DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 1739

Bijdrage ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, De Gier | Stam & Advocaten.

Kort commentaar bij artikel 18 van de nieuwe Merkenrichtlijn – oudere merkhouder tegen jongere registratie

Serie Het Nieuwe Merkenrecht. Onlangs trad de nieuwe merkenrichtlijn in werking. Geduchte IE-Forum-redacteuren worden daar natuurlijk actief van”, zo schreef deLex in haar uitnodiging om een commentaar te schrijven bij één van de nieuwe artikelen. Dat klopt uiteraard en aan ons de taak u kort iets te vertellen over artikel 18 van de nieuwe richtlijn.

Er worden drie redenen genoemd voor het aanpassen van de Merkenrichtlijn (en overigens ook van de Uniemerkverordening, die als één pakket worden gezien):

1. modernisering en verbetering van de bestaande bepalingen, het vergroten van de rechtszekerheid en het verduidelijken van merkenrechten wat betreft de werkingssfeer en de grenzen daarvan;
2. grotere harmonisatie van nationale merkenwetgevingen en –procedures; en
3. het bevorderen van samenwerking tussen de bureaus van de lidstaten en het EUIPO (voorheen OHIM).

Artikel 18 beoogt met name een uitwerking van het eerste punt te zijn. In het artikel wordt bepaald wat de situatie is als een oudere merkhouder niet optreedt of niet op kan treden tegen een jongere merkregistratie:

IEFBE 1737

Vragen aan HvJ EU: Schept naast elkaar in twee lidstaten bestaande merken precedent voor ontbreken verwarringsgevaar in de gehele Unie?

HvJ EU - CJUE 8 feb 2016, IEFBE 1737; IEF 15794; IEFbe 1737; C-93/16 (The Irish Dairy Board - kerrygold), https://ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-schept-naast-elkaar-in-twee-lidstaten-bestaande-merken-precedent-voor-ontbreken-ve

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 8 februari 2016, IEF 15794; IEFbe 1737; C-93/16 (The Irish Dairy Board)
Via minbuza: Verzoekster, een in 1961 opgerichte Ierse zuivelonderneming/exporteur, heeft in januari 2014 Spaanse verweerster Tindale gedaagd wegens inbreuk op diverse gemeenschapsmerken (‘kerrygold’ voor boter en melkproducten) waarvan verzoekster houdster is. Het merk ‘kerrygold’ bestaat sinds 1962 en wordt wereldwijd, ook in Europa, verspreid. Verzoekster meent dan ook dat het merk in Europa ‘algemeen bekend’ is, zoals ook erkend in een BHIM-uitspraak van 22 oktober 2013. Verweerster, een Spaanse firma, maakt volgens verzoekster inbreuk op verzoeksters merken door in Spanje margarine te importeren en te distribueren met als onderscheidend teken Kerrymaid dat sterk overeenkomt met dat van verzoekster. Verzoekster wijst op het gevaar voor verwarring en het risico dat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit verzoeksters reputatie. Zij vraagt bescherming op grond van de MerkenVo. Verweerster beroept zich op het feit dat zij de Spanje distributeur is voor ‘Kerrymaid’ van de Kerry Group, een in 1972 opgericht bedrijf in Kerry/Ierland en ook zij exporteert zowel binnen als buiten de EU. Zij stelt dat geen gevaar voor verwarring bestaat aangezien de tekens niet overeenkomen. Het eerste element ‘Kerry’ is een geografische term die niet kan worden gemonopoliseerd; verweerster ontkent voordeel te hebben bij het gebruik van het teken. De communautaire merkenrechter verwerpt verzoeksters beroep omdat hij geen gevaar voor verwarring ziet en alleen het eerste geografische deel overeenkomt. In Ierland en Verenigd Koninkrijk bestaan de merken probleemloos naast elkaar. Verzoekster gaat in beroep bij de verwijzende rechter.

IEFBE 1733

Bijdrage ingezonden door Marieke Westgeest, Markenizer.

De nieuwe Europese merkenverordening en haar wijzigingen - deel 3

Op 23 maart 2016 treedt de nieuwe Europese merkenverordening in werking, die een aantal veranderingen met betrekking tot het registreren van een merk in de Europese Unie tot gevolg heeft. De meest belangrijke wijzigingen:
5. Nu ook toetsing op rasbenamingen
Tot dusver waren de belangrijkste gronden waarop een ambtenaar van het Europese merkenbureau een merk mocht weigeren van inschrijving dat het merk niet onderscheidend is en of beschrijvend. Naast deze gronden had de ambtenaar nog andere gronden in acht te nemen, zoals of het merk niet gelijk is aan een oorsprongsbenaming of een geregistreerde geografische aanduiding of traditionele termen voor wijnen.

Nieuw is dat verder onderzoek zal worden gedaan of het nieuwe merk niet identiek is aan traditionele productiemethoden of recepten waarbij gebruik wordt gemaakt van rauwe materialen en ingredienten en die geen specifieke link hebben met een bepaald geografisch gebied maar wel aanduidingen zijn die algemeen bekend zijn. Te denken valt aan MOZZARELLA, JAMON SERRANO en een typisch Nederlands voorbeeld: BASTERD suiker.

IEFBE 1732

Bijdrage ingezonden door Marieke Westgeest, Markenizer.

De nieuwe Europese merkenverordening en haar wijzigingen - deel 2

Op 23 maart 2016 treedt de nieuwe Europese merkenverordening in werking, die een aantal veranderingen met betrekking tot het registreren van een merk in de Europese Unie tot gevolg heeft. De meest belangrijke wijzigingen:
3. Lijst van waren en diensten kan gewijzigd worden
4. Geen onderzoeksverslag meer

3. De mogelijkheid om de classificatie van uw bestaande merken te verduidelijken
Op 19 juni 2012 heeft de hoogste rechter in Europa in de IP Translator zaak geoordeeld dat de classificatie (lijst van waren en diensten) bij een merk nauwkeurig en precies moet zijn. Wij berichtten u in dezelfde maand daarover in onze nieuwsbrief Merkenflits. Nu heeft deze rechtszaak tot wet geleid en daaruit is een bijzonder effect voortgekomen: de classificatie van uw EU merk mag u nu nader specificeren!

Het Europese Merkenbureau heeft in het verleden juist gepromoot om een merk voor een beperkte standaardlijst in te dienen (de zogenaamde class headings) onder de veronderstelling dat dit de volledige lijst van waren en diensten zou bevatten. Dit is dus niet in lijn met de rechtspraak en daarom is er nu een herzieningsmogelijkheid van uw EU merken en de bijbehorende classificatie.

De herziening is mogelijk als uw Europese merk of het Europese deel van uw Internationale merk vóór 22 juni 2012 is geregistreerd voor een volledige standaard klasseomschrijving en de tekst van de klasseomschrijving niet precies noemt wat u daadwerkelijk doet.

IEFBE 1731

Bijdrage ingezonden door Marieke Westgeest, Markenizer.

De nieuwe Europese merkenverordening en haar wijzigingen - deel 1

Op 23 maart 2016 treedt de nieuwe Europese merkenverordening in werking, die een aantal veranderingen met betrekking tot het registreren van een merk in de Europese Unie tot gevolg heeft. De meest belangrijke wijzigingen:
1. De terminologie (namen)
2. De nieuwe tarieven zijn gedeeltelijk een kostenreductie

1. De terminologie (namen)
Allereerst gaan de namen wijzigen en zult u een nieuwe terminologie in onze brieven zien. Zo verandert de naam van het Europese merkenbureau van Bureau voor Harmonisatie binnen de Interne Markt (BHIM/OHIM) naar het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie, ook wel kort gezegd: het Bureau of in de Engelse afkorting (EUIPO). Ook verandert de benaming van Gemeenschapsmerk in EUmerk en zullen we die naam in onze brieven afkorten van CTM naar EUTM.

IEFBE 1728

Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun. 

Generieke betekenis spa voor hydratherapiecentrum is niet uit te breiden naar cosmeticamerk SPA WISDOM

Gerecht EU - Tribunal UE 16 mrt 2016, IEFBE 1728; ECLI:EU:T:2016:148 (SPA WISDOM), https://ie-forum.be/artikelen/generieke-betekenis-spa-voor-hydratherapiecentrum-is-niet-uit-te-breiden-naar-cosmeticamerk-spa-wisd

Gerecht EU 16 maart 2016, IEF 15773; IEFbe 1728; T-201/14; ECLI:EU:T:2016:148 (SPA WISDOM) 
Uit het persbericht: The Body Shop kan "SPA WISDOM" niet laten inschrijven als gemeenschapsmerk. Bescherming van het bekende merk SPA tegen de inschrijving van SPA WISDOM voor waren in klasse 3 (cosmetische middelen). Aldus bevestigt het Gerecht zijn vroegere rechtspraak door vast te stellen dat het woord "spa” eventueel een generieke term kan vormen ter beschrijving van een voor hydrotherapie gebruikte ruimte, zoals een hamam of sauna, maar niet ter beschrijving van cosmetica, op grond dat het verband tussen cosmetica en centra voor hydrotherapie niet dusdanig is dat het generieke of beschrijvende karakter van dat woord daartoe kan worden uitgebreid.

IEFBE 1727

Ingezonden door Jolien Barbier & Daan De Jaeger, Monard Law.

