IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1747

Bijdrage ingezonden door Ruben Tavernier, Arnold & Siedsma.

Software & IP: Technisch effect voorwaarde voor octrooi

Volgens de wet kunnen octrooien aangevraagd worden op uitvindingen op elk domein van de techniek. Uit die bepaling wordt afgeleid dat octrooien enkel op "iets technisch" kunnen worden verkregen. Software heeft echter niet altijd betrekking op "iets technisch". Natuurlijk zorgt elk stukje software ervoor, wanneer het wordt uitgevoerd op een computer of smartphone, dat elektrische spanningen en stromen ontstaan en variëren in dat apparaat. Er gebeurt dus "iets technisch". Dat is echter een routine-effect bij élk stukje software. Daarom is in de rechtspraak bepaald dat er ook nog sprake moet zijn van een "bijkomend technisch effect". Maar wat houdt een "bijkomend technisch effect" in?

IEFBE 1746

BMM Student Award 2016 voor scriptie Mike Landerbarthold over minimalistisch ontwerp

De jury van de BMM Student Award bestaat uit de redactie van het BMM Bulletin. De auteur van de winnende scriptie ontvangt een bedrag van EUR 1000. De inzendingen zijn beoordeeld op de volgende criteria: 

-          Heeft de scriptie een heldere analyse/ structuur
-          Wordt tot juridische vragen aangezet
-          Wordt de eigen mening weergegeven
-          Is de scriptie goed geschreven

De jury heeft de scripties met belangstelling gelezen. Uit de vijf inzendingen is op basis van deze criteria een shortlist van twee kanshebbende scripties gemaakt, te weten: van Janneke de Grood en van Mike Landerbarthold.

IEFBE 1745

Publieke consultatie over de rol van uitgevers in de auteursrecht-waarde-keten en over de panorama-exceptie

Consultatie tussen 23 maart en 15 juni 2016 | The Commission is launching a public consultation on the role of publishers in the copyright value chain and on the 'panorama exception'. It will serve to gather views in particular on the impact that granting an EU neighbouring right to publishers could have on the publishing sector, on citizens and creative industries and as to whether the need (or not) for intervention is different in the press as compared to other publishing sectors. The consultation will also serve to collect input for the Commission's analysis of the current legislative framework of the 'panorama exception'.

 

IEFBE 1744

Uitspraak aangebracht door Kristof Neefs, Altius.

Brevet européen n'a pas été deposée dans une langue officielle en Belgique, pas 'sans effet'

Brussel - Bruxelles 5 mrt 2015, IEFBE 1744; IEFbe 1744 (Shamrock), https://ie-forum.be/artikelen/brevet-europ-en-n-a-pas-t-depos-e-dans-une-langue-officielle-en-belgique-pas-sans-effet

Cour d'appel Bruxelles 5 maart 2015, IEFbe 1744 (Shamrock contre Etat belge)
Brevet européen. Dépôt en Belgique d'une traduction. Déchéance du droit. Sanction contraire à la Constitution et au Premier protocole additionel de la CEDH. Shamrock dépose une demande de brevet européen auprès de l'OEB qui a donné lieu à la délivrance du brevet EP1001880 (sur un procédé de production de produits friables en polytetrafluoroethylene). La cour constate que dans une affaire semblable, Ie brevet européen de la societe ShamrockTechnologies, au motif qu'une traduction de ce brevet europeen dans une langue officielle en Belgique n'a pas été deposée dans Ie délai prescrit à dater de la publication de la mention de la délivrance dudit brevet, viole I'article 16 de la Constitution lu en combinaison avec I'artlcle 1er du Premier protocole du 20 mars 1952 additionnel à la Convention européenne de sauvegarde des droits de I'homme et des
libertés fondamentales.

La cour dit pour droit que la décision de l'OPRI de mentioner le brevet comme étant "sans effet" sur le territoire belge est dépourvue de tout fondement légal et ne peut être appliquée en vertu de l'article 159 de la Constitution. La cour dit pour droit que le brevet sort ses pleins et entiers effets en Belgique (...) et condamne l'Etat belge à mentioneer au Registre belge des brevet l'existence des droits au brevet.

 

IEFBE 1743

Schade toegebracht aan politieagenten door posten van foto's en beledigingen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 18 feb 2016, IEFBE 1743; (Procureur des Konings tegen beklaagde), https://ie-forum.be/artikelen/schade-toegebracht-aan-politieagenten-door-posten-van-foto-s-en-beledigingen

Rechtbank Brussel 18 februari 2016, IEFbe 1743; HV 53.OF.531/15 (Procureur des Konings tegen beklaagde)
Aan beklaagde wordt verweten foto’s van vier politieambtenaren tijdens hun dienst met beledigend commentaar via elektronische communicatiemiddelen openbaar gemaakt te hebben. Door het gebruik van deze communicatiemiddelen heeft hij de betrokken politieambtenaren overlast bezorgd en schade toegebracht. Beklaagde kan niet worden verweten persoonsgegevens van de burgerlijke partijen te hebben verwerkt, omdat de verwerking enkel in het kader van persoonlijke doeleinden is verricht.

IEFBE 1742

Beslissing ingezonden door Anne Sliepenbeek, Hofhuis Alkema Groen.

