Gepubliceerd op woensdag 21 juni 2023
IEFBE 3666
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise ||
20 jun 2023
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 20 jun 2023, IEFBE 3666; Oppositienummer 2017903 (Alku/Aku), https://ie-forum.be/artikelen/aku-en-alku-vallen-in-hetzelfde-denkraam

Aku en Alku vallen in hetzelfde denkraam

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, BBIE 3666, IEF 21502, IEFbe 3666, Beslissing Oppositie 2017903 (Alku/Aku) Aku heeft een gecombineerd woord- en beeldmerk geregistreerd. Hier komt Alku tegen in opstand, omdat zij in 2016 een woord- en beeldmerk heeft geregistreerd waarvan zij meent dat er verwarringsgevaar kan ontstaan, omdat beide merkhouders zich richten op het leveren van bouwmaterialen. Om deze reden vordert Alku afwijzing van het merk van Aku.

Alku stelt dat er een grote visuele en auditieve overeenkomst is tussen de twee merken. Ook spreken de beide dienstverleners dezelfde markten aan, wat het verwarringsgevaar vergroot. Aku verweert zich door te stellen dat er geen overeenkomstigheid is in de aangesproken markt en vraagt Alku om aan te tonen dat zij haar merk ook daadwerkelijk heeft gebruikt, omdat Aku stelt dat het merk niet daadwerkelijk is toegepast. 

Het BOIP gaat haar standaarden af. Ten eerste gaat zij ervan uit dat er wél gewoon gebruik van het merk is gemaakt door Alku. Waar het verwarringsgevaar betreft, gaat zij dieper in op de aangedragen omstandigheden. Zij vergelijkt de twee merken om te kijken of er verwarringsgevaar heerst, welke ontstaat als een merk bij het relevane publiek de illusie oproept dat de geleverde waren en diensten van een andere onderneming afkomstig zijn. Zij komt tot de conclusie dat dezelfde waren en diensten worden geleverd door de twee partijen. Kijkend naar de totaalindruk van de twee merken stelt zij er visueel en begripsmatig weinig overeenstemming is, maar de twee merken auditief sterk overeenstemmen. Het BOIP gaat daarom over op een globale beoordeling van de twee merken. Daarin komt zij tot de conclusie dat er, door de mate van overeenstemming tussen de twee merken, vooral de auditieve, een gevaar van verwarring optreedt bij het relevante publiek. Omdat de twee partijen - althans deels - dezelfde waren en diensten leveren, moet het merk van AKU voor het gedeelte waar de diensten overeenkomen worden doorgehaald. 

51. Hoewel de vergelijking gebaseerd moet zijn op de totaalindruk die de tekens in het geheugen van het relevante publiek achterlaten, moet ze toch worden gemaakt in het licht van de intrinsieke kwaliteiten van de conflicterende tekens. De totaalindruk die door een samengesteld merk wordt opgeroepen bij het relevante publiek, kan in bepaalde omstandigheden door een of meer van zijn bestanddelen worden gedomineerd. Bij de beoordeling of dit het geval is, moet met name rekening worden gehouden met de intrinsieke eigenschappen van elk van die bestanddelen door deze te vergelijken met de eigenschappen van de andere bestanddelen. Bovendien kan eventueel worden bezien hoe de verschillende bestanddelen in de configuratie van het samengestelde merk zich tot elkaar verhouden.

67. Voor de globale beoordeling moet worden uitgegaan van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken waren of diensten. Er dient evenwel rekening mee te worden gehouden, dat de gemiddelde consument slechts zelden de mogelijkheid heeft, verschillende merken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, doch aanhaakt bij het onvolmaakte beeld dat bij hem is achtergebleven. Ook dient er rekening mee te worden gehouden dat het aandachtsniveau van de gemiddelde consument kan variëren naar gelang van de soort waren of diensten waarom het gaat. In dit geval gaat het Bureau ervan uit dat de betrokken diensten zijn gericht op het grote publiek en gespecialiseerde afnemers en dat er een verhoogd aandachtsniveau geldt aangezien het gaat om aankopen die door het grote publiek niet vaak worden gedaan en waaraan hoge eisen worden gesteld.

71. Op basis van deze en de hiervoor genoemde andere factoren, en gelet op hun onderlinge samenhang, is het Bureau van oordeel dat er sprake is van verwarringsgevaar in die zin dat het publiek kan menen dat een deel van de diensten van de ingeroepen merken en een deel van die waarop het betwiste teken betrekking heeft, van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn. Het verhoogde aandachtsniveau van het publiek maakt dit niet anders, gezien de mate van visuele en auditieve overeenstemming en het feit dat de diensten identiek zijn.