IEFBE 3834
25 november 2024
Uitspraak

Aanvraag uniebeeldmerk 'Russian Warship, Go F**k Yourself' terecht afgewezen

 
IEFBE 3833
25 november 2024
Artikel

Union-IP Round Table in Paris over fast fashion

 
IEFBE 3831
25 november 2024
Uitspraak

Preduciële vragen over rechtstreekse werking van een richtlijn voor een privaatrechtelijke vereniging

 
IEFBE 2323

Vragen aan HvJEU over de wijziging van het productiegebied met betrekking tot het in plakken snijden en verpakken van Schwarzwälder Schinken

13 jun 2017, IEFBE 2323; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-de-wijziging-van-het-productiegebied-met-betrekking-tot-het-in-plakken-snijden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 13 juni 2017, IEF 17050; IEFbe 2323; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken) Via Minbuza: Op verzoek van de aanvrager is de benaming “Schwarzwälder Schinken” (hierna: SWS) bij verordening nr. 123/97 sinds 25 januari 1997 geregistreerd als beschermde geografische aanduiding (hierna: BGA) voor “vleeswaren”. De aan de aanvraag ten grondslag liggende omschrijving bevatte geen voorschriften betreffende het versnijden en verpakken van het beschermde product. Verzoeker vroeg om een wijziging van het productdossier betreffende de BGA van SWS op grond waarvan het in plakken snijden en verpakken van de SWS alleen nog kon worden verricht in het productiegebied ervan. Tegen deze voorgenomen wijziging werden drie bezwaren ingediend. Het Duitse patentbureau heeft de aanvraag van verzoeker afgewezen stellende dat de aanvraag niet in overeenstemming was met verordening 510/2006. Ingevolge het door verzoeker tegen deze beslissing ingestelde beroep heeft de onderhavige rechterlijke instantie de beslissing van het patentbureau vernietigd en vastgesteld dat het verzoek om wijziging wel voldeed aan de vereisten van verordening 510/2006. De derde opposant is daartegen opgekomen via een “Rechtsbeschwerde” bij het Bundesgerichtshof, die de beslissing van de verwijzende rechter heeft vernietigd en de zaak naar hem heeft terugverwezen, op grond dat het recht op hoor en wederhoor van de derde opposant zou zijn geschonden. In het kader van de procedure na die terugverwijzing verzoekt de verwijzende rechter het Hof om uitlegging van het toepasselijke Unierecht. 

IEFBE 2322

Vragen aan HvJEU: Vormt een regeling, waarbij gebruikers verboden wordt om persproducten aan het publiek ter beschikking te stellen, een technisch voorschrift?

HvJ EU - CJUE 8 mei 2017, IEFBE 2322; C-299/17 (VG Media), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-vormt-een-regeling-waarbij-gebruikers-verboden-wordt-om-persproducten-aan-het-publi

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 mei 2017, IEF 17053; IEFbe 2322; C-299/17 (VG Media tegen Google ) Auteursrecht. Via Minbuza: VG Media is een vennootschap die de in §87f van het Duitse wet op het auteursrecht (hierna: UrhG) genormeerde rechten van houders van naburige rechten op het digitale uitgeefaanbod uitoefent jegens gebruikers. Op 1 augustus2013 trad in Duitsland het in de UrhG geregelde zogenoemde naburige recht voor krantenuitgevers in werking. Het wetsontwerp heeft geen kennisgevingsprocedure doorlopen overeenkomstig richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.

