HvJ EU: Is einde van erkenningsprocedure onder 28 lid 4 Geneesmiddelenverordening hetzelfde als handelscertificaat
Prejudiciële vraag gesteld aan HvJ EU 29 juli 2016, IEF 16169; IEFbe 1893; RB 2746; LS&R 1354 (MSD tegen Comptroller-General)
ABC. Octrooi. Erkenning handelsvergunning .
(1) Is an end of procedure notice issued by the reference member state under Article 28(4) of the Medicinal Products Directive equivalent to a granted marketing authorisation for the purposes of Article 3(b) of the SPC Regulation?
(2) If the answer to question (1) is no, is the absence of a granted marketing authorisation at the date of the application for a certificate an irregularity which can be cured under Article 10(3) of the SPC Regulation once the marketing authorisation has been granted?
Geen opheffing beschikking op eenzijdig verzoek voor NEPTIS synthesizers op grond van 19 lid 3 Ger.W.
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 16 december 2014, IEFbe 1890 (Optimized Radiochemical Application tegen General Electric)
Procesrecht. (oud, maar opgevraagd via IEFbe 1738) Derdenverzet tegen beschikking op grond van 1369bis/1 Ger.W. op eenzijdig verzoek. ORA vordert opschorting beslagmaatregelen/commercialisatieverbod en ondergeschikt opheffing commercialisatieverbod op de NEPTIS synthesizers. Verklaart de vordering strekkende tot voorlopige maatregelen op grond van 19 lid 3 Ger.W. ongegrond.
HvJ EU: Beoordeling van (ongeoorloofd) contractueel beding altijd moet worden bepaald met toepassing van Rome I
HvJ EU 28 juli 2016, IEFbe 1891; RB 2745; ECLI:EU:C:2016:612 ; C-191/15 (Verein für Konsumenteninformation tegen Amazon)
Consumentenbescherming – Richtlijn 93/13/EEG – Gegevensbescherming – Richtlijn 95/46/EG – Online verkoopovereenkomsten gesloten met consumenten woonachtig in andere lidstaten – Oneerlijke bedingen – Algemene voorwaarden met een rechtskeuzebeding voor het recht van de lidstaat waarin de vennootschap is gevestigd – Vaststelling van het recht dat van toepassing is om in het kader van een verbodsactie te beoordelen of de bedingen van die algemene voorwaarden oneerlijk zijn.
1) Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) en verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen („Rome II”), moeten aldus worden uitgelegd dat het recht dat van toepassing is op een verbodsactie in de zin van richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen, die is gericht tegen het gebruik van beweerdelijk ongeoorloofde contractuele bedingen door een in een lidstaat gevestigde onderneming die via elektronische handel overeenkomsten sluit met in andere lidstaten – en met name de lidstaat van de rechter – woonachtige consumenten, onverminderd artikel 1, lid 3, van elk van die verordeningen moet worden vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 1, van verordening nr. 864/2007, terwijl het recht dat van toepassing is op de beoordeling van een gegeven contractueel beding altijd moet worden bepaald met toepassing van verordening nr. 593/2008, ongeacht of deze beoordeling wordt verricht in het kader van een individuele of een collectieve vordering.
Presentaties Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders' rights
The Netherlands EU Presidency 2016, Symposium speeches, Finding the Balance - Exploring solutions in the debate surrounding patents and plant breeders’ rights, 18 mei 2016. Different EU Member States, stakeholders and the European Parliament have expressed their concern regarding this situation, especially after a ruling of the Enlarged Board of Appeal of the European Patent Office last year on the patentability of products resulting from essential biological processes. In order to find a way for restoring the balance, the Netherlands Presidency will host a symposium together with the European Commission to discuss the issue with both Member States and stakeholders and explore possible ways forward.
La Commission européenne a adopté la décision officielle validant le privacy shield UE-USA
Via Droit & Technologies: Cela faisait des mois que les entreprises attendaient ce moment : la Commission a officiellement adopté une décision par laquelle elle reconnaît que le système connu sous le nom de « privacy shield », contient suffisamment de garanties offertes par les États-Unis, et qu'en conséquence ce nouveau système présente un niveau de protection adéquat. Les transferts de données personnelles vers les USA vont donc pouvoir se poursuivre avec plus de sécurité. En savoir plus
Décision envoyée par Eric De Gryse et Ferdinand de Visscher, Simont Braun.
Les modèles des véhicules MERCEDES CLASS alongés ne jouissent pas d'un caractère individuele
Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 20 avril 2016, IEFbe 1888 (Trasco contre Capital-Carat-Duchatelet)
Droit des dessins et modèles. La demande tend à entendre constater que la fabrication (...) par la défenderesse des véhicules "Mercedes Class S W 222" allongés de 50 cm, de 65cm et de 120 cm, véhicules dans lesquels les modèles communautaires de la demanderesse ont été incorporés ou appliqués. Il en découle que les modèles communautaires No 001411888-0001, -0005, -0006 de la demanderesse ne jouissent pas d'un caractère individuele. La demande principale étant rejetée, la demande devient sans objet.
Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Emmanuel Cornu en Jan Clinck, Simont Braun.
Schadevergoedingsvordering in de zaak 'REPLICA LASER' zeilboot(onderdelen)
Rechtbank van Koophandel (en afd.) Antwerpen 7 juli 2016, IEFbe 1887 (Velum en Laser Performance tegen Optiteam)
Inbreuk werd al vastgesteld [IEF 14623/IEFbe 1188 en IEFbe 1188(a)]. De vordering strekt tot veroordeling tot betaling van schadevergoeding van €320.669,52. Zij vorderen verder dat zij zouden worden veroordeeld tot afdracht van de nettowinst op de verkoop van zeilboten en toebehoren onder de merken in kwestie, en dat zij hiertoe zouden worden veroordeeld om rekeníng en verantwoording af te leggen en dat OPTITEAM e.a. zouden veroordeeld om alle inbreukmakende goederen waarvan zij niet kunnen aantonen dat ze aan derden werden verkocht, terug te roepen uit het handelsverkeer en deze te laten vernietigen, dit telkens onder verbeurte van een dwangsom.
Winstderving: €199.608,00, er is geen reden om deze slechts voorlopig te begroten. Geleden verlies: één symbolische euro, omdat een reputatieschade niet vaststaat. De kwade trouw van Optiteam en Tecinvest staat vast: zij hadden kennis van het feit dat zij een merkenrechtelijke inbreuk begingen, hetgeen blijkt uit de bewuste vermelding van de Australische oorsprong van hun materiaal alsook van de vermeldingen "niet origineel' en "replica" op dit materiaal. Totaal: €215.669,82 en een bevel tot overlegging facturen en boekhoudkundige documenten die naar aanleiding van het beslag inzake namaak waren voorzien van zwartgemaakte getallen.
Conclusie AG: Royalties en licentierechten niet opnemen in douanewaarde
Conclusie AG HvJ EU 27 juli 2016, IEF 16157; LS&R 1352; IEFbe 1886; C-173/15; ECLI:EU:C:2016:621 (GE Healthcare tegen Hauptzollamt Düsseldorf)
Royalties en licentierechten moeten niet worden opgenomen in de douanewaarde als niet vaststaat dat licentierechten voor merken verschuldigd zijn. Conclusie AG:
1) Artikel 32, lid 1, onder c) [DouaneVo], moet aldus worden uitgelegd dat het niet verlangt dat het bedrag van de royalty’s of de merklicentierechten reeds wordt bepaald op het tijdstip waarop de douaneschuld ontstaat opdat de in dit artikel voorziene aanpassing van de douanewaarde van de ingevoerde goederen waarop dit merk is aangebracht, zou kunnen worden verricht.
HvJ EU: Claimsverordening ook van toepassing wanneer uiting zich uitsluitend tot vakkring richt
HvJ EU 14 juli 2016, LS&R ; RB 2743; ECLI:EU:C:2016:563; C-19/15 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen Innova Vital)
Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen – Artikel 1, lid 2 – Toepassingsgebied – Levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd – Claims in commerciële mededelingen die uitsluitend aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg zijn gericht. HvJ EU:
Artikel 1, lid 2, van [claimsverordening], moet aldus worden uitgelegd dat de voedings- of gezondheidsclaims die worden gedaan in een commerciële mededeling betreffende een levensmiddel dat bestemd is om als zodanig aan de eindgebruiker te worden geleverd, binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen wanneer deze mededeling niet aan de eindgebruiker maar uitsluitend aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg is gericht.
HvJ EU: Redelijke forfaitaire tarieven advocaten mogen, geen te lage maximumtarieven, kosten octrooigemachtigde niet foutafhankelijk
HvJ EU 28 juli 2016, IEF 16154; IEFbe 1884; ECLI:EU:C:2016:611; C-57/15 (United Video Properties tegen Telenet)
Proceskosten. Advocaten en deskundigen/octrooigemachtigden. Artikel 14 handhavingsrichtlijn. Proceskosten. Vergoeding van kosten voor bijstand van advocaten en deskundigen. Maximumbedrag voor honoraria en kosten van een advocaat en deskundige. Artikel 14 Handhavingsrichtlijn verzet zich niet tegen een nationale proceskostenregeling met een systeem van forfaitaire tarieven, mits tarieven redelijk zijn. Artikel 14 van deze richtlijn verzet zich wel tegen een nationale regeling met forfaitaire tarieven die, wegens te lage maximumbedragen, niet waarborgen dat minstens een significant en passend deel van de redelijke kosten van de in het gelijk gestelde partij door de verliezende partij wordt gedragen. Kosten van een technisch raadgever mag niet slechts worden vergoed in geval van een fout van de verliezende partij. HvJ EU: