2006 als toegestane claim opgenomen. Verweerster stelt echter dat de brief waarin reclame gemaakt wordt uitsluitend aan artsen (op vakkringen) is gericht, zodat de Vo. niet van toepassing zou zijn.

De verwijzende Duitse rechter (Landgericht München) stelt vast dat de vraag of de verordening voor commerciële mededelingen of reclame zowel in als buiten de vakkring geldt in de DUI rechtsleer verschillend wordt beantwoord en ook nog niet eerder aan het HvJ EU is voorgelegd; hij stelt het HvJ EU dan ook de volgende vraag:

“Moet artikel 1, lid 2, van verordening nr. 1924/2006 aldus worden uitgelegd dat de bepalingen ervan ook van toepassing zijn op voedings- en gezondheidsclaims die in commerciële mededelingen worden gedaan in reclameboodschappen voor levensmiddelen die als zodanig bestemd zijn om aan de eindverbruiker te worden geleverd, wanneer de commerciële mededeling respectievelijk reclame zich uitsluitend op de vakkring richt?”