18 dec 2018
Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun.
Eerder stakingsbevel Uber viseert elke verdeling bezoldigde taxiritten aan chauffeurs zonder toelating zoals art. 3 Ordonnantie 27 april 1995
Vzr. NL Ondernemingsrechtbank Brussel 18 december 2018, IEFbe 2805 (Taxi Radio Bruxelles en Uber BE tegen Uber BV c.s.) Marktpraktijken. Uitleg eerder stakingsbevel [IEFbe 1541]. Stakingsbevel viseert elke verdeling van bezoldigde taxiritten aan chauffeurs die niet beschikken over een toelating zoals bepaald door artikel 3 van de Ordonnantie van 27 april 1995, ongeacht de benaming van de betrokken dienst door Uber.
29. Conclusie: Het stakingsbevel viseert elke verdeling van taxidiensten aan vervoerders die niet beschikken over de toelatingen zoals voorzien in artikel 3 van de ordonnantie van 27 april 1995 ongeacht de benaming waaronder dit gebeurt. Alleen indien Uber X geen taxidienst zou verlenen en dus de facto een andere dienst verleent, is het vonnis niet op Uber X van toepassing (De stakingsrechter onderlijnt). In dat verband is het van belang te onderzoeken of de ritten die worden verdeeld door Uber b.v. et al, ongeacht de benaming van de dienst, taxiritten zijn in de zin van de ordonnantie of niet. Indien het taxiritten zijn, is het vonnis van toepassing. Artikel 3 van de ordonnantie van 27 april 1995 voorziet immers dat om een taxidienst uit te baten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest men noodzakelijk over de door deze reglementering voorziene vergunning moet beschikken, wat ook de benaming is die de betrokken dienstverlener aan de dienst en of haar applicatie geeft.