IEFBE 3834
25 november 2024
Uitspraak

Aanvraag uniebeeldmerk 'Russian Warship, Go F**k Yourself' terecht afgewezen

 
IEFBE 3833
25 november 2024
Artikel

Union-IP Round Table in Paris over fast fashion

 
IEFBE 3831
25 november 2024
Uitspraak

Preduciële vragen over rechtstreekse werking van een richtlijn voor een privaatrechtelijke vereniging

 
IEFBE 2686

Conclusie AG: Stel vragen aan HvJ EU: Is er sprake van mededeling aan het publiek door exploitant van platform voor Usenetdiensten?

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 13 jul 2018, IEFBE 2686; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-stel-vragen-aan-hvj-eu-is-er-sprake-van-mededeling-aan-het-publiek-door-exploitant-van

Conclusie AG HR 13 juli 2018, IEF 17899; IEFbe 2686; IT 2615; ECLI:NL:PHR:2018:789 (Stichting Brein tegen News-Service Europe) Auteursrecht. Tussenpersoon (Usenet-provider). Hof in haar tussenarrest in 2014: Geen filter voor usenet mits efficiënte NTD-procedure Hof Amsterdam 19 augustus 2014 [IEF 14126]. Verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel. Reikwijdte aansprakelijkheidsvrijstelling art. 6:196c BW. Mededeling aan het publiek. Conclusie tot stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU:

Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 van richtlijn 2001/29 door de exploitant van een platform voor Usenetdiensten, indien op de server van deze exploitant beschermde werken ter beschikking worden gesteld voor gebruikers van het Usenet (te weten abonnees van resellers van de exploitant en de gebruikers die bij andere Usenetproviders zijn aangesloten) die daar door gebruikers van het Usenet op zijn geplaatst?

Deze zaak gaat over de verhouding tussen de Auteursrechtrichtlijn en de Richtlijn elektronische handel (ook wel e-Commercerichtlijn genoemd), in het bijzonder over de in de Auteursrechtrichtlijn geregelde “mededeling aan het publiek” en de mogelijkheid van het geven van een bevel aan een tussenpersoon aan de ene kant en de aansprakelijkheidsvrijstelling van tussenpersonen uit de e-Commercerichtlijn anderzijds. Kan NSE profiteren van deze vrijstelling van aansprakelijkheid uit art. 6:196c BW, de Nederlandse implementatie van de art. 12-15 van de Richtlijn elektronische handel, en pleegt zij zelf auteursrechtinbreuk door het aanbieden van Usenet-diensten die onder meer worden gebruikt om beschermde werken te delen? Dat levert de nodige puzzels op.

IEFBE 2624

E-mail over dat waterkersproduct “rommelproduct eerste klas” is, is reclame en in zijn geheel denigrerend

Gent - Gand 9 okt 2017, IEFBE 2624; (Cressana tegen Urmale), https://ie-forum.be/artikelen/e-mail-over-dat-waterkersproduct-rommelproduct-eerste-klas-is-is-reclame-en-in-zijn-geheel-denigrere

Hof van beroep Gent 9 oktober 2017, IEFbe 2624 (Cressana tegen Urmale) De redactie is op zoek naar: Voorz. Rechtbank van Koophandel Gent (afd. Gent) 7 oktober 2015, om deze aan dit bericht toe te voegen redactie@ie-forum.beUrmale stelt dat Cressana inbreuk maakt door afbrekende mededelingen te doen aan consumenten over Urmale of haar producten, in het bijzonder haar waterkersproduct 'Watercress Plus'. Cressana dagvaarde De Levensbloem in gedwongen tussenkomst ertoe strekkende strijdig te handelen met de eerlijke marktpraktijken. De eerste rechter stelde Urmale in het gelijk en zegde voor recht dat De Levensbloem inbreuk begaat door in misleidende, niet gefundeerde beweringen zonder noodzaak naar het product van Cressana te verwijzen. Het hof bevestigt het bestreden vonnis, behalve voor zover de oorspronkelijke tegeneis ongegrond verklaard werd. De e-mail van Cressana dat het product van Urmale een “rommelproduct eerste klas” is, is reclame en in zijn geheel denigrerend. Voorts kan Cressana de gezondheidsaanspraken niet maken met slechts een verwijzing naar een studie van een universiteitsprofessor. Zij toont wel aan dat Urmale ongeoorloofde gezondheidsclaims maakt in haar reclame aan het publiek.

