Reclame voor 'iD for Men' wordt verboden, want de vergelijking is niet controleerbaar
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 juli 2017, IEFbe 2667 (SCA Hygience Products tegen Ontex) Reclamerecht. Eisende partij is de Belgische dochtervennootschap van de internationale groep SCA. SCA is gespecialiseerd in producten voor persoonlijke hygiëne. Zij vervaardigt producten tegen incontinentie onder het merk “TENA” en “TENA Men”. Ontex lanceerde onder het merk “iD” producten tegen incontinentie, waaronder de nieuwe productlijn “iD for Men”. In recente reclame prijst Ontex haar producten “iD for Men” aan onder de titel “Product van het Jaar 2017”. Volgens SCA vormt deze reclame een vergelijkende reclame. Partijen zijn rechtstreekse concurrenten van elkaar. Concrete gegevens over het onderzoek waarop Ontex zich baseert zijn niet beschikbaar. Nu Ontex deze informatie niet verstrekt, is de vergelijking niet controleerbaar en haar reclame niet objectief. Deze reclame moet worden verboden. De vordering is gegrond.
Bredere publiek zal McGregor niet direct herkennen als achternaam van de MMA-vechter
Vzr. Rechtbank Den Haag 10 augustus 2018, IEF 17911; IEFbe 2694; ECLI:NL:RBDHA:2018:9718 (McGregor IP tegen Adidas) Merkinbreukzaak. McGregor is modemerk en houdster van Benelux en EU-woordmerken. In de webshop van Reebok, geëxploiteerd door Adidas, wordt de Conor McGregor Collectie aangeboden. Conor McGregor (bijnaam: “The Notorious”) is een Ierse mixed martial arts (MMA) vechter en meervoudig voormalig wereldkampioen bij de Ultimate Fighting Championship. Het is onvoldoende gebleken dat het bredere publiek het bestanddeel MCGREGOR direct zal herkennen als de achternaam van de MMA-vechter. Manier van verwijzing door Adidas/Reebok op sportkleding naar MMA-vechter Conor McGregor wordt inbreuk geacht op kledingmerk MCGREGOR. Deloyaal gebruik in strijd met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel (2.23 BVIE en 14 UMVo). Dat het in aanmerking te nemen publiek het teken dus (uitsluitend) als naamverwijzing naar de vechtsporter zal opvatten is niet aannemelijk geworden.
Gebruik teken 'happy-flights' kan verwarring verwekken met bedrijf Happy Flights
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 juli 2017, IEFbe 2666 (Happy Flights tegen Claim It) Handelsnaamrecht. Happy Flights en Claim It zijn actief in de gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering van schuldvorderingen die aan haar zijn overgedragen door vliegtuigpassagiers die over schuldvorderingen beschikken door instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Happy Flights heeft vastgesteld dat Claim It gebruik maakt van de domeinnamen happy-flights.be, happy-flights.org, happy-flights.bis en happy-flights.net. Verder gebruiken verwerende partijen ‘happy flights’ als adwords om internetbezoekers te leiden naar hun website. De handelsnaam is een industrieel eigendomsrecht, dat beschermd wordt. De totaalindruk van handelsnamen zijn overeenstemmend. Het hanteren van het teken “Happy Flights” al dan niet met een koppelteken kan minstens verwarring verwekken bij de gemiddelde consument. Dit is een oneerlijke daad van mededinging en in strijd met de eerlijke marktpraktijken. De vordering is gegrond.
Verwarringsgevaar tussen handelsnamen 'Avenue Optics' en 'Sunglass Avenue' aangenomen
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2664 (Opti-shop(s) tegen B-Optics) Eisende partij, “Avenue Optics”, voert sinds enkele jaren publiek en ononderbroken handel onder de benaming AVENUE OPTICS. Zij is houdster van het semi-figuratieve Beneluxmerk en Benelux woordmerk. Verwerende partij, B-Optics, baat een winkel en webwinkel waaruit zij (zonne)brillen verkoopt aan de consument. Zij nam in 2008 één van de vestigingen van Avenue Optics over, die zij tot op heden uitbaat. Tot augustus 2016 dreef zij handel onder de naam “B-optic Latem”, maar recent wordt het uitgebaat onder “Sunglass Av(enue)”. Het merk en teken zijn duidelijk verschillend, ook al dragen zij allebei het woord ‘Avenue’ in zich. Er bestaat verwarringsgevaar voor de gemiddelde consument. Dit onderdeel van de vordering faalt. De handelsnaam kan echter wel verwarring wekken. De gemiddelde consument zou immers kunnen uitwijken naar verwerende partij, ervan uitgaande dat beide partijen economisch verbonden zijn. Dit onderdeel van de vordering is gegrond. Verwerende partij wordt bevolen het gebruik van “Sunglass Av(enue)” te staken.
HvJ EU: Een beursstand is een verkoopruimte
HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17901; IEFbe 2688; ECLI:EU:C:2018:642; zaak C-485/17 (Verbraucherzentrale Berlin tegen Unimatic) Consumentenbescherming. HvJ EU:
Artikel 2, punt 9, van richtlijn 2011/83/EU (...), moet aldus worden uitgelegd dat een stand van een handelaar op een beurs, als aan de orde in het hoofdgeding, waarop deze gedurende enkele dagen per jaar zijn activiteiten uitvoert, moet worden opgevat als „verkoopruimten” in de zin van deze bepaling indien een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument, in het licht van het geheel aan feitelijke omstandigheden van deze activiteiten, en met name van de uiterlijke verschijningsvorm van deze stand en de informatie in de ruimten waar de beurs wordt gehouden, redelijkerwijs kon verwachten dat die handelaar er zijn activiteiten uitvoert en hem aanspreekt om een overeenkomst te sluiten, hetgeen aan de nationale rechter is om na te gaan.
HvJ EU: lidstaten moeten collectief beheer merkenrechten erkennen
HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17902; IEFbe 2689; IT 2617; ECLI:EU:C:2018:639; Zaak C-521/17 (SNB-REACT) Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Beperkingen van de aansprakelijkheid voor een dienstverlener die IP‑adressen verhuurt en registreert waardoor domeinnamen anoniem kunnen worden gebruikt. HvJ EU:
1) Artikel 4, onder c), van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verplicht zijn om een instantie voor de collectieve vertegenwoordiging van merkhouders, zoals de vereniging in het hoofdgeding, de bevoegdheid te verlenen om in eigen naam te verzoeken om de toepassing van de in deze richtlijn vastgestelde rechtsmiddelen teneinde de rechten van deze houders te vrijwaren en om zich in eigen naam tot de rechter te wenden teneinde deze rechten te doen gelden, mits deze instantie naar nationaal recht wordt geacht een rechtstreeks belang te hebben bij de vrijwaring van deze rechten en overeenkomstig dat recht zich daartoe tot de rechter kan wenden, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
HvJ EU: Foto in werkstuk met bronvermelding op schoolwebsite is een mededeling aan het publiek
HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17800; IEFbe 2687; IT 2616; ECLI:EU:C:2018:634; C-161/17 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Renckhoff; Cordoba) Uit het persbericht: Voor het plaatsen op een website van een foto die met toestemming van de auteur vrij toegankelijk was op een andere website is een nieuwe toestemming van de auteur vereist. Dit geldt zelfs voor foto’s met bronvermelding in een schoolpresentatie die door de school online wordt gezet. Dat heeft het EU-Hof geantwoord op vragen van een Duitse rechter. HvJ EU:
Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG (...) moet aldus worden uitgelegd dat dit het plaatsen op een website omvat van een foto die eerder zonder beperkingen om het downloaden ervan te beletten en met de toestemming van de houder van het auteursrecht op een andere website is gepubliceerd.
Kennis van merkinschrijving mag niet gelijkgesteld worden met gedogen concreet gebruik van merk
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2663 (Merck Sharp & Dohme tegen MSD Europe) Merkenrecht. MSD stelt zich voor als een wereldwijde gezondheidsonderneming wiens missie erin bestaat innovatieve producten en diensten te ontwikkelen om de gezondheid van patiënten te verbeteren. Zij is houdster van een Benelux woordmerk, semi-figuratief Uniemerk en Uniewoordmerk. Deze merken zijn volgens haar sinds decennie intensief gebruikt in de Benelux en de rest van de EU. Verwerende partij is producent en/of minstens distributeur van allerhande producten bedoeld om gezondheid van patiënten te verbeteren. Zij maakt op verschillende wijzen gebruik van de tekens “MSD”, “MSD Europe” en “MSD-BAND”. Ze is bezit een semi-figuratief Beneluxmerk, waartegen MSD oppositie heeft gevoerd. MSD heeft niet bewust de merken gedoogd. Kennis van de inschrijving van een merk moet en mag dus niet gelijkgesteld worden met kennis en gedogen van het concrete gebruik van dat ingeschreven merk door de merkhouder. De MSD Merken en de gewraakte tekens heel sterk overeenstemmen, sterk soortgelijk zijn, en de MSD Merken een groot onderscheidend vermogen hebben, bestaat er een gevaar op verwarring in hoofde van de gemiddelde consument. Merkenrechten van MSD zijn geschonden.
Recall en rectificatie voor frisdrank ON LEMON - JOHN IS ON, na eerder geschil over John Lemon
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juli 2018, IEF 17904; IEFbe 2692; ECLI:NL:RBDHA:2018:9453 (John Lemon) Merkenrecht. Eiseres is weduwe van John Lennon. Ze is houder van Uniewoordmerk van JOHN LENNON in klassen voor onder andere frisdranken. Gedaagde was houder van Uniebeeldmerk John Lemon. Eiseres en gedaagde hebben een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat gedaagde stopt met het gebruik van John Lemon. Hij heeft het Uniebeeldmerk overgedragen aan eiseres. Daarna heeft On Lemon een frisdrank op de markt gebracht onder het teken ON LEMON - JOHN IS ON waarop ook het teken John Lemon zichtbaar is. Eiseres vordert rectificatie en een recall. De voorzieningenrechter is bevoegd met betrekking tot de vorderingen die zien op de tekortkoming in de nakoming op basis van het forumkeuzebeding in de gesloten overeenkomst. Er moet worden aangenomen dat door het relevante publiek de elementen “JOHN” en “LEMON” in elkaars nabijheid in dit geval met elkaar in verbinding worden gebracht. Dit zorgt voor verwarringsgevaar. De vordering wordt toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Hannes Abraham, NautaDutihl.
Jimmy's private club overeenstemmig met Jimmy'z night club vanwege dominant bestanddeel Jimmy
Hof van beroep Brussel 13 juli 2018, IEFbe 2691 (Jimmy'z tegen Marlot) Merkenrecht. Jimmy'z is een van de meest gerenommeerde discotheken ter wereld gelegen in Monaco. Ze houden het EU woordmerk Jimmy'z, Jimmy'z night club en beeldmerk jimmy'z. Marlot heeft onder andere een nachtclub genaamd La suite. Ze organiseren evenementen onder de naam Jimmy's private club. Het woordmerk Jimmy's private club wordt ook ingeschreven. Met name door het dominante bestandeel 'Jimmy' is er sprake van visuele overeenstemming. Het verschil tussen 's en 'z is visueel quasi identiek en zal niet opgemerkt worden. Het hof oordeelt dat er sprake is van visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming en eveneens zijn ingeschreven voor identieke diensten. Dit levert verwarringsgevaar op. De vordering tot staking van het inbreukmakend gebruik wordt toegewezen.