IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 1839

Bijdrage ingezonden door Mark Buijnsters, BRight Advocaten.

Mark Buijnsters-Popquiz: wat hebben Madonna en Kraftwerk gemeen?

Beide iconen zijn betrokken (geweest) bij langlopende procedures over muzikale sampling. De uitkomst hiervan heeft hiphop-producenten en dj’s in Duitsland en de VS weer wat ademruimte gegeven. Een korte beschouwing (of ‘sample’ - zo u wilt).

Componisten en platenmaatschappijen versus hiphop-producten: wie wint? Vooral in de hiphop-scene worden vanouds veel samples gebruikt; fragmentjes die geknipt worden uit andere auteursrechtelijk en nabuurrechtelijk beschermde songs. Het is cruciaal om daarbij een balans te vinden tussen muziekrechten en artistieke vrijheid. Vaak zal het hier overigens wel gaan om naburige rechten, en niet om auteursrechten. Tenzij de sample zelf zó onderscheidend is (‘I can’t go for that’ - Hall & Oates?), zal het niet zo snel zijn dat dat ene stukje op zichzelf voldoet aan de werktoets. En geen beschermd werk betekent natuurlijk ook geen auteursrechtinbreuk.

IEFBE 1838

Prejudiciële vragen over vordering tot rectificatie en materiële schade als gevolg van internetpublicatie: in elke lidstaat of land met centrum van belangen?

HvJ EU - CJUE 23 mrt 2016, IEFBE 1838; (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-vordering-tot-rectificatie-en-materi-le-schade-als-gevolg-van-internetpubli

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 23 maart 2016, IEF 16046; IEFbe 1838; IT 2091; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel)
Minbuza: Verzoeksters hebben een vordering ingesteld tegen de Zweedse firma Svensk Handel (verweerster). Zij eisen rectificatie van onjuiste informatie die verweerster over verzoekster I heeft gepubliceerd alsmede een schadevergoeding, en voor verzoekster II vergoeding van immateriële schade. Verweerster heeft verzoeksters op een ‘zwarte lijst’ op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg is dat verzoeksters bedreigd zijn (oproep tot geweld, een poederbrief) en dat hun activiteiten in Zweden nu nagenoeg stilliggen. Verweerster heeft geweigerd de informatie te verwijderen. Zij stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen.

De rechter in eerste aanleg oordeelt zich onbevoegd omdat volgens de op de zaak toepasselijke Vo. 1215/2012 geen beroep kan worden gedaan op artikel 7, pt 2: de schade is niet in Estland ingetreden. De ‘onjuiste informatie’ is in het Zweeds gesteld en derhalve in Estland niet begrijpelijk. Schade in Estland is niet aangetoond. Verzoeksters gaan in beroep waarin de uitspraak in eerste aanleg wordt bevestigd. Zij stellen dan hoger beroep in bij de verwijzende rechter.

IEFBE 1837

IE Zomer Forum Congres - 7 juli

Volkshotel, Amsterdam, donderdag 7 juli 2016, 13.00 - 17.30 uur (inschrijven)
Als de conclusie van de Advocaat-Generaal [IEF 15842] in de Geen Stijl-Britt Dekker-zaak door het HvJ EU wordt gevolgd, is met winstoogmerk opzettelijk hyperlinken naar evident illegale bronnen straks geen auteursrechtinbreuk. Vermoedelijk is het naar Nederlands recht wel onrechtmatig. Maar wanneer precies? Hoe moet het verder met het auteursrecht als verveelvoudigingen overal en altijd plaatsvinden en het openbaarmakingsrecht (ook) te kort schiet? Loopt alles straks via de onrechtmatige daad en de aansprakelijkheid en de wettelijke verplichtingen van allerlei soort tussenpersonen die moeten helpen bij de bestrijding van illegaal aanbod? Hoe ver gaat die verantwoordelijkheid van tussenpersonen dan? Wie zijn allemaal tussenpersoon? En wat moet een tussenpersoon precies doen?

IEFBE 1836

Uitspraak ingezonden door Naomi Ketelaar en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Eigen verantwoordelijkheid voor inbreuk door AEG-plafondlamp in Hornbach-assortiment

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 17 jun 2016, IEFBE 1836; ECLI:NL:RBDHA:2016:6901 (Dalen tegen Hornbach), https://ie-forum.be/artikelen/eigen-verantwoordelijkheid-voor-inbreuk-door-aeg-plafondlamp-in-hornbach-assortiment

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16040; IEFbe 1836; ECLI:NL:RBDHA:2016:6901 (Dalen tegen Hornbach)
Gemeenschapsmodelrecht. Dalen produceert en verkoopt LED-verlichtingsproducten en is houdester van Gemeenschapsmodelrecht voor een plafondlamp. Hornback biedt type AEG Home Line aan, na verwijzing naar haar leverancier, is een procedure gestart rond de eigen verantwoordelijkheid voor het staken van de inbreuk. Nu de inbreuk door Hornbach niet wordt erkend en er na het afgeven van de onthoudingsverklaring nog producten in winkels zijn aangetroffen, wordt het verbod toegewezen. Weliswaar zijn er bepaalde gegevens verstrekt, maar die vertonen discrepanties en er moet een accountantsrapport worden opgesteld. Staking van inbreuk op het Gemeenschapsmodelrecht wordt bevolen.

IEFBE 1835

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.

Op Marktplaats verhandelde Superdry-producten zouden overjarige en B-keuze zijn

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 15 jun 2016, IEFBE 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH Retail tegen Superdry), https://ie-forum.be/artikelen/op-marktplaats-verhandelde-superdry-producten-zouden-overjarige-en-b-keuze-zijn

Rechtbank Den Haag 15 juni 2016, IEF 16037; IEFbe 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH tegen X)
Merkenrecht. Namaak. DKH is houdster van Superdry-beeldmerken. X verhandeld op marktplaats hoodies en polo's voorzien van het teken Superdry. Na aankoop door bedrijfsrecherche is er onderzoek naar de kleding gedaan. De verkoop zou originele, in opdracht van DKH geproduceerde producten zijn afkomstig uit overjarige en zogenaamde B-keuze partijen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt en de producten wijken op meerdere punten af. X wordt veroordeeld tot staking van de merken, doen van opgave en moet de producten laten vernietigen.

IEFBE 1834

Uitspraak mede ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Conclusie AG: Onder het uitleenrecht valt ook het uitlenen van e-books door bibliotheken

HvJ EU - CJUE 16 jun 2016, IEFBE 1834; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-onder-het-uitleenrecht-valt-ook-het-uitlenen-van-e-books-door-bibliotheken

Conclusie AG 16 juni 2016, IEF ; IEFbe; C-174/15; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht)
Zie eerder IEF 14164 en IEF 14829. Auteursrecht en naburige rechten. Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken. E-Books. Openbare bibliotheken. Conclusie AG:

1) Artikel 1, lid 1, van [richtlijn 2006/115/EG], gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, onder b), van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat onder het uitleenrecht in de zin van dit artikel mede wordt verstaan het voor beperkte tijd aan het publiek ter beschikking stellen van e‑books door bibliotheken. Lidstaten die de uitleenexceptie van artikel 6 van deze richtlijn willen invoeren voor de uitlening van e‑books dienen zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van die uitlening geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk en niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteurs.

IEFBE 1833

Robert van Peursem - Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?

Robert van Peursem, Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?, BIE mei/juni, p. 122-124.(inlog)
Graag wil ik twee zorgen met u delen over het Unified Patent Court (UPC), zoals dat mogelijk in 2017 van start zal gaan, als de voortekenen niet bedriegen. Mijn zorgen zien op de lokale divisie van het Gerecht in eerste aanleg in Nederland en hoe we de beste octrooirechters uit Europa in het UPC moeten krijgen. (...)
Slot Op dit moment valt niet precies te zeggen wanneer het benodigde aantal  ratificaties van het UPC-verdrag er zal zijn. Het is te hopen dat ons nog wat meer tijd is gegund. Dat zou ons de gelegenheid bieden het volgens mij onderschatte punt van een zorgvuldige werving beter op te zetten. En dat zou ons dan ook meer tijd geven voor stevige(r) publicitaire promotie van de Nederlandse lokale divisie. Het zou een blamage zijn als een land met zo’n sterke octrooipraktijk en octrooirechtspraaktraditie als Nederland geen levensvatbare lokale divisie op zou kunnen tuigen binnen het UPC. Het is wel vijf voor twaalf – zo niet later – en dus hoog tijd om dat nu wel te gaan realiseren.

IEFBE 1832

Barbell-gevormde tandenborstel mist onderscheidend vermogen

Gerecht EU - Tribunal UE 14 jun 2016, IEFBE 1832; ECLI:EU:T:2016:348 (haltervormige tandenborstel), https://ie-forum.be/artikelen/barbell-gevormde-tandenborstel-mist-onderscheidend-vermogen

Gerecht EU 14 juni 2016, IEF 16029; T‑385/15; ECLI:EU:T:2016:348 (haltervormige tandenborstel)
EU 3D-vormmerk. EUIPO heeft het EU-3D-vormmerk voor de vorm van een halter (barbell) gevormde tandenborstel geweigerd vanwege ontbreken van onderscheidend karakter. De barbell-vorm was slechts decoratief en een variatie op tandenborstels waarbij de 'bumps' gripbevorderend werken. De gevraagde voorziening wordt geweigerd.

IEFBE 1831

EC publieke consultatie over de veiligheid van apps en niet-ge-embedde software

EC stakeholders publieke consultatie over de veiligheid van apps en niet-ge-embedde software, 9 juni - 15 september 2016.
Deze consultatie betreft software en apps die noch ge-embed zijn, noch op een tastbaar medium te verkrijgen zijn op het tijdstip van het in de markt zetten ervan, de verstrekking aan consumenten of wanneer ze op een andere manier beschikbaar gemaakt worden aan consumenten (niet-ge-embedde software). Voorbeelden omvatten gezondheidsapps die kunnen worden gebruik op een mobiel toestel, digitale modellen voor 3D-printen of apps die andere apparaten beheren (zoals electronische toepassingen).

IEFBE 1830

EC Aanbesteding: Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU

EC opdracht, Onderzoek naar de juridische aspecten van de aanvullende beschermingscertificaten in de EU: 9 juni tot 27 juli 2016.
Juridisch onderzoek naar het EU-systeem van aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s). Dit onderzoek moet worden gebruikt voor een algemene evaluatie van het ABC-systeem in de EU alsook voor het informeren over de beslissing om op Europees niveau een nieuwe ABC-titel voor te leggen en om te beslissen of de bestaande ABC-wetgeving moet worden herzien. Complete details over deze aanbesteding, klik hier.