Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 2404

Uitspraak aangebracht door Thierry van Innis en Anthony Van der Planken, Van Innis & Delarue.

Auteursrechtelijke bescherming van Pliage-tas; slechts de techniek van plooibare tas is bekend uit een oud Amerikaans octrooi

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 6 nov 2017, IEFBE 2404; (Jean Cassegrain tegen Kamize en PB Fashion), https://ie-forum.be/artikelen/auteursrechtelijke-bescherming-van-pliage-tas-slechts-de-techniek-van-plooibare-tas-is-bekend-uit-ee

Rechtbank van Koophandel (en afdeling) Antwerpen 6 november 2017, IEFbe 2404 (Jean Cassegrain tegen Kamize en PB Fashion) Auteursrecht. Cassegrain is auteursrechthebbende op de handtas le Pliage en afgeleid model Shopping. PB fashion heeft namaak ingevoerd als groothandel en Kamize heeft deze als kleinhandel verkocht. Een Amerikaans octrooi uit 1925 voor een plooibare tas wijst uit dat de techniek al lang gekend is, dat element heeft een technisch bepaalde functie en valt dus niet onder het auteursrecht. Andere elementen zijn volledig verschillend. Cassegrain maakt aanspraak op schadevergoeding wegens winstderving. De rechtbank begroot de winstderviing ex aequo et bono op €25 per tas; tot €25.000 voor PB Fashion en tot €1.000 voor Kamize. De publicatie-aanspraak wordt afgewezen.

IEFBE 2374

Vragen aan HvJEU: Valt een kleine sample van een muziekstuk onder het citaatrecht?

HvJ EU - CJUE 1 jun 2017, IEFBE 2374; C-476/17 (Kraftwerk), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-valt-een-kleine-sample-van-een-muziekstuk-onder-het-citaatrecht

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 1 juni 2017, IEF 17180; IEFbe 2374 ; C-476/17 (Kraftwerk). Auteursrecht. Muziek. Via MinBuZa: Verzoekers zijn leden van de band ‘Kraftwerk’. De groep bracht in 1977 een fonogram uit waarop de compositie ‘Metall auf Metall’ staat. Tot de verwerende partij behoren de beide componisten van het nummer ‘Nur mir’ en Pelham GmbH, die dat nummer met zangeres opnam op fonogrammen die in 1997 werden uitgebracht. Verzoekers stellen dat verweerders ongeveer twee seconden van een ritmische sequens uit het nummer ‘Metall auf Metall’ elektronisch hebben gekopieerd (gesampled) en in een doorlopende herhaling onder het nummer ‘Nur mir’ hebben gezet, hoewel zij de gekopieerde ritmische sequens zelf hadden kunnen inspelen. Zij hebben tegen verweerders een vordering ingesteld tot staking van het gebruik, schadevergoeding en afgifte van de fonogrammen met het oog op de vernietiging ervan. Het Landgericht heeft de vorderingen toegewezen. Verweerders hebben tevergeefs hoger beroep tegen deze beslissing ingesteld. Met hun beroep in Revision concluderen verweerders nog steeds tot afwijzing van de vorderingen.

IEFBE 2372

Vragen aan HvJEU over inwerking grondrechten op de Auteursrechtrichtlijn

HvJ EU - CJUE 27 jul 2017, IEFBE 2372; C-516/17 (Der Spiegel), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-inwerking-grondrechten-op-de-auteursrechtrichtlijn

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 27 juli 2017, IEF 17179; IEFbe 2372; C-516/17 (Der Spiegel). Auteursrecht. Persvrijheid. Via MinBuZa: Verzoeker is sinds 1994 lid van de Duitse Bundestag en is auteur van een manuscript waarin hij pleit voor gedeeltelijke decriminalisering van geweldloze seksuele handelingen door volwassenen met kinderen, maar zich tegelijkertijd uitspreekt tegen volledige afschaffing van de zedenwetgeving. Het essay werd in 1988 gepubliceerd in boekvorm, als bijdrage aan een bundel. Het verscheen onder pseudoniem en in een door de redacteur gewijzigde versie. Bij brief van 05.05.1988 beklaagde verzoeker zich er bij de redacteur over dat de strekking van zijn artikel ten gevolge van de zonder zijn toestemming in de tekst aangebrachte wijzigingen was veranderd en verzocht hij hem om, in het kader van de distributie van het boek, de lezer daarop attent te maken in een mededeling van de uitgever – tevergeefs. Nadat hij in de daaropvolgende jaren herhaaldelijk was bekritiseerd voor de uitlatingen in zijn bijdrage aan dat boek, stelde verzoeker op 18.09.2013 het manuscript ter beschikking aan verschillende krantenredacties om aan te tonen dat het voor publicatie in boekvorm was gewijzigd. Hij gaf die redacties evenwel geen toestemming voor publicatie van de teksten. In plaats daarvan stelde hij op 20.09.2013 het manuscript en de in het boek verschenen bijdrage als download ter beschikking op zijn website, waarbij op elke bladzijde diagonaal de volgende tekst was aangebracht: “IK DISTANTIEER MIJ VAN DEZE BIJDRAGE…”. De bladzijden van de bijdrage aan het boek bevatten daarnaast het volgende opschrift: “VOOR DEZE TEKST IS GEEN TOESTEMMING GEGEVEN. DE TITEL EN DELEN VAN DE TEKST ZIJN VERDRAAID TEN GEVOLGE VAN DE VRIJE BEWERKING DOOR DE REDACTEUR.”

IEFBE 2368

Gemoderniseerd familiewapen niet auteursrechtelijk beschermd

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 19 jun 2017, IEFBE 2368; (Familiewapen tegen Zara Home), https://ie-forum.be/artikelen/gemoderniseerd-familiewapen-niet-auteursrechtelijk-beschermd

Rechtbank van Koophandel Brussel 19 juni 2017, IEFbe 2368 (Familiewapen tegen Zara Home) Auteursrecht familiewapen. Eisers vorderen dat het ontwerp van het familiewapen en het beeldhouwwerk van eisers als oorspronkelijke werken worden beschermd door het auteursrecht. En dat Zara Home door de reproductie van de werken in de Zara Home kaars, de mededeling aan het publiek en de verkoop van de kaars de auteursrechten van eisers heeft geschonden. Zara Home betwist de originaliteit van het familiewapen. De rechtbank verklaart voor recht dat het houtsnijwerk auteursrechtelijke bescherming geniet en dat Zara Home door de reproductie van dit werk op de kaars de auteursrechten van eiser geschonden heeft. De rechtbank oordeelt dat het familiewapen niet auteursrechtelijk beschermd is. De wijzigingen in het origineel weerspiegelden niet de vrije en creatieve keuzes van de auteur. Het aspect van identificatie waarbij aan een lid van een familie het recht toekomt om het familiewapen te gebruiken veret zich tegen het toekennen van exclusieve rechten aan één persoon onder de vorm van een auteursrecht. Dit zou de auteursrechthouder in staat stellen om familieleden het gebruik van het familiewapen te ontzeggen. 

IEFBE 2365

Logo pizzeria in Amsterdam hoeft niet aangepast: beperkte overeenstemming met Pizzabakkers-logo

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 5 okt 2017, IEFBE 2365; ECLI:NL:RBAMS:2017:7285 (De Pizzabakkers tegen echtpaar pizza-restaurant), https://ie-forum.be/artikelen/logo-pizzeria-in-amsterdam-hoeft-niet-aangepast-beperkte-overeenstemming-met-pizzabakkers-logo

Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 oktober 2017, IEF 17160; IEFbe 2365; ECLI:NL:RBAMS:2017:7285 (De Pizzabakkers tegen echtpaar pizza-restaurant) Merkenrecht. Auteursrecht. Beide partijen exploiteren een pizza-restaurant. Pizzabakkers hebben het beeldmerk 'de Pizzabakkers' gedeponeerd voor pizza's, deeg en restauratie. De logo's van beide partijen zijn in het zwart-wit vormgegeven, met in de schep de tekst. De merken stemmen begripsmatig overeen omdat beide logo's een pizza-schep hebben met daarin de naam van de pizza-maker. Er is geen auditieve overeenstemming. De voorzieningenrechter oordeelt dat er een zekere mate van overeenstemming is, maar dat deze beperkt van aard is. Dat de logo's dezelfde totaalindruk zou achterlaten is discutabel. Gedaagden gebruiken het logo alleen voor hun bezorgservice en niet voor het restaurant. Pizzabakkers hebben geen bezorgservice. Gezien de beperkte overeenstemming tussen beide logo's is direct of indirect verwarringsgevaar niet aan de orde. De vorderingen van Pizzabakkers worden afgewezen. 
 

IEFBE 2356

Uitspraak ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, Stichting BREIN

Conclusie AG: Via cloud computing aanbieden tv-programma's niet verenigbaar met InfoSocRl

HvJ EU - CJUE 7 sep 2017, IEFBE 2356; ECLI:EU:C:2017:649 (VCAST tegen RTI), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-via-cloud-computing-aanbieden-tv-programma-s-niet-verenigbaar-met-infosocrl

Conclusie AG HvJ EU 7 september 2017, IEF 17142; IEFbe 2356; IT 2356; ECLI:EU:C:2017:649; C‑265/16 (VCAST Limited tegen R.T.I. SpA) Privékopie-exceptie. Richtlijn 2000/31/EG. Richtlijn 2001/29/EG. VCAST biedt via internet een systeem aan waarmee alle tv-programma’s van belangrijke Italiaanse zenders als video kunnen worden opgeslagen (‘cloud computing’). RTI stelt onrechtmatigheid van de activiteiten van VCAST. Zij wijst op haar zowel Italiaans- als EU-wettelijk geregelde exclusieve recht op het economisch gebruik van de werken die zij via haar netwerken uitzendt (en de daaruit voortvloeiende rechten). VCAST stelt dat haar activiteiten overeenkomen met het verhuren van een video-opnamesysteem op afstand. Dit is volgens de Italiaanse wet tegen billijke vergoeding toegestaan. Ook het Unierecht zou hieraan niet in de weg staan zolang sprake is van een forfaitaire vergoeding aan de rechthebbenden. RTI stelt dat lidstaten is toegestaan het maken van een privékopie mogelijk te maken onder de voorwaarde van een billijke compensatie en alleen in het geval dat de reproductie door een natuurlijk persoon voor eigen gebruik en zonder commercieel oogmerk wordt verricht. Het gaat om een uitzondering die dan ook strikt moet worden uitgelegd. Het toestaan van reproduceren met commercieel oogmerk zou dan ook in strijd zijn met EU-recht. Conclusie AG:

Artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan het is toegestaan om zonder toestemming van de rechthebbenden van de auteursrechten een online opnamedienst aan te bieden voor op het grondgebied van die lidstaat vrij beschikbare, langs terrestrische weg uitgezonden televisie-uitzendingen, wanneer de aanbieder van die dienst, en niet de gebruiker ervan, het terrestrisch uitgezonden signaal ontvangt aan de hand waarvan de opname wordt gemaakt.

IEFBE 2309

Jugement envoyées par Albert Hotelet, Hotelet Avocat.

Usage des marques en commercialisant des plaques vibrantes et des nettoyeurs haute pression équipés d'un moteur sur lequel avec la marque GX et Honda

Brussel - Bruxelles 15 dec 2016, IEFBE 2309; (Honda contre Elem), https://ie-forum.be/artikelen/usage-des-marques-en-commercialisant-des-plaques-vibrantes-et-des-nettoyeurs-haute-pression-quip-s-d

Cour d’appel Bruxelles 15 december 2016 et Tribunal de commerce Bruxelles 26 augustus 2013, IEFbe 2309 (Honda contre Elem) Marques. Épuisement (non). Absence de consentement. Droit d’auteur. Pratiques de Marché. La cour constate qu'en commercialisant des plaques vibrantes et des nettoyeurs haute pression équipés d'un moteur sur lequel est apposé la marque GX et Honda dont la commercialisation au sein de l'Espace économique européen n'a pas été consentie par le titulaire de ces marques, et en faisant usage des marques die Honda pour ces produits dans sa publicité, la SA Elem porte atteinte aux droits exclusifs de la société de droit japonais Honda Motor Co.Ltd sur lesdites marques.

IEFBE 2304

Uitspraak ingezonden door Tom Vanraes, Sherpa Law.

Mellowparty maakt inbreuk door verder produceren marshmallows

Gent - Gand 10 okt 2016, IEFBE 2304; (Freedom confectionery tegen Mellowparty), https://ie-forum.be/artikelen/mellowparty-maakt-inbreuk-door-verder-produceren-marshmallows

Hof van beroep Gent 10 oktober 2016, IEFbe 2304 (Freedom confectionery tegen Mellowparty) en rechtbank van Koophandel Gent, afdeling dendermonde 29 juni 2016, IEFbe 2304 (Freedom confectionery tegen Mellowparty) Mellowparty maakt inbreuk auteursrecht door het verder produceren van marshmallows. Freedom confectionery heeft een recept en productieproces ontwikkeld voor vegetarische marshmallows met een lange houdbaarheidsdatum. Met Mellowparty werd een distributieovereenkomst ondertekend voor de productie van de marshmallows. Partijen kwamen overeen dat de intellectuele eigendomsrechten volledig zou worden gedeeld en bij het staken van de productie door Mellow Party zou de intellectuele eigendom voor 50 % worden afgestaan aan Freedom Confectionery. De overeenkomst is per 24 maart 2016 beëindigd door Mellow Party. Freedom confectionery vordert een verbod op het delen door Mellow Party van de informatie omtrent het recept en productieproces van de marshmallows aan een derde. Daarnaast vordert zij Mellow Party tot stopzetting van de productie van de marshmallows. De rechtbank verklaart de vordering gegrond. Mellow Party stelt hoger beroep in en vordert om de beschikking teniet te doen. Het Hof bevestigt de bestreden beschikking.

IEFBE 2296

Geen inbreuk op auteursrecht B&co omdat de software programma's wel degelijk verschillen

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 7 nov 2016, IEFBE 2296; (B&co tegen T), https://ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-op-auteursrecht-b-co-omdat-de-software-programma-s-wel-degelijk-verschillen

Hof van beroep Antwerpen 7 november 2016, IEFbe 2296 (B&co tegen T) Vanaf p. 24: Hof van beroep Antwerpen 21 maart 2016; vanaf p. 33: Rechtbank Antwerpen 12 november 2013; vanaf p. 49: Rechtbank Antwerpen 18 maart 2011. Auteursrecht. B is geneesheer en de VOF commercialiseerde de software voor het geëncrypteerd wisselen van wacht- en vervangingsverslagen tussen artsen. T was thesisstudent en heeft B geholpen. De thesis verschijnt naderhand in een gezaghebbend medisch tijdschrift. B verstuurt een aangetekend schrijven aan verweerder, stellende dat de inhoud en het besluit van deze thesis onterecht zouden doen geloven dat verweerder zich een volledig nieuwe versie van de software, die aan eiser zou toebehoren, zou hebben toegeëigend. Eisers vorderen te zeggen voor recht dat de door T beschreven mailer niét, dan wel onvoldoende, oorspronkelijk is om in aanmerking te komen voor auteursrechtelijke bescherming. Rb. Antwerpen benoemt in haar tussenarrest een deskundige om na te gaan of de mailer van B naar uitdrukkingswijze een originele creatie is en zo ja, of T deze informatie heeft gebruikt om zijn mailer samen te stellen, dan wel zelf tot een origineel concept is gekomen. Rb. Antwerpen beslist in het volgende vonnis dat, op basis van het deskundigenrapport, de vordering van B ongegrond is. Vervolgens is de VOF B&co ontbonden. De vraag rijst of de VOF nog bekwaamheid heeft om een vordering in te stellen. Het hof beveelt de heropening der debatten teneinde partijen toe te laten standpunt in te nemen. Het hof stelt dat de vereffenaar van de VOF het geding kan voortzetten. Het hof aanvaardt dat de mailer een intellectuele schepping is van B en voor bescherming in aanmerking komt. Volgens het hof hebben appellanten echter niet aangetoond dat geïntimeerde een inbreuk heeft gepleegd op hun intellectuele eigendom. Daarbij komt dat de gerechtsdeskundige besluit dat het programma van geïntimeerde een nieuwe ontwikkeling is van nul af aan die wel degelijk een reeks functionaliteiten aanbiedt die in de software van B eveneens aanwezig zijn, maar sommige andere niet. Geïntimeerde heeft geen inbreuk gepleegd op de auteursrechten van appellanten.

IEFBE 2295

Meubelset 'Emily' maakt geen inbreuk op meubelset 'York' van Meubar

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 30 dec 2016, IEFBE 2295; ( Meubar tegen Oosterlynck), https://ie-forum.be/artikelen/meubelset-emily-maakt-geen-inbreuk-op-meubelset-york-van-meubar

Rechtbank van Koophandel Brussel 30 december 2016, IEF 17012; IEFbe 2295 (Meubar tegen Oosterlynck) Intellectuele eigendomsrechten. Beide partijen zijn actief in de meubelsector. Eiser voert aan dat haar meubelstuk 'York' beschermd is door intellectuele eigendomsrechten en dat Oosterlynck hierop een inbreuk pleegt door de commercialisatie van een eetkamerset 'Emily' die bestaat uit een glaskast, een dressoir, een TV-meubel, een eettafel, een salontafel en een torenkast. Naar het oordeel van de rechter is het meubelset van verweerder sterk verschillend van het meubelset van eiser. Dit blijkt vooral uit de visuele waarneming van de stalen die ter zitting werden voorgelegd. De meubelen maken wel deel uit van een landelijke stijl maar hebben duidelijk een eigen algemene indruk. De rechter stelt vast dat de beide meubelsets sterk verschillend zijn wat betreft gebruikte materialen, textuur, kleur, afmetingen, afwerkingen etc. Conform artikel 3 VoGM zijn het die kenmerken die een model definiëren. Nu de geïnformeerde gebruikers van oordeel zijn dat de meubelset "EMILY" een andere algemene indruk wekt ten opzichte van de meubelset "YORK", en eiser geen namaak bewijst, kan er van enige inbreuk op intellectuele rechten geen sprake zijn. De vordering is ongegrond.