Appelrechters verantwoorden verbod op spotprent George Forrest niet
Hof van Cassatie 28 november 2014, IEFbe 1116 (Wereldmediahuis tegen George Forrest)
Uitspraak ingezonden door Quentin Van Peteghem, Allen & Overy. Mediarecht. Over spotprent over George Forrest geplaatst op de voorpagina van magazine MO* en de website horend bij een artikel uit maart 2006 [klik afbeelding voor vergroting]. De appelrechters [HvB Brussel 11 december 2012, IEFbe 1116] verantwoorden hun beslissing niet naar recht, door het niet vaststellen dat deze veroordeling beantwoordt aan een dwingen sociale noodwendigheid en pertinent is en dat door de opgelegde beperking de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het aangewende middel en het beoogde doel.
3. De appelrechters oordelen dat de gelaakte afbeelding "de reputatie, de eer en de goede naam van (de verweerder) manifest onnodig en doelbewust aantast", dat "de wijze waarop (de verweerder) werd afgebeeld evenmin kan worden verantwoord door de omstandigheid dat een publieke persoon meer kritiek - zelfs met een zekere dosis van overdrijving - moet kunnen verdragen (...)" en vervolgens dat "(de eiseres) een fout heeft begaan door deze afbeelding van (de verweerder) te publiceren op de voorpagina van het magazine MO* en op de welkomstpagina van haar website. Zij moet de hierdoor veroorzaakte schade vergoeden".
4. De appelrechters, die aldus de eiseres veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van 5.000 euro, na het recht op vrije meningsuiting te hebben afgewogen tegen de andere rechten bedoeld in artikel 10.2 EVRM, zoals het recht op de goede naam, maar niet vaststellen dat deze veroordeling beantwoordt aan een dwingen sociale noodwendigheid en pertinent is en dat door de opgelegde beperking de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het aangewende middel en het beoogde doel.
Dictum: Het Hof vernietigt het bestreden arrest (...) houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter (Hof van Beroep te Antwerpen) over.
Mediarecht. Dagblad. Interview. Er is sprake van plagiaat en de gepubliceerde aanvulling naar aanleiding van het plagiaat is onvoldoende. Journalist Dirk Draulans schrijft een artikel in Knack van 19 februari 2014 onder de titel “De panda oorlog. Waalse dierentuin daagt Antwerpse Zoo uit”, over de concurrentie en de wederzijdse verwijten tussen de Zoo van Antwerpen en Pairi Daiza in het Waalse Brugelette. Draulans interviewt in het artikel directeur Dries Herpoelaert van de Antwerpse Zoo en oprichter en CEO Eric Domb van Pairi Daiza. Daags nadien publiceert De Standaard een gelijkaardig artikel waarin dezelfde heren aan het woord komen onder de titel ‘Zoo en Pairi Daiza gooien met modder net voor pandafeest’. Klager zegt dat nagenoeg de volledige inhoud van het artikel in De Standaard gebaseerd is op zijn artikel in Knack. Zes lange citaten zijn zonder bronvermelding letterlijk overgenomen. Daarom is er volgens klager sprake van plagiaat. De klacht is gegrond.
Mediarecht. Weekblad/magazine. Feitelijke verslaggeving. Tendentieuze/misleidende berichtgeving. Bekende persoonlijkheden. De titel op de cover is te affirmatief in vergelijking met de inhoud van het artikel die in de voorwaardelijke wijs is gesteld, en TV Familie kan niet aannemelijk maken dat bepaalde beweringen voldoende onderzocht en gecheckt zijn. Het artikel 'Tussen twee vuren' - cover 'Kiezen tussen haar man en haar  vader' gaat over de rol van Lyndsey Pfaff en haar echtgenoot Dave  Volders in het makelaarskantoor Accént in Brasschaat.
ICT. Mediarecht. Telecom. Met een eerdere beslissing [
Mediarecht. ICT. Naar aanleiding van een storingsklacht bij de Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA - de regulerende instantie voor de communicatiesector van de Franse Gemeenschap), onderzocht het BIPT de uitzendingen van Radio Pros. Uit de vaststellingen van het BIPT blijkt dat Radio Pros uitzendt met een veelvoud van het vergunde vermogen. De hoogte van de antenne blijkt evenmin in overeenstemming te zijn met de zendvergunning. Het BIPT rapporteerde ook een gebrek aan medewerking door de lokale radio-omroeporganisatie bij de uitvoering van het onderzoek.
Mediarecht. Privacy. Gegrond. Verbeeck is journalist bij Morsum-Magnificat. Wuyts neemt contact op met Verbeeck en ze vraagt hem om een onderzoek te ondernemen naar een oplichting waarvan zij meent het slachtoffer te zijn. Het onderzoek van Verbeeck richt zich echter vrij snel op de activiteiten van Wuyts zelf, die een hondenkennel heeft en jaarlijks enkele puppies verhandelt. Wuyts wordt beschuldigd van oplichting, bedreigende taal en van sociale fraude. Klaagster noemt de handelwijze van Verbeeck een vorm van psychologische terreur en een ernstige schending van haar privacy. Klaagster betoogt dat Verbeeck haar voortdurend lastig valt en haar op dreigende toon soms meerdere malen per dag opbelt en mailt. De raad acht de klacht gegrond.
Mediarecht. Auteursrecht. Aanleiding is een artikel in Het Nieuwsblad van 19 mei 2014 onder de titel ‘Op consultatie in een stukje Kempens erfgoed’. Klager meent dat het artikel in Nieuwsblad veel informatie en een aantal passages nagenoeg ongewijzigd en zonder bronvermelding overneemt uit zijn artikel in Medi-Sfeer. De Raad acht de klacht gegrond:
Mediarecht. Sponsorboodschap. De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroepprogramma's (28 mei 2014, 16u-24u), waaronder VIER. Tijdens de onderzochte periode wordt een sponsorvermelding voor 'Chanel' uitgezonden. De spot 
Mediarecht. Journalist Nick De Leu interviewt Liesbeth Homans in het artikel in P-magazine. Het interview verwijst geregeld en uitgebreid naar het boek ‘Thatcher aan de Schelde’ van auteur Jan Vranken. EPO, de uitgever, bezorgde onder embargo een manuscript van het boek aan journalisten van verschillende media. Klager zegt dat P-magazine de afspraken over een embargo met betrekking tot het boek ‘Thatcher aan de Schelde’ niet heeft nageleefd. De Raad acht de klacht gegrond.