IEFBE 3923
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEFBE 3937
9 juli 2025
Uitspraak

Geen merkenrechtelijke bescherming voor Rubik’s Cube

 
IEFBE 3934
9 juli 2025
Uitspraak

Ferrari behoudt TESTAROSSA-merk: Gerecht EU vernietigt beslissing EUIPO

 
IEFBE 3240

EUIPO publiceert social media discussiepaper

Op 15 juni jl. heeft de EUIPO een social media discussion paper gepubliceerd. Hierin worden nieuwe en bestaande ontwikkelingen rondom inbreuken op intellectueel eigendom als gevolg van de komst van sociale media onderzocht. In deze publicatie komen onder andere inbreuken van IE-rechten in social media advertenties, besloten groepen en livestreaming aan bod. Ook komt de EUIPO met een aantal adviezen over de mogelijkheden voor rechthebbenden om inbreuken tegen te kunnen gaan. Het officiële document is hier te lezen. Voor meer informatie zie de website van de EUIPO

IEFBE 3239

Prejudiciële vragen over satellietboeket-aanbieder

HvJ EU - CJUE 15 jun 2021, IEFBE 3239; (AKM), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-satellietboeket-aanbieder

Oberster Gerichtshof in Oostenrijk 15 juni 2021, IEF 20046, IEFbe 3239, IT 3563; C-290/21 -1 (AKM) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: Verzoekster is een Oostenrijkse maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die de uitzendrechten in Oostenrijk in beheer heeft. Verweerster, gevestigd te Luxemburg, biedt tegen betaling gecodeerde programma’s van talrijke Oostenrijkse omroeporganisaties aan. Het aanbod is gebundeld in verschillende pakketten (satellietboeketten) en wordt doorgegeven via satelliet. De verwijzende rechter wenst te vernemen hoe een satellietboeket-aanbieder in rechte moet worden gekwalificeerd. De vraag is met name of op een dergelijke aanbieder in het geval van een grensoverschrijdende uitzending per satelliet met signaalversleuteling het uplink-staatbeginsel van toepassing is, dat wil zeggen of hij op dezelfde wijze moet worden behandeld als de omroeporganisatie.

IEFBE 3238

HvJ EU: registratiesysteem verkeersovertredingen in strijd met AVG

HvJ EU - CJUE 22 jun 2021, IEFBE 3238; ECLI:EU:C:2021:504 (B tegen Republiek Letland), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-registratiesysteem-verkeersovertredingen-in-strijd-met-avg

HvJ EU 22 juni 2021, IT 3562, IEFbe 3238; ECLI:EU:C:2021:504 (B tegen Republiek Letland)  Het Hof geeft in deze uitspraak een antwoord op een aantal door het Letse grondwettelijk hof gestelde prejudiciële vragen. De persoonsgegevens van natuurlijk persoon B staan bij de Letse directie verkeersveiligheid geregistreerd, omdat hij een aantal verkeersovertredingen heeft begaan. Op basis van deze overtredingen zijn er zogenaamde strafpunten aan B toegekend. Vervolgens is het door middel van deze regeling ook voor een ieder mogelijk om zonder belang inzage te krijgen in dit soort gegevens. B betwist dat deze regeling in overeenstemming is met de AVG, omdat de regeling het recht op eerbiediging van het privéleven zou schenden. In de eerste plaats merkt het Hof op dat de informatie over strafpunten kwalificeert als persoonsgegevens, die binnen de werkingssfeer van de AVG valt. Verder oordeelt het Hof dat deze regeling niet proportioneel is in verhouding tot het doel, namelijk het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het feit dat het om een min of meer openbaar register gaat, doordat iedereen zonder direct belang persoonsgegevens van anderen kan inzien, leidt bovendien tot onverenigbaarheid met de AVG. 

IEFBE 3237

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU over de aansprakelijkheid van (video)deelplatformen

HvJ EU - CJUE 22 jun 2021, IEFBE 3237; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-over-de-aansprakelijkheid-van-video-deelplatformen

