IEFBE 3754
11 juli 2024
Artikel

Monopolisatie van taal? De zaak 'The Women Peloton' tegen Peloton Interactive Inc.

 
IEFBE 3753
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEFBE 3751
2 juli 2024
Uitspraak

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

 
IEFBE 3158

Wiggin in Brussel verwelkomt Carina Gommers en Carl De Meyer

, IEFBE 3158; https://ie-forum.be/artikelen/wiggin-in-brussel-verwelkomt-carina-gommers-en-carl-de-meyer

Media, technologie en intellectueel eigendom advocatenkantoor Wiggin versterkt haar kantoor in Brussel met de komst van de toonaangevende IE-specialisten Carina Gommers en Carl De Meyer, samen met twee extra teamleden, Eva De Pauw en Eleni Foscolos. De verhuizing weerspiegelt de aanhoudende groei van en investering in Wiggin's intellectuele eigendomspraktijk in het VK en de EU.
Lees verder.

IEFBE 3156

HvJ EU: besluit Europese Commissie over mededinging nietig verklaard

9 dec 2020, IEFBE 3156; ECLI:EU:C:2020:1007 (Groupe Canal tegen Europese Commissie), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-besluit-europese-commissie-over-mededinging-nietig-verklaard

HvJ EU 9 december 2020, IEF 19638, IT 3353, IEFbe 3156; ECLI:EU:C:2020:1007 (Groupe Canal+ tegen Europese Commissie) Mededinging. Televisiedistributie. Uit het persbericht: het Hof verklaart een besluit van de Commissie nietig waarbij toezeggingen verbindend worden verklaard die door een onderneming zijn gedaan om de mededinging op de markten in stand te houden. De omstandigheid dat de medecontractanten van een onderneming die heeft toegezegd om bepaalde contractuele clausules niet na te komen, zich tot de nationale rechter kunnen wenden, kan de gevolgen van dat besluit van de Commissie voor de contractuele rechten van die medecontractanten niet opheffen.

IEFBE 3155

SABAM maakt geen misbruik van feitelijke machtspositie

HvJ EU - CJUE 25 nov 2020, IEFBE 3155; ECLI:EU:C:2020:959 (SABAM tegen Weareone.World en Wecandance), https://ie-forum.be/artikelen/sabam-maakt-geen-misbruik-van-feitelijke-machtspositie

HvJ EU 25 november 2020, IEF 19620, IEFbe 3155; ECLI:EU:C:2020:959 (SABAM tegen Weareone.world en Wecandance) Vervolg op [IEF 18572]. Sabam is een beheermaatschappij voor auteursrechten en heeft het recht een vergoeding te vragen voor het gebruik van haar repertoire. Weareone.World en Wecandance organiseren festivals waaronder Tomorrowland en Wecandance. In lijn met de conclusie van de A-G beslist het Hof dat SABAM geen misbruik maakt van haar feitelijke machtspositie door een auteursrechtelijke vergoeding te vragen die wordt gebaseerd op de bruto-ontvangsten van de ticketverkoop. Wel wordt het aan de nationale rechter overgelaten om per geval te oordelen of er geen alternatieve methoden bestaan om de daadwerkelijk uitgevoerde muziekwerken te identificeren. Hiermee zou een passender evenwicht kunnen worden bereikt tussen het belang van de bescherming van de auteurs en het belang van de gebruikers van die werken.

IEFBE 3154

Artikel ingezonden door Maarten Russchen, Russchen advocatuur.

Maarten Russchen: muziek in audio-visuele productie is geen fonogram

Op 18 november 2020 heeft het Hof van Justitie in de zaak Atresmedia/Agedi [IEF 19610] bepaald dat een geluidsopnamen zijn status als “fonogram” verliest wanneer het wordt opgenomen in een audio-visueel werk. De uitspraak is nog vers, maar lijkt mij verstrekkende gevolgen te hebben voor de praktijk.

In Nederland ontvangen de producenten en muzikanten die meewerken aan het maken van de geluidsopname een vergoeding van SENA wanneer de muziek op TV wordt uitgezonden. Meestal staat de muziek dan niet alleen, maar is onderdeel geworden van een audio-visueel werk. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor muziek bij TV-reclames. De uitvoerige jurisprudentie over de vergoeding die SENA zou moeten betalen voor TelSell reclames is niet meer relevant, want deze uitspraak van het Hof van Justitie betekent dat er helemaal geen recht is op een vergoeding van SENA. Die vergoeding ziet namelijk op verspreiding van fonogrammen.

IEFBE 3143

VMC webinar over desinformatie

Vrijdagmiddag 11 december 2020, 15.00-17.00 uur - Online

Iedereen kan in een oogwenk content online zetten. Ongefilterd en desgewenst anoniem. Een deel van die content is helaas onrechtmatig. Maar wat online staat is niet eenvoudig weg te krijgen.
De hoeveelheid desinformatie over COVID-19 neemt met de dag toe. Dit kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden wanneer grote groepen mensen gaan geloven in complottheorieën en zich daardoor niet langer aan de richtlijnen van de overheid willen houden.
Denk ook aan het verspreiden van politieke advertenties waarbij de afzender zich niet bekend maakt. Advertenties die er uitzien als nieuws en worden gericht op zorgvuldig geselecteerde doelgroepen. Met de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november 2020 achter de rug en met het oog op de Nederlandse parlementsverkiezingen van 17 maart 2021 is dit onderwerp belangrijker dan ooit.
‘Notice and takedown’ werkt in de praktijk onvoldoende. Welke praktische en juridische instrumenten kunnen desinformatie indammen? Wat is de juridische stand van zaken? Welke ontwikkelingen zijn er in regulering en zelfregulering?

IEFBE 3153

Invulling van het AVG toestemmingsvereiste

HvJ EU - CJUE 11 nov 2020, IEFBE 3153; ECLI:EU:C:2020:901 (Orange Romania tegen ANSPDCP), https://ie-forum.be/artikelen/invulling-van-het-avg-toestemmingsvereiste

HvJ EU 11 november 2020, IT 3338, IEFbe 3153; ECLI:EU:C:2020:901 (Orange Romania tegen ANSPDCP) Privacyrecht. Telecomrecht. Orange Romania levert mobiele telecommunicatiediensten op de Roemeense Markt. De Roemeense toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens heeft een geldboete opgelegd aan Orange Romania, wegens het verzamelen en bewaren van kopieën van identiteitsbewijzen van haar klanten, zonder geldige toestemming. De Roemeense rechter heeft naar aanleiding hiervan prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU. Geoordeeld wordt dat op grond van art. 4 lid 11 en art. 6 lid 1 sub a AVG, het de verantwoordelijkheid van de verwerker is om aan te tonen dat de betrokkene met een actieve gedraging blijk heeft gegeven van zijn toestemming voor de verwerking van zijn persoonsgegevens en dat de betrokkene vooraf op de juiste wijze is geïnformeerd. Een overeenkomst waarin een beding is opgenomen dat de betrokkene in kennis is gesteld en toestemming heeft gegeven, kan niet aantonen dat de betrokkene op geldige wijze toestemming heeft gegeven wanneer 1) het vakje van het beding vooraf door de verwerkingsverantwoordelijke is ingevuld, 2) het beding de betrokkene kan misleiden omtrent de mogelijkheid om de overeenkomst te sluiten zonder toestemming te geven voor de verwerking van zijn gegevens of 3) de vrije keuze om zich te verzetten tegen het verzamelen van gegevens onnodig wordt aangetast, doordat geëist wordt dat de betrokkene een aanvullend formulier invult waaruit die weigering blijkt.

IEFBE 3152

Geen billijke vergoeding voor fonogram in audiovisueel werk

HvJ EU - CJUE 18 nov 2020, IEFBE 3152; ECLI:EU:C:2020:935 (Atresmedia tegen AGEDI en AIE), https://ie-forum.be/artikelen/geen-billijke-vergoeding-voor-fonogram-in-audiovisueel-werk

HvJ EU 18 november 2020, IEF 19610, IEFbe 3152; ECLI:EU:C:2020:935 (Atresmedia tegen AGEDI en AIE) Naburige rechten. Prejudiciële verwijzing. Atresmedia heeft meerdere televisiezenders. Op deze zenders worden audiovisuele werken uitgezonden waarin fonogrammen zijn opgenomen. AGEDI en AIE zijn entiteiten die respectievelijk de intellectuele eigendomsrechten van producenten van fonogrammen en die van uitvoerende kunstenaars beheren. In 2010 hebben deze entiteiten een vordering ingesteld tot veroordeling van Atresmedia tot betaling van een schadevergoeding wegens de mededeling aan het publiek van voor handelsdoeleinden uitgegeven fonogrammen of van reproducties daarvan. Zij menen dat de door Atresmedia verrichte mededeling aan het publiek van audiovisuele werken recht geeft op de enkele billijke vergoeding waarin de richtlijnen betreffende bepaalde naburige rechten voorzien.

IEFBE 3150

Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Law.

Modelregistratie waterballonvuller terecht nietig verklaard

18 nov 2020, IEFBE 3150; ECLI:EU:T:2020:543 (Tinnus Enterprises tegen EUIPO), https://ie-forum.be/artikelen/modelregistratie-waterballonvuller-terecht-nietig-verklaard

Gerecht EU 18 november 2020, IEF 19589, IEFbe 3150; ECLI:EU:T:2020:543 (Tinnus Enterprises tegen EUIPO) Modellenrecht. Het Gerecht van de Europese Unie heeft bevestigd dat zowel de Invalidity Division als de Boards of Appeal van het EUIPO terecht de ongeldigheid hebben uitgesproken van de modelregistratie van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Het Gerecht verwijst naar de DOCERAM-uitspraak van het HvJ EU [IEF 17542] en zie ook [IEF 17701] en [IEF 18001], waarin de ‘multiplicity of forms’ theorie is afgewezen en bevestigd dat het bestaan van technische alternatieven niet betekent dat het model niet technisch is bepaald. Alle objectieve factoren moeten daarbij worden meegenomen, waaronder het bestaan van een octrooi voor hetzelfde product. Een getuigenverklaring van de ontwerper kan niet als objectieve factor worden aangemerkt.

IEFBE 3149

Schrijf je nu in voor de Beroepsopleiding voor Merken- en Modellengemachtigden

In januari 2021 gaat bij voldoende aanmelding een nieuwe tweejarige Beroepsopleiding van start. De lessen zullen - afhankelijk van de ontwikkelingen - voor een deel digitaal worden gegeven.

De Beneluxstichting Beroepsopleiding voor Merken- en Modellengemachtigden organiseert deze beroepsopleiding voor merken- en modellengemachtigden in opleiding. Voor deelname aan de beroepsopleiding is vereist dat kandidaten met een afgeronde master minimaal 1 jaar relevante werkervaring hebben in de merken- en modellenpraktijk. Voor kandidaten met een HBO-opleiding of een afgeronde bachelor geldt een minimum van 3 jaar werkervaring.

IEFBE 3148

Artikel ingezonden door Martin Senftleben (UvA) en Christina Angelopoulos (University of Cambridge).

Senftleben en Angelopoulos over art. 17 DSM-richtlijn

Martin Senftleben en Christina Angelopoulos hebben een lezenswaardige bijdrage gescheven over de nieuwe DSM-richtlijn: 'In het actuele debat over art. 17 van de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market (DSM-richtlijn) wordt vaak een belangrijk aspect van de nieuwe regeling buiten beschouwing gelaten: de filterverplichting die uit deze bepaling volgt (art. 17 lid 4 sub (b)) mag niet zo ver strekken dat een algemene monitoringverplichting ontstaat. Art. 17 lid 8 bepaalt uitdrukkelijk dat content platform aanbieders niet verplicht mogen worden hun dienst op een algemene manier te controleren om de illegale activiteiten van hun gebruikers op te sporen en te voorkomen. De focus van art. 17 lid 4 sub (b) op "specifieke werken" maakt dat niet anders. In het licht van fundamentele rechten ontstaat een verboden algemene monitoringverplichting wanneer voor de opsporing van potentieel inbreukmakende content - hoe specifiek die ook is gedefinieerd - elke content upload of alle content op het online platform moet worden onderzocht. Op het moment dat de inhoud van het platform in zijn geheel moet worden gescreend, krijgt de monitoringverplichting een buitensporig algemeen karakter. Tegen deze achtergrond kan een filterverplichting alleen toelaatbaar worden geacht als deze specifiek is ten aanzien van zowel het beschermde werk alsook de groep van potentiële inbreukmakers.'

Lees de bredere analyse van deze aspecten hier.