DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3372

Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Shaharzaad Said, Windt Le Grand Leeuwenburgh.

Doorhalingsbeslissing 'ik wil van mijn auto af' bevestigd

Benelux Gerechtshof - Cour Benelux 27 jan 2022, IEFBE 3372; (Dealerdirect Global tegen WijKopenAutos), https://ie-forum.be/artikelen/doorhalingsbeslissing-ik-wil-van-mijn-auto-af-bevestigd

BenGH 27 januari 2022, IEF 20498, IEFbe 3372; C 2019/14/7 (Dealerdirect Global tegen WijKopenAutos) Eerder oordeelde het BBIE in deze zaak dat het merk ‘Ik wil van mijn auto af’ te beschrijvend was en dat het elk onderscheidend vermogen miste [IEF 18503]. Dealerdirect Global verzoekt tot vernietiging van deze doorhalingsbeslissing en het oorspronkelijke verzoek tot vernietiging en doorhaling van het bestreden merk af te wijzen. Het hof oordeelt in deze zaak dat het niet in strijd is met de rechtszekerheid om terug te komen op een eerdere beslissing om het merk in te schrijven, aangezien het eigen is aan de procedure voor het BBIE dat een marktdeelnemer op basis van een procedure op tegenspraak een verzoek tot doorhaling kan instellen. Vervolgens oordeelt het hof dat het feit dat ‘ik wil van mijn auto af’ niet wordt gebruikt als zoekterm onvoldoende is om het beschrijvend karakter van het bestreden merk in twijfel te trekken. Daarnaast is het hof van mening dat het BBIE, anders dan verzoekster aanvoert, de CHIEMSEE-principes heeft toegepast. Bovendien kan er geen inburgering worden aangetoond. Concluderend oordeelt het hof dat het bestreden merk ab initio beschrijvend is en onvoldoende onderscheidend vermogen heeft verworven door inburgering. De bestreden doorhalingsbeslissing wordt bevestigd.

IEFBE 3364

Uitspraak ingezonden door Thierry van Innis en Anthony Van der Planken, Van Innis en Delarue.

Neutralisatietheorie niet van toepassing

3 dec 2021, IEFBE 3364; https://ie-forum.be/artikelen/neutralisatietheorie-niet-van-toepassing

Franstalig Hof van beroep Brussel 3 december 2021, IEFbe 3364 (VF International tegen Carrefour Belgium 2) In oktober 2020 verscheen  een vonnis van de Voorzitter van de Franstalige ondernemingsrechtbank te Brussel waarin Kano en Carrefour werden veroordeeld tot de staking van het gebruik van twee tekens die inbreuk maakten op de merken van VF, het moederbedrijf van de merken Kipling, Eastpak, Timberland en Napapijri [IEFbe 3139]. Het hof heeft onlangs het beroep van Kano tegen dit vonnis verworpen. Het hof oordeelde net als de eerste rechter dat de door Kano en Carrefour gebruikte tekens verwarring konden wekken met de merken van VF.

IEFBE 3361

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vordering tot doorhaling woordmerk UBO toegewezen

13 jan 2022, IEFBE 3361; https://ie-forum.be/artikelen/vordering-tot-doorhaling-woordmerk-ubo-toegewezen

BOIP 13 januari 2022, IEF 20480, IEFbe 3361; N3000217 (Kamer van Koophandel tegen UBO) Doorhalingsbeslissing. Op 27 maart 2020 diende de verzoeker (Kamer van Koophandel) een vordering tot doorhaling van Benelux inschrijving 13933760 van het woordmerk UBO in. De verzoeker stelt dat er onder andere sprake is van de nietigheidsgronden uit artikel 2.2.bis, lid 1 sub b en c BVIE. Inhoudelijk betekent dit dat het bestreden merk elk onderscheidend vermogen mist en dat het merk beschrijvend is. Verzoeker stelt dat de aanduiding UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’ en dat deze term wordt gebruikt om de belanghebbende van een onderneming of rechtspersoon aan te duiden. Uit de stellingen van partijen blijkt voorts dat het woord UBO kan dienen om een kenmerk aan te duiden van de diensten waarvoor het merk is geregistreerd. Dit leidt tot de conclusie dat de in artikel 2.2bis, lid 1, sub b en c BVIE bedoelde absolute nietigheidsgronden van toepassing zijn. Het Bureau besluit dat de vordering tot doorhaling wordt toegewezen en dat de Benelux merkinschrijving 1393760 wordt doorgehaald voor alle diensten.

IEFBE 3357

Vernietiging beslissing Uniewoordmerk SO COUTURE

HvJ EU - CJUE 21 jan 2021, IEFBE 3357; (L’Oréal tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/vernietiging-beslissing-uniewoordmerk-so-couture

HvJ EU Kamer van beroep 21 januari 2021, IEF 20474, IEFbe 3357; T-30/21 (L’Oréal tegen EUIPO) Verzoekschrift. L’Oréal is de verzoekende partij en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de verwerende partij. L’Oréal heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan bij EUIPO voor het Uniewoordmerk SO COUTURE. Dit verzoek is door de vijfde kamer van beroep van het EUIPO op 3 november 2020 in zaak R 158/2016-5 afgewezen. L'Oréal verzoekt nu dat deze beslissing op grond van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad bij de globale beoordeling en de beoordeling van het verwarringsgevaar wordt vernietigd. De Kamer van beroep oordeelt dat de bestreden beslissing moet worden vernietigd.

