HvJ EU Conclusie A-G: filteren verenigbaar met artikel 11 Handvest

HvJ EU Conclusie A-G 15 juli 2021, IEF 20633, IEFbe 3413, IT 3879; ECLI:EU:C:2021:613 (Republiek Polen tegen Europees Parlement) De zaak gaat over artikel 17 van Richtlijn 2019/790. Polen wil lid 4 sub b en c van dit artikel nietig verklaard hebben en subsidiair het hele artikel. Dit omdat het in strijd zou zijn met de in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest) neergelegde rechten op vrijheid van meningsuiting en van informatie die gebruikers van deeldiensten genieten.
HvJ EU: Nevenvorderingen beoordeeld naar recht van land waar inbreukmakende handelingen zijn verricht

HvJ EU 3 maart 2022, IEF 20626, IEFbe 3410; ECLI:EU:C:2022:152 (Acacia tegen Bayerische Motoren Werke) BMW is houder van een litigieus gemeenschapsmodel. Acacia produceert velgen voor motorvoertuigen en brengt deze op de markt in de EU. Dit zou volgens BMW inbreuk maken op het litigieuze gemeenschapsmodel, terwijl Acacia zich beroept op de reparatieclausule van artikel 110 VGM. De rechter in eerste aanleg wijst de vorderingen van BMW toe, met als gevolg dat Acacia de inbreuk op het modelrecht van BMW in Duitsland moet staken. De rechter heeft op de nevenvorderingen op grond van artikel 8(2) Rome II-verordening het Duitse recht toegepast. Volgens Acacia is het Italiaanse recht van toepassing. Hierover stelde het Oberlandesgericht Düsseldorf prejudiciële vragen [zie IEF 20282 voor de prejudiciële vragen].
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Advocaat is niet onafhankelijk

HvJ EU 24 maart 2022, IEF 20623, IEFbe 3409; ECLI:EU:C:2022:218 (PJ en PC tegen EUIPO) PJ was houder van het Uniewoordmerk Erdmann & Rossi. Nadat Erdmann & Rossi GmbH een vordering tot nietigverklaring had ingesteld, verklaarde het EUIPO het merk nietig. PJ heeft bij het Gerecht beroep tot nietigverklaring van deze beslissing ingesteld. Het inleidend verzoekschrift was ondertekend door een advocaat. PJ bleek medeoprichter en een van de twee vennoten van het advocatenkantoor dat hij had gemachtigd om hem te vertegenwoordigen via de advocaat, die voor rekening van dit kantoor optrad. Het Gerecht heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het inleidend verzoekschrift dus niet door een onafhankelijke advocaat was ondertekend.
Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en Klos c.s.
Beperking kopiëren privégebruik geldt ook voor cloudcomputing

HvJ EU 24 maart 2022, IEF 20616, IT 3870, IEFbe 3408; ECLI:EU:C:2022:217 (Austro-Mechana tegen Strato) Austro-Mechana vordert dat Strato, een aanbieder van cloudopslagdiensten, vergoeding betaalt die verschuldigd is wanneer de beperking ten aanzien van het kopiëren voor privégebruik toepassing vindt. De rechter in eerste aanleg heeft de vordering afgewezen omdat Strato geen opslagmedia overdraagt aan haar klanten, maar hun dienst aanbiedt die bestaat in de terbeschikkingstelling van onlineopslagruimte. Het Oberlandesgericht Wien heeft in hoger beroep het hof de prejudiciële vraag gesteld of de opslag van content in het kader van cloudcomputing onder de in artikel 5 lid 2 onder b van de Auteursrechtrichtlijn bedoelde beperking ten aanzien van het kopiëren voor privégebruik valt [zie IEF 19748].
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Women in IP Event

Op 7 april a.s. organiseren AIPLA, The FIPE en HOYNG ROKH MONEGIER het Women in IP Global Networking Event bij @droog in Amsterdam. Dit jaar staat het thema duurzaamheid in de schijnwerpers, met verschillende sprekers die betrokken zijn bij het verduurzamen van hun industrie: Eugénie Haitsma Mulier (oprichter Archivist Studio), Job van Hooijdonk (oprichter Regreener), Anne Berends (program director sustainable technology bij Seaborough) en Frank Schaap (director business development bij Chemelot). De middag zal worden afgesloten met een (real life!) borrel.
Aanmelden kan nog t/m deze week via women.ip@hoyngrokh.com. Het aantal plaatsen is beperkt dus wees er snel bij!
Jong IE-borrel op 13 april

