Uitspraak ingezonden door Matthijs Kaaks, Boekx Advocaten.
Merkinbreuk op TRANSAVIA door affiliatemarketing is een risicoaansprakelijkheid van opdrachtgever

Uitspraak ingezonden door Matthijs Kaaks, Boekx Advocaten.
Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.
Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16068 (Slemaco tegen VHS)
Octrooirecht. Merkenrecht. Slemaco ontwikkelt en produceert voorzetstukken voor verreikers, zoals een roterend vorkenbord onder het merk ROMASTOR. Zij is houdster van EP2427402 voor een hefinrichting en heforgaan voor toepassing in een hefinrichting. Het Nederlandse deel van het octrooi is nietig; de Rototilt op een graafmachine in een YouTube-filmpje is van net voor de prioriteitsdatum.
Partijen hadden een distributierelatie en het teken ROMASTOR werd vermeld op een opdrachtbevestiging (voor een tweede vorkenbord), waar geen ROMASTAR werd geleverd. Ook werden er marktplaatsadvertenties getoond onder verwijzing naar romastor.nl. Dit gebeurde in de periode dat er nog een samenwerking liep. De omstandigheid dat er op dat moment nog een distributierelatie bestond tussen partijen, maakt vanzelfsprekend niet dat VHS het teken ROMASTOR mag gebruiken voor niet van Slemaco c.s. afkomstige vorkenborden. Het in de lucht houden van advertenties na afloop van de samenwerking is te kwalificeren als merkinbreuk aangezien een beroep op uitputting niet meer kan opgaan (er was geen sprake van voorraad bij VHS). Er volgt een merkinbreukverbod, afgifteplicht en over een weer overdracht van domeinnamen met ROMASTOR en handelsnaam VHS daarin.
Gerecht EU 28 juni 2016, IEF 16061; IEFbe 1847; T-656/14; ECLI:EU:T:2016:367 (vorm van een bekistingsslot)
Uniemerkenrecht. Vormmerk. Het teken bestaat uit de vorm van een bekistingsslot. Deze vorm van de waar bestaat enkel voor het bereiken van een technisch resultaat en kan zodoende geen geldig merk zijn. Het beroep tegen de beslissing van de Kamer van Beroep wordt afgewezen.
HvJ EU 22 juni 2016, IEF 16053; IEFbe 1842; C-207/15P (Nissan, CVTC)
Merkenrecht. Gedeeltelijke weigering van vernieuwing door de onderzoeker. De opgeworpen rechtsvraag is niet alleen nieuw maar bovendien relevant voor de procedures voor de vernieuwing van merken, meer in het bijzonder wat de verduidelijking van de toepasselijke termijnen betreft. De hogere voorziening betreft de toepassing van artikel 47, lid 3 GemeenschapsmerkenVo, de extra termijn; "De aanvrage om vernieuwing moet worden ingediend binnen zes maanden voor het verstrijken van de maand waarin de beschermingsperiode eindigt. Binnen deze periode moeten ook de taksen worden betaald. De indiening van de aanvrage en de voldoening van de taksen kunnen nog binnen een extra termijn van zes maanden na het verstrijken van de in de eerste zin genoemde termijn geschieden, tegen betaling van een toeslag binnen deze extra termijn.". Het HvJ EU vernietigt het arrest van het Gerecht en van het EUIPO.
Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.
Rechtbank Den Haag 15 juni 2016, IEF 16037; IEFbe 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH tegen X)
Merkenrecht. Namaak. DKH is houdster van Superdry-beeldmerken. X verhandeld op marktplaats hoodies en polo's voorzien van het teken Superdry. Na aankoop door bedrijfsrecherche is er onderzoek naar de kleding gedaan. De verkoop zou originele, in opdracht van DKH geproduceerde producten zijn afkomstig uit overjarige en zogenaamde B-keuze partijen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt en de producten wijken op meerdere punten af. X wordt veroordeeld tot staking van de merken, doen van opgave en moet de producten laten vernietigen.
