Een alfabetisch trimesteroverzicht van de beslissingen van de JEP. De Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame is het zelfdisciplinair orgaan van de reclamesector in België. Alle beslissingen worden opgenomen, de beslissingen met een opmerking krijgen een korte weergave en/of met bijpassende afbeelding.
2014 - derde trimester:
AB INBEV (2014-07-31)
AB INBEV (2014-09-04)
ACC BELGIUM (2014-07-31)
BASE (2014-08-28)
Wat de grond van de zaak betreft, heeft de Jury in hoger beroep vastgesteld dat de radiospot tot drie maal toe verwijst naar het “diepe decolleté” van een vrouw in een bar.
Dienaangaande is de Jury van mening dat de spot in kwestie op een overbodige manier de nadruk legt op dit deelaspect van de betrokken persoon, zonder haar daarom evenwel hiertoe te herleiden of te denigreren. De Jury is evenmin van mening dat de vrouw als onderdanig of anderszins negatief wordt voorgesteld in deze spot.
(...) De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep gegrond en hervormt de beslissing van de Jury in eerste aanleg. Gelet op het voorgaande en op het feit dat een dergelijke vorm van communicatie negatieve reacties kan veroorzaken bij het publiek, heeft de Jury in hoger beroep met name gemeend slechts een advies van voorbehoud te moeten formuleren overeenkomstig artikel 2 van haar reglement voor wat betreft het insisterend gebruik van de bewoordingen “diepe decolleté” om de vrouw in de spot te typeren. De Jury doet in deze een beroep op de verantwoordelijkheid van de adverteerder.
BASIC-FIT (2014-09-10)
BNP PARIBAS FORTIS (2014-09-10)
EMIRATES (2014-08-26)
ETHIAS (2014-08-01)
Aanbeveling - De banner die vermeldt, zonder enig voorbehoud, “Relax, onze omniums zijn zonder franchise” en van de reclamespot waarin men hoort “Maar meneer, onze omniums zijn allemaal zonder franchise” en vervolgens “en betaalt u geen franchise”.
De Jury heeft vastgesteld dat de spot verwijst naar de website van de verzekeraar voor de voorwaarden, site waarop men de eerste en vervolgens de tweede voorwaarde vindt, namelijk dat de herstelling dient te gebeuren bij één van de 2.200 erkende herstellers en dat de verzekerde ouder dan 30 jaar moet zijn. De Jury is van mening dat de banner, die niet naar deze voorwaarden verwijst, als misleidend kan worden beschouwd door deze belangrijke informatie weg te laten. De Jury is van oordeel dat, door op een absolute manier te beweren dat alle omniums zonder franchise zijn, terwijl er toch voorwaarden aan verbonden zijn, de spot van aard is om de consument te misleiden. Gelet op het voorgaande en op basis van artikels VI. 97 en 99 van het Wetboek van economisch recht, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
FLYER.BE (2014-09-03)
Aanbeveling - De e-mailing de ‘Friday Deals’ voorstelt met de tekst “Elke vrijdag een gigadeal” en de afbeelding van een vrouw met overgewicht die op haar buik ligt in een badpak en met konijnenoren op haar hoofd. De Jury is van mening dat het gebruik van dit beeld van de vrouw om een commerciële boodschap over te brengen met betrekking tot een product dat geen enkel rechtstreeks verband vertoont met het lichaam van de vrouw misplaatst is. De Jury is van oordeel dat het gebruikte beeld getuigt van een gebrek aan respect voor de menselijke persoon en dat de reclame aldus van aard is om de menselijke waardigheid aan te tasten, wat in strijd is met artikel 4, alinea 1 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel en punt 3 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens. De Jury vestigt vervolgens de aandacht van de adverteerder op het feit dat het gebruik van humor de ethische verantwoordelijkheid van de auteur van de boodschap niet opheft. De Regels inzake humor in de reclame bepalen met name dat humor niet mag leiden tot het kleineren van een persoon of een groep personen. De Jury heeft derhalve de adverteerder verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
GAIA (2014-09-30)
INTERIEURS EYCKEN (2014-07-31)
Advies van voorbehoud - De advertentie met de titel “Laat uw interieur ook niet in zijn blootje staan!” een naakte jonge vrouw toont die met gekruiste armen en benen op een armstoel zit. De Jury heeft genoteerd dat de naaktheid van de vrouw gebruikt wordt om het aspect van verkommering te illustreren. Ze is van mening dat het gebruik van de vrouw om een commerciële boodschap over te brengen met betrekking tot een product dat geen enkele directe link heeft met het lichaam van de vrouw misplaatst is. Op basis hiervan en gelet op het feit dat een dergelijke vorm van communicatie negatieve reacties kan veroorzaken bij het publiek, heeft de Jury dan ook gemeend een advies van voorbehoud te moeten formuleren overeenkomstig artikel 2 van haar reglement en doet zij een beroep op de verantwoordelijkheid van de adverteerder.
JET IMPORT – METRO (2014-09-12)
Aanbeveling - De reclamecommunicatie onder andere het volgende vermeldt: “Gelukkig heeft Red Bull een positief effect op je concentratie en op je mentale prestaties. En na een inspannende dag in de les biedt het je ook nog genoeg energie om te genieten van je vrije tijd met vrienden.” en “Red Bull zorgt voor de onmisbare focus voor een geslaagd schooljaar.”.
De Jury is van oordeel dat deze beweringen suggereren dat het verbruik van het aangeprezen product fysieke, psychologische of sociale voordelen zal geven ten opzichte van andere kinderen of jongeren en dat ze verwijzen naar de status of populariteit onder leeftijdsgenoten, succes op school of in de sport, of intelligentie, wat strijdig is met artikel 18 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel en artikel 10 van de FEVIA-code voor voedingsmiddelen.
JUST ICE (2014-08-28)
LE JOURNAL DES ENFANTS (2014-09-17)
Advies van voorbehoud - De radio- en TV-spots waarin een vrouw die thuiskomt verhinderd wordt van naar het toilet te gaan aangezien de toiletten bezet zijn door respectievelijk de vader en de zoon die hun krant aan het lezen zijn. De Jury is van mening dat uit deze reclame niet kan worden opgemaakt dat vrouwen gereduceerd worden tot huishoudelijke taken en dat ze de krant niet lezen. De Jury is eveneens van mening dat er geen sprake is van discriminatie ten aanzien van vrouwen. De vrouw wordt evenmin op een negatieve manier voorgesteld. Daarentegen is de Jury van mening dat het product dat door de reclame gepromoot wordt, een krant voor alle kinderen van 9 tot 13 jaar, kadert in de wereld van het onderwijs. Rekening houdend met deze context is de Jury van mening dat de adverteerder echt een kans gemist heeft om zich op dezelfde manier tot de twee geslachten te richten door de meisjes niet te vertegenwoordigen. Op basis hiervan en gelet op het feit dat een dergelijke vorm van communicatie negatieve reacties kan veroorzaken bij het publiek, heeft de Jury dan ook gemeend een advies van voorbehoud te moeten formuleren overeenkomstig artikel 2 van haar reglement en doet zij een beroep op de verantwoordelijkheid van de adverteerder.
MEDIA MARKT (2014-09-02)
MEDIAHUIS (2014-07-31)
Aanbeveling - De spot onder meer het volgende laat horen: “Voetbalschoenen waren zwart. Rood of geel, dat was voor de scheidsrechter en voor janetten.”. De Jury is van oordeel dat het gebruik van het woord ‘janetten’ stereotyperend is. Op die manier draagt het spotje bij tot het bestendigen van sociale vooroordelen of van stereotypes die indruisen tegen de maatschappelijke evolutie of tegen de gangbare gedachtegang binnen de bevolking, hetgeen strijdig is met de punten 3 en 4 van de Aanbevelingen van de JEP i.v.m. de afbeelding van de mens. De Jury is ook van mening dat het woord ‘janet’ kleinerend is ten aanzien van homo’s en daardoor strijdig is met artikel 12 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
NECKERMANN (2014-09-22)
Aanbeveling - De Jury is desalniettemin van mening dat de wijze waarop deze structurele prijsverlaging in casu wordt gecommuniceerd van aard is om de gemiddelde consument te kunnen misleiden op de volgende punten:
- De Franstalige advertentie spreekt, in tegenstelling tot de overige onderzochte reclames, op niet verder gekwalificeerde wijze van “une réduction permanente de 100 euros par personne”. De Jury is van mening dat deze reclame op dit punt te absoluut geformuleerd is in de mate dat hier de indruk kan worden gewekt dat het gaat om een uniforme korting van 100 euro.