EUIPO: WORTIE lijkt niet op WARTNER

EUIPO - BHIM - OHMI 23 mrt 2016, IEFBE 1742; B 2 404 344 (WARTNER tegen WORTIE), https://ie-forum.be/artikelen/euipo-wortie-lijkt-niet-op-wartner

EUIPO 23 maart 2016, IEF 15807; IEFbe 1742; B 2 404 344 (Wartner tegen YouMedical)
Merkenrecht. Het door YouMedical aangevraagd merk WORTIE komt nauwelijks overeen met WARTNER waarop de oppositie is gebaseerd. De overeenkomsten (een W en RT) worden overstemd door door de verschillen.

IEFBE 1741

Absence de caractère distinctif du jeu en bois finlandais acquis par l’usage

Gerecht EU - Tribunal UE 16 mrt 2016, IEFBE 1741; ECLI:EU:T:2016:149 (le jeu finlandais Mölkky), https://ie-forum.be/artikelen/absence-de-caract-re-distinctif-du-jeu-en-bois-finlandais-acquis-par-l-usage

Tribunal UE 16 mars 2016, IEFbe 1741; T-363/15; ECLI:EU:T:2016:149 (le jeu finlandais Mölkky)
En bref: Marque communautaire – Demande de marque communautaire tridimensionnelle – Forme d’une boîte de jeu contenant des blocs en bois – Motif absolu de refus – Absence de caractère distinctif – Absence de caractère distinctif acquis par l’usage. Le recours est rejeté.

IEFBE 1734

Bijdrage ingezonden door Marieke Westgeest, Markenizer.

De nieuwe Europese merkenverordening en haar wijzigingen - deel 4

Op 23 maart 2016 treedt de nieuwe Europese merkenverordening in werking, die een aantal veranderingen met betrekking tot het registreren van een merk in de Europese Unie tot gevolg heeft. De meest belangrijke wijzigingen:
6. Nu ook oppositie op basis van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen
7. Gebruik van een merk door een derde is ook rechtshandhavend

6. Nu ook oppositie op basis van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen
Een persoon die krachtens de toepasselijke wetgeving gemachtigd is de uit een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding voortvloeiende rechten uit te oefenen kan vanaf nu oppositie instellen tegen een merk dat identiek is aan de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. Er is geen vereiste om gebruik van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te tonen, het simpele recht creëert de mogelijkheid op te treden. Dit is in ieder geval een mooi instrument voor bij voorbeeld de Champagneboeren die heel actief optreden tegen het gebruik van CHAMPAGNE. Nu kunnen zij ook tegen registratie van de geografische aanduiding als merk optreden.

IEFBE 1740

Daadwerkelijk onderscheidend vermogen van merk RAW

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 22 mrt 2016, IEFBE 1740; ECLI:NL:GHDHA:2016:669 (H&M tegen G-star Raw), https://ie-forum.be/artikelen/daadwerkelijk-onderscheidend-vermogen-van-merk-raw

Hof Den Haag 22 maart 2016, IEF 15801; IEFbe 1740; ECLI:NL:GHDHA:2016:669 (H&M tegen G-star Raw)
Merkenrecht; Internationale bevoegdheid. Geschil over onder meer het Gemeenschapsmerk RAW [IEF 13232]. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de T-shirts en hoodies waarvoor H&M het artwork heeft gebruikt, identiek zijn aan de waren waarvoor G-Star het Gemeenschapsmerk RAW heeft ingeschreven, te weten kleding. Het Gemeenschapsmerk RAW heeft inherent onderscheidend vermogen voor kleding. H&M heeft hier slechts tegen ingebracht dat het begrip ‘raw’ beschrijvend is. Het onderscheidend vermogen van het Gemeenschapsmerk RAW is substantieel versterkt door het gebruik ervan. Dat het merk RAW daadwerkelijk onderscheidend vermogen heeft, wordt bevestigd door de marktonderzoeken die G-Star in het geding heeft gebracht. H&M wijst erop dat haar kleding uitsluitend in H&M-winkels wordt verkocht en vanwege die context zou het de gemiddelde consument volgens H&M duidelijk zijn dat de T-shirts en hoodies met het gewraakte artwork afkomstig zijn van H&M. Dat baat haar niet, er zijn vele voorbeelden van kleding waarop merken van derden staan of die in samenwerking met ontwerpers zijn gemaakt. Het hof bekrachtigt de bestreden vonnissen; IEF 13232, IEF 11923 en IEF 11582.

 

IEFBE 1739

Bijdrage ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, De Gier | Stam & Advocaten.

Kort commentaar bij artikel 18 van de nieuwe Merkenrichtlijn – oudere merkhouder tegen jongere registratie

Serie Het Nieuwe Merkenrecht. Onlangs trad de nieuwe merkenrichtlijn in werking. Geduchte IE-Forum-redacteuren worden daar natuurlijk actief van”, zo schreef deLex in haar uitnodiging om een commentaar te schrijven bij één van de nieuwe artikelen. Dat klopt uiteraard en aan ons de taak u kort iets te vertellen over artikel 18 van de nieuwe richtlijn.

Er worden drie redenen genoemd voor het aanpassen van de Merkenrichtlijn (en overigens ook van de Uniemerkverordening, die als één pakket worden gezien):

1. modernisering en verbetering van de bestaande bepalingen, het vergroten van de rechtszekerheid en het verduidelijken van merkenrechten wat betreft de werkingssfeer en de grenzen daarvan;
2. grotere harmonisatie van nationale merkenwetgevingen en –procedures; en
3. het bevorderen van samenwerking tussen de bureaus van de lidstaten en het EUIPO (voorheen OHIM).

Artikel 18 beoogt met name een uitwerking van het eerste punt te zijn. In het artikel wordt bepaald wat de situatie is als een oudere merkhouder niet optreedt of niet op kan treden tegen een jongere merkregistratie: