TV Oost krijgt verbod op uitzenden beelden van woning/communicatiekantoor
Beschikking Voorz. Rechtbank van Eerste Aanleg Dendermonde 21 mei 2014, IEFbe 841 (BVBA Haisja tegen TV Oost)
Verzoekers zijn door de correctionele Rechtbank op 20 mei 2014 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor opzettelijke brandstichting bij hun buurvrouw. TV Oost heeft op 21 mei beelden van hun woning en straat genomen, waar vanuit ook een goeddraaiend communicatiekantoor met personeelsleden wordt gevoerd. TV Oost wordt verboden de aangekondigde reportage met beelden van de woning uit te zenden op straffe van een dwangsom van €10.000 per overtreding.
Uit het verzoekschrift: "De vordering is hoogdringend, vermits TV Oost de beelden zal gebruiken in haar nieuws van vandaag 21/05/2014 om 17u30, en daarna bij de herhalingen van het nieuws.
De volstrekte noodzakelijkheid van het instellen van de vordering bij verzoekschrift blijkt uit de omstandigheid dat een procedure op tegenspraak onmogelijk kan gevoerd worden vóóraleer de reportage en de beelden worden uitgezonden."
Mediarecht. Productplaatsing. De VRM controleerde de uitzendingen van Eén (29 januari 2014). In het programma '
Mediarecht. Reclamerecht. De VRM controleerde de uitzendingen van VIJF (27 december 2013, 17u-23u). De VRM stelde daarbij vast dat buiten het reclameblok een individuele spot werd uitgezonden (45 seconden). De spot is samengesteld uit verschillende fragmenten van films die via VIJF worden uitgezonden en ook verschillende fragmenten uit een bedrijfsfilm van Neuhaus (met beelden van gesmolten chocolade, geschenkdozen met pralines, close-up van praline met Neuhaus-monogram, ...). De spot eindigt met de auditieve boodschap: '
Mediarecht. Persvrijheid. Censuur. De rechter verbiedt VTM in het programma Telefacts een uitzending over het gerecht in Veurne. De reportage zou gaan om schandalen rondom een onderzoeksrechter die in verband wordt gebracht met corrupte praktijken zoals passieve omkoping en hij zou aan het hoofd staan van een netwerk dat invloed uitoefent op het bekomen van gunstige vonnissen. De rechter oordeelt dat de vrijheid van mening niet onbeperkt is en legt aan haar oordeel ten grondslag dat tussenkomst van de rechterlijke macht tot een verbod toegestaan kan worden wanneer de uiting een misdrijf uitmaakt. In casu zou dat neerkomen op laster en eerroof. De rechter verbiedt de uitzending onder een dwangsom van 200.000 euro per uitzending. Dit verzoekschrift is vlak voor de uitzending betekend.
Mediarecht. De kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen ontvingen twee klachten (PVDA+ en Piratenpartij) tegen "Doe de stemtest" (VRT). De klagers halen aan dat hun partijen worden uitgesloten van deelname aan "Doe de stemtest". De klagers menen daarbij dat artikel 39 van het Mediadecreet wordt geschonden. Wat het toezicht op artikel 39 van het Mediadecreet betreft, doet de VRM uitspraak naar aanleiding van klachten die op straffe van ontvankelijkheid uiterlijk de vijftiende dag na de uitzending van het programma is ingediend. Om aan de vereiste van de ontvankelijkheid te voldoen, moet de klager volgens het Procedurebesluit de datum van de uitzending van het programma aangeven met vermelding van de dag en het uur waarop de uitzending heeft plaatsgevonden. Aangezien "Doe de stemtest" (nog) niet als programma is uitgezonden, voldoen de klacht niet aan de gestelde voorwaarden uit het Procedurebesluit. De klachten worden dan ook kennelijk onontvankelijk verklaard.
Samenvatting van Dirk Voorhoof, Universiteit Gent in 
