IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1829

Bijdrage ingezonden door Frits Gerritzen, Allen & Overy.

UPC Benchmarking study

Allen & Overy, UPC Benchmarking study, reality dawns | 2016
Allen & Overy heeft voor de tweede keer onderzoek gedaan naar de opvattingen van 151 grote, in Europa gevestigde, bedrijven ten aanzien van het UPC. De drie belangrijkste bevindingen uit het onderzoek:
1.    Bedrijven klaar voor lancering | 80% van de bedrijven met grote octrooiportfolio’s die gevalideerd zijn in veel landen (zoals bijvoorbeeld  Philips, DSM en ASML) zegt te gaan profiteren van de komst van het UPC (twee keer zoveel dan in 2014). Zij zullen het nieuwe systeem veel gaan gebruiken en hebben een goed beeld van welke octrooien ze in het systeem willen laten en welke ze eruit willen halen.

IEFBE 1828

Trui met opdruk van bestaand woord (REBEL) in een vaker voorkomend lettertype niet beschermd

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 7 jun 2016, IEFBE 1828; Colourful Rebel tegen Hip&Go (Colourful Rebel tegen Hip&Go), https://ie-forum.be/artikelen/trui-met-opdruk-van-bestaand-woord-rebel-in-een-vaker-voorkomend-lettertype-niet-beschermd

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2016, IEF 16011; IEFbe 1828; ECLI:NL:RBDHA:2016:6256 (Colourful Rebel tegen Hip&Go)
Merkenrecht. Auteursrecht. Modelrecht. Deels toegewezen. Colourful Rebel ontwerpt en verkoopt trui met opdruk REBEL en DRAAK. Hip&Go heeft ook truien met zelfde opdrukken. De DRAAK-trui wordt verboden op grond van het Benelux-merk. De REBEL-trui haalt de drempel voor auteursrechtelijke noch modelrechtelijke bescherming niet. Een enkel bestaand woord in een vaker voorkomend lettertype kan, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden geacht een eigen karakter te hebben. Het merkenrechtelijke verbod wordt ondersteund door een dwangsom en opgaveplicht.

IEFBE 1827

HvJ EU: Passende vergoeding bij inbreuk op communautair kwekersrecht

HvJ EU - CJUE 9 jun 2016, IEFBE 1827; ECLI:EU:C:2016:419 (Hansson tegen Jungpflanzen Grünewald), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-passende-vergoeding-bij-inbreuk-op-communautair-kwekersrecht

HvJ EU 9 juni 2016, IEF 16010; IEFbe 1827; ECLI:EU:C:2016:419; zaak C-481/14 (Hansson tegen Jungpflanzen Grünewald)
Kwekersrecht. Passende vergoeding bij inbreuk op communautair kwekersrecht. Schadevergoeding: forfaitair bedrag, hypothetische licentievergoeding en winst die inbreukmaker heeft genoten. Artikel 14. Vergoeding van gerechtskosten en andere kosten. Artikel 94 Kwekersrechtverordening dekt schade, maar is niet de grondslag voor een forfaitaire toeslag wegens inbreuk of winstafdracht. De passende vergoeding is de schade die nauw verband houdt met niet betalen van de vergoeding. En het tweede lid staat staat toe dat gerechtskosten gemaakt in aanmerking komen bij de schadebegroting en in de bodemprocedure gemaakte buitengerechtelijke kosten in aanmerking worden genomen. Antwoord HvJ EU:

1) Artikel 94 van [Kwekersrechtverordening] moet aldus worden uitgelegd dat het recht op vergoeding dat dit artikel toekent aan de houder van een kwekersrecht waarop inbreuk is gemaakt, alle door deze laatste geleden schade dekt, maar dat dit artikel niet kan dienen als grondslag voor het opleggen van een forfaitaire toeslag wegens inbreuk noch specifiek voor de afstand van de winsten en voordelen die de inbreukmaker heeft behaald.

IEFBE 1826

HvJ EU: Billijke vergoeding uit Spaanse begroting waarborgt niet dat de kosten enkel door privékopieerders wordt gedragen

HvJ EU - CJUE 9 jun 2016, IEFBE 1826; ECLI:EU:C:2016:418 (EGEDA e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-billijke-vergoeding-uit-spaanse-begroting-waarborgt-niet-dat-de-kosten-enkel-door-priv-kopiee

HvJ EU 9 juni 2016, IEF 16009; IEFbe 1826; ECLI:EU:C:2016:418; zaak C-470/14 (EGEDA e.a.)
Auteursrecht. Naburige rechten. Art. 5 InfoSoc. Uitzonderingen en beperkingen. Billijke thuiskopiecompensatie gefinancieerd vanuit staatsbegroting. Het Spaanse stelsel waarbij de billijke compensatie voor auteurs van wie het werk wordt gekopieerd voor privégebruik uit de begroting wordt gefinancierd, is niet in overeenstemming met de auteursrechtrichtlijn. In een dergelijk stelsel is immers niet gewaarborgd dat de kosten van die billijke compensatie uiteindelijk enkel worden gedragen door de gebruikers van kopieën voor privégebruik. Antwoord HvJ EU:

Article 5(2)(b) of [InfoSoc] must be interpreted as precluding a scheme for fair compensation for private copying which, like the one at issue in the main proceedings, is financed from the General State Budget in such a way that it is not possible to ensure that the cost of that compensation is borne by the users of private copies.

IEFBE 1825

Uitspraak en inhoudsindicatie aangebracht door Jurgen Figys, Jan-Diederik Lindemans, Kristof Roox, Crowell & Moring LLP.

Geen aanwijzing van een onrechtstreekse inbreuk - beoordeling van de prima facie inbreuk bij het beslag inzake namaak

Brussel - Bruxelles 24 mei 2016, IEFBE 1825; (Syral tegen Roquette Freres), https://ie-forum.be/artikelen/geen-aanwijzing-van-een-onrechtstreekse-inbreuk-beoordeling-van-de-prima-facie-inbreuk-bij-het-besla

Hof van Beroep Brussel 24 mei 2016, IEFbe 1825 (Syral tegen Roquette Freres)
Zie eerder IEFbe 1559; IEFbe 1002; IEFbe 794; IEFbe 616. Derdenverzet beslag inzake namaak. Beschrijvende maatregelen. Octrooirecht. De verzoeker van het beslag inzake namaak moet gegevens aanreiken die aannemelijk maken dat een inbreuk zou kunnen worden gepleegd op het intellectueel eigendomsrecht. De aangedragen feiten moeten van die aard zijn dat zij, bij een beoordeling op het eerste zicht (prima facie), op zich of met elkaar in verband gebracht, een vermoeden doen rijzen van een inbreuk of een dreiging van inbreuk. Over het bewijs van prima facie aanwijzingen voor een inbreuk is de beoordelingsmarge van het Hof beperkt, aangezien het beschrijvend beslag inzake namaak er precies toe strekt namaak te kunnen aantonen door het relevante bewijsmateriaal in verband met de vermeende inbreuk te verkrijgen en te beschermen.

De aanwijzingen van een inbreuk op grond waarvan de beschrijvende maatregel kan worden bevolen, moet worden vastgesteld op de datum waarop de eerste rechter over het eenzijdig verzoekschrift uitspraak heeft gedaan, in casu 9 december 2008.

Roquette voerde aan dat er door Syral zowel onrechtstreeks als rechtsreeks inbreuk werd gemaakt op haar octrooirechten.

IEFBE 1824

Geen verzoek tot herstel in vorige toestand bij beroepsinstantie binnen twee maanden gedaan

Gerecht EU - Tribunal UE 8 jun 2016, IEFBE 1824; ECLI:EU:T:2016:338 (Monster Energy - Vredessymbool), https://ie-forum.be/artikelen/geen-verzoek-tot-herstel-in-vorige-toestand-bij-beroepsinstantie-binnen-twee-maanden-gedaan

Gerecht EU 8 juni 2016, ECLI:EU:T:2016:338; IEF 16006; IEFbe 1824; T-583/15 (Monster Energy - Vredessymbool)
Merkenrecht. Procesrecht. Aanvraag voor Uniebeeldmerk dat een vredessymbool afbeeldt. Het merk is geweigerd, bij fax heeft verzoekster - nadat zij was nagegaan hoe de zaak vorderde - aangevoerd dat zij geen kennisgeving had ontvangen en bijgevolg verzocht om een nieuwe beroepstermijn. Het verzoek tot herstel in de vorige toestand en dat haar Uniemerkaanvraag in het register blijft ingeschreven wordt afgewezen. De termijn om beroep in te stellen bij het Gerecht, binnen twee maanden nadat de verhindering waardoor dit niet vroeger kon worden ingesteld, is geëindigd. Binnen dezelfde termijn diende het verzoek tot herstel in de vorige toestand te worden ingediend bij de instantie die bevoegd is om op dit beroep te beslissen, namelijk het Gerecht. Het beroep wordt afgewezen.

IEFBE 1823

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.

