IEFBE 3834
25 november 2024
Uitspraak

Aanvraag uniebeeldmerk 'Russian Warship, Go F**k Yourself' terecht afgewezen

 
IEFBE 3833
25 november 2024
Artikel

Union-IP Round Table in Paris over fast fashion

 
IEFBE 3831
25 november 2024
Uitspraak

Preduciële vragen over rechtstreekse werking van een richtlijn voor een privaatrechtelijke vereniging

 
IEFBE 2365

Logo pizzeria in Amsterdam hoeft niet aangepast: beperkte overeenstemming met Pizzabakkers-logo

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 5 okt 2017, IEFBE 2365; ECLI:NL:RBAMS:2017:7285 (De Pizzabakkers tegen echtpaar pizza-restaurant), https://ie-forum.be/artikelen/logo-pizzeria-in-amsterdam-hoeft-niet-aangepast-beperkte-overeenstemming-met-pizzabakkers-logo

Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 oktober 2017, IEF 17160; IEFbe 2365; ECLI:NL:RBAMS:2017:7285 (De Pizzabakkers tegen echtpaar pizza-restaurant) Merkenrecht. Auteursrecht. Beide partijen exploiteren een pizza-restaurant. Pizzabakkers hebben het beeldmerk 'de Pizzabakkers' gedeponeerd voor pizza's, deeg en restauratie. De logo's van beide partijen zijn in het zwart-wit vormgegeven, met in de schep de tekst. De merken stemmen begripsmatig overeen omdat beide logo's een pizza-schep hebben met daarin de naam van de pizza-maker. Er is geen auditieve overeenstemming. De voorzieningenrechter oordeelt dat er een zekere mate van overeenstemming is, maar dat deze beperkt van aard is. Dat de logo's dezelfde totaalindruk zou achterlaten is discutabel. Gedaagden gebruiken het logo alleen voor hun bezorgservice en niet voor het restaurant. Pizzabakkers hebben geen bezorgservice. Gezien de beperkte overeenstemming tussen beide logo's is direct of indirect verwarringsgevaar niet aan de orde. De vorderingen van Pizzabakkers worden afgewezen. 
 

IEFBE 2363

HvJ EU: Artikel 22 EEX-Vo niet van toepassing op geschillen die ertoe strekken dat wordt bepaald of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd

HvJ EU - CJUE 5 okt 2017, IEFBE 2363; ECLI:EU:C:2017:738 (Hanssen Beleggingen tegen Tanja Prast-Knipping), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-artikel-22-eex-vo-niet-van-toepassing-op-geschillen-die-ertoe-strekken-dat-wordt-bepaald-of-e

HvJ EU 5 oktober 2017, IEF 17150; IEFbe 2363; ECLI:EU:C:2017:738 (Hanssen Beleggingen tegen Tanja Prast-Knipping) Merkenrecht. Bevoegdheid van de gerechten van de woonplaats van de verweerder – Artikel 22, punt 4 – Exclusieve bevoegdheid voor de registratie en de geldigheid van intellectuele-eigendomstitels – Geding om te bepalen of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd. Conclusie A-G [IEF 16954]. HvJ EU:

Artikel 22, punt 4 [EEX-Vo], moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op geschillen die ertoe strekken dat wordt bepaald of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd.

IEFBE 2350

Uitspraak ingezonden door Philippe Campolini, Simont Braun

Geen slaafse nabootsing van G36-geweer

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 28 apr 2017, IEFBE 2350; (FN Herstal tegen Heckler & Koch), https://ie-forum.be/artikelen/geen-slaafse-nabootsing-van-g36-geweer

Tribunal de commerce Bruxelles 28 april 2017, IEFbe 2350 (FN Herstal tegen Heckler & Koch) Octrooirecht. H&K is houder van het Europese octrooi voor een automatisch G-36 geweer. In 2015 stelde H&K dat de 'SCAR assault rifle', ontwikkeld door FN Herstal, inbreuk maakte op zijn octrooi. FN Herstal startte een nietigheidsactie tegen het octrooi. Het tribunal vernietigt het octrooi wegens gebrek aan inventiviteit. H&K stelde dat FN Herstal een aantal elementen slaafs heeft nagebootst van het G36 geweer, wat zou leiden tot een oneerlijke concurrentie. Het Tribunal overweegt dat elementen die al eerder gebruikt zijn voor het octrooi van H&K's G36-geweer, niet beschouwd kunnen worden als een kopie. Functies die door FN Herstal zijn aangepast om extra technische functies te bieden kunnen niet als nagebootst worden beschouwd. Het nabootsen is alleen door de wet verboden als het een inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten of in het geval van 'accompanying circumstances' die in strijd zijn met de eerlijke handelspraktijk: als er verwarringsgevaar ontstaat. In casu zijn de elementen niet beschermd door een intellectueel eigendomsrecht en is er ook geen sprake van verwarringsgevaar. 

