IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 775

Evenals op verzoek van Sandoz geen vaststelling nieuwe of gewijzigde omstandigheid nu het hof zijn saisine heeft uitgeput

Hof van Beroep Brussel 26 november 2013, IEFbe 775 (Effik Benelux NV tegen Bayer Pharma AG)
Octrooi. Vermeende inbreuk. Kort geding. Drospirenone. Aanstelling sekwester. Bayer is houdster van EP 840. Effik is gespecialiseerd in het vervaardigen en het commercialiseren van generieke geneesmiddelen in de zin van artikel 6bis van de Geneesmiddelenwet. Eerder [IEFbe 707] oordeelde het hof dat Effik haar producten Drospirerone terug moet roepen. In de onderhavige procedure verzoekt Effik het hof een deskundigenverslag als nieuwe of gewijzigde omstandigheid betreffende EP 840 vast te stellen teneinde de nietigheid uit te spreken. Het hof oordeelt, evenals in de gerelateerde zaak [IEFbe 774], dat in de vorige procedure een eindarrest is geveld en daarmee heeft het hof zijn saisine in die procedure uitgeput. De regels van rechterlijke organisatie zijn van openbare orde, zodat partijen er niet in der minne van kunnen afwijken. Het hof wijst  de vorderingen af.

Noch artikel 1369bis/1.7 Ger.W., dat de procedures van beslag inzake namaak betreft (artikel 1369bis/1 tot en met 10 Ger.W.), en dat uitdrukkelijk verwijst naar (onder meer) artikel 1032 Ger.W., noch artikel 1032 Ger.W. zijn in casu van toepassing.
Deze artikelen kunnen immers niet zonder meer toegepast worden op het tegensprekelijk kort geding.
Het hof oordeelt dan ook dat om die redenen de vordering van Sandoz dient afgewezen te worden.
IEFBE 790

Unieke website voor juridische professionals in België / Un site web unique pour les professionnels du droit en Belgique

Binnenkort lanceert juridische niche-uitgeverij deLex een actualiteitenwebsite voor België: www.IE-Forum.be. De publieke website wordt elke dag gevuld met jurisprudentie en actualiteiten op het juridische vakgebied van de Intellectuele Eigendom, ICT, Mediarecht en de Marktpraktijken.

Prochainement, les éditions juridiques deLex lanceront, en Belgique, un nouveau site web d’actualités: www.IE-Forum.be. Ce site web sera quotidiennement alimenté de jurisprudence et d’actualités dans les domaines de la propriété intellectuelle, du droit des nouvelles technologies, du droit des médias et des pratiques du marché.

 

Van IE-Forum bestaat al een Nederlandse variant met dagelijkse inzendingen van opiniestukken en juridische beslissingen, meer dan 60 sponsors, aanvullende opleidingen en gespecialiseerde databanken.

Claudia Zuidema, directeur van deLex: "Een steeds groter wordende lezersgroep in België heeft belang bij een eigen website. Met de lancering van de site IE-forum.be zijn wij uniek. We gaan uitspraken publiceren die voorheen ongepubliceerd bleven. En we geven daar een korte toelichting bij. Dat is de toegevoegde waarde. We werken overigens nog actief aan een IE-community en werven nu sponsors en betrokken redactieleden."

De lancering wordt gevierd met een grote bijeenkomst op woensdag 21 mei 2014 vanaf 19.30 uur in Tour & Taxis in Brussel. Bij die bijeenkomst is iedereen welkom. Wie eerder informatie wil over sponsorvoordelen, stukken ter publicatie wil aanbieden of een bijdrage wil leveren als schrijvend redacteur kan een mail sturen naar: redactie@ie-forum.be.

 

 

Il existe déjà une version néerlandaise d’IE-Forum qui reçoit, chaque jour, de nouvelles contributions, sous la forme d’opinions ou de décisions de justice. La version néerlandaise d’IE-Forum dispose de plus de 60 sponsors, et propose des formations supplémentaires ainsi que des bases de données spécialisées.

Claudia Zuidema , directrice de deLex: « Un public belge toujours plus important a manifesté un intérêt pour un site belge. Avec le lancement du site IE-Forum.be, nous serons uniques. Nous publierons des décisions qui restent habituellement non-publiées. Et nous y apporterons un bref commentaire. C'est là que réside notre valeur ajoutée. Par ailleurs, nous travaillons activement à la création d’une communauté ‘PI’ et recrutons actuellement des sponsors et des rédacteurs désireux d’être impliqués dans ce projet ».

Le lancement de IE-Forum.be sera célébré lors d’une réunion le mercredi 21 mai 2014 à 19h30 à Tour & Taxis à Bruxelles. L’entrée est libre. Si vous souhaitez en savoir plus sur les avantages liés au sponsoring, envoyer des contributions en vue d’une éventuelle publication sur le site web ou si vous êtes intéressé à l’idée de devenir rédacteur, vous pouvez envoyer un courriel à: redactie@ie-forum.be.

Noot voor de redactie: deLex is een vernieuwende uitgeverij van juridische vakinformatie. We stellen informatie online beschikbaar en geven boeken en tijdschriften uit. Dat doen we met één doel: juridische professionals verbinden - met elkaar en met elkaars kennis.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Note aux rédacteurs: deLex est une maison d’édition innovante, active dans l'information juridique pour professionnels. Nous publions des informations en ligne, et éditons des ouvrages et revues. Nous avons à cet effet un seul objectif: Nous mettons les professionnels du droit en relation et mettons en commun leurs connaissances.

Pour plus d'informations, nous vous prions de contacter:

deLex
redactie@ie-forum.be

IEFBE 791

Piloot in dienst handelt met merkregistratie zonder meer onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Rotterdam 28 april 2014, IEF 13800 (Vlaamse Luchtvaart Maatschappij Airlines tegen Piloot)
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan. Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Onrechtmatige daad. Gedaagde is piloot in dienst van VLM Airlines en heeft een arbeidsrechtelijk geschil met VLM Airlines. Tijdens de overname van VLM Airlines door een derde partij registreert gedaagde de merk- en handelsnaam VLM AIRLINES op eigen naam. Hij presenteert zich publiekelijk als rechthebbende op dit teken en correspondeert hierover met onder meer de overnemende partij. De voorzieningenrechter gebiedt staking van gebruik van het teken VLM AIRLINES en soortgelijke tekens, doen van verboden uitlatingen met de strekking dat hij rechthebbende is op dit teken en dat derden, waaronder VLM Airlines zelf, zijn toestemming voor gebruik van dit teken nodig hebben.

Leestip: 4.12.

IEFBE 774

Geen vaststelling nieuwe of gewijzigde omstandigheid nu het hof zijn saisine heeft uitgeput

Hof van Beroep Brussel 26 november 2013, IEFbe 774 (Sandoz N.V. tegen Bayer Pharma A.G.)
Inbreuk per equivalentie. Drospirenone. Bayer is houdster van EP 840. Eerder [IEFbe 708] is vastgesteld dat de verhandeling van de Nieuwe Generieke Producten op het Belgisch grondgebied prima facie per equivalentie inbreuk maakt op het octrooi. Zelfs indien belangenafweging zou plaatsvinden, zou deze doorwegen in het voordeel van Bayer. In de onderhavige procedure verzoekt Sandoz het hof een deskundigenverslag als nieuwe of gewijzigde omstandigheid betreffende EP 840 vast te stellen teneinde de nietigheid uit te spreken. Het hof oordeelt dat in de vorige procedure een eindarrest is geveld en daarmee heeft het hof zijn saisine in die procedure uitgeput. De regels van rechterlijke organisatie zijn van openbare orde, zodat partijen er niet in der minne van kunnen afwijken. Het hof wijst  de vorderingen af.

Noch artikel 1369bis/1.7 Ger.W., dat de procedures van beslag inzake namaak betreft (artikel 1369bis/1 tot en met 10 Ger.W.), en dat uitdrukkelijk verwijst naar (onder meer) artikel 1032 Ger.W., noch artikel 1032 Ger.W. zijn in casu van toepassing.
Deze artikelen kunnen immers niet zonder meer toegepast worden op het tegensprekelijk kort geding.
Het hof oordeelt dan ook dat om die redenen de vordering van Sandoz dient afgewezen te worden.
IEFBE 788

Third country protection and enforcement of Intellectual Property Rights

Consultation, Third country protection and enforcement of IPR, 10 March - 10 June 2014.
Launch of survey on third country protection and enforcement of Intellectual Property Rights. The EU Observatory on Infringements of Intellectual Property Rights, on behalf of the EU Commission (DG Trade), is launching a survey of EU entities with an interest in the protection and enforcement of Intellectual Property Rights (IPR) in third countries. Similar surveys have been carried out by DG Trade itself in the past.

Lees verder

IEFBE 787

Prejudiciële vragen over bewijs van het hebben van een reputatie in één lidstaat

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU april 2014, zaak C-125/14 (Iron & Smith) - dossier
1. Is it sufficient, for the purposes of proving that a Community trade mark has a reputation within the meaning of Article 4(3) of the Directive for that mark to have a reputation in one Member State, including where the national trade mark application which has been opposed on the basis of such a reputation has been lodged in a country other than that Member State?

 

2. May the principles laid down by the Court of Justice of the European Union regarding the genuine use of a Community trade mark be applied in the context of the territorial criteria used when examining the reputation of such a mark?
3. If the proprietor of an earlier Community trade mark has proved that that mark has a reputation in countries other than the Member State in which the national trade mark application has been lodged - which cover a substantial part of the territory of the European Union – may he also be required, notwithstanding that fact, to adduce conclusive proof in relation to that Member State?
4. If the answer to the previous question is no, bearing in mind the specific features of the internal market, may a mark used intensively in a substantial part of the European Union be unknown to the relevant national consumer and therefore the other condition for the ground precluding registration in accordance with Article 4(3) of the Directive not be met, since there is no likelihood of detriment to, or unfair advantage being taken of, a mark’s repute or distinctive character? If so, what facts must the Community trade mark proprietor prove in order for that second condition to be met?
IEFBE 772

Binnenbekleding inbouwhaard Metalfire geen auteursrechtelijk werk

Hof van Beroep Gent 20 november 2013, IEFbe 772 (Metalfire tegen M-Design Benelux e.a.)
Auteursrecht. Beslag inzake namaak. Geen inbreuk. Beide partijen handelen in inbouwhaarden. De zaakvoerder van Metalfire was oorspronkelijk verdeler van haarden van onder meer M-Design. Tussen partijen is een betwisting ontstaan over de gietijzeren binnenbekleding van de haarden in de vorm van strakke, verticale lijnen ("ribben"). Hierop is ex parte beslag inzake namaak toegewezen aan Metalfire, waarop M-Design haar product heeft aangepast met fijnere lamellen. Ook hierop is ex parte beslag inzake namaak toegestaan. De rechter in eerste aanleg heeft beslist dat de binnenbekleding van inbouwhaarden van Metalfire bestaande uit een zwart, gietijzeren, verticaal gegroefd profiel niet auteursrechtelijk beschermd is en hefde de verbodsmaatregelen op. Het hof oordeelt dat de haarden van Metalfire geen auteursrechtelijke bescherming toekomt, wegens het ontbreken van originaliteit. De globale indruk is niet van dien aard dat een normaal aandachtige kijker getroffen wordt door de persoonlijke inbreng en creatieve keuzes. Derhalve geen inbreuk. Het hof bevestigt het bestreden vonnis.

De lamellen die Metalfire in haar inbouwhaarden gebruikt, genieten geen auteursrechtelijke bescherming. De lamellen zijn niet origineel in de zin van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, zoals achteraf gewijzigd (hierna "de Auteurswet") en van de rechtspraak van eht Europees Hof van Justitie

14. [..] De globale indruk van de haarden van Metalfire, met de gebruikte lamellen, is niet van die aard dat een normaal aandachtige kijker getroffen wordt door de verschillen ten opzichte van andere haarden met lamellen, door de persoonlijke inbreng en door de eigen creatieve keuzes van de maker, vergeleken met de andere, eerdere modellen van haarden, waarvan de binnenbekleding uit zwarte lamellen bestaat.
Het lijdt weinig twijfel dat er tijd en energie in de toepassing van de algemene tendensen op het ontwerp van de haarden is gestopt. Dit is evenwel neit voldoende om de toetssteen van originaliteit, zoals hiervoor bepaald, te doorstaan.
Het feit dat [..] de eerste zou geweest zijn, voor zover dit bewezen zou zijn, die zwarte, gietijzeren 'tand en groef' vormgeving als binnenbekleding voor haarden heeft aangewend, is niet voldoende om van originaliteit in de zin van de Europese en Belgische auteurswetgeving te spreken. [..]

IEFBE 783

VRM legt VIJF boete op van 30.000 euro

VRM algemene kamer 24 maart 2014, IEFbe 783; beslissingnr. 2014/011 (VRM tegen NV SBS Belgium)
Mediarecht. Reclamerecht. De VRM controleerde de uitzendingen van VIJF (27 december 2013, 17u-23u). De VRM stelde daarbij vast dat buiten het reclameblok een individuele spot werd uitgezonden (45 seconden). De spot is samengesteld uit verschillende fragmenten van films die via VIJF worden uitgezonden en ook verschillende fragmenten uit een bedrijfsfilm van Neuhaus (met beelden van gesmolten chocolade, geschenkdozen met pralines, close-up van praline met Neuhaus-monogram, ...). De spot eindigt met de auditieve boodschap: 'Schenk in stijl. Neuhaus'. De fragmenten die uit de bedrijfsfilm van Neuhaus afkomstig zijn en de vermeldingen nemen minstens 20 seconden in beslag van de totale duurtijd van 45 seconden.

Het Mediadecreet stelt dat reclame duidelijk herkenbaar moet zijn en moet kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud (programma's). Reclame moet aan de hand van visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma worden gescheiden. De VRM stelt echter vast dat de desbetreffende spot niet in het reclameblok werd uitgezonden maar daarbuiten.
Doordat de desbetreffende spot als reclamespot moet worden beschouwd, wordt ook het maximaal toegelaten aandeel aan televisiereclame per klokuur overschreden. Het Mediadecreet bepaalt dat het aandeel van televisiereclame- en telewinkelspots niet meer dan 20% van het klokuur mag bedragen (12 minuten). VIJF blijkt in de onderzochte periode meer dan 12 minuten reclame per klokuur uit te zenden.
Voor deze overtredingen op het Mediadecreet legt de VRM VIJF een geldboete van 30.000 euro op. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM er rekening mee dat SBS Belgium in het verleden voor nagenoeg identieke feiten een geldboete van 25.000 euro werd opgelegd (Beslissing 2012-023 : 25.000 euro boete voor ICI Paris XL-spot op VijfTV)

IEFBE 782

Chauffeurs taxi-app Uber ne disposent pas de l'autorisation

Tribunal de commerce Bruxelles 31 mars 2014, IEFbe 782 (Taxi Radio Bruxellois contre Uber Belgium)
Jugement envoyée par Kristof Neefs, Altius. Pratiques honnêtes du marché. Taxi-app. Astreinte de 10.000 par infraction constatée. Attendu que la demande a pour objet la constatation d'un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché et le prononcé d'un ordre de cessation corrélatif. Constatons qu'en transmettant des demandes de courses auprès de chauffeurs qui ne disposent pas de I.' autorisation visée à l'article 3 de l'Ordonnance du 27 avril 1995 de la Région de Bruxelles-Capitale, relative aux services de taxi et aux services de location de voitures avec chauffeurs, la citée commet un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché.

Ordonnons à la citée de cesser de proposer des courses à des chauffeurs qui ne disposent pas de l'autorisation visée à l'article 3 de l'Ordonnance précitée, sous peine d'une astreinte de 10.000 € par infraction constatée à partir du jour qui suivra la signification du présent jugement.

Op andere blogs:
DeJuristen

IEFBE 763

PI Pharma schendt artikel 95 WMPC en moet verhandeling geneesmiddelen staken

Hof van Beroep Brussel 19 november 2013, IEFbe 763 (Eurogenerics tegen PI Pharma)

Uitspraak mede ingezonden door Kristof Roox, Crowell & Moring. Parallelimport. Farmaceutische regelgeving. Merkenrecht. Auteursrecht. Uitputting. Eurogenerics vervaardigt en commercialiseert voornamelijk generieke geneesmiddelen en is titularis van de Gemeenschaps-woord/beeldmerken EUROGENERICS en EG. PI Pharma is een Belgische onderneming die actief is op het vlak van de parallelinvoer van geneesmiddelen. Het hof stelt vast dat PI Pharma zich schuldig maakt aan schending van artikel 95 WMPC en beveelt de staking van de verhandeling van de geneesmiddelen.

Er is geen cassatievoorziening

Stelt vast dat PI Pharma zich, wat Omeprazole EG 40 mg (60 capsules) Amlodipine EG 5 mg (100 tabletten), Citalopram EG 20 mg (60 tabletten) en Lisonopril EG 20 mg (100 tabletten) betreft, schuldig maakt aan een schending van artikel 95 WMPC 1) door in strijd met de artikelen 4, 11bis, 37bis en 93, 3 van het KB van 21 december 2001 niet-terugbetaalbare geneesmiddelen te commercialiseren waarbij gebruikt wordt gemaakt van de terugbetalingsbeslissing voor een andere verpakkingsgrootte, en 2) door in strijd met artikel 90, 2 van het KB van 21 december 2001 door op niet-terugbetaalbare verpakkingsgroottes de CFK-code en unieke barcode te gebruiken die verbonden is aan een andere verpakkingsgrootte waarvoor wel een terugbetaling werd bekomen,

Beveelt aan PI Pharma de staking van de verhandeling van deze geneesmiddelen, onder verbeurte van een dwangsom van 1.000 euro per individuele inbreuk vastgesteld na een termijn van drie maanden vanaf de betekening van het tussengekomen arrest (waarbij de verkoop van één verpakking als één individuele inbreuk wordt beschouwd), met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van 500.000 euro.