IEFBE 2690

30 augustus - Young BMM Event Breda

Invitation Young BMM Network Event
What: Gourmet beer tasting experience with young IP practitioners, hosted by zythologist Ivo Thijssen
Why: A great opportunity to extend your Young BMM Network in an informal setting -whilst enjoying a good glass of beer and delicious food
Bar ‘Publieke Werken’, Sint Annastraat 12, Breda, the Netherlands, on Thursday 30 August 2018, 6.30pm.

IEFBE 2685

Uitspraak ingezonden door Johannes Cassiman en Hans Dhondt, Janson Baugniet.

Gerecht EU: Oppositie tegen BEPOST door Deutsche Post niet succesvol

Gerecht EU - Tribunal UE 20 feb 2018, IEFBE 2685; ECLI:EU:T:2018:86 (Deutsche Post AG tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-oppositie-tegen-bepost-door-deutsche-post-niet-succesvol

Gerecht EU 20 februari 2018, IEFbe 2685 (Deutsche Post AG tegen EUIPO) Merkenrecht. Van de inzender: Deutsche Post v. EUIPO & Bpost NV, met betrekking tot een oppositie ingesteld door Deutsche Post tegen het EU-merk BEPOST geregistreerd door het Belgische BPOST NV. Deutsche Post baseerde zich onder meer op het oudere Duitse merk POST om de registratie van het merk BEPOST te verhinderen, vangt ving bot tot bij het gerecht van de EU.

IEFBE 2661

Merkinbreuk op merk CowsOnWeb, want teken wordt gebruik in reclame gericht aan professionele afnemers

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 31 jul 2017, IEFBE 2661; (Marcram tegen Signum), https://ie-forum.be/artikelen/merkinbreuk-op-merk-cowsonweb-want-teken-wordt-gebruik-in-reclame-gericht-aan-professionele-afnemers

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2661 (Marcram tegen Signum) Marcram profileert zich als een ontwikkelaar van elektronische apparatuur – in het bijzonder voor de veeteelt. Zij was voor die activiteit niet ingeschreven in de KBO, en dan nog enkel als ‘groothandel’. Signum is een ingenieursbureau dat software en hardware ontwikkelt, produceert en verdeelt voor professionele klanten die veelal actief zijn in de landbouwsector. Het gaat in casu om Cowsonweb, een geboortebewaker/sonde voor koeien. Marcram kan geen rechten putten uit de handelsnaam “Cowsonweb” , omdat zij duidelijk geen gebruik meer maakte van de naam. Marcram voerde aan dat Signum inbreuk pleegt op haar octrooirecht (BE 2013/0021). Het octrooi is echter nietig, omdat de nieuwheid en inventiviteit ontbreken. De vordering is ongegrond. De tegeneis van Signum is dat Marcram inbreuk maakt op haar merk “CowsOnWeb”. Het teken van Marcram is identiek aan het merk van Signum. Het teken wordt gebruikt in reclame gericht aan professionele afnemers en daarom is het niet relevant of Marcram de betreffende waren en diensten effectief verdeelt. Er is sprake van merkinbreuk.

IEFBE 2635

Geen handelsnaaminbreuk: partijen falen in het bewijs voor eerder publiek gebruik en verwarringsgevaar

Gent - Gand 16 apr 2018, IEFBE 2635; (La Casa tegen D.L.-Gevelrenovatie), https://ie-forum.be/artikelen/geen-handelsnaaminbreuk-partijen-falen-in-het-bewijs-voor-eerder-publiek-gebruik-en-verwarringsgevaa