- De Jury is eveneens van mening dat het gebruik van de woorden “définitivement” en “permanent” in de reclames te absoluut is in de mate dat dit door de gemiddelde consument kan worden geïnterpreteerd als verwijzend naar de volstrekte onherroepelijkheid van de aangekondigde structurele prijsverlaging.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame op deze punten in strijd is met artikel 5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC Code).
RECKITT BENCKISER (2014-08-26)
RTBF – Opérations de Solidarité (2014-09-23)
SANOMA MAGAZINES (2014-08-06)
Aanbeveling - De actie “Fluit mee tegen verkrachting” aandacht heeft gebracht voor de verkrachtingsproblematiek en voor organisaties die zich inzetten tegen seksueel misbruik. De Jury heeft ook genoteerd dat er, door de productiekost van de actie, uiteindelijk geen geld kon worden gegeven aan de betrokken organisaties. De Jury heeft vastgesteld dat de actie in verschillende media aangekondigd werd met het volgende: “Koop deze week Flair met fluitje voor 1€ extra en steun de strijd tegen verkrachting”, wat een correcte boodschap is.
Daarentegen heeft de Jury vastgesteld dat op de website van de adverteerder het volgende vermeld werd: “Bij elke Flair zit een fluitje, zodat je voor één keer 1 euro extra betaalt voor je blad. Dat geld gaat integraal naar organisaties die zich inzetten tegen verkrachting.”. Ook in het magazine zelf werd het volgende in het Frans vermeld: “La semaine prochaine, chaque Flair sera accompagné d’un sifflet et vous coûtera 1€ de plus qui sera reversé aux associations qui luttent contre le viol. ». De Jury is van oordeel dat de consument op die manier misleid kan worden op het vlak van de omvang van bijdragen voor liefdadigheid en dat hierdoor het vertrouwen van de consument geschonden kan worden, wat strijdig is met artikels 3 en 5 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
SELEXION (2014-07-08)
De radiospots waarin onder meer het volgende wordt vermeld: “Als België wereldkampioen wordt, betaalt Selexion al je aankopen terug. Surf naar iksupportermee.be en krijg tot 26 juni al je Selexion-aankopen terugbetaald.”. De Jury heeft tevens vastgesteld dat slechts op de website waarnaar in deze radiospots wordt verwezen via het wedstrijdreglement wordt vermeld dat het hier gaat om een wedstrijd waarbij onder bepaalde voorwaarden – onder meer wat betreft het minimum aantal goals dat België dient te scoren, de beantwoording van een wedstrijdvraag en de snelheid van registratie – het aankoopbedrag van 1500 aankopen terugbetaald wordt (100% als België de grote finale wint en 50% als België deze speelt maar verliest). De Jury heeft er dienaangaande nota van genomen dat de adverteerder zijn communicatie op de website aanpaste door onder meer te vermelden “Selexion betaalt de aankoop terug van 1500 supporters!” in de plaats van “Selexion betaalt al uw aankopen terug!”.
De Jury is van mening dat de wijze waarop deze wedstrijd en haar voorwaarden in de door haar te beoordelen reclame worden gepresenteerd de gemiddelde consument kan misleiden. Met name is de Jury van mening dat de reclame van aard is om de gemiddelde consument te kunnen misleiden omtrent de juiste aard en draagwijdte van de aangekondigde promotionele actie, waarbij deze er aldus toe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.
