IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1788

EU-Rapport over inbreuk op Beschermde Geografische Aanduidingen

EUIPO Report Executive Summary, Infringement of protected GIs for wine, spirits, agricultural products and foodstuffs in the EU, april 2016.
In the European Union (EU), Geographical Indications (GIs) for wine, spirits, agricultural products and foodstuffs are protected as sui generis intellectual property rights that act as certification that certain products possess particular qualities, characteristics or reputation essentially attributable to their geographical origin and method of production.

The main objective of this study is to assess the size and value of the EU GI product market and the proportion of products in that market that infringe GIs protected in the EU. The impact of these infringements on EU consumers is also estimated.

IEFBE 1787

HvJ EU: Geen informatie of merken op etikettering, buitenverpakking of op tabaksproducten zelf

HvJ EU - CJUE 4 mei 2016, IEFBE 1787; ECLI:EU:C:2016:325 (Philip Morris Brands e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geen-informatie-of-merken-op-etikettering-buitenverpakking-of-op-tabaksproducten-zelf

HvJ EU 4 mei 2016, IEF 15923; IEFbe 1787; LS&R 1312; RB 2710; C-547/14; ECLI:EU:C:2016:325 (Philip Morris Brands e.a.)
Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten. Verdere voorschriften voor zover niet geharmoniseerd mag. Artikel 13 verbiedt dat informatie, maar ook merken, namen en symbolen op etikettering van verpakkingseenheden, op de buitenverpakking en op de tabaksproducten zelf wordt aangebracht, ook al is deze feitelijk juist. Het hof verklaart voor recht:

IEFBE 1786

Conclusie AG: Geen kopieerheffing voor apparaten die duidelijk niet voor privékopie gebruikt worden

HvJ EU - CJUE 4 mei 2016, IEFBE 1786; ECLI:EU:C:2016:326 (Nokia Italia e.a. tegen SIAE), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-geen-kopieerheffing-voor-apparaten-die-duidelijk-niet-voor-priv-kopie-gebruikt-worden

Conclusie AG HvJ EU 4 mei 2016, IEF 15922; IEFbe 1786; ECLI:EU:C:2016:326; C-110/15; (Nokia Italia e.a. tegen SIAE)
Thuiskopie. Auteursrecht. Zie eerder IEF 14904. Bepaling van de criteria voor vrijstelling vooraf van de heffing door middel van particuliere overeenkomsten. Vrijstelling mag niet overgelaten worden aan onderhandelingen, geen stelsel van verzoek tot terugbetaling onterecht betaalde heffing beperkt tot de eindgebruiker. Conclusie AG:

1) Artikel 5, lid 2, onder b) [InfoSocrichtlijn] verzet zich tegen een stelsel van billijke compensatie waarin een kopieerheffing zelfs is verschuldigd voor installaties, apparaten en dragers die duidelijk voor andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik zijn aangeschaft, en waarin een eventuele vrijstelling van die heffing wordt overgelaten aan onderhandelingen tussen de organisatie die de heffing beheert en de compensatieplichtige personen.

IEFBE 1785

Bijdrage ingezonden door Paul Steinhauser, advocaat.

 

Paul Steinhauser - Reactie op Kort Commentaar bij artikel 18 nieuwe Merkenrichtlijn

De houder van het jongere merk behoudt het niet-inbreukverweer dat hij had ten tijde van de inschrijving. Evert van Gelderen en Elise Menkhorst leverden commentaar op artikel 18 van de nieuwe Merkenrichtlijn (NMR) [IEF 15798]. Volgens hen had lid 3 van dit artikel beter kunnen worden weggelaten en in ieder geval van een toelichting moeten worden voorzien. Dit vraagt om een reactie, omdat dit een aanwijzing vormt dat zij het artikel niet, althans niet helemaal hebben begrepen.

Het nieuwe artikel 18 draagt als titel “Recht van de houder van een later ingeschreven merk om tussen te komen als verweer in een inbreukprocedure”. Deze titel vind ik niet bepaald verhelderend over de betekenis van het artikel. De strekking ervan wordt duidelijker bij lezing van paragraaf 30 van de considerans van de richtlijn:

 

IEFBE 1784

Décision envoyée par Philippe Laurent, MVVP.

Ordre de cesser l’usage de la marque « Verabel » comme AdWord

Bergen - Mons 16 nov 2015, IEFBE 1784; (Verabel contre Verandas Confort), https://ie-forum.be/artikelen/ordre-de-cesser-l-usage-de-la-marque-verabel-comme-adword

Cour d'appel de Mons 16 novembre 2015, IEFbe 1784 (Verabel contre Verandas Confort)
Adwords. Les parties sont deux sociétés spécialisées dans la fabrication et la vente de vérandas et pergolas. Depuis 2013, la défenderesse enregistra et utilisa l'adword « verabel » afin de faire apparaître sa publicité comme premier résultat dans le moteur « Google » lors d’une recherche sur le terme « verabel ». Verabel lança une action en cessation afin de faire stopper cette pratique (en invoquant, entre autres, ses droits de marques et les règles en matière de publicité comparative). Le tribunal de première instance rejeta la demande. La Cour d’appel a réformé cette décision, ayant égard au risque de confusion et à l'atteinte à la fonction d'indication d'origine de la marque. En appliquant la jurisprudence de la CJUE (Interflora, Berspechte, Google, etc.) la Cour d’appel a confirmé que l'appelante pouvait valablement s'opposer, sur la base de l'article 2.20.1 b CBPI, à l'usage litigieux de l'adword "VERABEL".