Verzoeker sluit met de rechthebbenden de “uitoefeningsovereenkomst televisie, radio, uitgever”, op grond waarvan de rechthebbenden de rechten en aanspraken op door hen vervaardigde persproducten in de zin van de UrhG (online, niet print) die hun thans toekomen en gedurende de overeenkomst nog zullen toekomen, exclusief door haar laten uitoefenen. Naar keuze gaat het hier om het recht om delen van persproducten ter beschikking van het publiek te stellen door middel van commerciële zoekmachines en/of het recht om delen van persproducten ter beschikking van het publiek te stellen door middel van diensten die op overeenkomstige wijze content bewerken. Verweerder (Google Inc.) exploiteert onder de domeinnamen www.google.de en www.google.com de bekende zoekmachine voor het vinden van websites (Google Search). Verzoeker richt zich met haar vordering tegen het feit dat verweerder in het verleden tekstfragmenten (snippets) en foto’s uit het aanbod van verzoekers leden voor haar eigen diensten gebruikte zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Om die reden vordert zij vaststelling van een verplichting tot schadevergoeding wegens het gebruik van tekstfragmenten, foto’s en bewegend beeld voor het tonen van zoekresultaten en nieuwsoverzichten sinds 1 augustus 2013. Daarnaast vraagt zij om informatie en vordert zij schadevergoeding.

IEFBE 2321

Vragen aan HvJ EU: Zijn gedragingen als het maken en plaatsen op Youtube van videobeelden van politieagenten te beschouwen als een verwerking van persoonsgegevens voor journalistieke doeleinden?

HvJ EU - CJUE 1 jun 2017, IEFBE 2321; (Datu valsts inspekcija), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-zijn-gedragingen-als-het-maken-en-plaatsen-op-youtube-van-videobeelden-van-politie

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 1 juni 2017, IEFbe 2321; IT 2341; C-345/17 (Datu valsts inspekcija) Via Minbuza: Verzoeker tot cassatie maakte een video-opname van het moment waarop hij een verklaring aflegde bij de Letse nationale politie en heeft deze vervolgens op wwww.youtube.com geplaatst. De dienst gegevensbescherming stelde zich in zijn besluit nr. 2-1/6417 van 30 augustus 2013 op het standpunt dat verzoeker inbreuk had gemaakt op artikel 8, lid 1 wet op de bescherming van persoonsgegevens, aangezien hij de politieagenten, als betrokkenen, in strijd met die bepaling niet had geïnformeerd over het doel van de verwerking van hun persoonsgegevens. Verzoeker wendde zich daarop tot de rechter met het verzoek het besluit van de dienst gegevensbescherming onrechtmatig te verklaren en hem een schadevergoeding toe te kennen. Tot staving van zijn vordering voerde hij aan dat hij met die video een praktijk van de politie onder de aandacht wilde brengen die volgens hem onrechtmatig was. De Administratīvā rajona tiesa (lagere bestuursrechter) verwierp dat beroep en ook de Administratīvā apgabaltiesa (regionale bestuursrechter) wees verzoekers vorderingen af. Verzoeker heeft cassatieberoep ingesteld.

IEFBE 2320

EPO's Unitary Patent Guide

, IEFBE 2320; https://ie-forum.be/artikelen/epo-s-unitary-patent-guide

EPO Unitary Patent Guide. Obtaining, maintaining and managing Unitary Patents. August 2017, 1st edition. 1 This guide outlines the provisions relevant to obtaining, maintaining and managing Unitary Patents and , in particular , offer s practical advice to smooth the way to them. It cannot, however, go into the details or specific issues of all the procedures relat ing to Unitary Patents, and it does not constitute an official commentary on the applicable legislation . 2 In this guide, you will find references to various provisions of the two EU r egulations relat ing to Unitary Patent s , the European Patent Convention (hereinafter " EPC "), the secondary legislation (Rules relating to Unitary Patent Protection and Rules relating to Fees for Unitary Patent Protection), the EPO's Official Journal (hereinafter "OJ") and the Agreement on a Unified Patent Court (hereinafter "UPCA") . You are strongly advised to consult the legislation or the relevant legal commentaries before t aking any decisions in practice . Lees verder

IEFBE 2318

Oordeel dat de bewijzen van European Food niet in aanmerking mochten worden genomen is onjuist