Hof van beroep Gent 16 april 2018, IEFbe 2635 (La Casa tegen D.L.-Gevelrenovatie) Handelsnaamrecht. In 2007 werd La Casa opgericht en zij kon ook zaken waarnemen, opvolgen en uitvoeren onder de benaming “D&L vochtbestrijding”. Op een niet nader gekend moment gaf La Casa zich uit als ‘DL groep’ waarop een beroep kon worden gedaan voor alle vochtproblemen in huis. In 2016 richtte geïntimeerde DL-Gevelrenovatie op. La Casa stelt dat DL-Gevelrenovatie inbreuk maakt op haar handelsnaam. De rechtbank achtte zowel de hoofd- als de tegeneis ongegrond. Op 5 mei 2017 merkte de raadsman van DL-Gevelrenovatie in een brief op dat La Casa een groot reclamebord opgehangen had met de vermelding www.DLgevelrenovatie.be, terwijl dit de website van zijn cliënte was. De blijvende betwisting tussen partijen in hoger beroep heeft betrekking op beweerde inbreuken op elkaars handelsbenamingen. La Casa faalt het bewijs te leveren van het eerder publiek gebruik van de handelsbenaming “DL Gevelrenovatie”. DL-Gevelrenovatie faalt op haar beurt in de bewijslast van een verwarringsrisico. Zowel hoofd- als incidenteel beroep zijn ongegrond.

IEFBE 2657

Tuincentrum te Rijkevorsel maakt inbreuk op gewestplanbestemming door verkoop van onder andere decoratieartikelen

Antwerpen - Anvers 19 okt 2017, IEFBE 2657; (Pelckmans Rijkevorsel tegen Marechal Boomkwekerij), https://ie-forum.be/artikelen/tuincentrum-te-rijkevorsel-maakt-inbreuk-op-gewestplanbestemming-door-verkoop-van-onder-andere-decor

Hof van beroep Antwerpen 19 oktober 2017, IEFbe 2657 (Pelckmans Rijkevorsel tegen Marechal Boomkwekerij) De redactie is op zoek naar: Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen (afd. Turnhout) 25 februari 2016, om deze aan dit bericht toe te voegen redactie@ie-forum.be. Oneerlijke marktpraktijk. Beide partijen baten een plantencentrum-boomkwekerij uit. Marechal Boomkwekerij houdt voor dat partijen concurrenten van mekaar zijn. Zij vordert het verbod op te leggen het tuincentrum te Rijkevorsel verder te exploiteren, daar zij wetten op de ruimtelijke ordening en haar stedenbouwkundige vergunningen niet naleeft en buiten haar statutair handelt. De eerste rechter verklaarde de vordering gegrond, want de handelswijze van Pelckmans Rijkevorsel was in strijd met het bestemmingsvoorschrift. Het hof acht de vordering van Marechal Boomkwekerij toelaatbaar, want zij heeft een belang bij de beweerde oneerlijke marktpraktijk die haar beroepsbelangen kan schaden. Bovendien kan Pelckmans Rijkevorsel in redelijkheid niet voorhouden dat partijen geen concurrenten zijn. Verder wordt vastgesteld dat het tuincentrum van Pelckmans Rijkevorsel zich overeenkomstig de voorschriften van het gewestplan Turnhout in agrarisch gebied bevindt. De verkoop van bijvoorbeeld decoratieartikelen zijn niet onmiddellijk aan de landbouw aanverwant. Het is evident dat deze inbreuk op de gewestplanbestemming een met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad is. Het bestreden vonnis wordt grotendeels bevestigd.

IEFBE 2684

Geen oneigenlijk gebruik van 0902-nummer als doorschakelservice Telinfo naar klantenservices

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 18 jul 2018, IEFBE 2684; ECLI:NL:RBDHA:2018:8780 (Telinfo tegen Belfabriek), https://ie-forum.be/artikelen/geen-oneigenlijk-gebruik-van-0902-nummer-als-doorschakelservice-telinfo-naar-klantenservices

Rechtbank Den Haag 18 juli 2018, IEFbe 2684 (Telinfo tegen Belfabriek) Telecom. Belfabriek levert servicenummers aan het bedrijfsleven en particulieren, waaronder 0902-nummers. Telinfo bood aan particulieren een doorschakelservice aan naar klantenservices van verschillende bedrijven. De inspecteur-directeur van de FOD Economie te Brussel maakt notificatie en stelt dat de handelswijze van de onderneming misleidend zou kunnen zijn volgens artikel VI.97 van het WER. Daarnaast is dit mogelijk ook een oneerlijke handelspraktijk jegens andere ondernemingen. Belfabriek heeft geconstateerd dat het Nederlandse 0900-nummer, waarvan u de nummergebruiker bent, oneigenlijk gebruikt wordt en u bellers (zeer) lang in de wacht laat staan. Nu Telinfo als nummergebruiker geen klantenservice levert in het kader van een reeds gesloten overeenkomst, maar een doorschakelservice, gaat het beroep van Belfabriek op deze bepaling niet op. Geen misbruik van 0902-nummer.