IEFBE 2361

Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS

Primagaz misleidt publiek door enkel één parameter van gebruikskost te noemen waardoor aardgas goedkoper lijkt dan Mazout

Antwerpen(afd. Hasselt) - Anvers(div. Hasselt) 19 okt 2012, IEFBE 2361; (Primagaz tegen Informazout), https://ie-forum.be/artikelen/primagaz-misleidt-publiek-door-enkel-n-parameter-van-gebruikskost-te-noemen-waardoor-aardgas-goedkop

Rechtbank van Koophandel Hasselt 19 oktober 2012, RB 2983; IEFbe 2361 (Informazout tegen Primagaz Belgium) Primagaz verkoopt gasproducten zoals butaan en propaan voor het verwarmen van woningen en gebouwen. In de krant De Morgen met de titel: "Geen aardgas? Een budgetvriendelijke en groenere oplossing dan Mazout" maakte Primagaz een vergelijking van de officiële prijzen van propaan met die van Mazout. De reclame zou bij de gemiddelde consument de  indruk wekken dat de verbruikskost van verwarmen met propaan beduidend lager is dan de verbruikskost van verwarmen met mazout. Als de correcte vergelijkingsbasis wordt gebruikt, rekening houdende met de calorische waarde, dan zou de verbruikskost van verwarmen met mazout duidelijk voordeliger zijn dan met propaan. De rechtbank verwijst naar haar vonnis van 8 september 2010 [RB 2982] en blijft bij haar standpunt dat er sprake is van vergelijkende reclame in de zin van art. 2.20 WMPC. De vergelijkende reclame vertoont een misleidend karakter. Primagaz kan zich niet beperken tot de vermelding van één enkele parameter van de gebruikskost, die haar het beste uitkomt, zonder daarbij te vermelden dat de calorische waarde van de brandstoffen substantieel verschillen. Hierdoor misleidt Primagaz het publiek.

IEFBE 2362

Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun
 

Grondwettelijk Hof: Het aanbieden van een Belgisch werkwijze-octrooi buiten België wordt niet beschermd door het Belgisch octrooi

Grondwettelijk hof - Cour constitutionelle 28 sep 2017, IEFBE 2362; (Europlasma tegen P2i Ltd), https://ie-forum.be/artikelen/grondwettelijk-hof-het-aanbieden-van-een-belgisch-werkwijze-octrooi-buiten-belgi-wordt-niet-bescherm

Grondwettelijk Hof 28 september 2017, IEFbe 2362; nr. 105/2017 (Europlasma tegen P2i Ltd) De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Het aanbieden van een werkwijze die valt onder een Belgisch octrooi vanuit België moet geschieden voor toepassing ervan binnen het Belgisch grondgebied om binnen het octrooi te vallen; m.a.w. is een aanbod vanuit België voor toepassing ervan buiten het Belgisch grondgebied, niet beschermd door het Belgisch octrooi.   

IEFBE 2360

Primagaz mag propaan niet meer vergelijken met 'duurdere' stookolie

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 8 sep 2010, IEFBE 2360; (Informazout VZW tegen Primagaz Belgium), https://ie-forum.be/artikelen/primagaz-mag-propaan-niet-meer-vergelijken-met-duurdere-stookolie

Rechtbank van Koophandel Hasselt 8 september 2010, RB 2982; IEFbe 2360 (Informazout VZW tegen Primagaz Belgium) Primagaz verkoopt gasproducten zoals butaan en propaan voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Volgens Informazout vormt de slogan "Genoeg van stookolie? Ontdek propaan! Lichter voor uw budget, lichter voor het milieu!" een ontoelaatbare vorm van misleidende vergelijkende reclame. Volgens de rechtbank is er sprake van vergelijkende reclame in de zin van art. 2.20 WMC. Eveneens is er sprake van misleidende reclame. Door ten onrechte voor te houden dat voor het publiek dat actueel met stookolie verwarmt, het verwarmen met propaan beter is voor haar budget begaat Primagaz een inbreuk op de artt. 19.1 lid 1, 88 lid 4 en 96 lid 1b WMC. De slogan maakt een vorm uit van verboden denigrerende reclame.

IEFBE 2357

Verhoging tarieven BOIP per 1 januari 2018

Per 1 januari 2018 worden de tarieven voor al de BOIP-producten verhoogd. Deze zijn sinds 2005 niet meer gewijzigd. De Raad van Bestuur heeft op 28 september tot deze verhoging besloten. Het nieuwe tarief voor het deponeren van een merk bedraagt in 2018 € 248. Het nieuwe tarief voor het deponeren van een enkelvoudig model bedraagt € 112 euro. De overige tarieven vindt u hier.

IEFBE 2356

Uitspraak ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, Stichting BREIN

Conclusie AG: Via cloud computing aanbieden tv-programma's niet verenigbaar met InfoSocRl

HvJ EU - CJUE 7 sep 2017, IEFBE 2356; ECLI:EU:C:2017:649 (VCAST tegen RTI), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-via-cloud-computing-aanbieden-tv-programma-s-niet-verenigbaar-met-infosocrl

Conclusie AG HvJ EU 7 september 2017, IEF 17142; IEFbe 2356; IT 2356; ECLI:EU:C:2017:649; C‑265/16 (VCAST Limited tegen R.T.I. SpA) Privékopie-exceptie. Richtlijn 2000/31/EG. Richtlijn 2001/29/EG. VCAST biedt via internet een systeem aan waarmee alle tv-programma’s van belangrijke Italiaanse zenders als video kunnen worden opgeslagen (‘cloud computing’). RTI stelt onrechtmatigheid van de activiteiten van VCAST. Zij wijst op haar zowel Italiaans- als EU-wettelijk geregelde exclusieve recht op het economisch gebruik van de werken die zij via haar netwerken uitzendt (en de daaruit voortvloeiende rechten). VCAST stelt dat haar activiteiten overeenkomen met het verhuren van een video-opnamesysteem op afstand. Dit is volgens de Italiaanse wet tegen billijke vergoeding toegestaan. Ook het Unierecht zou hieraan niet in de weg staan zolang sprake is van een forfaitaire vergoeding aan de rechthebbenden. RTI stelt dat lidstaten is toegestaan het maken van een privékopie mogelijk te maken onder de voorwaarde van een billijke compensatie en alleen in het geval dat de reproductie door een natuurlijk persoon voor eigen gebruik en zonder commercieel oogmerk wordt verricht. Het gaat om een uitzondering die dan ook strikt moet worden uitgelegd. Het toestaan van reproduceren met commercieel oogmerk zou dan ook in strijd zijn met EU-recht. Conclusie AG:

Artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan het is toegestaan om zonder toestemming van de rechthebbenden van de auteursrechten een online opnamedienst aan te bieden voor op het grondgebied van die lidstaat vrij beschikbare, langs terrestrische weg uitgezonden televisie-uitzendingen, wanneer de aanbieder van die dienst, en niet de gebruiker ervan, het terrestrisch uitgezonden signaal ontvangt aan de hand waarvan de opname wordt gemaakt.

IEFBE 2355

Bijdrage ingezonden door Michiel Haegens, Signify.

Michiel Haegens - Grote veranderingen voor het collectieve merk

Een merk kan worden ingeschreven als individueel merk of als collectief merk. Die eerste categorie dekt ruim 98% van alle merkaanvragen en betreffen consumenten- en B2B-merken als ING, ADIDAS en ANWB. Collectieve merken zijn veel schaarser. Niet alleen in het gebruik, maar nog minder worden er als merk geregistreerd. In het Benelux register staan zo’n 1200 collectieve merken geregistreerd. In het Europese merkenregister zijn dat er ruim 2000. Voorbeelden zijn merken als TÜV, VVV Tourist Information en het Beter Leven Keurmerk. Collectieve merken zijn dus niet de meest voorkomende merken, maar zijn meestal wel zeer bekend. Voor de houders van deze merken zijn er belangrijke veranderingen in aantocht. 

Achterliggende reden is dat er nieuwe wetgeving wordt doorgevoerd, waardoor er naast het collectieve merk, het zogenoemde certificeringsmerk wordt geïntroduceerd. Tegelijkertijd wordt de wetgeving met betrekking tot de collectieve merken aangepast.

IEFBE 2354

Conclusie AG: Autovelgen zijn 'onderdeel van samengesteld voortbrengsel' die voor normaal gebruik nodig en zichtbaar zijn

HvJ EU - CJUE 28 sep 2017, IEFBE 2354; ECLI:EU:C:2017:730 (Acacia tegen Fallimento Pneusgarda), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-autovelgen-zijn-onderdeel-van-samengesteld-voortbrengsel-die-voor-normaal-gebruik-nodig

Conclusie AG HvJ EU 28 september 2017, IEF 17138; IEFbe; 2354; ECLI:EU:C:2017:730; C-397/16; C-435/16 (Acacia tegen Audi en Fallimento Pneusgarda) Modelrecht. Audi en Pneusgara zijn houder van het gemeenschapsmodel voor lichtmetalen wielvelgen voor Audi's. Audi vordert dat Acacia stopt met de invoer, productie of verkoop van haar replicavelgen. Sluiten de beginselen van het vrije verkeer van goederen de wettelijke interpretatie (die een reparatieclausule bevat die uitsluitend uit replica wielen die esthetisch identiek aan origineel wielen zijn), met het oog op de reparatie van dit samengestelde voortbrengsel en het herstel van zijn oorspronkelijke vorm, uit? Conclusie AG:

1)      Artikel 110, lid 1, van [GemModVo] moet aldus worden uitgelegd dat het begrip ‚onderdeel van een samengesteld voortbrengsel’ niet is beperkt tot onderdelen waarvan de vorm afhankelijk is van de uiterlijke kenmerken van het samengestelde voortbrengsel, maar betrekking heeft op elk product dat in een ander product, dat als ‚samengesteld voortbrengsel’ wordt aangemerkt, is verwerkt, dat eruit kan worden gehaald en vervangen, dat nodig is voor een normaal gebruik van het samengestelde voortbrengsel en dat bij een normaal gebruik van dit samengestelde voortbrengsel zichtbaar blijft.