Gepubliceerd op donderdag 23 maart 2017
IEFBE 2121
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise ||
17 mrt 2017
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 17 mrt 2017, IEFBE 2121; ECLI:NL:RBDHA:2017:2626 (CMIB tegen NMIB), https://ie-forum.be/artikelen/het-letterbeeld-verschilt-slechts-vanwege-de-afwijkende-beginletters-cmib-en-nmib

Het letterbeeld verschilt slechts vanwege de afwijkende beginletters CMIB en NMIB

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 maart 2017, IEF 16672; IEFbe 2121; ECLI:NL:RBDHA:2017:2626 (CMIB tegen NMIB) Merkenrecht. CMIB is een incassobureau met als opdrachtgever moedervennootschap Infomedics die debiteurenbeheer van tandartsen en fysiotherapeuten aanbiedt. CMIB is als woordmerk geregistreerd en maakt onderdeel uit van een logo. NMIB is een door Netpoint - concurrent van Infomedics - opgericht incassobureau. Het letterbeeld verschilt visueel slechts vanwege de afwijkende beginletters C en N. In combinatie met de aanduiding ‘Nationaal Medisch Incasso Bureau' is daarmee ook een begripsmatige overeenstemming. Op grond van 2.20 lid 1 sub b BVIE wordt NMIB verboden haar handelsnaam of enig met woordmerk CMIB overeenstemmende handels- of domeinnaam, of teken te gebruiken voor incassodiensten.

4.12. In auditief opzicht bestaat overeenstemming met name in de klanken van de letters die tezamen het merk dan wel het teken vormen. Wanneer merk en teken op die wijze worden vergeleken, is sprake van de letters ‘cee-em-ie-bee’ bij het merk en de letters ‘en-em-ie-bee’ bij het teken. Hoewel het verschil in de eerste letter zorgt voor een zekere mate van onderscheid zal bij de perceptie van het gemiddelde publiek de overeenstemming tussen de overige drie letters domineren. Auditief is er derhalve sprake van een ruime mate van overeenstemming.

4.13. Voor wat betreft de visuele vergelijking is van belang dat het merk en het teken beide uit vier letters bestaan: CMIB en NMIB. De drie laatste letters zijn visueel overeenstemmend. Het letterbeeld verschilt slechts vanwege de afwijkende beginletters C en N. Dit verschil is beperkt, zodat geconcludeerd moet worden dat het woordbeeld grotendeels overeenstemmend is.

4.15. Op grond van dit alles bij elkaar is naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een ruime mate van overeenstemming tussen het merk en het teken. Hoewel de onderscheidende kracht van het merk niet bijzonder groot moet worden geacht, brengt deze mate van overeenstemming in combinatie met het feit dat het merk en het teken worden gebruikt voor exact dezelfde diensten mee dat voorshands moet worden aangenomen dat bij het in aanmerking komende publiek gevaar voor verwarring is te duchten.