IEFBE 1783

In de tijdschriften april 2016

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand. Voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen.
Inhoud AMI 2016-2: www.ami-online.nl
Artikel- De ontsporing van het begrip databank. Enige bedenkingen bij HvJEU Freistaat Beieren/Verlag Esterbauer - M.M.M. van Eechoud

Jurisprudentie
Nr. 3 • Rb. Amsterdam 21 maart 2016, Van Huut/CRI Residence Amstelveen B.V. m.nt. J.J.C. Kabel
Nr. 4 • Hof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2016, Simonis & Buunk/Pictoright m.nt. Th. M. de Boer

Commentaar
Conclusie A-G Wathelet 7 april 2016, Geen Stijl/Sanoma met commentaar M.R. de Zwaan

IEFBE 1782

Schadevergoeding voor verlies van kans om derde contractant in IT-aanbesteding EUIPO te worden

Gerecht EU - Tribunal UE 27 apr 2016, IEFBE 1782; ECLI:EU:T:2016:248 (European Dynamics tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/schadevergoeding-voor-verlies-van-kans-om-derde-contractant-in-it-aanbesteding-euipo-te-worden

Gerecht EU 27 april 2016, IT 2050; IEFbe 1782; ECLI:EU:T:2016:248; zaak T-556/11 (European Dynamics tegen EUIPO)
Overheidsopdrachten voor diensten. Aanbestedingsprocedure. Diensten inzake softwareontwikkeling en -onderhoud. Afwijzing van de offerte van een inschrijver. Rangschikking van een inschrijver in de cascadeprocedure. Uitsluitingsgronden. Belangenconflict. Gelijke behandeling. Zorgvuldigheidsplicht. Gunningscriteria. Kennelijk onjuiste beoordeling. Motiveringsplicht. Niet-contractuele aansprakelijkheid. Verlies van een kans. Het besluit tot afwijzing van de offerte wordt nietig verklaard. EUIPO moet de schade vergoeden die eisers heeft geleden door het verlies van een kans om minstens als derde contractant de raamovereenkomst toegewezen te krijgen.

IEFBE 1781

Uitspraak ingezonden door Stijn Debaene en Hakim Haouideg, Field Fisher.

The Book Seat werd slechts op Australische lokale marktjes aangeboden, model is nieuw

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 20 apr 2016, IEFBE 1781; (Barber tegen BVBA Leuke Dinges), https://ie-forum.be/artikelen/the-book-seat-werd-slechts-op-australische-lokale-marktjes-aangeboden-model-is-nieuw

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2016; IEF 15908; IEFbe 1781 (Barber tegen BVBA Leuke Dinges)
Modelrecht. Samenloop met octrooirecht. Eiseres ontwikkelt 'The Book Seat', een minizitzak die als boekensteun kan worden gebruikt en heeft hiervoor een octrooi (voor het centrale deel) en gemeenschapsmodel (voor de contouren) verkregen. De distributieovereenkomst met de herverkoper werd verbroken, de Nederlandse agent brengt de identieke 'Lärs boekenhouder" op de markt. Het model is nieuw, omdat het voor de aanvraag slechts op lokale marktjes werd aangeboden en niet (naar HvJ EU Gautzsch Grosshandel IEF 13538; IEFbe 642)  op een internationaal befaamde beurs waaraan voornaamste of meeste (EU) marktdeelnemers deelnamen. Er is duidelijk afstand tot het bestaande vormgevingserfgoed. Door verweerder werden drie inkepingen in het midden afgeschaft, bijgevolg valt het niet binnen het octrooi, maar bij normaal gebruik zijn die niet waarneembaar bij het model. Het vervangen van een lus door een volwaardig handvat is niet relevant voor de modelrechtelijke vergelijking. Er wordt een verbod opgelegd.

IEFBE 1780

EFTA-adviesvraag over limiet merkenregistratie voor (bekende) beeldhouwwerken waarop geen auteursrecht meer rust

22 mrt 2016, IEFBE 1780; zaak E-05/16 (Vigeland park), https://ie-forum.be/artikelen/efta-adviesvraag-over-limiet-merkenregistratie-voor-bekende-beeldhouwwerken-waarop-geen-auteursrecht

Request for an Advisory Opinion van EFTA-Gerecht 22 maart 2016, IEF 15907, IEFbe 1780, zaak E-05/16 (Vigeland park)
Advies gevraagd door Hof van Beroep Oslo voor Intellectuele Eigendomsrechten (Klagenemnda for industrielle rettigheter). Merkenrecht. EFTA (Europese Vrijhandelsorganisatie). Verlopen auteursrecht. Zeer bekende, cultureel waardevolle beeldhouwwerken. In het Vigeland park in Oslo, Noorwegen, staat het grootste beeldenpark ter wereld dat door één kunstenaar is gemaakt, Gustav Vigeland. Tussen 1907 en 1942 zijn er 212 stenen en bronzen beelden gemaakt. Het park is de populairste toeristische attractie van Noorwegen. Is de bekendheid van het werk relevant om een merk te weigeren? Geldt de richtlijn ook voor 2D-weergave van 3D-beeldhouwwerken? Moet een merk worden geweigerd op basis van sectorgebruiken of is beschrijvendheid voldoende?