IEFBE 2658

Uitspraak mede ingezonden door Johannes Cassiman, Janson Baugniet.

Geen inbreuk op kledingstukken: noch de elementen noch de combinatie daarvan is origineel

Brussel - Bruxelles 5 sep 2017, IEFBE 2658; A/13/00478 (Wamo tegen WTG), https://ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-op-kledingstukken-noch-de-elementen-noch-de-combinatie-daarvan-is-origineel

Hof van beroep Brussel 5 september 2017, IEFbe 2658 (Wamo tegen WTG) en NL Rechtbank van Koophandel Brussel 4 juni 2014, (WTG tegen WAMO)  Auteursrecht. Modellenrecht. Marktpraktijken. WTG ontwerpt, produceert en verdeelt kledingstukken voor de Belgische en Europese markt, onder meer het merk Who’s That Girl. Wamo is uitbater van meer dan 40 kledingwinkels in België die handel drijven onder de naam ZEB. WAMO verkoopt vooral kledij van bekende merken en biedt daarnaast kledij aan onder haar eigen huismerken. WTG stelt dat drie kledingstukken van haar zijn gekopieerd: een jurk, topje en rok. De eerste rechter verklaart de vordering van WTG gegrond. Het hof vernietigt het bestreden vonnis. Noch de elementen, noch de combinatie van de elementen van de jurk, het topje en de rok voldoen aan het oorspronkelijkheidsvereiste. Deze genieten derhalve geen auteursrechtelijke bescherming. De vordering gesteund op het modellenrecht is tevens ongegrond, want de elementen verlenen geen eigen karakter aan het model van de jurk, topje of rok. Verder is er geen inbreuk op de eerlijke marktpraktijken door het beweerde nabootsen van kledingstukken. Er zijn geen begeleidende onrechtmatige omstandigheden. De vordering is ook op dit vlak ongegrond.

IEFBE 2656

Onjuiste KBO-inschrijving maakt vordering niet toelaatbaar: alles erop wijst dat zij zelf spelsoftware ontwikkelen

Gent - Gand 6 nov 2017, IEFBE 2656; (Bo’s Amusement en Coincastle Leisure Corp. tegen Napoleon Games en Eurautomat), https://ie-forum.be/artikelen/onjuiste-kbo-inschrijving-maakt-vordering-niet-toelaatbaar-alles-erop-wijst-dat-zij-zelf-spelsoftwar

Hof van beroep Gent 6 november 2017, IEFbe 2656 (Bo’s Amusement en Coincastle Leisure Corp. tegen Napoleon Games en Eurautomat) De redactie is op zoek naar: Voorz. Rechtbank van koophandel Gent (afd. Dendermonde) 6 juli 2016, om deze aan dit bericht toe te voegen redactie@ie-forum.bePartijen zijn concurrenten van elkaar op het gebied van kansspelen. De fysieke versie van bepaalde spelen van Eurautomat zijn goedgekeurd door de Kansspelcommissie. Voor online-exploitatie mogen enkel spelen aan worden geboden die ook in fysieke vorm worden geëxploiteerd. De kern van de betwisting ligt bij de werking van de zogeheten “dice generator”. Onder die benaming is er software werkzaam, die voor de speler op de interface symbolen toont, waaruit de speler moet kiezen, in de hoop iets te winnen. De eerste rechter heeft de vordering ongegrond verklaard, want een partij met een vergunning kan niet worden verweten kennelijk onwettige spelen te exploiteren. Het hof oordeelt dat Bo’s Amusement c.s. niet over de juiste inschrijving beschikten, omdat alles erop wijst dat zij zelf software ontwikkelen. Dit maakt hun vordering ontoelaatbaar. Ten overvloede wordt overwogen dat geen vordering op grond van een schending van de eerlijke marktpraktijken kan worden ingesteld, als de product(en) niet de voorwaarden bezitten om deel te nemen aan het economisch verkeer. Het incidenteel beroep is gegrond.