HvJ EU 22 juni 2021, IEF 20039, IT 3558; IEFbe 3237; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando)  Beantwoording van prejudiciële vragen. Het betreft hier twee gevoegde zaken. In 2008 zijn op YouTube een aantal werken van muziekproducent Frank Peterson zonder diens toestemming verschenen. In 2013 zijn een aantal werken van uitgeverij Elsevier op het platform van Cyando verschenen. De hoogste Duitse rechter heeft vervolgens een aantal prejudiciële vragen gesteld over de aansprakelijkheid van platformexploitanten met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde werken. Allereerst komt de vraag aan de orde of er sprake is van een 'mededeling aan het publiek' in de zin van richtlijn 2001/29. Hierover zegt het Hof dat dit alleen het geval is wanneer het platform er toe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content wordt gegeven, wetende dat het om beschermde werken gaat en deze content niet prompt verwijdert of de toegang ertoe niet prompt blokkeert. Om te worden uitgesloten van vrijstelling van aansprakelijkheid moet een platform volgens het Hof kennis hebben van de concrete, onwettige handelingen van gebruikers ten aanzien van de geüploade werken. Zie ook [IEF 18242]. 

IEFBE 3236

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU: MICM

HvJ EU - CJUE 17 jun 2021, IEFBE 3236; ECLI:EU:C:2021:492 (MICM), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-micm

HvJ EU 17 juni 2021, IEF 20033, IEFbe 3236, IT 3555; ECLI:EU:C:2021:492 (MICM) De onderneming Mircom International Content Management & Consulting (M.I.C.M.) Limited (hierna: „Mircom”) heeft bij de ondernemingsrechtbank Antwerpen (België) een verzoek om informatie ingediend tegen Telenet BVBA, een internetprovider. Met dit verzoek wordt beoogd een beslissing te verkrijgen waarbij Telenet wordt gelast om aan de hand van de IP-adressen die een gespecialiseerde onderneming voor Mircom heeft verzameld, de identificatiegegevens van Telenetklanten over te leggen. De internetverbindingen van Telenetklanten zijn gebruikt om via het BitTorrentprotocol films uit de catalogus van Mircom op een peer-to-peernetwerk te delen. Telenet verzet zich tegen het verzoek van Mircom.
De verwijzende rechter heeft het Hof gevraagd of het delen op dit netwerk van onderdelen van een mediabestand met een beschermd werk krachtens het Unierecht een mededeling aan het publiek vormt. Voorts of een houder van intellectuele-eigendomsrechten, zoals Mircom, die deze rechten niet exploiteert, maar schadevergoeding vordert van vermeende inbreukmakers, gebruik kan maken van de maatregelen, procedures en rechtsmiddelen waarin het Unierecht voorziet om de eerbiediging van die rechten te verzekeren, bijvoorbeeld door om informatie te verzoeken. Ten slotte heeft de verwijzende rechter het Hof verzocht duidelijkheid te verschaffen over de vraag of Mircom de IP-adressen van de klanten op rechtmatige wijze heeft verzameld en of het rechtmatig is om de door Mircom aan Telenet gevraagde gegevens te verstrekken. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.

Antwoorden op de prejudiciële vragen:

IEFBE 3235

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, jurist NPO, op persoonlijke titel geschreven.

Dos Santos Gil: Facebook, Google en het nieuwe uitgeversrecht

De wijziging van de Auteurswet en Wet naburige rechten per 7 juni is nog vers van de pers en meteen zijn de eerste pogingen zichtbaar van platforms, zoals Facebook, daar zo min mogelijk ‘last’ van te hebben.

Het gaat in dit geval om het nieuwe naburige recht van uitgevers op online hergebruik van hun perspublicaties door online dienstenverleners, zoals nieuwsaggregatoren en mediamonitordiensten (artikel 7b Wnr). De creatie van dit recht op Europees niveau was een controversieel onderwerp met intense lobbies van de (pers)uitgevers versus de grote tech platforms. Het recht is er toch gekomen, met een beperkte beschermingstermijn van twee jaar na publicatie en met uitgebreide uitzonderingen voor onder meer non commercieel hergebruik, het puur linken naar perspublicaties en zeer korte overnames.

De achterliggende gedachte is dat de productie en verspreiding van nieuws door (vooral traditionele) persmedia, bijvoorbeeld kranten, worden bedreigd door de online platforms. Tegelijkertijd profiteren de platforms van de beschikbaarheid van deze perspublicaties. De platforms, zoals Google (News) en Facebook, presenteren de publicaties van uitgevers vaak via een korte samenvatting en beeldmateriaal aan de bezoekers van hun diensten en “verkopen” diezelfde bezoekers weer aan hun adverteerders. Weliswaar kan door bezoekers vervolgens worden gelinkt naar de volledige online publicatie, maar dit zou toch de directe relatie tussen klanten en uitgevers en het verdienmodel van de uitgevers – verkoop van reclame en abonnementen – ondermijnen.
Lees verder.