Gerecht EU - Tribunal UE 28 sep 2016, IEFBE 2318; ECLI:EU:T:2016:568 (European Food tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/oordeel-dat-de-bewijzen-van-european-food-niet-in-aanmerking-mochten-worden-genomen-is-onjuist

Gerecht EU 28 september 2016, ECLI:EU:T:2016:568; T-476/15; IEF 17041; IEFbe 2318 (European Food tegen EUIPO) Merkenrecht. Procesrecht. Nestlé heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan betreft het woordteken 'FITNESS' waarna dit merk werd ingeschreven. European Food heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend. Dit werd zowel door de oppositieafdeling als de beroepskamer van het EUIPO verworpen. De kamer van beroep heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bewijzen die verzoekster voor het eerst voor de kamer had overgelegd, niet in aanmerking mochten worden genomen omdat deze te laat waren aangedragen. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEFBE 2317

Blauwe, springende poema maakt inbreuk op internationale PUMA-merken

Gerecht EU - Tribunal UE 9 sep 2016, IEFBE 2317; ECLI:EU:T:2016:457 (Puma tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/blauwe-springende-poema-maakt-inbreuk-op-internationale-puma-merken

Gerecht EU 9 september 2016, ECLI:EU:T:2016:457; T-159/15; IEF 17040; IEFbe 2317 (Puma tegen EUIPO) Merkenrecht. Gemma Group heeft bij het EUIPO een merkaanvraag ingediend van een blauwe, springende poema. Puma heeft hier oppositie tegen ingesteld, waarbij een beroep werd gedaan op de bekendheid van de twee oudere merken van Puma, 1 & 2. De oppositieafdeling heeft de oppositie afgewezen en de beroepskamer van het EUIPO heeft het beroep verworpen. Het gerecht stelt dat de beroepskamer niet mocht afwijken van de beslissingspraktijk van het EUIPO inzake de bekendheid van de oudere merken. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEFBE 2315

La commercialisation du 'baby bean bag' par Bean Bag Planet constitue une infraction aux droits de modèle exclusifs qui appartiennent à Delta Diffusion

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 28 jan 2017, IEFBE 2315; (Delta Diffusion tegen Bean Bag), https://ie-forum.be/artikelen/la-commercialisation-du-baby-bean-bag-par-bean-bag-planet-constitue-une-infraction-aux-droits-de-mod

Tribunal de commerce Bruxelles 28 janvier 2017, IEFbe 2315 (Delta Diffusion tegen Bean Bag) Droit des marques. La demanderesse est spécialisée dans la création de produits pour bébés. Elle met sur le marché depuis 10 ans un pouf pour bébés: 'Doomoo-seat'. Deux modèles de ce pouf ont été enregistrés en tant que modèle communautaire auprès de EUIPO sous les numéros 000262142-001 et 000262142-002. Selon la partie demanderesse, la partie défenderesse met sur le marché des produits qui peuvent être considérés comme étant identiques, ou très ressemblants. L'impression générale entre le modèle enregistré de la partie demanderesse et le modèle de la partie défenderesse est la même. Il en résulte que la commercialisation du 'baby bean bag' par la partie défenderesse constitue une infraction aux droits de modèle exclusifs qui appartiennent à la partie demanderesse.
Vanaf pagina 11 is de Nederlandstalige versie te lezen.

IEFBE 2319

Uitspraak en bijdrage ingezonden door Jeroen Muyldermans en Paul Maeyaert, Altius.

Gedoogtermijn begint pas te lopen vanaf de kennisname van gebruik van de inschrijving van een jonger merk, niet het gebruik

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 31 jul 2017, IEFBE 2319; (Merck Sharp & Dohme tegen MSD Europe), https://ie-forum.be/artikelen/gedoogtermijn-begint-pas-te-lopen-vanaf-de-kennisname-van-gebruik-van-de-inschrijving-van-een-jonger

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2319; IEF 17043 (Merck Sharp & Dohme tegen MSD Europe) Merkenrecht. Uit het feit dat MSD op de hoogte was van het gebruik van de niet-ingeschreven merken, en die merken nadien pas worden ingeschreven, volgt geen gedogen. De kennis in de periode vóór de inschrijving van gebruik van die merken is irrelevant. De termijn van gedogen begint pas te lopen vanaf de kennisname van het gebruik van de inschrijving van het jongere merk en dus niet vanaf de loutere kennisname van dat gebruik vóór de inschrijving van dat jongere merk. Verwerende partij bewijst niet dat MSD het concrete gebruik van haar ingeschreven merken bewust heeft gedoogd. Het voeren van een eerdere oppositie impliceert eveneens niet dat MSD het gebruik van dat ingeschreven merk gedoogt.

“Dit impliceert ipso facto niet dat MSD zich later niet zou kunnen verzetten tegen het concrete gebruik van dat merk, ook niet tegen de waren in andere klassen dan deze tegen welke MSD destijds oppositie heeft ingesteld. De oppositie toont aan dat er geen gedogen is en MSD zich heeft verzet tegen de inschrijving. Men mag er daarna logischerwijze van uitgaan dat verwerende partij zich houdt aan de gevolgen van haar schrapping, met name om het merk niet te gebruiken voor medische of orthopedische waren en, a fortiori, voor andere waren en diensten die zelfs niet onder het merk vallen.

IEFBE 2314

La cour fait interdiction à FRONT NATIONAL BELGE de faire encore usage du signe 'FRONT NATIONAL BELGE'

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 11 okt 2016, IEFBE 2314; (Front National Belge contre Front National), https://ie-forum.be/artikelen/la-cour-fait-interdiction-front-national-belge-de-faire-encore-usage-du-signe-front-national-belge

Cour d'appel Liège 11 octobre 2016, IEFbe 2314 (Front National Belge contre Front National) Droit des marques. Le FRONT NATIONAL fonde sa demande de ce chef précisément sur ce que l'usage du nom même de FRONT NATIONAL BELGE constitue bien en l'espèce un usage prohibé et voulu de ses marques ou de signes ressemblants susceptibles d'engendrer une confusion avec lui. Le FRONT NATIONAL BELGE objecte qu'il existe - en tant que parti politique, en tant que soutien du parti politique ou encore en tant qu'ASBL politique de droit beige - sous l'appellation de FRONT NATIONAL - NATIONAAL FRONT en abrégé depuis 1985 et que de 1985 à 2009, le FRONT NATIONAL n'a trouvé aucune raison de s'y opposer, tandis qu'en 2010, en réponse aux procédures introduites par l'intimée, la concluante a complété sa dénomination, devenant le FRONT NATIONAL BELGE. La cour: fait interdiction à FRONT NATIONAL BELGE de faire encore usage du signe 'FRONT NATIONAL BELGE' comme dénomination sociale passé un délai de trois mois à partir de la signification du présent arrêt.

IEFBE 2316

Gemeenschapsmodel van Ball Beverage voor drankblikjes mist eigen karakter

Gerecht EU - Tribunal UE 13 jun 2017, IEFBE 2316; ECLI:EU:T:2017:386 (Canettes), https://ie-forum.be/artikelen/gemeenschapsmodel-van-ball-beverage-voor-drankblikjes-mist-eigen-karakter

Gerecht EU 13 juni 2017, ECLI:EU:T:2017:386; T‑9/15; IEF 17037; IEFbe 2316 (Canettes) Modellenrecht. Ball Europe is houdster van een gemeenschapsmodel voor blikken voor drank. Crown Hellas Can heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend omdat het model niet nieuw was en geen eigen karakter had. De nietigheidsafdeling heeft de vordering afgewezen waarop de beroepskamer van het EUIPO het model wel nietig verklaard heeft op grond dat het geen eigen karakter had. Ball Europe verzoekt het gerecht deze beslissing te vernietigen. Het beroep wordt verworpen.