IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 3190

Conclusie A-G in CV Online Latvia tegen Melons

14 jan 2021, IEFBE 3190; ECLI:EU:C:2021:22 (CV-Online Latvia), https://ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-in-cv-online-latvia-tegen-melons

HvJ EU Conclusie A-G 14 januari 2021, IT 3419, IEFbe 3190; ECLI:EU:C:2021:22 (CV-Online Latvia) Vervolg op [IT 3034]. Beslissingen op prejudiciële vragen van de regionale rechter in Riga. Deze stelde twee prejudiciële vragen over zowel de opvraging als het eventuele hergebruik van de databank van SIA 'CV-Online Latvia' door SIA 'Melons' en de kwalificatie onder richtlijn 96/9/EG.
Antwoorden van A-G Szpunar:

IEFBE 3185

Grondwettelijk Hof: opslaan vingerafdrukken identiteitskaarten geen privacyschending

Grondwettelijk hof - Cour constitutionelle 14 jan 2021, IEFBE 3185; https://ie-forum.be/artikelen/grondwettelijk-hof-opslaan-vingerafdrukken-identiteitskaarten-geen-privacyschending

Grondwettelijk Hof 14 januari 2021, IEFbe 3185; nr. 2/2021 (Parti Libertarien, Liga voor Mensenrechten en Ligue des droits humains) Door meerdere partijen, waaronder de Parti Libertarien en de Liga voor Mensenrechten, is een verzoekschrift ingediend bij het Hof ter vernietiging van artikel 27 van de wet dat voorziet in het integreren van het digitale beeld van vingerafdrukken in de identiteitskaart. Het Hof verwerpt het verzoek. De inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens wordt volgens het Hof gerechtvaardigd door het doel identiteitsfraude te bestrijden. De waarborgen omtrent de maatregel zorgen ervoor dat er geen onevenredige gevolgen zijn voor de rechten van de betrokken personen. De vingerafdrukken van de houders van een identiteitskaart worden niet in een centraal register doorgevoerd en de autoriteiten die toegang hebben tot deze gegevens zijn limitatief. Ter beveiliging van de gegevens staat het aan de uitvoerende macht om hiervoor de benodigde maatregelen te nemen. Verder acht het Hof het niet nodig om prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitite over de geldigheid van de Europese verordening, die voorziet in een soortgelijke maatregel op Europees niveau.

IEFBE 3189

Raad van de EU bepaalt standpunt over e-privacyregels

De lidstaten zijn het eens geworden over een onderhandelingsmandaat voor nieuwe regels voor de bescherming van de privacy en de vertrouwelijkheid bij het gebruik van elektronische-communicatiediensten. De nieuwe e-privacy-regels zullen bepalen wanneer dienstverleners elektronische-communicatie­gegevens mogen verwerken of toegang krijgen tot gegevens op apparatuur van eindgebruikers. Nu er een akkoord is, kan het Portugese voorzitterschap met het Europees Parlement gaan onderhandelen over de definitieve tekst.
Lees verder.

IEFBE 3188

Onderzoek wijst op economische voordelen van bezit IE-rechten

Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft een rapport gepubliceerd over het verband tussen eigendom van intellectuele eigendomsrechten en economische prestaties binnen individuele bedrijven in heel Europa.

De studie concludeert dat er een positieve associatie bestaat tussen IER-eigendom en economische prestaties, waarbij de inkomsten per werknemer gemiddeld 55% hoger zijn voor IER-eigenaren dan voor niet-eigenaren. In België, een sterke innovator volgens het jaarlijkse European Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, hebben kleine en middelgrote ondernemingen een van de hoogste percentages patentbezit in Europa.
Lees verder.

IEFBE 3187

Uitspraak ingezonden door Emmanuel Cornu, Julie Kever, Aline Plouvier en Fernand de Visscher, Simont Braun.

Stakingsbevel vervaardigen "WeaponLogic"

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 18 dec 2020, IEFBE 3187; (FN Herstal contre Secubit Ltd. et Secubit Inc.), https://ie-forum.be/artikelen/stakingsbevel-vervaardigen-weaponlogic

Tribunal de l’entreprise francophone de Bruxelles 18 décembre 2020, IEFbe 3187; A/19/02292 (FN Herstal contre Secubit Ltd. et Secubit Inc.) Procédure en contrefaçon du brevet EP’292 de FN Herstal et portant sur un dispositif pour la détection et le comptage de coups tirés par une arme à feu automatique ou semi-automatique, capable de discriminer le « type » de munition utilisé. Demande reconventionnelle en nullité (partielle) du brevet.

Validité du brevet invoqué : Le brevet invoqué par FN Herstal remplit les conditions de nouveauté et d’activité inventive. L’invention est par ailleurs suffisamment divulguée, la description permettant à l’homme du métier de la comprendre et de la reproduire. A cet égard, le tribunal observe que la revendication vise la discrimination des types de munitions et non d’une munition à l’exclusion d’innombrables autres munitions, et que, de même, vu le contexte de la maintenance préventive des armes, le brevet s’interprète comme visant à distinguer au moins deux types de munitions (tir à balle réelle et tir à blanc).