IEFBE 3234

HvJ EU: Facebook Ierland e.a.

HvJ EU - CJUE 15 jun 2021, IEFBE 3234; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.), https://ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-facebook-ierland-e-a

HvJ EU 15 juni 2021, IEF 20023, IT 3546, IEFbe 3234; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.) Beantwoording van prejudiciële vragen ingediend door het Hof van Beroep van Brussel. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG): het Hof verduidelijkt de voorwaarden waaronder de nationale toezichthoudende autoriteiten hun bevoegdheden inzake grensoverschrijdende gegevensverwerking kunnen uitoefenen. Een nationale toezichthoudende autoriteit kan onder bepaalde voorwaarden haar bevoegdheid uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten van een lidstaat, ook al is zij niet de leidende autoriteit voor die verwerking. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEFBE 3233

Podcast over Digital Services Act

Jan Brölmann, partner en advocaat Information Technology bij Van Benthem & Keulen bespreekt in deze podcast het voorstel voor de Digital Services Act (DSA). De Digital Services Act is een voorstel van de Europese Commissie waarin regels zijn opgenomen die bijdragen aan de bestrijding van desinformatie en illegale content. Aan de orde komen de meest opvallende bepalingen uit het huidige voorstel voor de Digital Services Act en de gevolgen daarvan voor online tussenpersonen en in het bijzonder de online platforms.

IEFBE 3232

Geïndexeerde en gekopieerde inhoud databank is "hergebruik"

HvJ EU - CJUE 3 jun 2021, IEFBE 3232; ECLI:EU:C:2021:434 (CV-Online tegen Melons), https://ie-forum.be/artikelen/ge-ndexeerde-en-gekopieerde-inhoud-databank-is-hergebruik

HvJ EU 3 juni 2021, IEF 20021, IT 3544, IEFbe 3232; ECLI:EU:C:2021:434 (CV-Online tegen Melons)  In deze zaak beantwoordt het Hof een tweetal prejudiciële vragen over het databankenrecht. CV-Online beheert een databank voor vacatures, Melons beheert een zoekmachine voor vacatures. CV-Online is van mening dat Melons een substantieel deel van de inhoud van de databank hergebruikt in de zin van de Databankenrichtlijn, onder andere door het gebruik van hyperlinks naar de website van CV-Online. Het Hof gaat hierin mee en stelt dat Melons, door de inhoud van de websites te indexeren en naar haar eigen server te kopiëren, de inhoud van de databank van CV-Online zonder toestemming op een andere drager wordt overgedragen. Dit levert volgens het Hof ook schade op, wanneer de wijze waarop gebruikers naar de databank worden geleid een andere is dan de samensteller had beoogd. Aldus is er sprake van "opvraging" en "hergebruik" in de zin van de Databankenrichtlijn, wat door de maker van de databank verboden kan worden. 

IEFBE 3231

Prejudiciële vragen aan HvJ EU over noodzakelijkheidsvereiste

HvJ EU - CJUE 9 mrt 2021, IEFBE 3231; (SodaStream tegen MySoda Oy), https://ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-aan-hvj-eu-over-noodzakelijkheidsvereiste

Hooggerechtshof Finland 9 maart 2021, IEF 20010, IEFbe 3231; C-197/21 (SodaStream tegen MySoda Oy)  Deze zaak betreft de vraag of iemand die CO2-flessen, die door een merkhouder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht navult en verkoopt, het recht heeft om de van het merk van de merkhouder voorziene etiketten van die flessen te verwijderen en te vervangen door eigen etiketten. In Finland worden door MySoda Oy gevulde CO2-flessen verhandeld. Na ontvangst, via de distributeur, van de door de consument leeg geretourneerde, van SodaStream afkomstige CO2-flessen, heeft MySoda Oy eerst het daarop aanwezige etiket van SodaStream verwijderd. Na de navulling van de flessen heeft zij daarop haar eigen etiket op die manier aangebracht dat de graveringen op de flessen, met inbegrip van het merk SodaStream of Soda-Club, zichtbaar bleven. Het staat vast dat SodaStream hier geen toestemming voor heeft gegeven. Het Hooggerechtshof in Finland stelt in deze zaak een viertal prejudiciële vragen aan het Hof omtrent de uitleg van het noodzakelijkheidsvereiste. Het Hof wordt gevraagd om een antwoord te geven op de vraag of het noodzakelijk is, dat etiketten vervangen worden voordat de flessen weer in de handel kunnen worden gebracht.