IEFBE 3356

HvJ EU Conclusie A-G over parallelimport van geneesmiddelen

HvJ EU - CJUE 13 jan 2022, IEFBE 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-over-parallelimport-van-geneesmiddelen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20473, LS&R 2014, IEFbe 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen) Deze conclusie betreft drie rechtszaken waarin verschillende geschillen spelen betreffende parallelimport van geneesmiddelen. Het Landgericht Hamburg heeft de behandeling van deze rechtszaken geschorst en het Hof meerdere prejudiciële vragen gesteld. Onder andere de vragen of artikel 47 bis van richtlijn [2001/83] zo moet worden uitgelegd dat ten aanzien van parallel ingevoerde producten kan worden aangenomen dat de maatregelen ter zake van de verwijdering en het aanbrengen van de veiligheidskenmerken overeenkomstig artikel 54, onder o), van richtlijn [2001/83], hetgeen door de parallelimporteur wordt uitgevoerd door middel van ofwel heretikettering ofwel ompakking, gelijkwaardig zijn wanneer beide maatregelen voor het overige voldoen aan de voorwaarden van richtlijn [2001/83] en van gedelegeerde verordening [2016/161] en even geschikt zijn om de authenticiteit en de identiteit van het geneesmiddel te controleren en om te bewijzen dat met het geneesmiddel is geknoeid?

IEFBE 3355

HvJ EU Conclusie A-G inzake rechtsverwerking wegens gedogen

HvJ EU - CJUE 13 jan 2022, IEFBE 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-inzake-rechtsverwerking-wegens-gedogen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20472, IEFbe 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH) Heitec is houdster van het op 4 juli 2005 als Uniemerk ingeschreven woordmerk HEITEC. Verweerster in het hoofdgeding is op 16 april 2003 in het handelsregister ingeschreven onder de handelsnaam HEITECH Promotion GmbH, waaronder zij haar activiteiten verricht (hierna: Heitech). Op 22 april 2009 is Heitech schriftelijk in gebreke gesteld door Heitec wegens het gebruik van de handelsnaam en het merk met het woordelement HEITECH. Heitec heeft voor de rechter primaire vorderingen ingesteld wegens inbreuk op de haar door haar handelsnaam HEITEC verleende rechten, en subsidiair vorderingen wegens inbreuk op haar Uniemerk HEITEC. Het Bundesgerichtshof heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof vier prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn [2008/95] alsmede in de zin van artikel 54, leden 1 en 2, en artikel 111, lid 2, van verordening [nr. 207/2009]. De A-G concludeert o.a. dat alleen een einde kan worden gemaakt aan de termijn van rechtsverwerking wegens gedogen als de houder van oudere rechten laat blijken een einde te maken aan het gedogen door beroep in te stellen binnen een termijn van vijf jaar vanaf het ogenblik waarop hij kennis heeft gekregen van het gebruik van het jongere merk.

IEFBE 3354

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Burger" is een geldig Uniemerk

EUIPO - BHIM - OHMI 22 dec 2021, IEFBE 3354; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.be/artikelen/euipo-impossible-burger-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20471, IEFbe 3354 ; R 973/2021-5 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2018 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Burger. Op 28 februari 2019 is het merk ingeschreven. Op 18 maart 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk merk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEFBE 3353

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Sausage" is een geldig Uniemerk

EUIPO - BHIM - OHMI 22 dec 2021, IEFBE 3353; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.be/artikelen/euipo-impossible-sausage-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20470 , IEFbe 3353; R 972/2021 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2019 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Sausage. Het merk is op 19 september 2019 ingeschreven. Op 20 november 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEFBE 3335

Onjuiste rechtsopvatting van EUIPO

Gerecht EU - Tribunal UE 1 dec 2021, IEFBE 3335; ECLI:EU:T:2021:851 (Gabriele Schmid tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/onjuiste-rechtsopvatting-van-euipo

Gerecht EU 1 december 2021, IEF 20382, IEFbe 3335; ECLI:EU:T:2021:851 (Gabriele Schmid tegen EUIPO) Op 8 juli 2011 heeft verzoekster, Gabriele Schmid, bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend. Dit merk is in 2012 onder nummer 010108454 ingeschreven. In 2018 heeft interveniënte een vordering tot nietigverklaring van dit merk ingesteld omdat deze te veel overeenkomt met het symbool van de Europese Unie voor “beschermde geografische aanduidingen” (BGA). In 2019 heeft de nietigheidsafdeling het litigieuze merk nietig verklaard. Verzoekster heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling.

IEFBE 3323

Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS.

Claim tegen nieuwe naam 'vooruit' verworpen

18 nov 2021, IEFBE 3323; (Koksijde tegen Vooruit), https://ie-forum.be/artikelen/claim-tegen-nieuwe-naam-vooruit-verworpen

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 18 november 2021, IEFbe 3323; A/21/01030 (Koksijde Vooruit tegen Vooruit) Kort geding. De Vlaamse socialistische partij wijzigde in maart 2021 haar naam van SP.A naar VOORUIT. Tegen die nieuwe naam kwam protest, onder meer van een rechtse lokale politieke partij KOKSIJDE VOORUIT, die een stakingsvordering instelde op grond van oneerlijke marktpraktijken. De voorzitter verwerpt in deze uitspraak  alle eisen van KOKSIJDE VOORUIT, die niet bewees dat de Vlaamse socialistische partij “op duurzame wijze bepaalde goederen of diensten aanbiedt op de markt. Het louter deponeren van een Uniemerk door de socialistische partij vormt in ieder geval geen bewijs dat zij dergelijke activiteiten wel zou stellen. Aangezien niet aangetoond is dat de procespartijen ondernemingen zijn in de zin van artikel I.8, 39° WER, is niet voldaan aan de betrokken voorwaarde van artikel VI.104 WER. De voorzitter verklaart de stakingsvordering dan ook ongegrond in de mate dat ze gesteund is op artikel VI.104 WER.”