We’re back! Na twee lange jaren in een coronapandemie wordt het weer hoog tijd voor een Jong IE-borrel en we gaan ervan uit dat het een wilde gaat worden. Qua locatie moet dat vast lukken, want we hebben voor het Amsterdamse Café Wildschut gekozen!
Oudere Jong IE'ers zullen tijdens de pandemie vaak weemoedig terug hebben gedacht aan de legendarische pubquizzen en zomerborrels, maar hierbij voor de advocaat-stagiairs die vanaf 2020 begonnen zijn alles wat je moet weten op een rijtje:
Online updates ‘Grondrechten en IE’ op 10 mei

Online Updates 2022: zet uw laptop klaar, schuif aan en laat u vanaf uw bureau in één uur bijpraten over een actueel onderwerp. Op dinsdag 10 mei 2022 praat Peter Teunissen, Radboud Universiteit, u bij over de verhouding tussen grondrechten en Intellectuele-eigendomsrechten, en de meest recente ontwikkelingen.
Datum en tijd: dinsdag 10 mei, van 10.00 - 11.00 uur
Locatie: online
Accreditatie: 1 opleidingspunt (NOvA, Vlaamse Orde)
Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs, Inteo.
Merkinschrijving van verpakking

Hof van beroep Gent 14 maart 2022, IEF 20609, IEFbe 3404; 2020/AR/1633 (Laboratoire de la Mer en Omega Pharma tegen Febelco, Axone Pharma en Ceres Pharma) Laboratoire de la Mer is de fabrikant van de Physiomer neussprays met zeewater. Omega Pharma verdeelt het product. Febelco lanceerde in 2019 een neusspray die zeewater bevat onder de merknaam Febelcare Physio. Ceres Pharma levert dat product aan Febelco. Laboratoire de la Mer en Omega Pharma stelden een vordering in tegen Febelco. Zij voeren aan dat de verpakking van Febelcare Physio een verwarringwekkende en parasitaire kopie is van de verpakking van Physiomer. Ceres Pharma deponeerde de opmaak van de verpakking van Physiomer bij wijze van experiment als Beneluxmerk. Het Benelux Bureau aanvaardde het depot op absolute gronden.
Prejudiciële vragen over licentieverstrekking door merkhouders

Corte suprema di cassazione (Italië) 4 januari 2022, IEF 20606, IEFbe 3403; C-686/21 (Legea) via MinBuza. Alle vier de houders van het nationale en gemeenschapsmerk Legea hebben een exclusieve licentie voor het gebruik van dit merk verleend aan Legea S.r.l.. Jaren later heeft alleen medehouder VW te kennen gegeven de licentie voor het gebruik van het merk niet te willen laten voortduren. Ondanks deze niet-instemming is Legea S.r.l. het merk blijven gebruiken. De rechter in eerste aanleg oordeelt dat het gebruik na de niet-instemming van VW onrechtmatig was. De rechter in tweede aanleg is het hier niet mee eens. Hij oordeelt dat het merkgebruik ook na de niet-instemming rechtmatig was, omdat de meerderheid van de gezamenlijke merkhouders na die datum met een dergelijk gebruik had ingestemd. VW heeft tegen dit arrest cassatieberoep ingesteld.
Prejudiciële vragen:
HvJ EU: journalist tegen AMF

HvJ EU 15 maart 2022, IEF 20601; IEFbe 3401; ECLI:EU:C:2022:190 (A tegen AMF) Uit het persbericht: Een journalist heeft op de internetsite van de Daily Mail twee artikelen gepubliceerd waarin aandacht werd besteed aan geruchten over de indiening van openbare overnamebiedingen op de effecten van Hermès (door LVMH) en Maurel & Prom. De vermelde prijzen waren beduidend hoger dan de koers van de effecten in kwestie op Euronext. Die publicatie heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de koers van deze effecten. Kort vóór de publicatie van de artikelen zijn voor die effecten kooporders geplaatst door bepaalde Britse ingezetenen, die na de publicatie van de artikelen deze effecten hebben verkocht. De Autorité des marchés financiers française (AMF) heeft de journalist een geldboete van 40 000 EUR opgelegd omdat hij aan die Britse ingezetenen zou hebben laten weten dat zijn artikelen op het punt stonden te worden gepubliceerd, en hun op die manier „voorwetenschap” zou hebben meegedeeld.
Beantwoording van de préjudiciële vragen: