DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3262

Prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 10 van de Richtlijn 2004/48

HvJ EU - CJUE 7 jun 2021, IEFBE 3262; (Procter & Gamble tegen Perfumesco), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vraag-over-de-uitleg-van-artikel-10-van-de-richtlijn-2004-48

Hooggerechtshof Polen 7 juni 2021, IEF 20133, IEFbe 3262; C-355/21–1 (Procter & Gamble tegen Perfumesco)  De verzoekende partij Procter & Gamble is producent van parfum en krachtens een licentieovereenkomst merkhouder van Hugo Boss. Perfumesco is een groothandel in onder andere parfum en verkoopt zogenaamde demonstratieproducten van het merk Hugo Boss. De Poolse rechter heeft de verordering van verzoeker tot vernietiging van de producten van Perfumesco toegewezen, omdat deze zonder de toestemming van P & G in de handel zijn gebracht. Daarnaast waren de verpakkingen beschadigd, wat de naam en het exclusieve karakter van Hugo Boss in diskrediet brengt. Bijgevolg hebben de genoemde rechterlijke instanties aangenomen dat de regeling van nationaal recht niet strijdig met het Unierecht in ruime zin mag zijn en dat de vernietiging van de waren ook moet worden gelast wanneer deze niet op onrechtmatige wijze door de eigenaar zijn vervaardigd of gemerkt.In dat verband is het in de prejudiciële vraag aan de orde zijnde vraagstuk gerezen, namelijk of artikel 10 van richtlijn 2004/48 zich verzet tegen de uitlegging van een bepaling van nationaal recht, die de mogelijkheid tot het gelasten van de vernietiging van waren beperkt tot waren die op onrechtmatige wijze zijn vervaardigd of gemerkt. 

IEFBE 3261

Letters „Ø” en „ϕ” te overeenstemmend om als beeldmerk ingeschreven te kunnen worden

Gerecht EU - Tribunal UE 14 jul 2021, IEFBE 3261; ECLI:EU:T:2021:442 (Cole Haan tegen Samsøe & Samsøe), https://ie-forum.be/artikelen/letters-en-te-overeenstemmend-om-als-beeldmerk-ingeschreven-te-kunnen-worden

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20132, IEFbe 3261; ECLI:EU:T:2021:442 (Cole Haan tegen Samsøe & Samsøe)  Cole Haan heeft inschrijving van een beeldmerk aangevraagd (links). Samsøe is van mening dat deze erg lijkt op haar eigen, oudere beeldmerk (rechts). Beide beeldmerken zijn bedoeld voor onder andere kleding en schoenen. De inschrijving door Cole Haan is in eerste instantie door het EUIPO geweigerd. Cole Haan vordert in deze zaak vernietiging van die beslissing en wil het merk kunnen inschrijven. Hiertoe heeft Cole Haan verschillende betekenissen van de letter „Ø” als argument aangevoerd. Het Gerecht verwerpt het beroep van Cole Haan en oordeelt dat het beeldmerk niet kan worden ingeschreven. Het relevante publiek zal het beeldmerk niet opvatten als een Deense letter, een wiskundig symbool of als een aanduiding van de diameter van een voorwerp. Nu het beeldmerk niet op deze wijze kan worden opgevat, stemmen de teken in te hoge mate overeen. 

IEFBE 3257

Uitspraak ingezonden door Sabin Tigu en Yvonne Hamerling, Ploum

Gerecht EU: Nomad is een geldig merk

Gerecht EU - Tribunal UE 30 jun 2021, IEFBE 3257; ECLI:EU:T:2021:397 (MCM tegen The Nomad Company), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-nomad-is-een-geldig-merk

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20115, IEFbe 3257; ECLI:EU:T:2021:397 (MCM tegen The Nomad Company) Nomad is een Nederlands outdoor merk en merkhouder van onder andere het woordmerk NOMAD, ingeschreven voor onder andere rugtassen, slaapzaken, kleding en schoenen. MCM is een Zwitsers bedrijf dat ook kleding, schoenen en tassen verkoopt. In 2017 is MCM op grond van vermeende beschrijvendheid en vermeend gebrek aan onderscheidend vermogen bij het EUIPO tevergeefs een nietigheidsactie tegen het merk NOMAD gestart. Het door MCM ingestelde beroep bij het EUIPO is eveneens volledig afgewezen. Het Gerecht bevestigt dat het merk NOMAD, dat volgens het woordenboek zoveel betekent als “een lid van een volk dat van de ene naar de andere plaats reist en geen vaste woonplaats heeft”, niet beschrijvend is voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. MCM bracht naar voren dat bepaalde nomadische stammen tassen verkopen, maar het Gerecht oordeelt dat het relevante publiek echter geen link zal leggen tussen NOMAD en tassen. MCM wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure.

IEFBE 3256

Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan, NautaDutilh.

Gerecht EU: Ongewone lippenstift komt in aanmerking voor merkregistratie

Gerecht EU - Tribunal UE 14 jul 2021, IEFBE 3256; ECLI:EU:T:2021:443 (Guerlain tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-ongewone-lippenstift-komt-in-aanmerking-voor-merkregistratie

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20098, IEFbe 3256; ECLI:EU:T:2021:443 (Guerlain tegen EUIPO) Guerlain is producent van lippenstift en wil het specifiek driedimensionale ontwerp registreren. Het EUIPO heeft de aanvraag in eerste instantie afgewezen vanwege een gebrek aan onderscheidend karakter, maar het Gerecht oordeelt anders. Ze oordeelt dat de vorm van de lippenstift zodanig ongewoon is binnen deze sector, dat het zich onderscheidt van andere merken. De ovale vorm leidt tot een bepaalde herkenning bij het relevante publiek en wijkt af van de norm. Hierbij is ook van belang dat de lippenstift niet rechtop kan staan. Zodoende komt het Gerecht tot de conclusie dat het merk in aanmerking komt voor inschrijving. 

IEFBE 3250

Gerecht EU: Wolf en Rolf conceptueel en fonetisch te verschillend

Gerecht EU - Tribunal UE 30 jun 2021, IEFBE 3250; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf), https://ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-wolf-en-rolf-conceptueel-en-fonetisch-te-verschillend

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20085, IEFbe 3250; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf)  Wolf is houder van de gelijknamige merknaam. Rolf is houder van het later ingeschreven beeldmerk. Beide partijen zijn in vergelijkbare sectoren actief. Wolf heeft bij het EUIPO bezwaar gemaakt tegen de inschrijving van het beeldmerk, maar dit is afgewezen. Wolf vordert nu bij het Gerecht vernietiging van die beslissing en voert daartoe aan dat er sprake is van verwarringsgevaar. Volgens Wolf lijken de merken teveel op elkaar. Ondanks het feit dat drie van de vier letters hetzelfde zijn en in dezelfde volgorde staan, is er volgens het Gerecht geen sprake van een fonetische en conceptuele gelijkenis. De twee beeldmerken zijn niet zodanig gelijk, dat het voor het relevante publiek leidt tot verwarring. Het Gerecht bevestigt de uitspraak van het EUIPO. 

IEFBE 3245

Uitspraak ingezonden door Lenneke van Gaal, LWSL. 

Woordmerk 'Miley Cyrus' heeft een duidelijke en specifieke semantische inhoud

Gerecht EU - Tribunal UE 16 jun 2021, IEFBE 3245; ECLI:EU:T:2021:372 (Smiley Miley tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/woordmerk-miley-cyrus-heeft-een-duidelijke-en-specifieke-semantische-inhoud

Gerecht EU 16 juni 2021, IEF 20068; ECLI:EU:T:2021:372 (Smiley Miley tegen EUIPO) Smiley Miley heeft in 2014 het woordmerk 'Miley Cyrus' geregistreerd. Het EUIPO heeft in eerste aanleg bepaald, dat er sprake is van verwarring ten aanzien van de merknaam Cyrus, een verkoper van onder andere muziekinstallaties. Smiley Miley komt daar in deze zaak tegen in beroep en voert aan dat de vergelijking minimaal is. Het Gerecht vernietigt de uitspraak van het EUIPO. Ze stelt dat de naam Miley Cyrus voor het relevante publiek een duidelijke en specifieke semantische inhoud heeft, omdat zij bij het grote publiek bekend staat als een internationale zangeres. Deze specifieke inhoud geldt niet voor de merknaam Cyrus, waardoor er geen sprake kan zijn van verwarringsgevaar. 

IEFBE 3244

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Renate Keijser en Geert Lokhorst, De Brauw Blackstone.

Onvoldoende bewijs voor normaal gebruik woordmerk

28 jun 2021, IEFBE 3244; (De Brauw tegen Forbitex), https://ie-forum.be/artikelen/onvoldoende-bewijs-voor-normaal-gebruik-woordmerk

BOIP 29 juni 2021, IEF 20064, IEFbe 3244; CANC/3000225/DW (De Brauw tegen Forbitex)  De Brauw vordert in deze zaak de doorhaling van het woordmerk AMALIA. Ze voert daartoe aan dat er geen sprake is van normaal gebruik van dit woordmerk. Het woordmerk wordt volgens eiser niet vermeld op facturen van Forbitex en is ook niet op de website te vinden. Forbitex heeft daarop twee relevante facturen overlegd, waar het woordmerk AMALIA wel wordt gebruikt. Volgens het bureau is dit echter onvoldoende om aan te nemen dat de commerciële exploitatie in het zakenleven reëel is. Zodoende is er volgens het Bureau geen sprake van normaal gebruik. De vordering tot vervallenverklaring wordt toegewezen. 

IEFBE 3242

Conflict met Uniemerk bestaat niet meer na afloop nietigheidsprocedure

Gerecht EU - Tribunal UE 2 jun 2021, IEFBE 3242; ECLI:EU:T:2021:318 (Style & Taste tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/conflict-met-uniemerk-bestaat-niet-meer-na-afloop-nietigheidsprocedure

Gerecht EU 2 juni 2021, IEF 20054, IEFbe 3242; ECLI:EU:T:2021:318 (Style & Taste tegen EUIPO)  Style & Taste heeft bij het EUIPO een nietigheidsverklaring aangevraagd voor het beeldmerk van The Polo/Lauren Company, omdat het logo te veel zou lijken op een eerder geregistreerd merk van Style & Taste. Style & Taste heeft volgens het Gerecht niet kunnen aantonen, dat het conflict met haar Uniemerk na afloop van de nietigheidsprocedure nog zal voortduren. Dit hangt samen met het feit dat de inschrijving van het oudere merk reeds in 2017 verstreken was. Het merk van Style & Taste genoot op het moment van uitspraak van het EUIPO in de nietigheidsprocedure aangespannen door Style & Taste geen bescherming meer. Het beroep wordt daarom verworpen. 

IEFBE 3231

Prejudiciële vragen aan HvJ EU over noodzakelijkheidsvereiste

HvJ EU - CJUE 9 mrt 2021, IEFBE 3231; (SodaStream tegen MySoda Oy), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-aan-hvj-eu-over-noodzakelijkheidsvereiste

Hooggerechtshof Finland 9 maart 2021, IEF 20010, IEFbe 3231; C-197/21 (SodaStream tegen MySoda Oy)  Deze zaak betreft de vraag of iemand die CO2-flessen, die door een merkhouder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht navult en verkoopt, het recht heeft om de van het merk van de merkhouder voorziene etiketten van die flessen te verwijderen en te vervangen door eigen etiketten. In Finland worden door MySoda Oy gevulde CO2-flessen verhandeld. Na ontvangst, via de distributeur, van de door de consument leeg geretourneerde, van SodaStream afkomstige CO2-flessen, heeft MySoda Oy eerst het daarop aanwezige etiket van SodaStream verwijderd. Na de navulling van de flessen heeft zij daarop haar eigen etiket op die manier aangebracht dat de graveringen op de flessen, met inbegrip van het merk SodaStream of Soda-Club, zichtbaar bleven. Het staat vast dat SodaStream hier geen toestemming voor heeft gegeven. Het Hooggerechtshof in Finland stelt in deze zaak een viertal prejudiciële vragen aan het Hof omtrent de uitleg van het noodzakelijkheidsvereiste. Het Hof wordt gevraagd om een antwoord te geven op de vraag of het noodzakelijk is, dat etiketten vervangen worden voordat de flessen weer in de handel kunnen worden gebracht. 

IEFBE 3227

Prejudiciële vraag over de inhoud van een vonnis in bepaalde merkenrecht uitspraken

HvJ EU - CJUE 17 mrt 2021, IEFBE 3227; (Harman tegen AB SA), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vraag-over-de-inhoud-van-een-vonnis-in-bepaalde-merkenrecht-uitspraken

Districtsrechtbank Warschau 17 maart 2021, IEF 19977, IEFbe 3227; C-175/21–1 (Harman tegen AB SA)  AB is een distributeur van elektronica en vervoert onder andere producten van Harman. Verweerster heeft de genoemde waren verworven van een andere verkoper dan de productdistributeur op de Poolse markt waarmee verzoekster een overeenkomst had gesloten. De gestelde prejudiciële vraag gaat over de inhoud en formulering van een rechterlijke uitspraak in bepaalde vorderingen van een merkhouder. De verwijzende rechter is zich onder andere bewust van het risico op beperking van het vrije verkeer van goederen, wanneer het in rechterlijke uitspraken bij algemene bewoordingen blijft. Dit zou volgens de verwijzende rechter ondervangen kunnen worden door in de uitspraak nauwkeurig serienummers op te nemen.