1. May trademark registration of copyright works, for which the protection period has expired, under certain circumstances, conflict with the prohibition in Article 3(1)(f) of the Trade Marks Directive on registering trademarks that are contrary to 'public policy or … accepted principles of morality'?

IEFBE 1779

Prejudicieel gestelde vraag: Is transmissie via gemeenschappelijk antenne-installatie met minder dan 500 verbonden deelnemers geen nieuwe uitzending?

HvJ EU - CJUE 26 apr 2016, IEFBE 1779; IEF 15906; IEFbe 1779 (AKM), https://ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-is-transmissie-via-gemeenschappelijk-antenne-installatie-met-minder-dan

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 februari 2016, IEF 15906; IEFbe 1779; zaak C-138/16 (AKM)
Over de uitleg van artikel 3(1) en 5 van de InfoSoc-richtlijn. Via Minbuza: Verzoekster AKM (Autoren, Komponisten und Musikverleger) is een overkoepelende organisatie op grond van de Wet op de rechtenbeheerders. Conform de wettelijke regeling staat zij onder toezicht van het Oostenrijkse MinJUS. Verzoekster regelt voor de aangesloten leden de rechten op muziekwerken.
Verweerster Zürs.net exploiteert een kabelnetwerk (in Zürs) via welk radio- en tv-uitzendingen integraal worden doorgegeven aan de abonnees. Het gaat om diverse programma’s, zowel van Oostenrijkse als van Duitse origine, publiek en commercieel, en analoog en digitaal. Verzoekster biedt via een glasvezelnetwerk verschillende diensten zoals internet, tv en telefonie. Het betreft hier (de exploitatie van) een ‘antenne-installatie voor kleine gemeenschappen’ in de zin van de OOS auteurswet, en verweerster breidt deze diensten steeds verder uit. In de programma’s worden ook werken uitgevoerd waarvan verzoekster de rechten beheert. Verzoekster eist informatie van verweerster over het aantal abonnees op verschillende tijdstippen en opgave van de op die tijdstippen doorgegeven programma’s. Zij eist subsidiair een vergoeding voor oorspronkelijk niet uit Oostenrijk afkomstige werken (op grond van de Berner Conventie). Verzoekster stelt dat de uitzonderingsbepaling in de Oostenrijk ten behoeve van kleine gemeenschappen strijdig is met verdragen en het EUrecht en wijst op de herziene Berner Conventie (1967/1971). Kabelexploitanten met niet meer dan 500 aansluitingen voldoen niet aan de vereisten van de ‘tweestapstoets’ op basis waarvan beperkingen slechts bij uitzondering mogen worden toegepast. Zij wijst op de jurisprudentie van het HvJEU, waarin met name is bepaald dat aan de ‘mededeling aan het publiek’ een ruime betekenis moet worden gegeven. Verzoekster twijfelt er niet aan dat de door verweerster geëxploiteerde ‘gemeenschappelijke antenne-installatie’ aan de voorwaarden voor ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van de RL voldoet, zodat verweerster daarvoor toestemming nodig heeft en een vergoeding zal moeten betalen.
De verwijzende Oostenrijkse rechter (Handelsgericht Wien) legt de volgende vraag voor aan het HvJEU:

Moeten artikel 3, lid 1, respectievelijk artikel 5 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, respectievelijk artikel 11 bis, lid 1, punt 2, van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst in de versie van Stockholm/Parijs 1967/1971 aldus worden uitgelegd dat een regeling, waarbij de doorgifte van omroepuitzendingen via “gemeenschappelijke antenne-installaties” zoals die van verweerster in het hoofdgeding
a) niet wordt beschouwd als een nieuwe omroepuitzending wanneer bij de installatie niet meer dan 500 abonnees zijn aangesloten en/of
b) wordt beschouwd als een onderdeel van de oorspronkelijke omroepuitzending wanneer het de gelijktijdige, volledige en onveranderde doorgifte van omroepuitzendingen van de Oostenrijkse omroeporganisatie door middel van binnenlandse leidingen betreft, en deze vormen van gebruik evenmin onder een ander uitsluitend recht van mededeling aan het publiek met een element van afstand in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG vallen, en derhalve niet afhankelijk zijn van de toestemming van de auteur en hiervoor dus ook geen vergoedingsplicht geldt, strijdig is met het Unierecht respectievelijk met het recht van de Berner Conventie als binnen de rechtsorde van de Unie vallende internationale overeenkomst?