Gerecht EU 14 juni 2016, IEF 16029; T‑385/15; ECLI:EU:T:2016:348 (haltervormige tandenborstel)
EU 3D-vormmerk. EUIPO heeft het EU-3D-vormmerk voor de vorm van een halter (barbell) gevormde tandenborstel geweigerd vanwege ontbreken van onderscheidend karakter. De barbell-vorm was slechts decoratief en een variatie op tandenborstels waarbij de 'bumps' gripbevorderend werken. De gevraagde voorziening wordt geweigerd.
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2016, IEF 16011; IEFbe 1828; ECLI:NL:RBDHA:2016:6256 (Colourful Rebel tegen Hip&Go)
Merkenrecht. Auteursrecht. Modelrecht. Deels toegewezen. Colourful Rebel ontwerpt en verkoopt trui met opdruk REBEL en DRAAK. Hip&Go heeft ook truien met zelfde opdrukken. De DRAAK-trui wordt verboden op grond van het Benelux-merk. De REBEL-trui haalt de drempel voor auteursrechtelijke noch modelrechtelijke bescherming niet. Een enkel bestaand woord in een vaker voorkomend lettertype kan, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden geacht een eigen karakter te hebben. Het merkenrechtelijke verbod wordt ondersteund door een dwangsom en opgaveplicht.
Gerecht EU 8 juni 2016, ECLI:EU:T:2016:338; IEF 16006; IEFbe 1824; T-583/15 (Monster Energy - Vredessymbool)
Merkenrecht. Procesrecht. Aanvraag voor Uniebeeldmerk dat een vredessymbool afbeeldt. Het merk is geweigerd, bij fax heeft verzoekster - nadat zij was nagegaan hoe de zaak vorderde - aangevoerd dat zij geen kennisgeving had ontvangen en bijgevolg verzocht om een nieuwe beroepstermijn. Het verzoek tot herstel in de vorige toestand en dat haar Uniemerkaanvraag in het register blijft ingeschreven wordt afgewezen. De termijn om beroep in te stellen bij het Gerecht, binnen twee maanden nadat de verhindering waardoor dit niet vroeger kon worden ingesteld, is geëindigd. Binnen dezelfde termijn diende het verzoek tot herstel in de vorige toestand te worden ingediend bij de instantie die bevoegd is om op dit beroep te beslissen, namelijk het Gerecht. Het beroep wordt afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 mei 2016, IEF 16003; IEFbe 1823 (Beekman BV tegen Elka Pieterman en Handyman)
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Beekman vordert met succes de vervallenverklaring van Elka Pietermans Benelux beeldmerk 'home parts' en woordmerk HOME PARTS SHOP in klasse 11. In reconventie vordert Elka Pieterman cs de nietigverklaring van het beeldmerk Beekmans HOMEPART en veroordeelt Beekman tot staking van merk- en handelsnaaminbreuk. Een beroep op de coëxistentie-regeling ex 2.27 lid 3 en lid 4 BVIE, baat niet. [red. Beroep door Beekman is aangekondigd]. Opmerkelijk: 3.62. De rechter, ten overstaan van wie de comparities zijn gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen omdat zij niet meer in het team handelsrecht werkzaam is. [red. Staking van de executie van het vonnis is bevolen IEF 16004]
Gerecht EU 1 juni 2016, IEF 16000; IEFbe 1822; ECLI:EU:T:2016:327; T‑240/15 (Marshmellow reep met vier cirkels)
Merkenrecht. De aanvraag voor een 3D-EU-merk van een reep met vier cirkels wordt afgewezen vanwege het ontbreken van onderscheidend vermogen. Het is voor een reep marshmallows omhuld door chocolade. Het simpele feit dat het een variant is op een gebruikelijke vorm, geeft het nog niet het onderscheidend vermogen dat nodig is voor een gemiddelde consument om het op te merken. Het beroep wordt afgewezen.