Rode Zool
NRC: Als advocaat én hoogleraar heb ik ‘eigen zaken’ die ik als advocaat behandel. En er zijn zaken waar ik les over geef en stukjes over schrijf in tijdschriften en op weblogs. Ik doe een poging mijn zestienjarige dochter iets te vertellen dat haar mogelijk interesseert. Kan de rode zool van de Louboutin-schoen als merk worden beschermd? Mijn dochter kijkt op van haar mobiele telefoon en vraagt: „Heb je er iets mee te maken of zit je je er alleen maar mee te bemoeien?”
Belgische Media Donuts toonde nog geen concreet geval van verwarring aan in Nederland
Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 maart 2016, IEF 15854; IEFbe 1760; ECLI:NL:RBAMS:2016:1834 (Media Donuts tegen Donut Media)
Handelsnaamrecht. Eiseres voert sinds 2010 de handelsnaam Media Donuts en is actief als aanbieder van online advertentieruimte en marketingdiensten. Gedaagde produceert en verkoopt sinds 2015 branded content en mediareclamediensten. De activiteiten overlappen elkaar gedeeltelijk en het woord 'Donut' zou gebruikelijk zijn in de branches. Weliswaar wordt bij een IE-inbreuk snel spoedeisend belang aangenomen, maar eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zich in Nederland reeds concrete gevallen van verwarring waren. Het kort geding wordt afgewezen. De bodemprocedure dient om te onderzoeken of Media Donuts, die is gevestigd te België, in Nederland handelsnaamrechtelijk beschermenswaardige bekendheid geniet.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden (blog).
Dirk Visser - Will EU copyright law lose all of its public?
Anti-copyright activists, who advocate for their particular vision of a totally free and open internet, often argue that certain court decisions, which they consider limit the freedom to hyperlink, mark the end of internet as they know it. On this occasion, such activists may well rejoice. If the CJEU follows the opinion of the Advocate-General of 7 April 2016 in the GS Media case (C-160/15) the anti-copyright movement can celebrate a serious impairment of copyright protection online, which will have extremely negative consequences for the legal distribution and protection of content online.
It might sound harmless and reasonable enough: “The posting on a website of a hyperlink to another website on which works protected by copyright are freely accessible to the public without the authorisation of the copyright holder does not constitute an act of communication to the public”.
But the Advocate-General goes on to say:
Bijdrage mede ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Gebruik familienaam Bodewes in combinatie met voornaam toelaatbaar
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 8 april 2016, IEF 15850; IEFbe 1759; ECLI:NL:RBNNE:2016:1715 (Bodewes cs. tegen Thecla Bodewes)
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Twee takken van gerenommeerde scheepsbouwfamilie strijden over gebruik van familienaam als handelsnaam door de Overijsselse tak, die haar scheepsbouwmogelijkheden - in het bijzonder op het terrein van de bouw van zeeschepen - heeft uitgebreid door aankoop van drie werven. De voorzieningenrechter acht het gebruik van de familienaam Bodewes in combinatie met de voornaam Thecla van de eigenaresse van de Overijsselse tak toelaatbaar, omdat daarvan geen gevaar voor verwarring is te duchten. Ten aanzien van het gebruik van de familienaam zonder voornaam wordt het gevraagde verbod toegewezen. Geen verbod voor de al door gedaagden sinds jaar en dag gevoerde handelsnamen Scheepswerven G&H Bodewes en Scheepswerven Bodewes.
Conclusie AG over het begrip communautaire veredelaars bij passieve veredeling en vermenging met tijdelijk uitgevoerde goederen
Conclusie AG HvJ EU 7 april 2016, IEF 15843; IEFbe 1757; LS&R 1293; ECLI:EU:C:2016:223; C-4/15 (Staatssecretaris van Financiën tegen Argos) Douanerecht. Veredelingsproducten (brandstof). De Hoge Raad wenst met name verduidelijking van het begrip „communautaire veredelaars” aangezien die economische voorwaarden betrekking hebben op het ontbreken van een ernstige schade voor de wezenlijke belangen van deze veredelaars. Conclusie AG:
Artikel 148, onder c), van [Douaneverordening] moet aldus worden uitgelegd dat het begrip ‚communautaire veredelaars’, in de zin van die bepaling, niet alleen betrekking heeft op communautaire producenten van producten die vergelijkbaar zijn met de in de aanvraag voor passieve veredeling bedoelde veredelingsproducten, maar ook op communautaire producenten van producten die vergelijkbaar zijn met niet-communautaire grondstoffen of halffabrikaten die bestemd zijn om te worden vermengd met tijdelijk uitgevoerde communautaire goederen tijdens de in die aanvraag bedoelde veredelingshandelingen.
Conclusie mede ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis.
Conclusie AG: Een hyperlink naar een door derde beheerde website is geen auteursrechtinbreuk
Conclusie AG HvJ EU 7 april 2016, IEF 15842; IEFbe 1753; IT 2033; ECLI:EU:C:2016:221; C-160/15 (GS Media tegen Sanoma, Playboy, Britt Dekker)
Illegale content: lastig te vinden materiaal, abonneetoegang en digitale kluizen. Cassatie na Rechtbank Amsterdam [IEF 11743] en Hof Amsterdam [IEF 13254] en HR [IEF 14835; en Dirk Vissers voorspelling van de beantwoording van de vragen, IEF 14537]. Prejudiciële vragen over hyperlink naar een door derde beheerde website. Uit het persbericht: Volgens AG Wathelet vormt het plaatsen van een hyperlink die verwijst naar een site waarop zonder toestemming foto’s zijn gepubliceerd, op zich geen schending van het auteursrecht. De motieven van de hyperlinker en de omstandigheid dat hij wist of behoorde te weten dat geen toestemming was gegeven voor de oorspronkelijke mededeling van de foto’s op andere sites, zijn niet van belang. Conclusie AG:
1) Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat het plaatsen op een website van een hyperlink naar een andere website waarop auteursrechtelijk beschermde werken vrij toegankelijk zijn voor het publiek zonder toestemming van de rechthebbende, geen handeling bestaande in een mededeling aan het publiek vormt.
Herziene versie van de EUIPO trademark guidelines
De ‘Guidelines on current trade mark practice’ zijn geupdate en komen nu overeen met de nieuwe Verordening. De tekst van deze guidelines is beschikbaar in de vijf werktalen van EUIPO. De inhoud van deze bladzijden is mogelijk nog niet volledig bijgewerkt om alle veranderingen van de gewijzigde verordening weer te geven. Wilt u bijgepraat worden? Kom naar de lunchbijeenkomst woensdag 13 april, Het Nieuwe Merkenrecht voor merkengemachtigden.
Conclusie AG: Handhavingsrichtlijn verzet zich niet tegen maximum proceskosten, wel tegen kosten voor deskundigen
Conclusie AG HvJ EU 5 april 2016, IEF 15837; IEFbe 1754; zaak C-57/15; ECLI:EU:C:2016:201 (United Video Properties tegen Telenet)
Richtlijn 2004/48/EG – Artikel 14 – Proceskosten – Vergoeding van kosten voor bijstand van advocaten en deskundigen – Maximumbedrag voor honoraria en kosten van een advocaat. Conclusie AG:
1) Artikel 14 van [de Handhavingsrichtlijn 2004/48/EG], verzet zich niet tegen nationale wetgeving zoals in deze prejudiciële procedure aan de orde is, die een maximumbedrag voor de vergoeding door de in de kosten veroordeelde partij van de advocaatkosten van de in het gelijk gestelde partij vastlegt voor alle soorten procedures, daaronder begrepen die ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten.
2) Artikel 14 van richtlijn 2004/48 verzet zich tegen het foutcriterium als noodzakelijke voorwaarde voor de verplichting van de in het ongelijk gestelde partij tot vergoeding van de door de in het gelijk gestelde partij gemaakte kosten voor bijstand van een deskundige die voldoen aan de eisen van redelijkheid, evenredigheid en billijkheid, mits deze kosten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met de aanhangigmaking van de procedure ter bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten.
Door de media gehypete politiearrestatie in strijd met EVRM
EHRM 31 maart 2016, IEF 15836; IEFbe 1753; req.nr. 55388/10 (Stoyaniv e.a. tegen Bulgarije)
Mediarecht. Bij een serie politiearrestaties was ook de media aanwezig, die verslag deden en uitzonden op TV en nieuwssites. Bij de arrestatie van Stayanov(i) was er geen rechtvaardiging om hem/haar gedurende bijna een uur geboeid naakt of enkel in ondergoed buiten zijn huis te laten zitten. Veiligheidsdiensten mogen niet op deze wijze degraderend handelen (art. 3 EVRM). Mede door het online verspreiden van de beelden door het ministerie van informatie, is er schending van artikel 8 EVRM. Opmerkingen van de minister (en politici en het openbaar ministerie) verder gingen dat het overbrengen van informatie over de strafrechtelijke procedure en levert schending van 6 lid 2 EVRM op.
Uitspraak aangebracht door Pieter Callens, Eubelius.
HUNT te kwader trouw gedeponeerd-doorhaling en verbod
Rechtbank van Koophandel (en afd.) Gent, 17 maart 2016, IEFbe 1752; IEF 15834 (Anticimex tegen ACE)
De rechtbank stelt de nietigheid vast van het Beneluxmerk HUNT wegens depot te kwader trouw en beveelt ambtshalve doorhaling voor alle klassen. ACE pleegt inbreuk door gebruik van het teken HUNT in de sector ongediertebestrijding VI. 104, VI.105 onder 1 en c WER en verbiedt hen het teken HUNT te gebruiken voor identieke of soortgelijke waren en diensten op straffe van een dwangsom.