ND Watches maakt inbreuk op auteursrecht en merkenrecht Rolex

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 18 dec 2015, IEFBE 1727; (Rolex), https://ie-forum.be/artikelen/nd-watches-maakt-inbreuk-op-auteursrecht-en-merkenrecht-rolex

Rechtbank van Koophandel Antwerpen 18 december 2015, IEF 15770; IEFbe 1727; A/15/607 (Rolex)
ND Watches is een juwelier en verkoper van tweedehands Rolex horloges. ND Watches maakt inbreuk op de auteursrechten van Rolex. Door diamanten in eenzelfde soort 'golfmotief' op de wijzerplaat aan te brengen, wordt een directe kopie van de horloges van Rolex tot stand gebracht. Daarnaast maakt ND Watches inbreuk op het merkenrecht van Rolex, door golfballen en presentatie-houders met het logo Rolex in zijn etalage te gebruiken. Niet-toegestane wijziging van het uurwerk met niet-originele elementen vormt ook een merkinbreuk. Staking van de inbreuk op de auteursrechten en op de merkenrechten van de vennootschap naar Zwitsers recht ROLEX SA en of de NV Rolex Benelux door horloges te wijzigen.

IEFBE 1721

Woonplaats gedaagde doet er niet toe bij samenloop Benelux en Gemeenschapsmerken PORSCHE

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 9 mrt 2016, IEFBE 1721; ECLI:NL:RBDHA:2016:247 (Porsche tegen Rotterdamse gedaagde), https://ie-forum.be/artikelen/woonplaats-gedaagde-doet-er-niet-toe-bij-samenloop-benelux-en-gemeenschapsmerken-porsche

Rechtbank Den Haag 9 maart 2016, IEF 15750 ; IEFbe 1721; ECLI:NL:RBDHA:2016:2477 (Porsche tegen Rotterdamse gedaagde)
Bevoegdheidsincident. Samenloop Gemeenschapsmerk en Beneluxmerk. Porsche vordert nietigverklaring Beneluxmerk P@RSCHE, staking van met Gemeenschapsmerk overeenstemmend gebruik en bij eisvermeerdering doorhaling Gemeenschapsmerkdepots. Gedaagde is woonachtig in Rotterdam en dus zou die rechtbank bevoegd zijn. Deze rechtbank is exclusief bevoegd voor doorhaling van Gemeenschapsmerken op grond van artikel 96 GMVo en de uitvoeringswet. Het gevorderde in het bevoegdheidsincident wordt afgewezen.
 

IEFBE 1720

Uitspraak Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Vraag aan HvJ EU: Is begrip vorm beperkt tot 3D-eigenschappen van waar of mede op kleur?

HvJ EU - CJUE 9 mrt 2016, IEFBE 1720; ECLI:NL:RBDHA:2016:2350 ((Louboutin tegen Van Haren)), https://ie-forum.be/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-is-begrip-vorm-beperkt-tot-3d-eigenschappen-van-waar-of-mede-op-kleur

Rechtbank Den Haag 9 maart 2016, IEFbe 1720 (Louboutin tegen Van Haren)
HvJ EU ; C-163/16. Meer Louboutin-zoolmerkuitspraken. Van Haren vordert nietigverklaring en doorhaling van het Benelux rode zoolmerk. De rechtbank stelt de navolgende vraag van uitleg aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (minbuza):

Is het begrip vorm in de zin van artikel 3 lid 1e onder iii van Richtlijn 2008/95/EG (in de Duitse, Engelse en Franse versie van de Merkenrichtlijn respectievelijk Form, shape en forme) beperkt tot de driedimensionale eigenschappen van de waar zoals de/het (‘in drie dimensies uit te drukken') contouren, afmetingen en volume daarvan, dan wel ziet deze bepaling mede op andere (niet-driedimensionale,) eigenschappen van de waar zoals kleur?
IEFBE 1710

Gemiddelde aandacht voor springend beestenmerk bij aankoop van sportschoenen

Gerecht EU 25 februari 2016, IEFbe 1708; T-692/14; ECLI:EU:T:2016:99 (Puma tegen Sinda Poland)
Merkenrecht. Bekend beeldmerk. Sinda heeft een beeldmerk bestaand uit een springend beest geregistreerd. Puma heeft zonder succes oppositie gevoerd met een beroep op haar beeldmerken van een springende katachtige. Het OHIM heeft ten onrechte geoordeeld dat gemiddelde consument waarschijnlijk meer dan gemiddeld aandachtig is bij de aankoop van sportschoenen. Het Gerecht vernietigt deze beslissing en veroordeeld partijen in eigen kosten.

25      S’agissant des produits relevant de la classe 25 désignés par la marque demandée, soit les « chaussures, chaussures de sport », qui sont incluses dans les produits relevant de la même classe désignés par les marques antérieures, il y a lieu de relever que ce sont des biens de grande consommation, dont les caractéristiques objectives n’impliquent pas que le consommateur moyen fasse un examen particulièrement attentif lors de leur achat. En outre, le prix ne constitue pas une caractéristique objective des chaussures et chaussures de sport au sens de la jurisprudence citée au point 24 ci-dessus, car il peut varier dans le temps et suivant la volonté des titulaires des marques en conflit. Dès lors, il y a lieu de retenir que le niveau d’attention du public pertinent doit être considéré comme moyen.
26      Dès lors, la chambre de recours a commis une erreur en concluant que le consommateur moyen était susceptible d’être plus attentif.