Geen coëxistentieregeling voor HOME PARTS

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 18 mei 2016, IEFBE 1823; (Beekman BV tegen Elka Pieterman en Handyman), https://ie-forum.be/artikelen/geen-co-xistentieregeling-voor-home-parts

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 mei 2016, IEF 16003; IEFbe 1823 (Beekman BV tegen Elka Pieterman en Handyman)
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Beekman vordert met succes de vervallenverklaring van Elka Pietermans Benelux beeldmerk 'home parts' en woordmerk HOME PARTS SHOP in klasse 11. In reconventie vordert Elka Pieterman cs de nietigverklaring van het beeldmerk Beekmans HOMEPART en veroordeelt Beekman tot staking van merk- en handelsnaaminbreuk. Een beroep op de coëxistentie-regeling ex 2.27 lid 3 en lid 4 BVIE, baat niet. [red. Beroep door Beekman is aangekondigd]. Opmerkelijk: 3.62. De rechter, ten overstaan van wie de comparities zijn gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen omdat zij niet meer in het team handelsrecht werkzaam is. [red. Staking van de executie van het vonnis is bevolen IEF 16004]

IEFBE 1822

Reep met vier cirkels met chocolade omhulde marshmellows is niet onderscheidend

Gerecht EU - Tribunal UE 1 jun 2016, IEFBE 1822; ECLI:EU:T:2016:327 (Marshmellow reep met vier cirkels), https://ie-forum.be/artikelen/reep-met-vier-cirkels-met-chocolade-omhulde-marshmellows-is-niet-onderscheidend

Gerecht EU 1 juni 2016, IEF 16000; IEFbe 1822; ECLI:EU:T:2016:327; T‑240/15 (Marshmellow reep met vier cirkels)
Merkenrecht. De aanvraag voor een 3D-EU-merk van een reep met vier cirkels wordt afgewezen vanwege het ontbreken van onderscheidend vermogen. Het is voor een reep marshmallows omhuld door chocolade. Het simpele feit dat het een variant is op een gebruikelijke vorm, geeft het nog niet het onderscheidend vermogen dat nodig is voor een gemiddelde consument om het op te merken. Het beroep wordt afgewezen.

IEFBE 1821

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, HOYNG ROKH MONEGIER.

SPARTAN (RACE) nietig, beschrijvend voor obstacle race

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 1 jun 2016, IEFBE 1821; ECLI:NL:RBDHA:2016:6665 (SPARTAN), https://ie-forum.be/artikelen/spartan-race-nietig-beschrijvend-voor-obstacle-race

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15997; IEFbe 1821; ECLI:NL:RBDHA:2016:6665 (Spartan tegen TERN)
Merkenrecht. Spartan Race organiseert "obstacle races" en is houdster van diverse merken. TERN exploiteert een tv-station dat wereldwijd uitzendt en heeft de eerste aankondigingen gedaan van een realityshow waarbij "Spartaanse opdrachten" worden uitgevoerd. Tussen partijen is niet in geschil dat de term SPARTAN enerzijds verwijst naar de antieke Griekse stadsstaat Sparta, maar anderzijds volgens woordenboeken ook naar het stoere, ruige, sobere karakter dat wordt toegeschreven aan de krijgers van die Griekse stadsstaat. Naar voorlopig oordeel valt niet uit te sluiten dat het relevante publiek het teken SPARTAN, nog meer als dit wordt gevolgd door het beschrijvende element RACE, kan opvatten als beschrijvend voor obstacle races. Dit merk moet voor nietig moet worden gehouden; er kan geen verbod worden opgelegd.

IEFBE 1820

Leatherman-multitools.nl pleegt merkinbreuk

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 1 jun 2016, IEFBE 1820; ECLI:NL:RBDHA:2016:5999 (Leatherman tegen gedaagde), https://ie-forum.be/artikelen/leatherman-multitools-nl-pleegt-merkinbreuk

Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15995; IEFbe 1820; ECLI:NL:RBDHA:2016:5999 (Leatherman tegen gedaagde)
Merkenrecht. Leatherman is producent van multifunctionele (hand)gereedschappen en houdster diverse merken. Gedaagde is een webshop via leatherman-multitools.nl en later ook .de, .dk en .es gestart. Na een Duitse procedure blijft inbreuk doorgaan voor de .nl-site. Door de toevoeging -multitools.nl is het door gedaagde gebruikte teken niet aan het woordmerk Leatherman gelijk (ex sub a). Ex sub b heeft gedaagde de suggestie gewekt dat zijn onderneming een exclusieve door Leatherman goedgekeurde distributeur van haar producten is, althans dat tussen beide ondernemingen een commerciële band bestaat. Het verweer gericht op de geldige reden kan buiten beschouwing worden gelaten, nu inbreuk ex 2.20 lid 1 onder b BVIE wordt aangenomen. De rechtbank beveelt staking van inbreuk op het merkenrecht vanwege het verwarringsgevaar.