Contrefaçon par les dispositifs de Secubit : FN Herstal a démontré que le dispositif qualifié d’ « ancien » par Secubit constitue une contrefaçon ; il reproduit chacune des dix caractéristiques de la revendication 1 du brevet invoqué. Le « nouveau dispositif » dont le fonctionnement se distinguerait de l’ancien, contrefait la technologie brevetée dans au moins une de ses formes, i.e. lorsqu’il contient un « accéléromètre (sensible dans la direction axiale du canon), destiné à prendre des mesures utilisées pour compter des coups tirés », cet accéléromètre étant un élément essentiel de l’invention brevetée. Tant l’ancien que le nouveau dispositif ont été offerts en vente sur le territoire belge. Le tribunal retient à cet égard que les deux versions successives du site Internet de Secubit contiennent une offre en Belgique du dispositif litigieux : la plus récente en raison de la mention « Belgium » parmi les « Selling locations », et la version antérieure parce qu’elle visait tous les pays sans distinction tout en donnant l’impression que les produits pouvaient être commandés depuis la Belgique ou plus amplement renseignés à un client potentiel en Belgique (à titre complémentaire, le tribunal relève une offre indirecte en raison d’une documentation commerciale remise à un armurier belge et transmise par celui-ci à un client belge potentiel).

Ordre de cessation: Le tribunal prononce donc un ordre de cessation, interdisant à Secubit de fabriquer, d’offrir, de mettre dans le commerce, d’utiliser, ou bien d’importer ou de détenir aux fins précitées, sur le territoire belge, un dispositif en mesure de discriminer le « type » de munition utilisé et contenant un « accéléromètre (sensible dans la direction axiale du canon), destiné à prendre des mesures utilisées pour compter des coups tirés ». L’ordre de cessation est assorti d’une astreinte de 5000 € par dispositif contrefaisant fabriqué, offert, vendu, livré, utilisé, importé ou détenu par Secubit sur le territoire belge et par jour pendant lequel l’infraction perdure.

IEFBE 3183

Prejudiciële vragen over begrip 'op welke drager dan ook'

7 sep 2020, IEFBE 3183; (Austro-Mechana tegen Strato AG), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-begrip-op-welke-drager-dan-ook

Oberlandesgericht Wien 7 september 2020, IEF 19748, IT 3398, IEFbe 3183; C-433/20 (Austro-Mechana tegen Strato AG) Via MinBuza. Verzoekster is een collectieve beheerorganisatie die exploitatierechten en rechten op vergoeding voor muziekwerken beheert. Verweerster exploiteert de dienst HiDrive, deze “cloud drive” is een “virtuele opslagruimte die even snel werkt en even gebruiksvriendelijk is als een (externe) harde schijf”. Verzoekster heeft gevorderd dat rekening en verantwoording zou worden afgelegd en dat vervolgens een vergoeding voor lege opslagmedia zou worden betaald. Verweerster betwist de vordering en voert aan dat uit de thans geldende versie van de auteurswet niet volgt dat voor cloudservices een vergoeding is verschuldigd. Verder zouden cloudservices en fysieke opslagmedia niet met elkaar kunnen worden vergeleken. De handelsrechter heeft de vordering afgewezen waarop verzoekster in hoger beroep ging. 

IEFBE 3182

HvJ EU: verbod op reclame kan in strijd zijn met Unierecht

3 feb 2021, IEFBE 3182; ECLI:EU:C:2021:89 (Fussl Modestraße Mayr tegen SevenOne Media ), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-verbod-op-reclame-kan-in-strijd-zijn-met-unierecht

HvJ EU 3 februari 2021, IEF 19747, RB 3485, IEFbe 3182; ECLI:EU:C:2021:89 (Fussl Modestraße Mayr GmbH tegen SevenOne Media GmbH) Televisieomroep. Gelijke behandeling. Het Hof verklaart dat een volledige verbod, waardoor de inkomsten uit regionale televisiereclame worden voorbehouden aan regionale en lokale zenders, mogelijkerwijs verder dan noodzakelijk is om een gevarieerd televisieaanbod te behouden en kan leiden tot een ontoelaatbare ongelijkheid tussen de landelijke televisieomroepen en de aanbieders van reclamediensten op internet.

IEFBE 3184

Prejudiciële vraag: advocaatkosten 'noodzakelijke uitgaven'?

6 okt 2020, IEFBE 3184; (Media GmbH tegen FU), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vraag-advocaatkosten-noodzakelijke-uitgaven

Landgericht Saarbrücken 6 oktober 2020, IEF 19749, IT 3399, IEFbe 3184 C-559/20 (Media GmbH tegen FU) Via MinBuza. De kernvraag in deze zaak betreft de vergoeding van de advocatenkosten voor een aanmaning wegens filesharing. Verzoekster verkoopt computerspellen voor commerciële doeleinden en is houdster van de exclusieve rechten van een specifiek computerspel. Verweerder is een natuurlijke persoon die geen professionele of commerciële doeleinden nastreeft en die dit computerspel voor derden beschikbaar heeft gesteld voor download. Hiermee heeft hij inbreuk gepleegd op de rechten van verzoekster. Verzoekster schakelde een advocatenkantoor in dat namens verzoekster een aanmaning naar verweerder heeft gestuurd. Voor het inschakelen van het advocatenkantoor heeft verzoekster kosten gemaakt (€984,60) dat als volgt is samengesteld: een 1,3 honorarium berekend over een waarde van de vordering van €20.000,-. De hoogte van dit bedrag wordt betwist. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder veroordeeld tot betaling van €124,- en de vordering voor het overige afgewezen. Volgens de rechter in eerste aanleg is het vergoedbare bedrag van een vordering beperkt tot €1.000,- op grond van §97a(3) UrhG (Duitse wet inzake het auteursrecht). Met haar beroep voor de verwijzende rechter wil verzoekster haar vordering tot volledige vergoeding van haar advocatenkosten alsnog geldend maken.

Prejudiciële vragen:

IEFBE 3179

Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Baker McKenzie.

 

Geen auteursrecht 'Feather Cuff' armband

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 21 jan 2021, IEFBE 3179; (SaS Ohara tegen Tawo), https://ie-forum.be/artikelen/geen-auteursrecht-feather-cuff-armband

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 21 januari 2021, IEFbe 3179; A/20/00973 (Ohara tegen Towa) [Vervolg op IEFbe 3110]. Philippe Audibert ontwerpt mode-accessoires waaronder juwelen, die wereldwijd verkocht worden door zijn onderneming Ohara. Tawo verkoopt eveneens juwelen. Ohara stelt dat Tawo producten op de markt brengt die identiek zijn aan hun “Feather Cuff” armbanden. In de dagvaarding is de vordering gesteund op de Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten die zij zouden hebben op het zogenaamde 'AHE model'. Ohara stelt zich daarbij op het standpunt dat het oorspronkelijk karakter van de armband wordt gevormd doordat de auteur bewust zou hebben gekozen voor strakke en ongebogen vederharen die vanuit de spoel van de veer schuin naar de zijkanten lopen. Geoordeeld wordt dat van oorspronkelijkheid van de armband niet gesproken kan worden. Het volstaat niet om banale elementen te combineren om een oorspronkelijk werk te creëren. Towa heeft daarnaast op voldoende wijze aannemelijk kunnen maken dat de armbanden behoren tot een stijl, de zogenaamde 'Navajo-cultuur'. Gelet op de afwezigheid van het bestaan van auteursrechten wordt de vordering van Ohara dan ook afgewezen. 

IEFBE 3181

Uitspraak ingezonden door Emmanuel Cornu en Julie Kever, Simont Braun.

Gebruik label Château Pétrus onrechtmatig

Henegouwen(afd. Bergen) - Hainaut(div.Mons) 6 jan 2021, IEFBE 3181; (Château Pétrus tegen X), https://ie-forum.be/artikelen/gebruik-label-ch-teau-p-trus-onrechtmatig

Tribunal de première instance (correctionnel) du Hainaut, division Charleroi 6 janvier 2021, 19C000951 (Petrus contre X) Contrefaçon par importation de plus de 3000 étiquettes de vin « Château Petrus ». Constitution de partie civile par le titulaire de la marque « Château Petrus », notamment du chef de contrefaçon de sa marque figurative renommée (forme et graphisme de l’étiquette de vin). 

Poursuites recevables : la collaboration, lors de la saisie de la marchandise contrefaite à l’aéroport de Gosselies (Charleroi), entre les autorités douanières et le titulaire de la marque n’est pas contraire au principe du procès équitable prévu à l’article 6.1. de la CEDH. 

Délit de contrefaçon établi : l’importation constitue un « usage » non autorisé de la marque au sens de la CBPI. L’usage relève de la « vie des affaires » dès lors qu’il s’inscrit dans un activité commerciale visant l’obtention un avantage économique. La marque figurative « Château Pétrus » contrefaite étant une marque renommée, l’usage de celle-ci peut être prohibé même pour des produits différents que les produits désignés, tels que par exemple les objets de décoration. Le prévenu entendait tirer indûment profit de la renommée et du pouvoir distinctif de la marque, l’acquisition des étiquettes ayant été faite dans le but de revendre des objets décoratifs revêtus de ces étiquettes, à haut prix. Le dommage moral subi par le titulaire de la marque est indemnisé à concurrence d’un montant forfaitaire de 10 € par étiquette contrefaisante.