De Jury is bovendien van mening dat de op de website, in het wedstrijdreglement weergegeven informatie van aard is om de hoofdboodschap van de door de Jury te beoordelen reclame – Als België kampioen wordt, betaalt Selexion al uw aankopen terug – dermate te ondergraven dat de vermelding van deze informatie op de website in casu geen afbreuk doet aan het misleidend karakter van de reclame. De Jury is derhalve van oordeel dat deze reclame misleidend is in de zin van de artikels VI.97 en VI.99 van het Wetboek van economisch recht en de artikels 3 en 5 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
STAD ANTWERPEN (2014-09-30)
TELENET (2014-08-26)
THINK MEDIA MAGAZINES (2014-07-07)
Aanbeveling/Wijziging - De radiospot in kwestie waarin een man zijn ideale weekend beschrijft en waarin onder meer het volgende valt te horen: “en als die van ons d’r vodde nie heeft ne keer of twee uit de broek zegt”.
De Jury is van mening dat de vrouw in deze reclame aldus wordt herleid tot een (lust)object. De Jury is eveneens van mening dat het loutere humoristisch bedoeld zijn van deze commerciële communicatie in casu niet van aard is om hier afbreuk aan te doen. De Jury is derhalve van oordeel dat deze spot van aard is om een bepaalde groep van personen te kleineren, wat strijdig is met artikel 12 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepaling, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
VIER ANTWERP (2014-08-26)
Dossier aan Raad voor de Reclame - Op de Facebookpagina van de kledingwinkel Vier Antwerp een link is naar een video ter gelegenheid van de lancering van nieuwe kleren ontwikkeld samen met de Antwerp Casual Crew waarvan leden ingestemd hebben om als modellen op te treden. De Jury heeft geoordeeld dat het filmpje reclame maakt voor de kledingwinkel Vier Antwerp en heeft de inhoud ervan onderzocht.
De Jury is van mening dat in het filmpje de promotie voor een nieuwe kledinglijn gepaard gaat met de promotie van hooliganisme. De Jury is van oordeel dat dit sociaal onverantwoordelijk is in de zin van artikels 1, al. 2 en 4, al. 3 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC code). De Jury heeft ook geoordeeld dat deze reclame van aard is om te doen uitschijnen onwettig of laakbaar gedrag te tolereren, wat strijdig is met punt 5 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens dat stelt dat het gebruik van nodeloos geweld moet vermeden worden (het begrip geweld omvat minstens alle illegale, onwettige of laakbare gedragingen die beoogd worden door de wetgeving) en dat reclame in geen geval geweld mag banaliseren.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om het filmpje offline te halen.
VOLVO (2014-09-23)
VRT (2014-07-31)
Verzoek tot wijziging - De spot een man toont die een cocktail op een plank voorbereidt. De plank ligt op het achterwerk van twee vrouwen die twerken op de muziek om de cocktail te shaken. Naar aanleiding van het antwoord van de adverteerder heeft de Jury genoteerd dat de TV-spot deel uitmaakt van een reeks van drie spots waarin mensen spontaan een feestje opzetten bij het horen van festivalmuziek op de radio. De Jury heeft er ook nota van genomen dat de spot zich richt op een hedendaagse danscultuur en een maatschappelijk aanvaard fenomeen. De Jury is zich ook bewust van de stijl van Studio Brussel waar zelfrelativering deel van uitmaakt. Toch is de Jury van mening dat de vrouwen in de spot als voorwerpen gebruikt worden. De man blijft staan terwijl de vrouwen, in een onderdanige positie, niet alleen dansen maar ook als bar en shaker dienen. De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame de vrouw objectiveert, wat haar menselijke waardigheid aantast en strijdig is met punt 1, 2 en 3 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens. Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
ZELFBOUWMARKT (2014-08-19)
Schorsingsaanbeveling aan de media- De TV-spot een koppel toont dat een vloer komt kiezen en advies vraagt aan hun kuisvrouw met een Oost-Europees accent, die op haar knieën de vloer zit te boenen. De Jury is van oordeel dat deze spot denigrerend en discriminerend is ten aanzien van kuisvrouwen uit Oost-Europa door spotternij te verwekken gezien de etnische, sociale, professionele en nationale categorie waartoe de vrouw in kwestie behoort. De Jury heeft ook geoordeeld dat de spot stigmatiserend is door een stereotype en vooroordeel te bestendigen van eigenschappen eigen aan een etnische bevolkingsgroep. Gelet op het voorgaande en op basis van punt 3 en 4 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens en artikel 12 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame niet meer te verspreiden.